REGIO
'Het is hier elke dag Sinterklaas'
De grote vangst van dominee Van Veen
'Ze kwamen naar buiten met
Katwijkse strandjutter Leen van Duijn kan niet zonder het strand
MAANDAG 12 MEl
NAVRAAG
Ondanks het mooie voetbalweer was het in het weekeinde lang niet
overal fijn
barkrukken en ijzeren vaten
langs de
lijn. De on
geregeld
heden na
Harkemase Boys-Quick Boys in het verre Friesland trokken veel aan
dacht. De trammelant begon zaterdagmiddag toen de wedstrijd (uit
slag 1-3) al lang en breed achter de rug was. Supporters van beide
clubs waren bij de rellen betrokken. Katwijker JAN VALK, Ouick Boys
supporter in hart en nieren, was ook in Harkema.
Was het allemaal de schuld van de tegenpartij?
..Nee hoor. Waar twee partijen vechten, hebben er twee schuld.
Wel had de aanhang van Harkemase Boys het thuisvoordeel, want
ik zag ze op een gegeven ogenblik met barkrukken en ijzeren vaten
naar buiten komen. Ik heb me toen snel uit de voeten gemaakt.'
Zag u de rottigheid niet aankomen?
„Ik weet alleen dat de verhoging van de toegangsprijs slecht viel bij
veel Quick Boys-supporters. Wij waren er niet van op de hoogte
dat een kaartje 7,00 in plaats van 4,00 euro kostte. Met een bustic
ket komt dat op 18,00 euro per persoon. Voor mij is dat niet zo erg,
want ik heb een baan. Maar voor jongens van een jaar of zestien is
dat een hele uitgave."
Dus dan gaan jullie maar matten?
„Nee, zo is het niet gegaan. Uit betrouwbare bron heb ik verno
men dat iemand van ons naar de bestuurskamer liep en een fles
bier naar zijn hoofd geslingerd kreeg. Dat moet wel een aanhanger
van de thuisclub hebben gedaan, want zij kregen na de wedstrijd
bier in flesjes, wij alleen in plastic bekers."
Welke straf helpt nog tegen dit soort misstanden?
„Ik ben geen voorstander van boetes en strafpunten. Ik moet er
niét aan denken dat de KNVB Quick Boys uit de kampioenscom-
pétitie haalt. Dit soort wedstrijden is voor de fans toch een toetje.
Maar ik kan me wel vinden in een verbod om de aanhang mee te
nemen naar uitwedstrijden. Dan tref je ook de goede supporters,
maar dat moet dan maar. Ik zou dat wel voor mijn club overheb
ben."
Tim Brouwer de Koning
foto: CPD
UIT DE ARCHIEVEN
ANNO 1903, Dinsdag 12 Mei
INGEZONDEN - Gaarne wensch ik de aandacht der betrokken autori
teiten te vestigen op de situatie der zoogenaamde kleine vischmarkt,
aan de Voldersgracht, daar er alles nog zoo primitief mogelijk is, dat
zelfs het dak dier markt niets anders is dan de blauwen, of liever in
den laatsten tijd grauwe hemel. Welk een groote stap tot vooruitgang
zou het wezen, wanneer deze marktplaats eens overdekt werd, welk
een groot gerief èn voor koopers èn voor verkoopers en welk een voor
deel voor de koopwaar.
Immers de visch, niet langer onbeschermd blootgesteld aan felle zon
of pletterende hagelbuien, zou langer haar aanlokkelijk aanzien be
waren en langer aan het bederf weerstand bieden. Een overdekte
markt als waarborg voor goede waar zou meerdere koopers trekken en
daardoor grooteren visch-aanvoer veroorzaken en dan zou men nu
niet meer klagen, dat er alleen in den goeden ouden tijd, visch van
een bepaalde en gewenschte grootte te verkrijgen was, en deze nu
voor ons Leidenaren onbereikbaar is, want wanneer de vischverko-
pers weten, dat hun koopwaar op een degelijke markt tegen een bil
lijke prijs te kwiteeren ware, zullen zij de fijnere en grootere visch-
soorten niet meer voor export bestemmen. Uw abonné J. L. B.
ANNO 1978, vrijdag 12 mei
LEIDEN - De Croenoordhallen bleken gisteravond te klein voor het
inmiddels tot bijna 5500 man uitgegroeide Leidse basketballegioen.
Een zee van mensen, vlaggen en sjaals op de overvolle tribune waar
Parker Leiden de eerste wedstrijd uit de finaleronde van de play-offs
won van Punch uit Delft met 95-85. Foto: archief Leidsch Dagblad
Foto's in deze rubriek kunnen worden nabesteld door binnen veertien dagen na
plaatsing 2,50 (voor een exemplaar van 13 bij 18 in zwart wit) over te maken op
gironummer 57055 Ln.v. Dagbladuitgeverij Damiate b.v. Postbus 507, 2003 PA
Haarlem, onder vermelding van Leidsch Dagblad, ANNO <Ld(datum van
plaatsing) of door contante betaling aan de Dalle van het Leidsch Dagblad,
Rooseveltstraat 82 te Leiden. U krijgt de foto binnen drie weken thuisgestuurd.
COLOFON
Leidsch Dagblad
Directie: B.M. Essenberg, C P. Arnold
W.MJ. Bouterse (adjunct)
E-mail: directie@damiate.hdc.nl
Hoofdredactie: Jan Geert Majoor, Kees van
der Malen, Léon Klein Schiphorst (adjunct)
E-mail: redactie.ld@damiate.hdc.nl
HOOFDKANTOOR
Rooseveltstraat 82, Leiden, tel. 071-5 356 356
Postadres: Postbus 54,2300 AB Leiden.
Redactie fax 071-5 356 415
Advertentie fax 071-5 323 508
Familieberichten fax 023-5150 567
ADVERTENTIES
071-5 356 300
Sprinters (rubrieksadv.): 072-519 6868
ABONNEESERVICE
071-5128 030
E-mail: abonneeservice@hdc.nl
ABONNEMENTEN
Bij vooruitbetaling (acceptgiro)
p/m €19,60 (alleen aut ine)
p/kw €55,00 p/j €210,60
Abonnees die ons een machtiging verstrekken
tot het automatisch afschrijven van het
abonnementsgeld ontvangen €0,50 korting
per betaling.
VERZENDING PER POST
Voor abonnementen die per post (binnenland)
worden verzonden geldt een toeslag van €0,50
aan portokosten per verschijndag.
GEEN KRANT ONTVANGEN?
Voor nabezorging: 071-5128 030
ma t/m vr: 18-19.30 uur, za: 10-13 uur
AUTEURSRECHTEN
Alle auteursrechten en databankrechten ten
aanzien van (de inhoud van) deze uitgave
worden uitdrukkelijk voorbehouden. Deze
rechten berusten bij HDC Uitgeverij Zuid BV
cq de betreffende auteur.
O HDC Uitgeverij Zuid BV, 2003
De publicatierechten van werken van
beeldende kunstenaars aangesloten bij een
CISAC-organisatie zijn geregeld met Stichting
Beeldrecht te Amstelveen.
HDC Uitgeverij Zuid BV is belast met de
verwerking van gegevens van abonnees van
dit dagblad Deze gegevens kunnen tevens
worden gebruikt om gerichte informatie over
voordeelaanbiedingen te geven, zowel door
onszelf als door derden. Heeft u hier bezwaar
tegen, dan kunt u dat schriftelijk laten weten
^an HDC Uitgeverij Zuid BV, Afdeling
Lezersservice, postbus 507,2003 PA Haarlem
Windkracht 2, droog en een zon die voorzichtig
aangeeft niet van plan te zijn een snipperdag te
nemen. Slechter kan het weer voor Leen van
Duijn, strandjutter en helper van dieren in
nood, nauwelijks zijn. „Geef mij maar storm uit
het noordwesten en regen. Dan valt er het no
dige te beleven. Dan lig ik te woelen en te zwe
ten in m'n bed en houd ik het om half vier niet
meer uit De adrenaline jaagt op zulke moment
door m'n lichaam."
Toch is de Katwijker ook op deze zaterdagmor
gen al om zes uur op het strand te vinden. Hij
kan niet zonder. In het buitenland is hij nooit
geweest. Vindt hij zonde van z'n tijd. Eenmaal
was hij op vakantie op een camping in Doetin-
chem. Ver van de zee. Een straf. „Op een gege
ven moment begon het te waaien. Windkracht
vijf, zes. Uit het noordwesten. Helemaal gek
werd ik. Na een dag zei ik, we gaan inpakken. Ik
hield het niet meer uit. Stel dat er wat gebeurt
aan de kust en ik ben er niet bij. Dat kan niet.
Kom op, terug."
Nauwelijks zijn we op weg, of hij stuurt zijn
jeep naar een 'bulletje'. Een hoopje onbekend
langs de vloedlijn.Als ik wat zie, ben ik met
een alert. Ik kan zoals nu rustig zitten praten,
maar er ontgaat me niets. Zoals vorig jaar fe
bruari. Half zes 's morgens. Hartstikke donker
dus. Ik reed net voor de Langevelderslag.
Dacht, wat ligt daar nou? Een surfpak. Daar sta
ken handen uit. Foute boel. Ik heb de zaak vol
in het licht gezet. Een lijk. Verrek, dacht ik. Dat
is wel even schrikken. Net aangespoeld. Politie
gebeld. Bleek het een Franse surfer te zijn. Die
was op 4 februari de zee ingegaan en in proble
men gekomen. De zuidwestenwind had 'm
meegevoerd en op de 20ste was die hier aange
spoeld. Sinds 1987 heb ik zes maal zoiets mee
gemaakt. Zwemmers, mensen die zelfmoord
plegen. Je raakt daar nooit aan gewend. Zo ver
rot als ze er dan uitzien."
Ditmaal is het een lege bus. Loos alarm dus.
Niet dat hij zit te wachten op 'zijn' zevende
drenkeling. „Beslist niet. Dat is de nare kant
Zo'n sensatiezoeker ben ik niet Ook zonder die
gruwelijke dingen valt er genoeg te beleven.
Een Texelse jutter zei eens dat het net Sinter
klaas is als je 's morgens vroeg op het strand
bent. Een soort pakjesavond. Zo voel ik het ook.
Je weet nooit wat er aanspoelt Vooral bij hoog
water. Dan moet je geen tij overslaan, anders
zijn anderen je voor. Daarom houd ik van het
strand."
Hij is niet de enige. Rond kwart over zes komt
Harry Mens, de in het Noordwijkse hotel Huis
ter Duin wonende makelaar voorbijwandelen.
„Dat doet hij tweemaal per dag. Veel mensen
hebben een vast ritme. Die ken ik onderhand
wel aardig. Er zit ook wel raar volk tussen
hoor", zegt hij enigszins mysterieus. Later blijkt
wat hij daarmee bedoelt en komen de verhalen
los van een man in een zwart leren pak en vier
mannen die met stokken op hem afkwamen.
„Maar nu zijn het allemaal bekenden."
Leen van Duijn is als het ware als strandjutter
geboren. Voor hem vormden strand en zee van
kinds af aan een avonturenpark. Maar dan gra
tis en minstens zo spectaculair.Als we op de
lagere school pauze hadden, gingen we effe
naar de uitwatering om te kijken of er wat was
aangespoeld. Zeven, acht minuten. Langer kon
den we niet wegblijven. Later ben ik op de fiets
over het strand gegaan. Daarna op de brommer
en sinds '87 met een jeep."
Daarmee verstoort de Katwijker het beeld van
de oude, bebaarde strandjutter die gebogen
over het strand loopt onder het motto 'de een
zijn dood is de ander zijn brood'. Van Duijn is
helemaal niet oud, 37, heeft geen baard, hoeft
niet van dit werk te leven en laat zich op luxe
wijze vervoeren. Eerst in een Suzuki, sinds twee
jaar in een Landrover. Maar noem hem geen
'moderne' strandjutter. Dan voelt hij zich te
kort gedaan en gaat het bijna stormen. Ook al is
het nog zo windstil. „De mensen denken dat je
er rijk door wordt. Dat is echt niet zo. Dan
hoefde ik als loodgieter geen eigen bedrijf te
hebben en was ik hier wel de hele dag. Goed, ik
heb leuke souvenirs. Boeien van schepen. En ik
verdien af en toe wat. Bijvoorbeeld als viskisten
overboord slaan of meetboeien van Rijkswater
staat aanspoelen. Daarvoor krijg ik honderd eu
ro vindersloon. Hoeveel ik er aan overhoud?
Ongeveer vijfhonderd euro per jaar. Ik maak
immers de nodige onkosten. Neem alleen maar
die jeep. En zonder kan ik niet Wat moet je
met een fiets als je een dolfijn ziet liggen?"
PREEKTIJGERS
preek recensie
Floor Ligtvoet
Gezien: ds. Van Veen, Geref. kerk Vrijg.,
Rehoboth kerk, Oegstgeest, zondag 9.30
Dominee Van Veen trekt op deze
moederdag een volle kerk. Terwijl an
dere gemeenten vergrijzen, vormen
ouderen in de Rehoboth kerk in
Oegstgeest een absolute minderheid.
Van Veen weet opvallend veel jonge
ren te boeien.
Misschien heeft hij bij het schrijven
van zijn preek ook wel rekening ge
houden met dit overwegend jonge
publiek. Zijn dienst is over het geheel
genomen luchtig van toon. Het draait
vandaag bij hem allemaal om verras
singen.
Net als moeders op moederdag ver
rast worden door Icinderen met een
ontbijtje op bed en een knutselwerk
je, worden gelovigen verrast door
God, luidt zijn boodschap. „Een ver
rassing krijgen is prachtig, maar je
moet er wel recht op hebben", vindt
Van Veen.Als je weet wat God van
ons mag vragen, moeten we stuk
voor stuk wel tot de conclusie komen
dat we zijn verrassingen eigenlijk niet
verdienen." Terwijl hij de tien gebo
den opsomt, gaan de kerkgangers bij
zichzelf te rade wat er aan hun ge
drag schort.
De dominee leest vervolgens voor uit
het evangelie volgens Johannes (21:1-
14). Die vertelt over de openbaring
van Jezus aan het meer van Tiberias.
De discipelen, waaronder Simon, Pe
trus en Johannes, gaan 's avonds het
meer op om te vissen, maar ze van
gen niets. In de ochtend horen ze een
stem die hen aanraadt hun net aan
de rechterkant van de boot te han
gen.
Binnen mum van tijd zitten het net
tjokvol vissen. Johannes heeft als eni
ge door dat dè stem vanaf de oever
van Jezus moet zijn. Hij vertelt dit
aan Petrus. Die springt direct in het
water en zwemt naar de kant. Als ook
de anderen zijn gearriveerd, zien ze
Jezus een vuurtje branden met daar
op brood en vis. Het net vol vissen
wordt door de discipelen aan land
gehaald en Jezus geeft hen te eten
van het brood en de gebakken vis.
Volgens Van Veen illustreert dit bij
belverhaal perfect de verrassingen
die God voor mensen in petto heeft.
„Jezus zegt tegen de vissers: „Werp
het net aan de rechterzijde van het
schip en gij zult vinden'. Let hierbij
op het woord 'vinden', dat gebruikt
hij niet voor niets", roept Van Veen
uit. Jezus zou namelijk niet hebben
gedoeld op de vissen die de discipe
len vangen, meent de dominee, maar
op het feit dat ze Hem ermee terug
vinden.
Dat de Heer zich laat terugvinden, is
een grote verrassing, vindt Van Veen.
„Het dringt bij de discipelen niet
meteen door", constateert hij. „Bij
ons gebeurt dat vaak ook niet. Wij
moeten weer worden wakker ge
schild en leren dat we zonder Hem
niets zijn en niets kunnen. Alles
we aanraken, hoe klein ook, isi
macht van Jezus."
Net als Petrus die Jezus versch
lijk heeft verloochend, kunnen
vigen snel naar Hem terugkeri
Maar er is ook nog hoop vooro
lovigen. Zo ziet Van Veen het al
van christenen om meer zieltjes
Jezus te werven. Hij wil graag d
aanwezigen vissers van de Heel
den. „Zelf denk je misschien bi
het wel zin om die collega dee
te maken van het geloof? KanS
wel?"
Het antwoord is volgens hems
„Misschien lukt het jou niet m
zus lukt het zeker." Over zijn e
vangst kan de dominee dik ten
zijn. Meer kerkgangers passeni
het gebouw aan de Lijtweg. Als
len op hun beurt ook nog de hi
uitgooien, heeft de dominee de
gende keer een probleem dieö
^istieke verrassing van de Heet
"eist.
Leuke dag
gehad, daar in
Friesland?
„Nee, natuurlijk
niet. Ik probeer
de nare nasmaak
op alle mogelijke
manieren kwijt
te raken. Het
leek nog wel
zo'n mooie voet
balmiddag te
worden. Wij winnen met 3-1 en dan loopt het toch nog uit de klau
wen. Nu ik dit zeg, krijg ik weer tranen in mijn ogen. Dat was za
terdag ook zo tijdens de terugreis van drie uur.
Trouwens, als hij alleen maar zou jutten, zou
nij niet eens met een auto op het strand mogen
komen. „Toen ik dat pas deed, werd m'n kente
ken nog wel eens genoteerd en doorgegeven
aan de politie. Nu is de politie aan me gewend,
omdat ze weten dat ik ook andere dingen doe."
Zoals het opvangen van Jan van Genten, zee
koeten, alken en eidereenden. „Er vallen heel
veel olieslachtoffers. Per jaar spoelt tussen de
tienduizend en zestigduizend ton olie aan op
de stranden. En dat is echt niet alleen van bo
ten die schipbreuk lijden. Toen je dat ongeluk
had met de Tricolor bleek dat maar 25 procent
van de olie in zee afkomstig was van dat schip.
Veel anderen dachten: er wordt nu minder
naar ons gekeken, gooi die rotzooi maar
overboord."
Naast de vogelasiels in Oegstgeest en Haar
lem heeft Van Duijn veel contact met het
Dolfinarium in Harderwijk en de zeehonden
crèche in Pieterbur'en. Op zijn jeep staat
waarom: EZHB, Eerste Hulp Bij Zeezoog
dieren. Als vrijwilliger heeft hij
Zuid-Holland. Samen met twee
collega's. „Die dieren staan bij
mij voorop. Vorig jaar Pasen
had ik hier nog een dwergvin-
klap op z'n hoofd, en zeg je ook niet: bek
maar."
Anders ligt het als Van Duijn 'rare mense
genkomt. Anderen dan Harry. „Vier jaar
een keer. 's Morgens vroeg om vijf uur. K
men opeens vier man uit de duinen zette
stokken. Ik kon nog net wegkomen. Of d«
dat ik midden in de nacht uit Scheveninj
kwam. Dook iemand met een zwartleren
een zwarte helm en een koffertje op. Die
ook naar m'n auto. M'n vrouw was er bij.
zei: rijden, rijden. Nee, zei ik, ik zet 'm wel
in het licht. Toen vloog hij opeens naar di
nen. Duidelijk geen zuivere koffie."
In zijn 'werkgebied' tussen Zandvoort en
veningen is de vrijwilliger over het algemi
echter in zijn element, ook al moet hij het
deze zaterdag doen met enkele wandelaa
man met een metaaldetector, een pikeur,
jockey en wat slapers in de voorduinen.
hier een van de weinige strandjutters. Op
schelling is dat wel even anders. Daar hek
vierhonderd en spoelen geen boeien
is het tien graden onder nul dan ga
nog de zee in om maar als eerste
een boei te zijn. Laat mij dan m
hier blijven."
Jan Preenen
*6fc _V.^5.T< T.
Leen van Duijn: „De mensen denken datje er rijk door wordt, maar dat is niet zo. Dan hoefde ik als loodgieter geen eigen bedrijf te hebben en
ik hier wel de hele dag." Foto: Dick Hogewoning
vis. Elke week spoelt er wel een zeehond aan.
Voor de dode heb ik een lijkenzak bij me. De le
vende gaan naar Lenie 't Hart in Pieterburen.
We rijden elkaar altijd tegemoet. Nou heeft mi
nister Veerman de regels stren
ger gemaakt. We moeten
ze meer aan hun lot
overlaten. Ze red
den zichzelf wel,
zegt hij. Maar als
je zo'n zeehond
tegenkomt van
vier of vijf weken,
zo'n huilertje dat
je zo aandoen
lijk aankijkt,
dan geef je
zo'n bees-
sie toch
geen