'Ik zie hem nog zo zwabberen
REGIO
Op verhaal komen in Oegstgeest
Warmondse veehandelaar
succesvol op de drafbaan
Tendentieuze artikelen
kwestie LTV De Meren) l
MAANDAG 19 MEI 2
NAVRAAG
Niet alleen op het water bestaat er een sportieve ontmoeting tussen
Holland en Friesland. Ook op de paardenrenbaan nemen vertegen
woordigers van
beide provincies
het een keer per
jaar tegen elkaar
op. Tijdens deze
koers klimmen steeds zes veehandelaren uit Friesland en evenveel
collega's uit (Noord- en Zuid-) Holland op de sulky. Warmonder CE
VAN DAM is bijna altijd van de partij. Zo ook afgelopen zaterdag op
de drafbaan van Wolvega.
Lissenaar Hans Smulders schrijft boek over crash bommenwerper Connie
Veehandelaren? Ho
ren er geen beroeps
pikeurs op die kar
retjes te rijden?
„Normaal gesproken
wel, ja. Maar heel
soms zijn er koersen
voor zogenoemde
'gelegenheidsrij ders
Zo is er elk jaar een
koers voor dierge-
neeskundestudenten
en er wordt ook wel
eens een race voor
soapsterren en ande
re artiesten georgani
seerd. En dan is er nog de mooiste gelegenheidskoers van alle
maal: die tussen de veehandelaren.''
Maar kunnen jullie dan zomaar vanuit de veemarkthal, hup de
koersbaan opstappen?
„Nee, iedereen bereidt zich heel goed voor. Alle deelnemers gaan
maandenlang bij beroepstrainers in de leer, maar voor velen is het
paarden uitrijden - zo noemen ze de trainingsrondjes - al een
hobby. Verder wordt er op een doordeweekse dag, als er verder
niemand op de koersbaan is, een proefkoers gehouden. Dan wordt
bijvoorbeeld de startprocedure geoefend, waarbij alle deelnemers
zich naast elkaar opstellen achter een startwagen. Als die gas geeft,
begint de koers."
En, hoe is het gegaan zaterdag?
„Fantastisch. Ik heb gewonnen. En dat was trouwens niet voor het
eerst, want van de zes veehandelarenkoersen die er zijn geweest,
was dit mijn derde overwinning. Voor Holland was het zelfs de
vijfde zege. Die Friezen hadden er dus flink de pest in, temeer om
dat ze nu opnieuw in eigen huis werden verslagen. Voor hen is
Wolvega de thuisbaan, voor de Hollanders Duindigt."
Dat u won, lag dat nou aan het paard, of aan u?
„Het paard, O'Lucky Star heet-ie, was dik in orde en werd vooraf
wel als een van de favorieten beschouwd. Maar zonder te willen
opscheppen, denk ik dat mijn manier van rijden ook bepalend is
geweest. Ik heb heel veel geduld gehad en ben tot en met de laat
ste bocht zuinig met de krachten van mijn paard omgesprongen
door hem steeds op de rug van een tegenstander te houden. Op
het laatste rechte eind stuurde ik naar buiten en toen was het een
fluitje van een cent: hij vloog iedereen voorbij. Van de beroepspi
keurs heb ik veel complimenten gehad. Die zeiden: degene die het
meest met verstand heeft gereden, heeft gewonnen. Dat was leuk
om te horen, natuurlijk."
Waren er nog meer deelnemers uit deze regio en hoe deden die
het?
„Hier uit de buurt deed ook Jan de Vlieger uit Hoogmade mee. Hij
werd zesde en bleef zodoende net buiten de prijzen.
tekst: Paul de Vlieger
foto: Wim Huybers
UIT DE ARCHIEVEN
ANNO 1903, Dinsdag 19 Mei
ONTWERP-ARBEIDSWET - Onder arbeid verstaat dit ontwerp alle
werkzaamheden, verricht in of voor eenig bedrijf, en onder arbeiders,
de personen, aan wie arbeid is opgedragen. Werkkrachten beneden
17 jaar worden jongens en meisjes, daarboven mannen en vrouwen
genoemd. De arbeid, onder het bereik van dit ontwerp vallend, moet
plaats hebben in een fabriek, een werkplaats of een winkel. Onder fa
briek wordt elke open of besloten ruimte verstaan, waar een, door één
of meer krachtwerktuigen opgewekte, kracht wordt aangewend, een
oven wordt gebezigd of vijf of meer personen plegen te verblijven.
Vertrekken, waar minder dan vijf personen plegen te werken, worden
gerangschikt onder werkplaatsen. Winkel is volgens deze wet elke be
sloten ruimte, geen fabriek of werkplaats, waar goederen anders dan
in het groot gedurende meer dan tien dagen in een maand voorhan
den zijn. Voorts mogen jongens en meisjes geen arbeid verrichten in
werklokalen, waar in den regel loodoxyd, loodsuiker, menie of chro-
maatstoffen worden bereid, accumulatoren voorelectriciteit worden
vervaardigd of kwik, kwikverfoeliesel of witte phosphor wordt ver
werkt. In steenbakkerijen mogen gehuwde vrouwelijke personen in
het geheel geen arbeid verrichten.
ANNO 1978,
vrijdag 19 mei
LEIDEN - Zeven ons
springstof zorgde gister
middag voor het defini
tieve einde van de oude
fabrieksschoorsteen van
de Grofsmederij aan de
Zijlsingel. Het dertig me
ter hoge gevaarte ging
met donderend geraas
tegen de vlakte. Het
werk voor de aanleg van
het stadspark nam direct
een aavang. Foto: archief
Leidsch Dagblad
plaatsing 2,50 (voor een exemplaar van 13 bij 18 in zwart wit) over te maken op
gironummer 57055 t.n.v. Dagbladuitgeverij Damiate b.v. Postbus 507, 2003 PA
Haarlem, onder vermelding van Leidsch Dagblad, ANNO d.d(datum van
plaatsing) of door contante betaling aan de balie van het Leidsch Dagblad,
Rooseveltstraat 82 te Leiden. U krijgt de foto binnen drie weken thuisgestuurd.
COLOFON
Leidsch Dagblad
Directie: B.M Essenberg, C P Arnold
W.MJ Bouterse (adjunct)
E-mail: directie@damiate.hdc.nl
Hoofdredactie: Jan Geert Majoor, Kees van
der Malen, Léon Klein Schiphorst (adjunct)
E-mail: redactie.ld@damiate.hdc.nl
HOOFDKANTOOR
Rooseveltstraat 82. Leiden, tel. 071-5 356 356
Postadres: Postbus 54,2300 AB Leiden.
Redactie fax 071-5 356 415
Advertentie fax 071-5 323 508
Familieberichten fax 023-5150 5^7
ADVERTENTIES
071-5 356300
Sprinters (rubrieksadv.): 072-519 6868
ABONNEESERVICE
071-5128 030
E-mail: abonneeservice@hdc.nl
ABONNEMENTEN
Bij vooruitbetaling (acceptgiro)
p/m €19.60 (alleen aut ine)
p/kw €55,00 p/j €210,60
Abonnees die ons een machtiging verstrekken
tot het automatisch afschrijven van het
abonnementsgeld ontvangen €0,50 korting
per betaling.
VERZENDING PER POST
Voor abonnementen die per post (binnenland)
worden verzonden geldt een toeslag van €0,50
aan portokosten per verschijndag.
GEEN KRANT ONTVANGEN?
Voor nabezorging: 071-5128 030
ma t/m vr. 18-19 30 uur-Z3:10~13 uur
AUTEURSRECHTEN
Alle auteursrechten en databankrechten ten
aanzien van (de inhoud van) deze uitgave
worden uitdrukkelijk voorbehouden. Deze
rechten berusten bij HDC Uitgeverij Zuid BV
c.q. de betreffende auteur.
HDC Uitgeverij Zuid BV, 2003
De publicatierechten van werken van
beeldende kunstenaars aangesloten bij een
CISAC-organisatie zijn geregeld met Stichting
Beeldrecht te Amstelveen.
HDC Uitgeverij Zuid BV is belast met de
verwerking van gegevens van abonnees van
dit dagblad. Deze gegevens kunnen tevens
worden gebruikt om gerichte informatie over
voordeelaanbiedingen te geven, zowel door
onszelf als door derden. Heeft u hier bezwaar
tegen, dan kunt u dat schriftelijk laten weten
aan HDC Uitgeverij Zuid BV, Afdeling
Lezersservice, postbus 507,2003 PA Haarlem.
PREEKTIJGERS
preek recensie
Onno van 't Klooster
Parochie van de H. Willibrord
Oegstgeest, 18 mei 2003,10.00 uur
pastoor T.CM. van Vliet
De fraaie kerk van de H. Willi
brord parochie in Oegstgeest
is behoorlijk vol. Pastoor Van
Vliet heet zoals iedere week
iedereen welkom, maar voegt
er nadrukkelijk aan toe dat
deze groet ook voor de chris
tenen is van een andere deno
minatie dan de rooms-katho-
lieke.
Het is namelijk oecumenische
kerkenzondag in Oegstgeest,
een dag waarop alle kerkgan
gers in het dorp worden uit
genodigd een kijkje te nemen
in de keuken van medechris
tenen.
In de middag is er van alles te
doen. Op het Lange Voort
plein staat een tent waarin
naast een videohoek, een ten
toonstelling over de Derde
Wereld, koffie, lunch en borrel
vooral workshops de gelovi
gen moeten inspireren. Zelfs
de landelijk bekende dominee
Carel ter Linden komt.
Pastoor Van Vliet stipt het al
lemaal aan in zijn openings
woord. En in zijn preek komt
hij er even later weer op terug.
Handig koppelt hij het motto
van de dag, 'Op verhaal ko
men', aan de activiteiten in
het dorp en aan het thema
waarover in iedere kerk in
Oegstgeest wordt gepreekt:
het bijbelse verhad over de
Emmaüsgangers
Dit is het verhaal waarin twee
mannen, ontgoocheld door
de terechtstelling van Jezus,
op weg van Jeruzalem naar
het plaatsje Emmaüs een on
bekende treffen die later de
zojuist herrezen Christus
blijkt te zijn. Hun ontgooche
ling slaat om in vreugde. Eén
van hen spreekt dan de bij
pastores en predikanten ge
liefde woorden dat Jezus'
woorden 'branden in hun
hart'.
Ook pastoor Van Vliet hoopt
dat het evangelie zo bij alle
christenen in Oegstgeest blijft
branden in hun hart. Waar
schijnlijk zeggen zijn collega's
in de andere kerken ongeveer
hetzelfde. Aardig is dat Van
Vliet een tweetal voorbeelden
uit zijn persoonlijke leven
diept om aan te geven hoe ie
der mens soms momenten
van ontgoocheling en teleur
stelling afwisselt met grote
vreugde. Hij vertelt over een
SCHRIJVENDE LEZE
familiereünie waarin hij een
neef spreekt die moet schei
den. Een triest verhaal, waar
van hij nog nauwelijks is be
komen als hij een nicht ont
moet die haar leven nuttig
maakt als verpleegkundige,
gelukkig getrouwd is en een
aantal kinderen heeft. Met die
nicht heeft hij vroeger veel ge
praat over haar toekomst
plannen van toen, en de zijne.
Zo komen we te weten dat
Van Vliet vroeger flink heeft
geaarzeld om priester te wor
den. Een persoonlijke noot
dus, die zijn preek een men
selijk element meegeeft.
Van Vliet geeft geen donder
preek, maar met zijn mimiek
en intonatie toont hij wel de
nodige bevlogenheid. Hij
leest, in tegenstelling tot veel
collega's, zijn verhaal niet op
van zijn papier. Zijn aandacht
gaat uit naar de mensen in de
zaal of - wanneer het verhe
ven zaken betreft - naar het
hoge kerkplafond. En zo hoort
het. Daar kom je op een zon
dagochtend letterlijk van 'op
verhaal'.
Ik heb nog nooit gereageerd op
een krantenartikel, maar na de
tendentieuze artikelen over de
kinderen van mevrouw Den El
zen en hun beëindigd lidmaat
schap bij de LTV De Merenwijk
kan ik het toch niet laten.
Als lid van de LTV De Meren
wijk werd mij enige weken gele
den bij stemming gevraagd
voor of tegen het beëindigen
van het lidmaatschap van de
kinderen Den Elzen te stem
men. Ook daar kreeg mevrouw
Den Elzen ruim de gelegenheid
om op hartverscheurende wijze
te betogen. Wat mij betreft had
ze gelijk: kinderen mogen niet
gestraft worden om het ver
meende kwaad dat hun ouders
hebben aangericht.
Dat mevrouw Den Elzen zelf
nog eens duidelijk maakte
waarom haar man en zijzelf een
verstoorde verhouding met de
vereniging hadden, was voor
mij goed om te weten. Het be
stuur had daarin een juiste be
slissing genomen. De kinderen
toelaten en de ouders toegang
tot het tennispark weigeren, is
tel
voor een vereniging ec »ot
optie. Je kunt en mag Dt,
die manier niet van hupu
ren scheiden.
Kortom, ik heb (ook) g
voor de kinderen. Maa
om hen in gezinsverba
kans te geven elders hi
plezier te beleven. En|
zijn er in de omgeving
gingen genoeg.
In een soort 'alles of
tegie heeft mevrouw
haar kinderen zowel
nisvereniging, de kr;
rechter als droge houl
op het vuur geworpen.1
bestuursleden van De
wijk - deels juridisch
dood - dit vuur niet
ben willen aan wakkei
hen. Dat mevrouw D<
een deel van mijn coi
naar de advocatuur 1;
dwijnen is op zich al
dat mijn krant hier no| -
ruime bladvulling aan
gaat mij te ver.
W.F. va
Het monotone gedreun van geallieer
de bommenwerpers in het zwerk doet
de ruiten in hun sponningen beven.
Het is 21 juni 1944. Een luchtvloot
waarvan de ongrijpbare schaduw over
de Nederlandse korenvelden glijdt
zonder een halmpje te breken, is op
weg naar doelwit Berlijn. Eén van die
bommenwerpers, een B-24H Libera
tor, door de Amerikaanse bemanning
gedoopt met de naam 'Connie', wordt
op de terugweg naar Engeland tijdens
een noodlanding door het Duitse af
weergeschut neergehaald en stort
neer op een akker nabij Boesinghelie-
de in de HaarlemmermeerNegen be
manningsleden laten daarbij het le
ven. De Lissese journalist en schrijver
Hans Smulders, die als jongen van zes
jaar de brandende 'Connie' zag vallen,
schreef er een ontroerend en verhel
derend boek over.
De piloot was gekleed in eert soort ca
mouflagepakdat verschroeid was.
Zijn hoofd lag er half af. Hij had zijn
nek gebroken. Van een mof hoorden
we dat hij een kerkboek en foto's van
móórdgrieten in zijn zak had. We
hoorden dat er één levend afgekomen
was. Zijn parachute was wel open
gegaan. De rest van de bemanning
moest nog in de brandende puinho
pen liggen. Het was buitengewoon
laag van de Duitsers om op een vlieg
tuig dat de kennelijke bedoeling had
een noodlanding te maken, nog te
schieten. Als ze ze van 6000 meter
naar beneden halen, is dat plicht. Nu
was het eenvoudig moord!!
Dat noteert een inwoner van Haar
lem-Noord in zijn dagboek. Het
fragment is opgenomen in 'De bom
menwerper Connie' van Hans Smul
ders, die jarenlang als journalist voor
De Telegraaf en Panorama heeft ge
werkt. „Ik heb als klein jongetje ge
zien hoe de Connie neerstortte",
zegt Smulders. „Dat vergeet je nooit
meer. En dan is het heel bizar dat je
dat ene, indrukwekkende, moment
in je leven hebt kunnen uitbouwen
tot een heel boek. Aan de ene kant
was je als jongen bang wanneer er
zo'n vloot bommenwerpers over
kwam. Maar het was ook span
nend. En nu zag ik er ineens zo
maar een neerstorten. Ik hoor nog
het gebrul van die motoren, ik zie
hem nog zo zwabberend aanko
men over dat weiland. En ineens
was alles verdwenen in een grote
vuurzee. Mijn moeder gilde
naar me dat ik binnen
moest komen. Het wrak
heeft de hele dag gebrand.
De rook kolkte eruit."
Anekdotes
Smulders heeft in zijn boek de
tocht van de Connie, de crash, de
berging in 1997 en het getrouw-
trek rondom de financiën die
daarvoor nodig waren nauwgezet j
en met oog voor detail beschre
ven. Ontroerend zijn de anekdotes
over de vliegbasis waar de man
nen van de Connie zijn gelegerd.
Het hondje dat zich daar opeens
niet meer laat zien als zijn baasje,
een piloot, tijdens een actie is
neergestort; de piloot die zijn
mooie horloge aan een collega
geeft omdat hij zijn einde voelt
naderen; de bijnaam van de leider
van het Bomber Command, die
'Butch'oftewel 'de slager', wordt
genoemd.
„Je kunt je bijna niet voorstellen
hoe zo'n luchtvloot eruit ziet als
je het nooit hebt meegemaaktzegt
hij. „Op 21 juni 1944, de dag dat de
Connie crashte, gingen er 1110 bom
menwerpers naar Berlijn, tot de nok
toe vol met 500-ponders, 1000- en
2000-ponders, plus 1269 lange af
standsjagers. Het was één groot
monster in de lucht, zo'n 70 kilome
ter lang en 6 7 kilometer breed. Het
devies was: bommen afwerpen en
vol gas terug. Wat mij trof tijdens dit
onderzoek, is dat het er technisch
gezien vrij primitief aan toe ging. Je
had de zogenaamde bomrichters,
die met bommen eerst de plek
moesten markeren waarbinnen er
gebombardeerd moest worden. De
captain maakte thuis een gegist be
stek. Maar tijdens de vlucht moesten
daar tal van correcties op worden
aangebracht. Je kunt wel een route
uitzetten van A naar B, maar de
wind brengt je altijd uit de koers. Ze
keken in het vliegtuig uit het raam
naar herkenningspunten in het
landschap: een kanaal, een bos, een
groot gebouw. Als je dat allemaal
weet, is het nog een godswonder dat
ze Berlijn hebben kunnen vinden."
„De Connie maakte op die 21ste juni
deel uit van de 446ste Bombardeer
Groep. Na de bommen te hebben
afgeworpen, vloog het
over Terschelling
terug. Over de ra
dio kwam het be
richt van captain
Nicholson dat
het toestel Tow
on gas' raakte.
Volgens de enige
overlevende, Pe
ter A. Bausano,
waren er pro
blemen met de
tweede motor.
Hij herin
nerde
zich
nog dat ze over molens vlogen. Er
moest een noodlanding worden ge
maakt. Ze kregen opdracht om alles
overboord te zetten. Niet omdat het
toestel dan lichter zou worden, maar
omdat die lading bij zo'n noodlan
ding gaat schuiven en dat is levens
gevaarlijk. Op 150 meter hoogte
werd het toestel door een voltreffer
van de luchtafweer geraakt. Pete
Bausano werd uit het toestel gebla
zen en trok in een reflex zijn para
chute open. Nog geen seconde later
stond-ie op de grond. De Duitsers
hebben hem naderhand voor een
verhoor met de tram naar Amster
dam gebracht. Met de tram! Daarna
is hij naar een krijgsgevangenen
kamp in Duitsland getranspor
teerd."
Dappere vrouw
„Twee bemanningsleden waren ver
mist. De stoffelijke resten van de an
dere zeven hebben ze in de buurt
van het wrak teruggevonden. Ze zijn
begraven op het kerkhof in Hoofd
dorp. Ene mevrouw Rie van Woer-
kom heeft daarbij nog een hele dap
pere rol gespeeld. Ze kwam met
bloemen voor de omgekomen vlie
gers. En dat vonden de Duitsers
maar niks. Ze is met de geweerloop
in haar rug van het kerkhof af
gejaagd. Ik heb nog veel
moeite gedaan haar op te
sporen, maar ik kon haar niet
vinden. Ze heeft namelijk
ook foto's van die begrafenis
genomen. En die zou ik erg
graag willen zien."
De berging van de Connie in
april 1997 en het zoeken naar
de resten van de twee vermis
ten heeft heel wat voeten in de
aarde gehad. De gemeente
en de regering
waren niet bereid om ook maar iets
te betalen. „Er is daar toen een arti
kel in De Telegraaf over versche
nen", zegt Smulders. „De lezers
spraken er schande van. Dat de re
gering nog niet eens bereid was onze
bevrijders op te graven! Wat een
krentenwegersmentaliteit! De Ame
rikanen van de United States Reco
very Unit stonden al klaar om de
klus te klaren. Amerikanen willen, in
tegenstelling tot de Britten bijvoor
beeld, hun jongens graag thuis heb
ben. Het eind van het liedje was dat
er een inzamelingsactie in De Tele
graaf werd gehouden. Die bracht al
snel het benodigde geld op. En toen
pas liet de Luchtvaartvoorlichtings
dienst in een bijzinnetje in een pers
bericht weten dat de regering de
kosten van de berging wel wilde be
talen."
„Ik heb een en ander voor dit boek
grondig uitgezocht. Maar nergens is
iets te vinden waarin dat besluit
zwart op wit staat. Geen snipper! Ik
heb minister Joris Voorhoeve erover
benaderd. Die wist het ook niet. En
ook de directeur-generaal van Fi
nanciën kon zich niets meer herin
neren. Ik denk dat de een of andere
bevelhebber heeft gezegd: 'En nu is
het potverdomme afgelopen, beta
len die hap!' Voorhoeve schreef me
nog een aardig briefje. Dat de amb
telijke molens langzaam malen en
zo, maar dat 'de uitkomst daaronder
toch niet te lijden had gehad'. Gees
tig"
Smulders beschrijft in zijn boek wat
voor hachelijke onderneming zo'n
tocht naar Duitsland met een bom
menwerper was. „Als je ziet hoeveel
bloed die vluchten hebben gekost.
Ongelooflijk. Er werden talloze toe
stellen neergehaald. Captain Nichol
son van de Connie was al zo'n jaar
of zesentwintig. Ze noemden
mensen van die leeftijd op de
vliegbasis 'grandfathers'.
Opa's. De meeste men
sen die in die toestellen gina^
ren pas achttien, twintig jaai
van hen overleefden het niet
verschrikkelijke nare dingen ar
beurd. Als de toestellen hun nt
men niet boven het beoogde j5(
kwijt konden, werd de ladiq ,f
een alternatief doel losgelatt
keer dacht zo'n bemanning
lading werd afgeworpen boi V
Duitse steden Kleve en God
dat bleek dus Arnhem en Nij
te zijn. Duizend doden."
„Maar toch, die vluchten wa ni
nodig. Tijdens het werken a l
boek, kwam ik erachter wat el
grootse plannen de Duitsers rl
den. Zo was er bijvoorbeeld e
tion Seelöwe. De Duitsers vo 1.
honderden binnenvaartschi ic<
die te kunnen ombouwen tc in
dingsvaartuigen waarmee E 1
kon worden ingenomen. Ee )t
der was al in een vergevordf s
um. Het is dat ze de luchtsls ;rs
Londen hebben verloren, aj
weet ik het nog niet zo net." iq
Stille generatie
Smulders heeft als journalis j
Telegraaf veel over de Twee ol
reldoorlog geschreven. „Wa tg
zegt hij. „Omdat wij tot de z Ie
naamde stille generatie behi on
de oorlog waren we te jongi a<
den we weinig doen. Maar e i
had je natuurlijk niet. Na de tri
moesten we naar school en 45
leerde je over de Franse Re\
De laatste oorlog die we beh eg
den was de Frans-Duitse ia ;t
Wat moest ik daar in godsn; agi
Ik wilde lezen over de oorlo tl
had meegemaakt. Ik wilde h le
grijpen. Na school kwamen
in de oude verhoudingen va
en knechten terecht. We hai
geen stem. Misschien dat ik
dit boek heb geschreven." J
Cees van Hoore
Hans Smulders: „Ik heb als klein jongetje gezien hoe de
Connie neerstortte. Dat vergeet je nooit meer. En dan is het
heel bizar datje dat ene, indrukwekkende, moment in je
leven hebt kunnen uitbouwen tot een heel boek."
Foto: United Photos De Boer/Poppe de Boer