Peter Blangé moet zich opnieuw bewijzen
Oegstgeestenaar volleybaltrainer van Nesselande
Veertig miljoen
euro schuld, maar
de doelpalen in
de Galgenwaard
blijven recht
overeind staan
SPORT
zaterdag 31 mei 2003
SI
oor Peter van der Hulst
egstgeest - Peter Blangé keert als trainer terug in de
>ort die hem als speler zoveel mooie momenten op-
verde. De Oegstgeestenaar, die twee jaar geleden
fscheid nam als recordinternational (500 caps), gaat
het nieuwe seizoen bij volleybalclub Nesselande
in de slag. Als winnaar van olympisch goud in At-
nta kan hij terugvallen op zijn rijke ervaring. „Toch
loet je oppassen om te veel te teren op je verleden,
moet nog bewijzen dat ik ook als trainer succesvol
en. Ik heb nog niets op mijn palmares staan." Peter
langé over Nesselande, over zijn baan als vertegen
woordiger in smeermiddelen, over Oranje en over uit
ingen.
esselande
De keuzes om als fulltime trainer in Nederland
an de slag te gaan, zijn beperkt. Er zijn maar drie
ubs die zo'n trainer hebben, Dynamo, Omniworld
d Nesselande. Als je 20 jaar lang als volleybalspeler
ip hoog niveau meedraait, word je met een virus
«smet. Daarom heb ik ja gezegd tegen Ortec Nes-
elande. Als spelverdeler was ik al een verlengstuk
fan de trainer in het veld. Het is wel een voordeel
at ik de afgelopen twee jaar afstand heb genomen
<an het spel. Ik zal niet snel de discussie krijgen dat
alsnog mee moet doen als het wat minder gaat
liet het team. Als speler heb je het soms makkelij-
er dan als trainer. Loopt het niet dan kun je het
ieft in eigen hand nemen: 'Ik doe het wel, volgen
ïllie maar'. Als trainer mag je het veld niet in, moet
iveel meer zaken in het oog houden en heb je veel
neer dingen te bespreken."
eleving
foor zowel de spelersgroep als de begeleiding
ïldt dat je elkaar scherp moet houden. Je speelt
d te winnen en dan is veel geoorloofd. Mijn erva-
Sis dat naar mate de spanning tussen trainer en
ers toeneemt er beter wordt gepresteerd. Cruijff
ras daar een meester in. Was er geen rel, dan cre-
srde hij er wel een. Hij was er nooit vies van om
at olie op het vuur te gooien. Dat gebeurde ook bij
ns in de tijd dat Joop Alberda coach was van de
luden ploeg. Joop is een man van de planmatige
inpak, terwijl hij spelers had die recht door zee
aren. Hij zei dan: 'We gaan vandaag dit en dat
len', terwijl wij juist op de aanval wilden oefenen
idat die voor geen meter liep. Dat leidde wel tot
ningsverschillen. Bij Nesselande zal ik dat als
iner ook toestaan. Het moet niet zo zijn dat ik de
Iers aan de hand meeneem. Als het in de wed-
rijd niet gebeurt, hebben ze het op de training
et goed gedaan. Uiteindelijk krijg je de rekening
iresenteerd in de vorm van de uitslag. Als die
ltste bal tijdens de Spelen van Atlanta niet goed
is gevallen dan was er een beerput opengegaan,
t mooiste moment uit je carrière was dan je
grootste frustratie geweest We waren dan als eeu
wige tweede bestempeld."
Coach
Als speler vond je de coach onder wie je de mooi
ste resultaten haalde de beste, maar dat hoefde niet
degene te zijn van wie je het meeste leerde. Het was
Arie Selinger die de hele manier van denken in het
Nederlandse volleybal veranderde: niet zeiken,
maar doen. Onder Alberda haalden we de beste re
sultaten. Dat wil niet zeggen dat de onderlinge ver
standhoudingen altijd even best waren. Om goed
met elkaar te kunnen werken, hoef je geen prima
menselijke verhouding met elkaar te hebben. Te in
nige vriendschappen kunnen een behoorlijke be
lemmering zijn. Als je niet voldoet, moet je dat eer
lijk tegen elkaar kunnen zeggen. Je streeft een hoge
doelstelling na. Ze mogen mij heel vervelend vin
den, maar op het moment dat je kampioen bent,
heeft niemand daar problemen mee. Bij Oranje wa
ren wij hard voor elkaar. Op het moment dat ie
mand de kantjes ervan afloopt dan moet je hem
daarmee confronteren. Dat heeft Oranje na het EK
van 1997 als team opgebroken. Hoe de spelers met
elkaar omgingen was belangrijker geworden dan de
prestaties. Er gebeurden in mijn ogen dingen die
niet door de beugel konden en ik stelde dat kritisch
aan de kaak."
Uitdaging
„Je mag nooit tevreden zijn. Daarom was ik als spe
ler altijd zo spaarzaam met complimenten. Hoe ik
het als trainer uitdagend houd voor de spelers? Ik
prefereer een onvoorspelbaar speltype. Daardoor
zal de foutenlast wat omhoog gaan, maar ik wil de
spelers duidelijk maken dat er een andere manier
van spelen is. Volleybal is maar voor de helft fysiek,
de rest moet met de bovenkamer gebeuren. Ik heb
met te veel mensen samengespeeld die fysiek mee
konden komen, maar die op tactiek en inzicht nooit
onderwezen zijn. Een video is een makkelijk hulp
middel om spelers een spiegel voor te houden. En
soms moet je de dingen op zijn beloop laten. Je
moet voorkomen dat er een te grote afhankelijkheid
ontstaat. Ik zal wel volop de aandacht vestigen op
ballen die niet fout mógen gaan. Want niet het
team dat het hardste slaat, maar het team dat de
minste fouten maakt wint. We hebben het hier over
topsport. Het zijn bijna allemaal fullprofs. We heb
ben het niet over een kleuterschool."
Smeermiddelen
„Vanwege mijn sportverleden moest ik de afgelo
pen periode heel wat keren uitleggen waarom ik me
als vertegenwoordiger in industriële smeermidde
len op een ander terrein begaf. Ik heb dat behoor
lijk onderschat Omdat ik succesvol in de sport was,
dachten de mensen meteen dat ik financieel onaf
hankelijk was. Nou, dat geldt misschien voor een
topvoetbalier, toptennisser of topwielrenner, maar
dat geldt niet voor een topvolleyballer. Ik ben er
nooit vies van geweest om de handen uit de mou
wen te steken. De deuren staan als oud-sporter
voor je open, maar je moet het zelf oppakken. Ik
ben vier maanden werkzaam geweest als vertegen
woordiger. Je begint gewoon onder aan de ladder.
Het is me niet tegengevallen, maar in theorie denk
je er zelf soms gemakkelijker over dan het in de
praktijk is. Ik denk dat een job met een directe link
naar de sport beter bij mij past dan een functie bui
ten de sport. De ervaringen die ik als speler heb,
kan ik in mijn trainerscarrière gebruiken."
Bestuursfuncties
,Als trainer wil ik mijn handen vrij hebben. Daar
om begeleid ilc geen spelers meer en stop ik na vier
jaar met mijn werk voor de atletencommissie van
NOC'NSF. Het is belangrijk dat er mensen in be
stuursfuncties vertegenwoordigd zijn die feeling
hebben met de praktijk. NOC*NSF heeft er de afge
lopen jaren hard aan gewerkt om atleten in de ver
schillende commissies te krijgen. De respons van
de atleten is ook enorm toegenomen. Na elke
Olympische Spelen zijn er verkiezingen voor de at
letencommissie. We hadden de laatste keer voor
vier vacatures 27 aanmeldingen. Je kunt wel com
mentaar hebben op iets, maar het is beter als je een
bijdrage aan het beleid levert. Los daarvan is het
leerzaam om te zien hoe het er in een organisatie
als NOC*NSF intern aan toegaat. Het netwerk gaat
tot de politiek en het koninklijk huis. Grenzen ver
vagen dan snel. Het werk moet wel bij je passen. Ik
houd van dingen regelen. Als speler van Oranje
maakte ik me ook altijd druk over het wel en wee
van mijn teamgenoten."
Oranje
„Het faillissement van Top Volleybal Nederland
was onafwendbaar. Dit verhaal hing al jaren in de
lucht. Zelfs in de succesvolle periode van Oranje
waren er al strubbelingen, de prestaties hebben dat
alleen jarenlang verbloemd. Ik ben blij dat de vol-
leybalbond in korte termijn een nieuwe organisatie
heeft neergezet In ieder geval is er een zomerpro-
gramma in elkaar gezet. Aan de spelers is gevraagd
geld in te leveren. Uiteindelijk is dat weer goed. Ze
worden dan aangesproken op hun ambitie: spelen
ze voor het geld of voor de prijzen? Willen ze Idjken
hoe hoog hun eigen plafond ligt? Los van de finan
ciële onzekerheid is de toekomst sportief onzeker.
Het is jaren geleden dat Oranje met een medaille
naar huis kwam, maar we staan nog steeds op de
grote toernooien. Het verdiende dan wel niet de
schoonheidsprijs, we doen wel weer aan het EK
mee. Eigenlijk zou je elke vier jaar een generatie
moeten verversen. Per jaar moet je dan drie nieuwe
spelers inpassen. Dat is al in tijden niet meer ge
lukt. In de categorie onder twintig komt er een aar
dige groep aan, maar op die leeftijd dacht ik ook
aardig te kunnen slaan terwijl dat later toch tegen
viel. Nu moet blijken of die jongens redelijke eredi
visiespelers zijn, of dat ze beter kunnen. Ze zullen
zelf telkens een nieuwe uitdaging moeten zoeken.
Ze mogen niet tevreden zijn met het resultaat van
vandaag."
HET ZIT IN DE FAMILIE
RANDJE BUITENSPEL
ito: Taco van der Eb
uus: Of het hier in huis wel eens over
ts anders gaat dan SJZ? Ja, het gaat ook
61 eens over voetbal in het algemeen,
Feyenoord.
Praten over SJZ is vooral op
wel eens vervelend, als we
verloren. Toch is het niet
dat we het er zo vaak over heb-
We zijn betrokken en pa is immers
ik archivaris.
erard: Ik houd van alle spelers statis-
eken bij. Guus heeft bijvoorbeeld 29
ïer in het eerste gespeeld en Wouter
ll keer.
fouter: Het afgelopen seizoen zijn we
ide grijze middenmoot geëindigd. Dat
as beter dan het seizoen daarvoor toen
degradatiewedstrijden moesten spe-
n, maar het is waar dat we al jaren vrij
leurloos in de vierde klasse meedoen,
oorzaak daarvan is dat van mijn Al -
zeven spelers het eerste elftal heb-
Vader Gerard en zijn zoons Guus en Wouter van der Hoeven hebben hun hart verpand
aan SJZ. Gerard (53) is voorlichter van de HSL- en A4-projecten. Daarnaast is hij
voorzitter van de pr- en sponsorcommissie van de Zoeterwoudse voetbalclub. Guus (18)
studeert media- en kennistechnologie aan de TU in Delft en speelt in het eerste elftal
net als zijn in Scheveningen woonachtige broer Wouter (23) die aan de Haagse
Hogeschool een studie management en economie volgt. De jongste twee Van der
Hoevens hebben nog een broer Maarten in het tweede elftal rondlopen en een neef
Andres als ploeggenoot. Het ouderlijk huis staat aan 't Watertje in Zoeterwoude-dorp.
ben gehaald, maar ik ben daarvan nog
als enige over."
Gerard: Daar komt hopelijk verandering
in. Het elftal van Guus was de eerste Al
in veertig jaar die kampioen werd. Ik
heb er vertrouwen in dat de club door
dat elftal, aangevuld met wat routine,
hogerop gaat komen. Als niet net als bij
het team van Wouter de een stopt, dan
ander lager gaat voetballen en weer een
ander elders gaat studeren."
Guus: Ik zie mijn jeugdelftal inderdaad
de basis vormen van een betere periode
bij SJZ. Vooralsnog komen we wat routi
ne tekort, maar een periodetitel is ko
men jaar niet ondenkbaar.
Gerard: En er zit nog en goede BI aan te
komen. Niet toevallig: de laatste jaren
gaat er veel aandacht uit naar de jeugd
en zijn er goede trainers aangesteld.
Wouter: Door de degradatie van Meer
burg, de mogelijke promotie van Stomp-
wijk en de eventuele terugkeer van Ber-
nardus spelen we komend seizoen weer
een aantal echte derby's. Meerburg was
ons de laatste jaren ontgroeid, maar ze
zijn nu weer terug in de vierde klasse.
Toch is van die derby's het echte 'hete'
ervan af, zoals vroeger tegen Meerburg.
Gerard: „Natuurlijk is het in een ge
meenschap als Zoeterwoude relatief
makkelijk om plaatselijke sponsors te
krijgen. Toch hebben we er bewust voor
gekozen om niet te zeggen: 'bedankt
voor je bijdrage en tot volgend jaar'.
Door het organiseren van sponsortoer-
nooien en -avonden met bekende spre:
kers uit de voetbalwereld, houden we
nadrukkelijk contact. Een formule die
werkt. Guus en Wouter zijn allebei
jeugdleider. Uiteraard is er een grotere
gemeenschapszin dan in Leiden, maar
vanzelf gaat het niet."
Dit is de laatste aflevering van deze ru
briek dit seizoen
TT oe bont moet een profclub
ii het maken om zijn vergun
ning kwijt te raken? Bonter dan
een wasmachine vol gekleurde
was, vermoed ik. Liegen, bedrie
gen, mooi weer spelen met van
de overheid afgetroggelde mil
joenen - in voetbal kan het alle
maal zo maar passeren. FC
Utrecht, bijna veertig miljoen
euro schuld. Als je dat bedrag zo
ziet staan, stelt het niet al te veel
voor, maar we hebben het hier
dus over 40 miljoen, veertig keer
één miljoen, oftewel 40.000.000
euro. Schuld. Geen omzet, niet
de jaarbegroting, nee, een vier
en zeven nullen euro in de min.
En gewoon doorvoetballen.
Vroeger, toen we nog guldens
hadden, kon ik me bij een mil
joen niet zo veel voorstellen. Het
ging mijn bevattingsvermogen
te boven. En heel vroeger, toen
een waterijsje nog tien cent kost
te, een patatje zonder 45 cent en
met (we hadden toen enkel en
alleen nog maar mayonaise) een
dubbeltje meer, klonk een mil
joen nog vreemder. Oneindig.
Op het strand lagen een miljoen
zandkorrels en in de zee ging
een miljoen liter water. Zoiets.
Van de week zat ik een tijdje te
staren op het onvoorstelbare be
drag dat ze bij FC Utrecht heb
ben vergokt en omdat het in
mijn hoofd nog steeds niet zo
wil lukken met die euro's dacht
ik toen: en dat maal twee kom
ma twee. Tegen de negentig mil
joen gulden. Negentig keer on
eindig veel. Negentig keer een
vermogen zoek gemaakt. FC
Utrecht, een provincieclubje uit
het kneuterige land van Balke
nende met zijn Kwik, Kwek en
Kwak competitie. En gewoon
doorvoetballen.
Elke keer als ik op teletekst of in
de krant zie staan dat er een be
taald voetbalorganisatie in geld
nood zit, haal ik mijn schouders
op. En als er bij staat dat de
club op zwart zaad voor zijn li
centie moet vrezen, haal ik nog
een keer mijn schouders op. Was
FC Wageningen een jaar of
twintig geleden niet de laatste
club die de eerste divisie werd
uitgeschopt? Of wacht, we heb
ben daarna ook nog even FC
Vlissingen in het betaald voetbal
gehad, maar volgens mij heb
ben ze daar zelf het licht uitge
daan.
Tegenwoordig is het zo dat een
profclub in de penarie even de
harde supporterskern mobili
seert. Die gooit er links en rechts
wat bedreigingen tegenaan en
weg is het gevaar dat de tent
moei worden gesloten. De KNVB
haast zich te zeggen dat de sjoe
melende bestuurders van hun
fouten hebben geleerd en heel
goed weten hoe het nu verder
moet. En de volksvertegenwoor
digers ten stadhuize verklaren,
terwijl hun knieën nog kraken
van de schrik, dat het niet in het
maatschappelijke belang is om
de plaatselijke voetbaltrots om
zeep te helpen. Waarna de half
maffiose clubbestuurders nog
een bonus van een miljoentje of
wat onwangen, zodat ze de fei
telijk failliete boel een beetje lek
ker kunnen doorstarten.
Tot voor een jaar of vijf, heb ik
altijd gedacht dat wij in een ta
melijk beschaafd land verkeren.
Complete bedrijfstakken die ver
rot zijn van de fraude, voetbal
clubs die met tientallen miljoe
nen schuld verder spelen alsof er
niets aan de hand is, kogelbrie
ven en andersoortige intimida
ties, daadwerkelijk afgevuurde
kogels (en nog raak ook), ik heb
altijd gedacht dat het bij La-
tijns-Amerika en Italië hoorde.
Niet bij ons.
Pim Fortuyn vond ik een idioot
eersteklas, maar er zijn mo
menten waarop ik denk: had
die Volkert niet mis kunnen
schieten? Bijvoorbeeld als er
weerzon horde Neanderthalers
oprukt naar een stadhuis om
burgemeester, wethouders en
gemeenteraadsleden duidelijk te
maken dat ze met hun fikken
van de FC Huppeldepup af
moeten blijven. Had Fortuyn
het voor het zeggen gehad dan
zou zo'n stoottroep van hooli
gans halt zijn gehouden en met
lege handen huiswaarts zijn ge
mept. En het mooiste van alles
zou dan zijn dat al die afdrui
pende dommekrachten nog op
Pim hadden gestemd ook.
Veertig miljoen euro schuld,
maar de doelpalen in de Gal
genwaard blijven recht overeind
staan. Ik ben gek op voetbal,
maar dit is waanzin. Dichttim
meren dat stadion en er luxe
appartementen neerzetten, of er
van mijn part een woonboule
vard van maken. Nee, het is een
maatschappelijk belang dat FC
Utrecht het volk blijft verma
ken. O ja? Hoezo? Zou die vijf
tienduizend man die tweeweke
lijks samenkomt in de Galgen
waard dan helemaal niets an
ders kunnen ïmzitinen voorde
zondagmiddag?Een stad die
aan alle kanten moet bezuini
gen leent 25 miljoen euro aan
een club die niet één of twee ver
valsers heeft voortgebracht, nee,
een heel elftal.
Hoe moet het nu met die be
hoeftige Utrechter die bij de ge
meente aanklopt voor een kleine
tegemoetkoming in de kosten
die hij moet maken om zijn
huis van een invalidenlift te
voorzien? Die krijgt natuurlijk
te horen: sorry, maar dat gaat
niet. Ons geld is schoon op. Er is
net 25 miljoen naar FC Utrecht
gegaan.
Jaap Visser
Reageren?
Sportredactie.ld@damiate.hdc.nl