REGIO
Een huismus die de hele wereld afreist
'Kinderen leren nu sewend aan buiten
ook al goed Engels vroeg te beginnen met
Professor Lipke Holthuis zit vol schitterende verhalen
Toch trots op 'onze' Esther Hart
cha<" )as;
Negatief artikel over Hoornes Noord
NAVRAAG
Vierjarigen op twee Rotterdamse basisscholen krijgen na de zomer
vakantie les in het Nederlands en in het Engels. Door televisie en in
ternet zijn kleuters al
1 7 t 7-1 j y landse klanken. Door
Engelse les kunnen de
kinderen zich bovendien beter voorbereiden op het voortgezet on
derwijs. Hoe zinvol is tweetalig onderwijs op jonge leeftijd? Navraag
bij BERRY MINKMAN uit Alphen aan den Rijn, oud-leraar Engels aan
het Groene Hart Lyceum.
Welke Engelse woorden acht u onmisbaar i>oor Nederlandse
kleuters?
„Rake Engelse woorden zoals computer moet je niet in het Neder
lands vertalen. Het valt reuze mee met Engelse woorden in onze
taal. Er is geen gevaar dat het Nederlands wordt overvleugeld. En
als kleuters nog wat extra woordjes Engels willen leren, begin dan
eenvoudig met gemakkelijke zinnetjes als I love you."
tekst: Tim Brouwer de Koning foto: Engel Lameijer
UIT DE ARCHIEVEN
ANNO 1978, woensdag 31 mei
VERENIGDE STATEN - De historische steen uit Leiden, afkomstig
uit het huis van John Robinson, de predikant en leider der Pilgrim
Fathers (1609-1620), door bemiddeling van de Leidse V.V.V. aange
boden ter plaatsing in de wolkenkrabber van de 'Chicago Tribune'
tussen andere beroemde stenen van de gehele wereld in een speciale
muur, is op 25 Mei te Chicago aangekomen. Wanneer binnenkort de
ze Pilgrim Fathers-stone in de Tribune-tower aan de Michigan Boule
vard zal worden ingemetseld, zal dit met een speciale plechtigheid
gepaard gaan. Als historische herinnering aan het verblijf der Pilgrim
Fathers in Nederland zal deze nieuwste aanwinst in de galerij van be
roemde stenen stellig grote aandacht trekken onder de Amerikanen,
wier geschiedenis zo nauw verweven is met deze uit Engeland ge
vluchte godsdienstige secte.
HOLLANDSE NIEUWE - De eerste Hollandse nieuwe is vannacht ge
vangen. Het is nog niet de grote vangst. Enkele loggers hebben op
weg naar de visgronden een kansje gewaagd en zijn na het binnenha
len van de magere buit verder naar het Noorden gestoomd.
ANNO 1978, woensdag 31 mei
NOORDWIJK - Het Bollenbad heeft gisteravond zijn miljoenste be
zoeker enthousiast ingehaald. Frank Wijnands (11) was de gelukkige.
Burgemeester Bonnike (I) gaf met een geestig toespraakje fleur aan
het feestelijk gebeuren. Van wethouder Jansen kreeg Frank een jaar
abonnement, een prachtige luchtfoto van het Bollenbad en een
handdoek. Foto: archief Leidsch Dagblad
Foto's in deze rubriek kunnen worden nabesteld door binnen veertien dagen na
plaatsing 2,50 (voor een exemplaar van 13 bi] 18 in zwart wit) over te maken op
gironummer 57055 Ln.v. Dagbladuitgeverij Damiate b.v. Postbus 507, 2003 PA
Haarlem, onder vermelding van Leidsch Dagblad, ANNO <Ld(datum van
plaatsing) of door contante betaling aan de balie van het Leidsch Dagblad,
Rooseveltstraat 82 te Leiden. U krijgt de foto binnen drie weken thuisgestuurd.
COLOFON
Leidsch Dagblad
Directie: BW. Essenberg, G.P Arnold
W.MJ. Bouterse (adjunct)
E-maih directie@damiatehdc.nl
Hoofdredactie: Jan Geert Majoor, Kees van
der Malen, téon Klein Schiphorst (adjunct)
E-mail: redactie.ld@damiate.hdc.nl
HOOFDKANTOOR
Rooseveltstraat 82. Leiden, tel. 071-5 356 356
Postadres: Postbus 54,2300 AB Leiden
Redactie fax 071-5 356 415
Advertentie fax 071-5 323 508
Familieberichten fax 023-5150 567
ADVERTENTIES
071-5356300
Sprinters (rubrieksadv): 072-519 6868
ABONNEESERVICE
071-5128 030
E-mail: abonneeservice@hdc.nl
ABONNEMENTEN
Bij vooruitbetaling (acceptgiro)
p/m €19.60 (alleen aut ine)
p/kw €55,00 p/j €210,60
Abonnees die ons een machtiging verstrekken
tot het automatisch afschrijven van het
abonnementsgeld ontvangen €0,50 korting
per betaling
VERZENDING PER POST
Voor abonnementen die per post (binnenland)
worden verzonden geldt een toeslag van €0,50
aan portokosten per verschijndag.
GEEN KRANT ONTVANGEN?
Voor nabezorging: 071-5128 030
ma t/m vr: 18-19.30 uur, za: 10-13 uur
AUTEURSRECHTEN
Alle auteursrechten en databankrechten ten
aanzien van (de inhoud van) deze uitgave
worden uitdrukkelijk voorbehouden. Deze
rechten berusten bij HDC Uitgeverij Zuid BV
cq. de betreffende auteur
HDC Uitgeverij Zuid BV, 2003
De publicatierechten van werken van
beeldende kunstenaars aangesloten bij een
CISAC-organisatie zijn geregeld met Stichting
Beeldrecht te Amstelveen
HDC Uitgeverij Zuid BV is belast met de
verwerking van gegevens van abonnees van
dit dagblad. Deze gegevens kunnen tevens
worden gebruikt om gerichte informatie over
voordeelaanbiedingen te geven, zowel door
onszelf als door derden Heeft u hier bezwaar
tegen, dan kunt u dat schriftelijk laten weten
aan HDC Uitgeverij Zuid BV, Afdeling
Lezersservice, postbus 507,2003 PA Haarlem.
Waarom moeten vierjarigen al Engels leren?
„Dat zou ik ook niet weten. Het lijkt mij niet nodig. Nederlands is
een grote taal, die 21 miljoen mensen spreken. Bovendien leren
Nederlanders ook nu al heel behoorlijk Engels. Vergelijk het maar
eens met de vorige generatie. Als
je een Nederlandse minister van
zestig jaar Engels hoort spreken,
klinkt dat een stuk slechter. Dat is
te wijten aan het toenmalige on
derwijs."
Wanneer leerde u uw eerste
woordjes Engels?
„Dat zal in het begin van mijn
middelbareschooltijd zijn ge
weest. Ik was een kind van mijn
tijd en ook mijn ouders hadden
niet zo veel op met de Engelse
taal. Dat kun je aan mijn voor
naam al aflezen. Mijn moeder
hoorde de naam Barry eens in
Limburg. Zij vond dat wel leuk
klinken, maar heeft hem verne
derlandst tot Berry."
Gaat de ene taal niet ten koste
van de andere?
„Dat hangt er vanaf hoe je het
tweetalig onderwijs aanpakt. Als
een Engelstalige leraar zijn eigen taal spreekt in de klas, kan dat
voor de kinderen wel wat opleveren. Hun vermogen om talen te le
ren is groot. Maar als diezelfde kinderen vervolgens jarenlang geen
Engels meer spreken, raken ze het ook weer kwijt. Want het is toch
niet hun moedertaal. Samengevat: ik vind Engels voor kleuters niet
nodig. Maar als je het toch doet. moet je het goed doen."
°F
Ik heb afgelopen zaterdag
met plezier gekeken naar de
48ste editie van het Eurovi
sie Songfestival. Omdat ik
hooggespannen verwachtin
gen had bij het liedje van
onze deelneemster Esther
Hart, heb ik me met een
wijntje, wat toastjes en wat
verse kaas achter de beeld
buis genesteld en heb ik het
weer over me heen laten ko
men.
Eigenlijk is zo'n festival nog
al oubollig, maar ik ben
chauvinistisch genoeg om
mee te leven met onze Es
ther. Tot mijn verbazing be
haalde Nederland niet eens
een plaats in de toptien en
moesten we genoegen ne
men met een 13de plaats.
Pas later drong het tot me
door dat het lied en de zang
kwaliteiten niet zoveel meer
te maken hebben met de
plaats waarop men eindigt.
Sinds de inwoners van de
verschillende landen name
lijk zelf kunnen bepalen wie
de meest stemmen krijgt,
ziet men dat regionale en
politieke invloeden een cru
ciale rol spelen. Cyprus geeft
Griekenland altijd 12 punten
en vice versa. De Oekraïne
geeft Rusland punten en an
dersom en elk land waar
veel Turken wonen geeft
Turkije het maximum aantal
punten.
Halverwege de puntentelling
ben ik (daartoe aangezet
door het wel erg cynische
commentaar van het reli
kwie Willem van Beusekom)
overgeschakeld naar de VRT.
De VRT maakte er met de
duopresentatie een veel le
vendiger aangelegenheid
van, waarbij een diepe glim
lach mijn gezicht meermaals
tooide. Ongetwijfeld zal het
uitstekende resultaat van
onze zuiderburen daar in
grote mate aan hebben bij
gedragen (ze waren nogal in
een uitgelaten stemming).
Turkije heeft op de valreep
gewonnen en België is uit
eindelijk tweede geworden,
waar ze tot vlak voor het ein
de leken te gaan winnen.
Het festival beschouwend,
kan men niets anders dan
constateren dat België (met
een onconventioneel 'Kel
tisch' liedje) de morele win
naar is. Turkije heeft naar
mijn idee slechts gewonnen
omdat zovele Turken die
buiten hun eigen landsgrens
wonen toch op hun moeder
land stemmen. Ik feliciteer
onze zuiderburen dan ook
van harte met het fraaie re
sultaat.
Last but not least gaan mijn
felicitaties eveneens uit naar
onze eigen Esther Hart. Rus
land was het enige land waar
de bevolking niet kon 'tele-
voten' en waar de inzendin
gen door een gekwalificeer
de jury op waarde werden
beoordeeld. Het verbaasde
mij niet dat juist dit land aan
Esther het één na hoogste
aantal punten toekende.
Noem me rancuneus, noem
me chauvinistisch... Esther
was inhoudelijk de beste. Ik
ben trots op haar!
Ronald de Vos,
Nieuw Vennep.
Zijn vrienden waarschuwden hem
toen hij als negentienjarige student bij
het Rijksmuseum van Natuurlijke His
torie ging werken: 'Man, jij fossiliseert
daar', zeiden ze. Niets bleek echter
minder waar. De halve wereld zag pro
fessor Lipke Holthuis (82), specialist in
kreeften en garnalen. Nieuw Guinea,
West-Afrika, Amerika, de Rode Zee. De
Leidse geleerde naar wie een garnaal
werd vernoemd - Lipkius holthuisi -
ging zelfs bij de keizer van Japan op
audiëntie. „En dat terwijl ik eigenlijk
een ontzettende huismus ben."
Het houten bureau waarachter hij zit,
draagt de sporen van een lange we
tenschappelijke loopbaan: krassen,
butsen, de kringen van een eindeloze
reeks koffiemokken. Het is hetzelfde
bureau als waarachter in 1940 zijn
carrière begon. Alleen stond het
meubel toen in zijn werkkamer van
het Rijksmuseum van Natuurlijke
Historie aan de Raamsteeg en is het
nu ondergebracht op de vierde ver
dieping van Naturalis. Want van pen
sioen wil Holthuis niets weten. Iedere
ochtend om acht uur wandelt hij zijn
kantoor binnen. „Ik ga door zolang ik
mijn hersens bij elkaar kan houden."
Vooralsnog lijkt er weinig mis te zijn
met het geheugen van de geleerde.
Zijn ontluikende liefde voor planten
en dieren tijdens zijn kinderjaren in
Oost-Java herinnert hij zich als de
dag van gisteren. „Naast ons woonde
een onderwijzer met drie dochters.
Met twee daarvan speelden mijn zus
en ik vaak. Die meisjes hadden een
terrarium waarin ze rupsen kweek
ten. Fascinerend. Ook het papegaai-
tje van de bedienden zal ik nooit ver
geten. Daar moet mijn interesse voor
de biologie begonnen zijn. Want
noch mijn vader, noch mijn moeder,
beide onderwijzers, had er belang
stelling voor."
Later, terug in Nederland, was de
keuze voor een studie snel gemaakt:
biologie in Leiden. Toen hij de kans
kreeg om als assistent bij het Rijks
museum van Natuurlijke
Historie aan de slag te
gaan, besloot Holthuis
die te grijpen. Het was
1940. Een gekke tijd
volgde, waarin hij
moest onderduiken in
het museum. „Samen
met een aantal andere
jongens zat ik in de
gevaarlijke leeftijd. We
konden zomaar op
straat gearresteerd
worden. Dus over
nachtten we in het
museum. We hadden
bedden opgesteld op
onze afdeling op de
derde verdieping. Als
er Duitsers kwamen,
zou de pedel een
alarmsignaal geven,
zodat we op tijd onze
schuilplaats zouden
kunnen bereiken. Ge
lukkig is het nooit no
dig geweest.
Het was de tijd van de
voedselschaarste. On
ze preparateurs zijn
nog met een handkar
de boer op geweest
om suikerbieten te ko
pen. Een hele berg lag
er op de binnenplaats
van de Raamsteeg. 's
Nachts kookten we ze
op de kachel. Profes
sor Boschma, de di
recteur van het muse-
DE DINGEN DIE
VOORBIJ GAAN
draad een heel ingewikkeld geval ge
maakt, waarmee hij tulpenbollen op
de kachel droogde. Die maalde hij,
om er vervolgens brood van te ma
ken. Pikzwart werd het. Gezellige
avonden waren het wel. Meestal pro
beerden we de oudere preparateurs
aan het praten te krijgen. Die hadden
prachtige verhalen over vroeger. Over
feesten op het dak, dat soort zaken.
Mijn zuster werkte bij het ziekenhuis
op de afdeling neurologie, een bol
werk van de ondergrondse. Haar hele
huis aan de Oude Singel zat vol on
derduikers. Toen ik haar op een dag
in maart '45 suikerbietenstroop
bracht, zag ze mijn opgezwollen voe
ten en enkels. 'Je gaat niet naar het
museum toe, je hebt hongeroedeem',
zei ze. Dus ben ik daar tot het einde
van de oorlog gebleven. Het was een
heel druk gedoe daar in huis. Eigen
lijk erg gezellig. Veel optimisme, altijd
grapjes.
Op 5 mei stonden we op de Bree-
straat met uitgerekte halzen te wach
ten op de Canadezen. Tot er werd
omgeroepen: 'Dames en heren, de
Canadezen komen vandaag niet, u
wordt allemaal verzocht naar huis te
gaan.' De Duitsers zaten er nog, dus
iedereen wandelde op zijn dooie ge
mak weg. Het was net een soort voor
stelling. Mensen kwamen elkaar na
lange tijd weer tegen. Goede vrinden
bleken vlak bij elkaar ondergedoken
te hebben gezeten. De spanning was
nog niet over, maar er hing wel iets in
de lucht.
Na de bevrijding ging ik direct weer
aan het werk. Er moest ook zoveel
gebeuren. In 1946 ben ik gepromo
veerd. Ik kan me nog goed herinne
ren dat ik mijn proefschrift naar een
specialiste in Seattle stuurde. Die zag
het slechte papier en kreeg zo'n me
delijden dat ze onder haar leerlingen
een inzamelingsactie heeft gehou
den. Het was een meisjesschool, dus
er kwamen alle
maal kinderjurkjes en sokjes onze
kant op. Daar hebben we toen heel
veel mensen blij mee gemaakt. De
samenhorigheid van die tijd was fan
tastisch.
In 1947 kreeg ik de kans om een jaar
naar Washington te gaan. Ze hadden
bij het natuurhistorisch museum ie
mand nodig om een collectie kreef
ten te bestuderen. Die waren verza
meld door Alan Hancock, een miljo
nair die zijn jacht voor allerlei expedi
ties ter beschikking stelde. Ik voer
naar Amerika met een vrachtschip,
'De Leerdam', ingericht voor emi
granten. 125 Dollar kostte de over
tocht. Je sliep in het ruim, erg primi
tief allemaal. Je had een bed met zo'n
touwtje erlangs. Daar kon je je arm
overheen gooien, zodat je er niet uit
zou vallen.
Op die boot zaten prachtige figuren.
Krelis bijvoorbeeld. Liep op klompen
en keek een beetje dommig uit zijn
ogen. Op een gegeven moment zaten
een dokter en nog iemand een beetje
te schaken. Krelis stond er zo'n beetje
naar te kijken, dus iemand roept:
'Krelis, zou je ook niet even een potje
spelen.' Dus Krelis zegt: 'Nou, dat
kan ik wel eens doen.' Verslaat hij ze
allemaal. Er was ook een medicus
aan boord. Die ging naar Minneapo
lis om een jaartje te werken. Hij, de
marconist, de dokter en ik speelden
altijd bridge. Dat was zo'n beetje de
enige afleiding die we hadden. Tij
dens het bridgen kregen we altijd
thee met koekjes. Omdat die medicus
ervoor bedankt, at ik zijn koekje altijd
op. Toen hij mij later in Washington
opzocht, zei hij: 'Die steward die
wij aan boord hadden, die man
had zware gonorroe. Die
koekjes van hem lustte ik
niet.' Dus ik zeg: 'Bedankt.
Je hebt ze allemaal aan mij
gegeven.'
In 1954 kon ik op expeditie naar
Nieuw Guinea, erg wild nog. De Wis
sel Meren, prachtig. Die waren in
1937 ontdekt en zaten vol met kreef
ten, allerlei verschillende soorten. Die
Papoea's hadden daar allerlei namen
voor. Maar hoe ze die soorten uit el
kaar hielden, konden ze me niet ver
tellen. Dus ik dacht: laat ik een expe
riment doen. Ik nam twee kreeften,
ieder van een andere soort, waarvan
ik de scharen afbrak. Ik legde de
scharen van de ene bij het lichaam
van de ander en omgekeerd. Toen
vroeg ik een Papoea welke soort het
nu was. Hij keek er een tijdje naar,
heel verbaasd. Maar toen hij die
kreeft oppakte om de onderkant te
bekijken, bleven de scharen liggen.
Begon ie vreselijk te lachen.
Op een zeker moment hield een ko
lonel van de marine een lezing, waar
bij hij vertelde dat er in een bepaald
meer haaien zaten. 'Ha ha ha', zeiden
wij. 'Haaien in een meer. Daar gelo
ven we helemaal niets van.' 'Nou
goed', zei die kolonel, 'we sturen jul
lie erheen'. Dus wij erheen met zo'n
vliegtuig dat op water kan landen. We
maakten onze verzameltochten on
der bescherming van een marinier.
Een prachtig gezicht was dat: hij liep
op tennisschoenen en had een
zwembroekje aan, een geweer over
zijn schouder geslingerd.
Die marinier had op een gegeven
moment een wild varken doodge
schoten, waarvan de ingewanden in
het meer werden gegooid. Stak daar
plotseling een haaienvin boven het
water uit. De Papoea's kregen een rol
stof met prachtige bloemen voor die
haai, dus die hielpen wel mee. Maar
het lukte niet. Van alles hebben we
geprobeerd. Zelfs een handgranaat,
maar die jaagde dat beest alleen
maar weg. Dus wij terug naar huis.
Ligt er de volgende ochtend een
prachtige haai voor onze hut. Een 1
poea bleek hem met een hengeltje 0|C
gevangen te hebben. Echt een grc
prachtexemplaar. Hij moet zich nojn
steeds in de collectie van het muse )Ve
um bevinden. ^er
Je maakte voortdurend dat soort gi
ke dingen mee. Op een gegeven mi g
ment was er een bom uit de Tweed erV;
Wereldoorlog gevonden. Die mari- ^or
niers hadden hem onschadelijk ge- gnc
maakt, maar de explosieven wilden ve v
ze gebruiken om de riffen in een h 523
ven op te blazen. Dus die bom mo p
daar heen gebracht worden met e 1
oplegger. Wij wilden wel mee, n 1
de enige ruimte die ze nog haddei JUk
was bovenop de bom. Nou goed, I
ontstekingsapparaat was eruit, ma I0E
je voelde je toch wel een beetje raa van
Een ander mooi avontuur was miji «yn
bezoek aan de keizer van Japan, ge enjf
geld door een collega-bioloog. Keii W0l
Akihito heeft namelijk een prachtigv00
laboratorium in zijn tuin, waar hij
ons ontving. Heel bijzonder. Wij
mochten geen vragen stellen, allee reV<
antwoorden op zijn vragen. Ook ,00
mocht de keizer geen Engels sprek»en
alleen Japans. Terwijl hij het overd rjj
delijk verstond. Als wij iets in het E jna
gels vertelden, zag je hem meteen
reageren.
Tja, ik kan wel doorgaan met dit
soort verhalen. Ik ben op zoveel pl
ken geweest En dat terwijl ik een
ontzettende huismus ben. Ik logee»
de een keer bij een Britse collega,
doctor Isabella Gordon. Toen ik ie
mand moest opzoeken, bleef ik hag
maar ondervragen over hoe ik er
moest komen. Op een gegeven mob
ment riep ze uit: „My! I thought yo)
would be more enterprising titan
fiae
recteur van het muse
um, had van ijzer- De halve wereld zag professor Lipke Holthuis (82). De Leidse geleerde, naar wie een garnaal werd vernoemd, ging zelfs bij de Japanse keizer op audiëntie. Foto: Dick
SCHRIJVENDE LEZERS
Hierbij willen wij als buurtco-
mité van Hoornes Noord Oost
te Katwijk graag reageren op het
artikel "Vroeger was het hier een
leuke volksbuurt' dat dinsdag 15
april in de krant stond. In het
artikel wordt een negatieve toon
gezet en zijn een aantal feiten
niet juist weergegeven.
Eerst over de feiten.
Auteur Saskia Buitelaar schrijft
dat deze avond op maandag 14
april, die is georganiseerd door
de gemeente en de woningcor
poraties, de aftrap is van wijkge
richt werken. Dit terwijl er al
een kleine tweeënhalf jaar lang
wijkgericht wordt gewerkt in de
buurt Hoomes Noord Oost.
Het is gek dat Buitelaar dit
schrijft, daar ze meerdere malen
over activiteiten in de buurt
Hoomes Noord Oost heeft ge
schreven en dus heel goed zou
moeten weten wat er in deze
buurt speelt.
Even voor de goede orde: Kalk
oven was de eerste buurt waarin
vijf jaar geleden met wijkgericht
werken werd begonnen, het
buurtcomité functioneert daar
nu bijna zelfstandig. De ge
meente Katwijk is op het ogen
blik aan het kijken of men het
wijkgericht werken gaat uitbrei
den. De buurt die men daarbij
op het oog heeft, is Cleijn Duin.
Dan de toonzetting van het arti
kel.
Dat destijds voor Hoomes
Noord Oost is gekozen met be
trekking tot wijkgericht werken
heeft inderdaad te maken met
het feit dat hier een groot aantal
problemen speelde. De afgelo
pen periode zijn er enorme ver
beteringen opgetreden en is er
door alle betrokkenen - bewo
ners, de opbouwwerker, de ge
meente, politie, brandweer en
woningcorporaties - hard ge
werkt om alle problemen op te
lossen. Er zijn enorm veel posi
tieve en succesvolle acties ge
weest.
Saskia heeft het over 'het getto
van Katwijk' en 'de Turken-
buurt' en weet zelfs ook te ver
tellen dat de buurt een imago
probleem heeft. Te meer omdat
zij al over meerdere activiteiten
heeft geschreven is het voor ons
onduidelijk waarom ze voor de
ze toonzetting heeft gekozen.
De opmerking van 'Turken-
buurt' is niet representatief
de algemene beleving van
huidige bewoners van Hooni
Noord Oost. Het is niet erg al de»
er door middel van een artiki eer
kritiek wordt geleverd en ook doi
niet als de vinger op de zere Dei
plek wordt gelegd, maar waal 240
om is het nodig om met nam vva:
het negatieve te belichten en hel:
positieve gebeurtenissen ondjaai
het vloerkleed te vegen? haa
Het buurtcomité probeert er een
met al haar activiteiten juist vol|
voor te zorgen dat de buurt deen
slechte imago kwijt raakt. Md Ooi
een artikel als dit wordt de k|van
flink teruggezet. Dat vinden iter
jammer. joei
Wij nodigen Saskia Buitelaar
of een andere verslaggever vlGee
het Leidsch Dagblad - uit onjoffii
eens met het buurtcomité te|vroi
men praten over al die positlzeg;
zaken die zijn gebeurd, zodatie
het Leidsch Dagblad op zijn van
manier een eigen bijdrage kiheb
leveren aan een positief im afwas
ma;
Carla Md
Kat*.