REGIO Een huismus die de hele wereld afreist 'Kinderen leren nu sewend aan buiten ook al goed Engels vroeg te beginnen met Professor Lipke Holthuis zit vol schitterende verhalen Toch trots op 'onze' Esther Hart cha<" )as; Negatief artikel over Hoornes Noord NAVRAAG Vierjarigen op twee Rotterdamse basisscholen krijgen na de zomer vakantie les in het Nederlands en in het Engels. Door televisie en in ternet zijn kleuters al 1 7 t 7-1 j y landse klanken. Door Engelse les kunnen de kinderen zich bovendien beter voorbereiden op het voortgezet on derwijs. Hoe zinvol is tweetalig onderwijs op jonge leeftijd? Navraag bij BERRY MINKMAN uit Alphen aan den Rijn, oud-leraar Engels aan het Groene Hart Lyceum. Welke Engelse woorden acht u onmisbaar i>oor Nederlandse kleuters? „Rake Engelse woorden zoals computer moet je niet in het Neder lands vertalen. Het valt reuze mee met Engelse woorden in onze taal. Er is geen gevaar dat het Nederlands wordt overvleugeld. En als kleuters nog wat extra woordjes Engels willen leren, begin dan eenvoudig met gemakkelijke zinnetjes als I love you." tekst: Tim Brouwer de Koning foto: Engel Lameijer UIT DE ARCHIEVEN ANNO 1978, woensdag 31 mei VERENIGDE STATEN - De historische steen uit Leiden, afkomstig uit het huis van John Robinson, de predikant en leider der Pilgrim Fathers (1609-1620), door bemiddeling van de Leidse V.V.V. aange boden ter plaatsing in de wolkenkrabber van de 'Chicago Tribune' tussen andere beroemde stenen van de gehele wereld in een speciale muur, is op 25 Mei te Chicago aangekomen. Wanneer binnenkort de ze Pilgrim Fathers-stone in de Tribune-tower aan de Michigan Boule vard zal worden ingemetseld, zal dit met een speciale plechtigheid gepaard gaan. Als historische herinnering aan het verblijf der Pilgrim Fathers in Nederland zal deze nieuwste aanwinst in de galerij van be roemde stenen stellig grote aandacht trekken onder de Amerikanen, wier geschiedenis zo nauw verweven is met deze uit Engeland ge vluchte godsdienstige secte. HOLLANDSE NIEUWE - De eerste Hollandse nieuwe is vannacht ge vangen. Het is nog niet de grote vangst. Enkele loggers hebben op weg naar de visgronden een kansje gewaagd en zijn na het binnenha len van de magere buit verder naar het Noorden gestoomd. ANNO 1978, woensdag 31 mei NOORDWIJK - Het Bollenbad heeft gisteravond zijn miljoenste be zoeker enthousiast ingehaald. Frank Wijnands (11) was de gelukkige. Burgemeester Bonnike (I) gaf met een geestig toespraakje fleur aan het feestelijk gebeuren. Van wethouder Jansen kreeg Frank een jaar abonnement, een prachtige luchtfoto van het Bollenbad en een handdoek. Foto: archief Leidsch Dagblad Foto's in deze rubriek kunnen worden nabesteld door binnen veertien dagen na plaatsing 2,50 (voor een exemplaar van 13 bi] 18 in zwart wit) over te maken op gironummer 57055 Ln.v. Dagbladuitgeverij Damiate b.v. Postbus 507, 2003 PA Haarlem, onder vermelding van Leidsch Dagblad, ANNO <Ld(datum van plaatsing) of door contante betaling aan de balie van het Leidsch Dagblad, Rooseveltstraat 82 te Leiden. U krijgt de foto binnen drie weken thuisgestuurd. COLOFON Leidsch Dagblad Directie: BW. Essenberg, G.P Arnold W.MJ. Bouterse (adjunct) E-maih directie@damiatehdc.nl Hoofdredactie: Jan Geert Majoor, Kees van der Malen, téon Klein Schiphorst (adjunct) E-mail: redactie.ld@damiate.hdc.nl HOOFDKANTOOR Rooseveltstraat 82. Leiden, tel. 071-5 356 356 Postadres: Postbus 54,2300 AB Leiden Redactie fax 071-5 356 415 Advertentie fax 071-5 323 508 Familieberichten fax 023-5150 567 ADVERTENTIES 071-5356300 Sprinters (rubrieksadv): 072-519 6868 ABONNEESERVICE 071-5128 030 E-mail: abonneeservice@hdc.nl ABONNEMENTEN Bij vooruitbetaling (acceptgiro) p/m €19.60 (alleen aut ine) p/kw €55,00 p/j €210,60 Abonnees die ons een machtiging verstrekken tot het automatisch afschrijven van het abonnementsgeld ontvangen €0,50 korting per betaling VERZENDING PER POST Voor abonnementen die per post (binnenland) worden verzonden geldt een toeslag van €0,50 aan portokosten per verschijndag. GEEN KRANT ONTVANGEN? Voor nabezorging: 071-5128 030 ma t/m vr: 18-19.30 uur, za: 10-13 uur AUTEURSRECHTEN Alle auteursrechten en databankrechten ten aanzien van (de inhoud van) deze uitgave worden uitdrukkelijk voorbehouden. Deze rechten berusten bij HDC Uitgeverij Zuid BV cq. de betreffende auteur HDC Uitgeverij Zuid BV, 2003 De publicatierechten van werken van beeldende kunstenaars aangesloten bij een CISAC-organisatie zijn geregeld met Stichting Beeldrecht te Amstelveen HDC Uitgeverij Zuid BV is belast met de verwerking van gegevens van abonnees van dit dagblad. Deze gegevens kunnen tevens worden gebruikt om gerichte informatie over voordeelaanbiedingen te geven, zowel door onszelf als door derden Heeft u hier bezwaar tegen, dan kunt u dat schriftelijk laten weten aan HDC Uitgeverij Zuid BV, Afdeling Lezersservice, postbus 507,2003 PA Haarlem. Waarom moeten vierjarigen al Engels leren? „Dat zou ik ook niet weten. Het lijkt mij niet nodig. Nederlands is een grote taal, die 21 miljoen mensen spreken. Bovendien leren Nederlanders ook nu al heel behoorlijk Engels. Vergelijk het maar eens met de vorige generatie. Als je een Nederlandse minister van zestig jaar Engels hoort spreken, klinkt dat een stuk slechter. Dat is te wijten aan het toenmalige on derwijs." Wanneer leerde u uw eerste woordjes Engels? „Dat zal in het begin van mijn middelbareschooltijd zijn ge weest. Ik was een kind van mijn tijd en ook mijn ouders hadden niet zo veel op met de Engelse taal. Dat kun je aan mijn voor naam al aflezen. Mijn moeder hoorde de naam Barry eens in Limburg. Zij vond dat wel leuk klinken, maar heeft hem verne derlandst tot Berry." Gaat de ene taal niet ten koste van de andere? „Dat hangt er vanaf hoe je het tweetalig onderwijs aanpakt. Als een Engelstalige leraar zijn eigen taal spreekt in de klas, kan dat voor de kinderen wel wat opleveren. Hun vermogen om talen te le ren is groot. Maar als diezelfde kinderen vervolgens jarenlang geen Engels meer spreken, raken ze het ook weer kwijt. Want het is toch niet hun moedertaal. Samengevat: ik vind Engels voor kleuters niet nodig. Maar als je het toch doet. moet je het goed doen." °F Ik heb afgelopen zaterdag met plezier gekeken naar de 48ste editie van het Eurovi sie Songfestival. Omdat ik hooggespannen verwachtin gen had bij het liedje van onze deelneemster Esther Hart, heb ik me met een wijntje, wat toastjes en wat verse kaas achter de beeld buis genesteld en heb ik het weer over me heen laten ko men. Eigenlijk is zo'n festival nog al oubollig, maar ik ben chauvinistisch genoeg om mee te leven met onze Es ther. Tot mijn verbazing be haalde Nederland niet eens een plaats in de toptien en moesten we genoegen ne men met een 13de plaats. Pas later drong het tot me door dat het lied en de zang kwaliteiten niet zoveel meer te maken hebben met de plaats waarop men eindigt. Sinds de inwoners van de verschillende landen name lijk zelf kunnen bepalen wie de meest stemmen krijgt, ziet men dat regionale en politieke invloeden een cru ciale rol spelen. Cyprus geeft Griekenland altijd 12 punten en vice versa. De Oekraïne geeft Rusland punten en an dersom en elk land waar veel Turken wonen geeft Turkije het maximum aantal punten. Halverwege de puntentelling ben ik (daartoe aangezet door het wel erg cynische commentaar van het reli kwie Willem van Beusekom) overgeschakeld naar de VRT. De VRT maakte er met de duopresentatie een veel le vendiger aangelegenheid van, waarbij een diepe glim lach mijn gezicht meermaals tooide. Ongetwijfeld zal het uitstekende resultaat van onze zuiderburen daar in grote mate aan hebben bij gedragen (ze waren nogal in een uitgelaten stemming). Turkije heeft op de valreep gewonnen en België is uit eindelijk tweede geworden, waar ze tot vlak voor het ein de leken te gaan winnen. Het festival beschouwend, kan men niets anders dan constateren dat België (met een onconventioneel 'Kel tisch' liedje) de morele win naar is. Turkije heeft naar mijn idee slechts gewonnen omdat zovele Turken die buiten hun eigen landsgrens wonen toch op hun moeder land stemmen. Ik feliciteer onze zuiderburen dan ook van harte met het fraaie re sultaat. Last but not least gaan mijn felicitaties eveneens uit naar onze eigen Esther Hart. Rus land was het enige land waar de bevolking niet kon 'tele- voten' en waar de inzendin gen door een gekwalificeer de jury op waarde werden beoordeeld. Het verbaasde mij niet dat juist dit land aan Esther het één na hoogste aantal punten toekende. Noem me rancuneus, noem me chauvinistisch... Esther was inhoudelijk de beste. Ik ben trots op haar! Ronald de Vos, Nieuw Vennep. Zijn vrienden waarschuwden hem toen hij als negentienjarige student bij het Rijksmuseum van Natuurlijke His torie ging werken: 'Man, jij fossiliseert daar', zeiden ze. Niets bleek echter minder waar. De halve wereld zag pro fessor Lipke Holthuis (82), specialist in kreeften en garnalen. Nieuw Guinea, West-Afrika, Amerika, de Rode Zee. De Leidse geleerde naar wie een garnaal werd vernoemd - Lipkius holthuisi - ging zelfs bij de keizer van Japan op audiëntie. „En dat terwijl ik eigenlijk een ontzettende huismus ben." Het houten bureau waarachter hij zit, draagt de sporen van een lange we tenschappelijke loopbaan: krassen, butsen, de kringen van een eindeloze reeks koffiemokken. Het is hetzelfde bureau als waarachter in 1940 zijn carrière begon. Alleen stond het meubel toen in zijn werkkamer van het Rijksmuseum van Natuurlijke Historie aan de Raamsteeg en is het nu ondergebracht op de vierde ver dieping van Naturalis. Want van pen sioen wil Holthuis niets weten. Iedere ochtend om acht uur wandelt hij zijn kantoor binnen. „Ik ga door zolang ik mijn hersens bij elkaar kan houden." Vooralsnog lijkt er weinig mis te zijn met het geheugen van de geleerde. Zijn ontluikende liefde voor planten en dieren tijdens zijn kinderjaren in Oost-Java herinnert hij zich als de dag van gisteren. „Naast ons woonde een onderwijzer met drie dochters. Met twee daarvan speelden mijn zus en ik vaak. Die meisjes hadden een terrarium waarin ze rupsen kweek ten. Fascinerend. Ook het papegaai- tje van de bedienden zal ik nooit ver geten. Daar moet mijn interesse voor de biologie begonnen zijn. Want noch mijn vader, noch mijn moeder, beide onderwijzers, had er belang stelling voor." Later, terug in Nederland, was de keuze voor een studie snel gemaakt: biologie in Leiden. Toen hij de kans kreeg om als assistent bij het Rijks museum van Natuurlijke Historie aan de slag te gaan, besloot Holthuis die te grijpen. Het was 1940. Een gekke tijd volgde, waarin hij moest onderduiken in het museum. „Samen met een aantal andere jongens zat ik in de gevaarlijke leeftijd. We konden zomaar op straat gearresteerd worden. Dus over nachtten we in het museum. We hadden bedden opgesteld op onze afdeling op de derde verdieping. Als er Duitsers kwamen, zou de pedel een alarmsignaal geven, zodat we op tijd onze schuilplaats zouden kunnen bereiken. Ge lukkig is het nooit no dig geweest. Het was de tijd van de voedselschaarste. On ze preparateurs zijn nog met een handkar de boer op geweest om suikerbieten te ko pen. Een hele berg lag er op de binnenplaats van de Raamsteeg. 's Nachts kookten we ze op de kachel. Profes sor Boschma, de di recteur van het muse- DE DINGEN DIE VOORBIJ GAAN draad een heel ingewikkeld geval ge maakt, waarmee hij tulpenbollen op de kachel droogde. Die maalde hij, om er vervolgens brood van te ma ken. Pikzwart werd het. Gezellige avonden waren het wel. Meestal pro beerden we de oudere preparateurs aan het praten te krijgen. Die hadden prachtige verhalen over vroeger. Over feesten op het dak, dat soort zaken. Mijn zuster werkte bij het ziekenhuis op de afdeling neurologie, een bol werk van de ondergrondse. Haar hele huis aan de Oude Singel zat vol on derduikers. Toen ik haar op een dag in maart '45 suikerbietenstroop bracht, zag ze mijn opgezwollen voe ten en enkels. 'Je gaat niet naar het museum toe, je hebt hongeroedeem', zei ze. Dus ben ik daar tot het einde van de oorlog gebleven. Het was een heel druk gedoe daar in huis. Eigen lijk erg gezellig. Veel optimisme, altijd grapjes. Op 5 mei stonden we op de Bree- straat met uitgerekte halzen te wach ten op de Canadezen. Tot er werd omgeroepen: 'Dames en heren, de Canadezen komen vandaag niet, u wordt allemaal verzocht naar huis te gaan.' De Duitsers zaten er nog, dus iedereen wandelde op zijn dooie ge mak weg. Het was net een soort voor stelling. Mensen kwamen elkaar na lange tijd weer tegen. Goede vrinden bleken vlak bij elkaar ondergedoken te hebben gezeten. De spanning was nog niet over, maar er hing wel iets in de lucht. Na de bevrijding ging ik direct weer aan het werk. Er moest ook zoveel gebeuren. In 1946 ben ik gepromo veerd. Ik kan me nog goed herinne ren dat ik mijn proefschrift naar een specialiste in Seattle stuurde. Die zag het slechte papier en kreeg zo'n me delijden dat ze onder haar leerlingen een inzamelingsactie heeft gehou den. Het was een meisjesschool, dus er kwamen alle maal kinderjurkjes en sokjes onze kant op. Daar hebben we toen heel veel mensen blij mee gemaakt. De samenhorigheid van die tijd was fan tastisch. In 1947 kreeg ik de kans om een jaar naar Washington te gaan. Ze hadden bij het natuurhistorisch museum ie mand nodig om een collectie kreef ten te bestuderen. Die waren verza meld door Alan Hancock, een miljo nair die zijn jacht voor allerlei expedi ties ter beschikking stelde. Ik voer naar Amerika met een vrachtschip, 'De Leerdam', ingericht voor emi granten. 125 Dollar kostte de over tocht. Je sliep in het ruim, erg primi tief allemaal. Je had een bed met zo'n touwtje erlangs. Daar kon je je arm overheen gooien, zodat je er niet uit zou vallen. Op die boot zaten prachtige figuren. Krelis bijvoorbeeld. Liep op klompen en keek een beetje dommig uit zijn ogen. Op een gegeven moment zaten een dokter en nog iemand een beetje te schaken. Krelis stond er zo'n beetje naar te kijken, dus iemand roept: 'Krelis, zou je ook niet even een potje spelen.' Dus Krelis zegt: 'Nou, dat kan ik wel eens doen.' Verslaat hij ze allemaal. Er was ook een medicus aan boord. Die ging naar Minneapo lis om een jaartje te werken. Hij, de marconist, de dokter en ik speelden altijd bridge. Dat was zo'n beetje de enige afleiding die we hadden. Tij dens het bridgen kregen we altijd thee met koekjes. Omdat die medicus ervoor bedankt, at ik zijn koekje altijd op. Toen hij mij later in Washington opzocht, zei hij: 'Die steward die wij aan boord hadden, die man had zware gonorroe. Die koekjes van hem lustte ik niet.' Dus ik zeg: 'Bedankt. Je hebt ze allemaal aan mij gegeven.' In 1954 kon ik op expeditie naar Nieuw Guinea, erg wild nog. De Wis sel Meren, prachtig. Die waren in 1937 ontdekt en zaten vol met kreef ten, allerlei verschillende soorten. Die Papoea's hadden daar allerlei namen voor. Maar hoe ze die soorten uit el kaar hielden, konden ze me niet ver tellen. Dus ik dacht: laat ik een expe riment doen. Ik nam twee kreeften, ieder van een andere soort, waarvan ik de scharen afbrak. Ik legde de scharen van de ene bij het lichaam van de ander en omgekeerd. Toen vroeg ik een Papoea welke soort het nu was. Hij keek er een tijdje naar, heel verbaasd. Maar toen hij die kreeft oppakte om de onderkant te bekijken, bleven de scharen liggen. Begon ie vreselijk te lachen. Op een zeker moment hield een ko lonel van de marine een lezing, waar bij hij vertelde dat er in een bepaald meer haaien zaten. 'Ha ha ha', zeiden wij. 'Haaien in een meer. Daar gelo ven we helemaal niets van.' 'Nou goed', zei die kolonel, 'we sturen jul lie erheen'. Dus wij erheen met zo'n vliegtuig dat op water kan landen. We maakten onze verzameltochten on der bescherming van een marinier. Een prachtig gezicht was dat: hij liep op tennisschoenen en had een zwembroekje aan, een geweer over zijn schouder geslingerd. Die marinier had op een gegeven moment een wild varken doodge schoten, waarvan de ingewanden in het meer werden gegooid. Stak daar plotseling een haaienvin boven het water uit. De Papoea's kregen een rol stof met prachtige bloemen voor die haai, dus die hielpen wel mee. Maar het lukte niet. Van alles hebben we geprobeerd. Zelfs een handgranaat, maar die jaagde dat beest alleen maar weg. Dus wij terug naar huis. Ligt er de volgende ochtend een prachtige haai voor onze hut. Een 1 poea bleek hem met een hengeltje 0|C gevangen te hebben. Echt een grc prachtexemplaar. Hij moet zich nojn steeds in de collectie van het muse )Ve um bevinden. ^er Je maakte voortdurend dat soort gi ke dingen mee. Op een gegeven mi g ment was er een bom uit de Tweed erV; Wereldoorlog gevonden. Die mari- ^or niers hadden hem onschadelijk ge- gnc maakt, maar de explosieven wilden ve v ze gebruiken om de riffen in een h 523 ven op te blazen. Dus die bom mo p daar heen gebracht worden met e 1 oplegger. Wij wilden wel mee, n 1 de enige ruimte die ze nog haddei JUk was bovenop de bom. Nou goed, I ontstekingsapparaat was eruit, ma I0E je voelde je toch wel een beetje raa van Een ander mooi avontuur was miji «yn bezoek aan de keizer van Japan, ge enjf geld door een collega-bioloog. Keii W0l Akihito heeft namelijk een prachtigv00 laboratorium in zijn tuin, waar hij ons ontving. Heel bijzonder. Wij mochten geen vragen stellen, allee reV< antwoorden op zijn vragen. Ook ,00 mocht de keizer geen Engels sprek»en alleen Japans. Terwijl hij het overd rjj delijk verstond. Als wij iets in het E jna gels vertelden, zag je hem meteen reageren. Tja, ik kan wel doorgaan met dit soort verhalen. Ik ben op zoveel pl ken geweest En dat terwijl ik een ontzettende huismus ben. Ik logee» de een keer bij een Britse collega, doctor Isabella Gordon. Toen ik ie mand moest opzoeken, bleef ik hag maar ondervragen over hoe ik er moest komen. Op een gegeven mob ment riep ze uit: „My! I thought yo) would be more enterprising titan fiae recteur van het muse um, had van ijzer- De halve wereld zag professor Lipke Holthuis (82). De Leidse geleerde, naar wie een garnaal werd vernoemd, ging zelfs bij de Japanse keizer op audiëntie. Foto: Dick SCHRIJVENDE LEZERS Hierbij willen wij als buurtco- mité van Hoornes Noord Oost te Katwijk graag reageren op het artikel "Vroeger was het hier een leuke volksbuurt' dat dinsdag 15 april in de krant stond. In het artikel wordt een negatieve toon gezet en zijn een aantal feiten niet juist weergegeven. Eerst over de feiten. Auteur Saskia Buitelaar schrijft dat deze avond op maandag 14 april, die is georganiseerd door de gemeente en de woningcor poraties, de aftrap is van wijkge richt werken. Dit terwijl er al een kleine tweeënhalf jaar lang wijkgericht wordt gewerkt in de buurt Hoomes Noord Oost. Het is gek dat Buitelaar dit schrijft, daar ze meerdere malen over activiteiten in de buurt Hoomes Noord Oost heeft ge schreven en dus heel goed zou moeten weten wat er in deze buurt speelt. Even voor de goede orde: Kalk oven was de eerste buurt waarin vijf jaar geleden met wijkgericht werken werd begonnen, het buurtcomité functioneert daar nu bijna zelfstandig. De ge meente Katwijk is op het ogen blik aan het kijken of men het wijkgericht werken gaat uitbrei den. De buurt die men daarbij op het oog heeft, is Cleijn Duin. Dan de toonzetting van het arti kel. Dat destijds voor Hoomes Noord Oost is gekozen met be trekking tot wijkgericht werken heeft inderdaad te maken met het feit dat hier een groot aantal problemen speelde. De afgelo pen periode zijn er enorme ver beteringen opgetreden en is er door alle betrokkenen - bewo ners, de opbouwwerker, de ge meente, politie, brandweer en woningcorporaties - hard ge werkt om alle problemen op te lossen. Er zijn enorm veel posi tieve en succesvolle acties ge weest. Saskia heeft het over 'het getto van Katwijk' en 'de Turken- buurt' en weet zelfs ook te ver tellen dat de buurt een imago probleem heeft. Te meer omdat zij al over meerdere activiteiten heeft geschreven is het voor ons onduidelijk waarom ze voor de ze toonzetting heeft gekozen. De opmerking van 'Turken- buurt' is niet representatief de algemene beleving van huidige bewoners van Hooni Noord Oost. Het is niet erg al de» er door middel van een artiki eer kritiek wordt geleverd en ook doi niet als de vinger op de zere Dei plek wordt gelegd, maar waal 240 om is het nodig om met nam vva: het negatieve te belichten en hel: positieve gebeurtenissen ondjaai het vloerkleed te vegen? haa Het buurtcomité probeert er een met al haar activiteiten juist vol| voor te zorgen dat de buurt deen slechte imago kwijt raakt. Md Ooi een artikel als dit wordt de k|van flink teruggezet. Dat vinden iter jammer. joei Wij nodigen Saskia Buitelaar of een andere verslaggever vlGee het Leidsch Dagblad - uit onjoffii eens met het buurtcomité te|vroi men praten over al die positlzeg; zaken die zijn gebeurd, zodatie het Leidsch Dagblad op zijn van manier een eigen bijdrage kiheb leveren aan een positief im afwas ma; Carla Md Kat*.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 2003 | | pagina 14