REGIO 'Het wielrennen heeft me erdoor gesleep 'Ik heb één klant gehad winkels. Platen- die naar die plaat vroeg bmg leverde ai Soms vraagt vrede eerst oorlog Malejachie HDC 970 ZATERDAG 22 MAART 2003 NAVRAAG 'Step right up'. de eerste single van Jamai, gaat als zoete broodjes over de toonbank. De winnaar van Idols 2003 trekt duizenden klan ten naar muziek- j1 7 5 maatschappij 185.000 exempla ren van de single aan de handel. Binnen de kortste keren staat 'Step right up' op nummer 1 in de hitparade, zo is de verwachting. Profi teert WIM DE LEEUW van Plato, de alternatieve platenzaak in Leiden, ook van de Jamai-rage?. Als ik 11 om 'Step right up' vraag, wat antivoordt u mij dan? ..Waar heb je het over? Van wie is dat? O, lamai van Idols. Dat volg ik niet zo. Ik heb welgeteld één klant gehad die ernaar vroeg. Die heb ik doorver wezen naar de Free Re cord Shop.'" Bent u niet jaloers op alle kooplustigen die in ande re muziekwinkels staan te dringen om het singletje van Jamai? „Nee hoor, ik denk dat die rijen uitzonderingen zijn. Bij Plato zijn wij blij met onze trouwe klanten die elke week hun cd's kopen. Maar ook wij kennen trends. Kijk hier, een cd van Dayna Kurtz. Daarnaar is veel vraag na een lovende re censie in de Volkskrant. Ook merken wij het als er een bekende popartiest overlijdt, zoals destijds Herman Brood. Welke principes luinteert u voor de muziek die u in uw winkel te koop aanbiedt? „Principes is een groot woord. Onze grens is vaak dezelfde als die van de Volkskrant, omdat veel van onze klanten die lezen. Als zij schrijven dat Marco Borsato mag. dan kopen wij ook wat van zijn muziek in. Toen André Hazes na die documentaire over hem artis tiek verantwoord werd verklaard, boden wij ook meer van zijn mu ziek aan. Vroeger verkochten wij alleen zijn rock 'n' roll-lp's." Trekt uw zaak ook jonge muziekliefhebbers? „De 13- en 14-jarigen cüe hier komen, onderscheiden zich van het Idols-publiek. Vaak vragen ze waarom we geen muziek verkopen van één of ander vaag punkbandje. Zo alternatief zijn wij nou ook weer niet, dat wij dat dan in voorraad hebben. Soms duikt dat pas een halfjaar later bij ons op." Heeft u ook een idool? „Ja, ik ben een grote fan van David Bowie." tekst: Tim Brouwer de Koning foto: CPD/Roland de Bruin UIT DE ARCHIEVEN ANNO 1978, woensdag 22 maart Foto's in deze rubriek kunnen worden nabesteld door binnen veertien dagen na plaatsing 2,50 (voor een exemplaar van 13 bij 18 in zwart wit) over te maken op gironummer 57055 t.n.v. Dagbladuitgeverij Damiate b.v. Postbus 507, 2003 PA Haarlem, onder vermelding van Leidsch Dagblad, ANNO d.d.(datum van plaatsing) of door contante betaling aan de oalie van het Leidsch Dagblad, Rooseveltstraat 82 te Leiden. U krijgt de foto binnen drie weken thuisgestuurd. COLOFON Leidsch Dagblad Directie: B M. Essenberg, C.P. Arnold W.MJ. Bouterse (adjunct) E-mail: directie@damiate.hdc.nl Hoofdredactie: Jan Geert Majoor, Kees van der Malen, Léon Klein Schiphorst (adjunct) E-mail: redactie.ld@damiate.hdc.nl HOOFDKANTOOR Rooseveltstraat 82. Leiden, tel. 071-5 356 356 Postadres: Postbus 54,2300 AB Leiden Redactie fax 071-5 356 415 Advertentie fax 071-5 323 508 Familieberichten fax 023-5 '5° 5*>7 ADVERTENTIES 071-5 356 300 Sprinters (rubrieksadv.): 072-519 6868 ABONNEESERVICE 071-5 128 030 E-mail: abonneeservice@hdc.nl ABONNEMENTEN Bij vooruitbetaling (acceptgiro) p/m €19.60 (alleen aut ine) p/kw €55,00 p/j €210.60 Abonnees die ons een machtiging verstrekken tot het automatisch afschrijven van het abonnementsgeld ontvangen €0,50 korting per betaling. VERZENDING PER POST Voor abonnementen die per post (binnenland) worden verzonden geldt een toeslag van €0,50 aan portokosten per verschijndag GEEN KRANT ONTVANGEN? Voor nabezorging: 071-5128 030 ma t/m vr: 18-19.30 uur, za: 10-13 uur AUTEURSRECHTEN Alle auteursrechten en databankrechten ten aanzien van (de inhoud van) deze uitgave worden uitdrukkelijk voorbehouden Deze rechten berusten bij HDC Uitgeverij Zuid BV cq. de betreffende auteur. HDC Uitgeverij Zuid BV, 2003 De publicatierechten van werken van beeldende kunstenaars aangesloten bij een CISAC-organisatie zijn geregeld met Stichting Beeldrecht te Amstelveen. HDC Uitgeverij Zuid BV is belast met de verwerking van gegevens van abonnees van dit dagblad. Deze gegevens kunnen tevens worden gebruikt om gerichte informatie over voordeelaanbiedingen te geven, zowel door onszelf als door derden Heeft u hier bezwaar tegen, dan kunt u dat schriftelijk laten weten aan HDC Uitgeverij Zuid BV, Afdeling Lezersservice, postbus 507, 2003 PA Haarlem. OORLOGSDAGBOEK Theo van Kauuwen (48) uit Leiderdorp is luitenant-kolonel van de Genie. Hij begeleidt in zijn huidige functie reorgani saties van eenheden van de Koninklijke Landmacht. 'Soms vraagt vrede eerst oor log', zei ik drie jaar geleden tijdens een vraaggesprek met de Anne Frankstichting over hoe ik de Tweede Wereldoor log herdenk gedurende de twee minuten stilte op 4 mei. Mijn verhaal dat uit dit ge sprek werd opgetekend voor het boek 'Een stilte die spreekt' begint met de intro ductie 'Zelf vechten trekt hem niet. Toch blijft hij be reid om waar nodig de vrede met wapens af te dwingen'. Ik sta nog steeds achter alle toen gedane uitspraken. Wat betreft de nieuwe oorlog in Irak heb ik zo mijn vraag tekens of deze de verwachte vrede oplevert. Dat ik zal worden ingezet ligt minder voor de hand, gegeven de uitspraak van onze minister president dat Nederland al leen politieke steun aan de oorlog verleent. Mijn persoonlijk dagboek over deze oorlog begint op dinsdag. President Bush spreekt het 48 uur-ultima tum uit op dezelfde dag dat de vriend van onze oudste dochter afscheid van ons komt nemen. Als officier van de Koninklijke Luchtmacht wordt hij twee maanden uit gezonden naar een vliegbasis in Kirgizië van waaruit zijn eenheid de luchtsteun ver zorgt voor de landtroepen in Kabul. Bij de laatste hand druk wens ik hem veel krijgs- mansgeluk toe en maan hem voorzichtig te zijn. Donderdagochtend. De oor log is begonnen. Als militair ben ik benieuwd naar de strategie van Saddam tegen een coalitie die van alles het meest heeft en daarvan ook nog eens de meest moderne versies inzet. Hoe lang gaat deze oorlog duren? Aan de poon van de kazerne heerst verhoogde paraatheid. Privé-auto's mogen niet op het terrein worden gepar keerd en toegangspasjes worden nog nauwkeuriger gecontroleerd. Bij de koffie en in de wandelgangen is de oorlog hoofdgespreksthema, hoewel de prestatie van Ajax in Rome ook niet onbespro ken blijft. De in de officiermess immer aanwezige ochtendkranten worden gretiger dan ooit ge lezen. Een paginagrote kleu- renplattegrond van Irak trekt de aandacht. Alle opslag plaatsen van chemische en biologische wapens zijn pre- cie3 in kaart gebracht. We kenlang wisten de wapenin specteurs deze locaties niet te vinden en ineens voild? Vrijdagochtend het periodie ke overleg met de bonden, ditmaal over drie nieuwe voorgenomen reorganisaties. Voor de komende week gaat mijn interesse uit naar de vorderingen van de superge heime Amerikaanse afluister- dienst die in staat wordt ge acht gesprekken af te luiste ren die worden verzonden via in beton gegoten glasve zelkabels. Zal deze dienst in staat zijn te traceren of de man met de unieke oren daadwerkelijk gewond is? Theo van Kauuwen In de gang van zijn krappe be nedenwoning in het Haag- wegkwartier hangt prominent een racefiets. Ondanks zijn bijna tachtig levensjaren mag Van Vliet er nog graag een stuk op rijden. „Ik ben al meer dan zestig jaar een fana tiek beoefenaar van de wieler sport. Afgelopen zomer heb ik nog op Griekenland gefietst. Je kan gerust stellen dat het wielrennen me op de been heeft gehouden. Honderd ki lometer door de duinen ra cen, dat doet wel wat met je hoor. Die fiets heeft me door de diepste dalen van mijn le ven heen gesleept." Want zijn leven is niet altijd makkelijk geweest, zegt Van Vliet. Opgroeiend in een groot gezin, als zoon van een plaat werker, was het vaak een zwa re jeugd. „Ik weet nog goed hoe ik 's winters heel vroeg in de rij moest gaan staan voor een oud brood. Op mijn gym schoentjes, terwijl het twaalf, dertien graden vroor. Mijn va der ging dan op pad en ik ging naar de Vooruit, de broodfa briek aan de Korevaarstraat. Want wij moesten dat gezin te eten geven, ik en mijn vader. En cokes halen, hè. Als jongen van vijftien werkte ik op de grofsmederij aan de Zijlsingel. Voor het werk mocht je dan cokés uit de ovens halen die over waren van de dag daar voor. Die bracht ik dan naar huis." In 1942 was het afgelopen met het werk op de grofsme derij. „Ik was net 17, toen ik tijdens een razzia van straat werd geplukt. Op de 'stijfsel- baan' voor het station gebeur de dat. Alle jonge jongens werden in een vrachtauto ge laden en naar de beurs aan de Doezastraat gereden. Bang was ik niet, nee. Je wist ook niet wat er aan de hand was, hè. In dat kantoortje maakte een NSB'er onze papieren in orde, waarna we op de trein werden gezet. Ik had het ge luk dat een wielervriend een rieten koffertje met kleren bij mijn ouders was gaan halen. Dat kon hij me nog geven voordat ik op transport werd gezet. Want verder had je niets." Na een tussenstop in Deven ter, waar Van Vliet autorijles sen kreeg, ging het transport richting Berlijn. Daar werd de Leidenaar bij Expeditiebedrijf Barts Co. aan het werk ge zet. „Ritterstrasse 44, ik zal het nooit vergeten. We woon den in een barakkenkamp in Ost-Kreuz, Weisensee. Neder landers zaten er, en Fransen en Belgen. Een hel was het. Overdag werken en 's nachts in de bunkers schuilen voor de bombardementen. Dan kwamen die zwermen met B- Fietsen in de gang, fietsen in de schuur, fietsen in de woonkamer en fietsen in de slaapkamer. Nee, voor het versleutelen van een rijwiel draait Willem van Vliet (78) zijn hand niet om. Evenmin voor het opknappen van een tuin of het verbouwen van een huis. „Ik kan alles en ik doe alles. Mijn hele leven lang al." En als iets daarvan getuigt, is het Van Vliets levensloop. Van badsteward op de Holland-Amerika Lijn tot bronsgieter en van alles daar tussenin. „Ik heb overal gewerkt, alles gedaan. Het was een bewogen leven met hoogte-, maar zeker ook dieptepunten." DE DINGEN DIE VOORBIJ GAAN 52's en B-29's overvliegen. Licht had je niet. Alleen de luizen die in zwermen rond vlogen. Die gaven een gloed af. Douchen kon ook niet. Eén keer per week werden we schoon gespoten. Ja, je werd als jongen van achttien voor de leeuwen gegooid, 's Ochtends ging ik met de Strassenbahn 74 en 174 naar de Alexanderplatz om te wer ken. Eerst moesten we zo'n Heinkeltruck aanslingeren, waarna we pakketen gingen ophalen en wegbrengen. Zo iets als Van Gend Loos doet, maar dan in Berlijn. Ik heb nog van allerlei filmsterren en rijke Duitsers de koffers moe ten pakken. Die ontvluchtten Berlijn. Onderweg maakten we die koffers dan open, op zoek naar bonboekjes. Die verdeelde je onder elkaar. We hebben ook wel eens aardap pels uit de grond getrokken en boven het vuur geroosterd om in leven te blijven. Dat was gewoon survival, puur overleven. Eén keer was het bijna met me gedaan. Ik had toen een Duitse krijgsgevangene brood gegeven. Want dat deed je dan toch nog wel. Toen werd ik gewaarschuwd door een Duitser: dat moet je niet meer doen, want anders ga je naar een ander kamp. Naar Da chau of naar Buchenwald. Ik ken die kampnamen allemaal uit mijn hoofd. In eerste instantie mocht je ieder jaar een week naar huis. Maar al die jongens die met verlof vertrokken, die kwamen niet meer terug. Dus daar hebben de Duitsers toen een streep onder gezet. We heb ben ook nog wel eens een vluchtpoging overwogen. Maar we zaten ongunstig, midden in het centrum, we konden niet wegkomen uit dat kamp. Op een zondagmiddag in au gustus liep ik met een paar vrienden over de Hohenzol- lerndam. Dat deden we iedere zondagmiddag: eerst rijden en daama de stad in. Maar op die bewuste zomerdag raak ten we in een bombardement verzeild. De schuilkelders konden we niet meer berei ken. Toen zijn we onder het puin bedolven geraakt. Ik had geluk. Zwaargewond kwam ik in het ziekenhuis weer bij. Ik was een van de weinigen die het had overleefd. Mijn schouder was verbrijzeld, mijn benen waren gebroken, mijn trommelvlies was ge scheurd, ik had een gat in mijn buik. Ik moest toen reva lideren in de barak. Daar kon ik een beetje klusjes doen. Feitelijk had ik geluk dat ik ge wond was. Daardoor kon ik een beetje aansterken. Ik kreeg ook weer normaal eten. Nadat de Amerikanen en Ca nadezen de stad hadden be vrijd, werden we onderge bracht in grote tentenkam pen. Ik had geluk dat ik een beetje Engels kon spreken, zodat ik tenminste kon vertel len waar ik vandaan kwam. Het duurde nog wel een half jaar voordat ik naar huis kon. Ik woog nog vijftig kilo. Ik had infecties, bloedarmoede. Ik kwam toen in het sanatorium in Bergen aan Zee te liggen. Op een dag stonden ineens mijn moeder en haar zus voor mijn neus. Die hadden me bij het Rode Kruis als vermist op gegeven. De hele oorlog lang hadden ze niets van me ver nomen. Toen ik een beetje aangesterkt was, ben ik weer aan het werk gegaan. Eerst een jaartje als plaatwerker bij een oom in Den Haag. En daarna van de ene gieterij naar de andere in Leiden. Als ik ergens iets meer kon verdienen, ging ik weg. Ze stonden in die tijd te springen om vakmensen. Scheepson- derdelen maakte ik, medische instrumenten, noem maar op. Echt vakmensen waren we. Maar op een gegeven mo ment was ik het zat om in die troep te zitten. Ik dacht: weet je wat, ik ga varen. Toen ben ik bij de Holland-Amerika Lijn gegaan. Badsteward was ik. Badmeester. Ik stond aan stuurboord, mijn maat aan bakboord. De hele wereld heb ik in die jaren gezien. Canada, Amerika, de Golf van Mexico, LEIDS DIALECT Wat is er aanlokkelijker voor een kind dan zo'n ouderwets snoepwinkeltje? Minutenlang kon je met je neus voor de eta lage staan kijken naar al die onbereikbare lekkernijen. Kauwgomballen, zoute snip pers, spekkies, noga, stroop stokken. Te veel om op te noe men. Voor vijf centen had je al een paar dropveters. Maar meestal had je geen vijf cent. Ik tenminste niet. Had je in Leiden typisch Leids snoep met typisch Leidse na men? En waren er echte ou derwetse Leidse snoepwinkel tjes? De enige die ik nog heb gekend is net een paar jaar ge leden verdwenen. Het was dat prachtige, overvolle, chaoti sche winkeltje op de Oude Varkenmarkt. Ik heb er nog wel eens een zachte kaneel stok gekocht. Vroeger had je op de Hoge- woerd de winkel van Biziot. Daar verkochten ze pitbrok- ken, stroopbrokken met pin danootjes erin. Zonder die pinda's werden ze babbelaars genoemd. Dat woord babbe laar is algemeen Nederlands, maar die pitbrokken lijken me onvervalst Leids. Net zo Leids als de stroopsoldaat, een lek kernij van gestolde stroop, in de vorm van zo'n pijltje dat je in je jeugd maakte van een stuk krantenpapier en dat je wegschoot met een afgezaag de elektriciteitsbuis. Bij voor keur in openstaande ramen van slaapkamers. Die stroopsoldaten kon je be machtigen bij een andere snoepwinkel op de Hoge- woerd van de firma Matze. En daar lagen ook nog brokken met druivensuiker, die in Lei den de merkwaardige naam borsthoning draagt. Was dit goedje een middel tegen be nauwdheid op de borst mis schien? Of hielp het tegen de hoest? Overigens, al dat zoets is natuurlijk niet bevorderlijk voor de gezondheid van het gebit. Vandaar dat het moge lijk geen toeval was dat boven de zaak van Biziot, op de twee de verdieping, een vestiging was van tandarts Vreeburg. De Leidse afscheidsgroet luid de de zege van Habakuk al dan niet gevolgd door en de groete van malle Japie. Habakuk was een bijbelse profeet uit de ze vende eeuw voor Christus. Malle Japie is de Leidse ver bastering van de Malejachie, een profeet uit de vijfde eeuw voor Christus. De Leienaar verbastert wat af, dus Maleja chie wordt al heel gauw malle Japie. En dus krijgen we de onbegrijpelijk groet: de zege van Habakuk en de groete van malle Japie. En die twee profe ten hebben kennelijk indruk gemaakt op de Leidse bevol king, want overbekend is ook het gedichtje: Malejachie, waarom lach ie. Habakuk z'n hemd is stuk. Samuel die maakt hem wel. De zege van Habakuk... was niet alleen een afscheidsgroet. Het werd ook gezegd als je een einde aan een gesprek wilde maken omdat de ander maar doorzeurde of met een onaan nemelijk bod kwam: ja, de zege van... Over heel Nederland ko men er wel varianten voor van het type: en de Heer sprak tot zijn schare: drinken we het nu, of zullen we het tot morgen be waren. Of met de aanvulling: rook geen tabak maar beuken blaren. In Leiden bestond de variant: en de Heer sprak tot zijn schare: nemen jullie de Breestraat, dan neem ik de Korte Mare. Een bezorgde Leidse va altijd tot zijn opgroeien! dochters: 'meiden, houj hand voor je ogen en jel voor je froes. Het is duid dat froes hier 'vagina' bd kent, maar ik heb geen 8 idee wat de herkomst en U wel? En is dit froes bij mensen bekend? Ik hooi Met veel dank aan Hans Dam, Sjoerd Heeringa (l Olga Koet, Joost van Uld (Canada) en Greet Vlaan (AImere). Reacties en tips, deze rubriek kunt u stn naar de redactie van daI krant, Postbus 54. 2300m den, onder vermelding rubrieksnaam 'Leids d' E-mailen naar de auteiA ook: heestermans@inLlJ Hans Heestermans ALPHEN AAN DEN RIJN - Tussen nu en 1985 moet-als alles vol gens plan verloopt - het gebied röndom de Zandwinplas worden inge richt als recreatiegebied. Of dat haalbaar is zal in sterke mate afhan gen van de financiële steun die het ministerie van CRM en de Provin cie zullen verlenen. De realisering van het zogenoemde plan Zeger- sloot zal in acht fasen worden uitgevoerd. In totaal is met het plan (exclusief de aanleg van sportvelden) een bedrag van ongeveer 25 miljoen gemoeid. Momenteel liggen er bij het ministerie van CRM en de Provincie subsidieaanvragen voor de realisering van de eerste twee fasen. In totaal is het gebied zo'n 265 hectare groot, 70 hectare daarvan worden in beslag genomen door de Zandwinplas (Zegerplas). De zuid-west zijde is voor het grootste deel gereserveerd voor sportvelden en -accommodaties. Een belangrijk deel daarvan is al gerealiseerd of in aanleg. Het sportpark De Bijlen bijvoorbeeld is al jaren gereed, ter wijl momenteel drie korfbalvelden en vier hockeyvelden in aanleg zijn. Gepland zijn verder nog een twee de halfverhard veld en vier voetbalvel den (langs het Aar kanaal). De noorde lijk oever is bestemd voor oeverrecreatie. Ook de vuilstort plaats langs het Aar kanaal is in het re creatieplan opgeno men. ANNO 1978, woensdag 22 maart RIJPWETERING - Rijp wetering be schikt nog over een 'echte' schillenboer: Wil van der Pouw Kraan. Hij gaat bin nenkort zijn 25ste jaar als schillenboer in. "Ik heb nooit een hoge pet op gehad van veevoederpro- dukten uit de fa briek. Ik hou het lie ver bij wat ik bij de mensen ophaal. Daarvan is de voe dingswaarde veel hoger". Foto: archief Leidsch Dagblad Willem van Vliet met een van de eerste beelden die hij halverwege de jaren vijftig goot. „I koperkoorts en loodvergiftiging. ledereen die in de gieterij werkte, werd vroeg of laat ziek. Foto: Dick Hogewoning het Panamakanaal, Jamaica, Cuba, noem maar op. Heim wee had ik niet. Welnee. Hoe kan je nu heimwee hebben als je al in Duitsland hebt ge werkt? Ik heb nog wel foto's uit die tijd. Kijk, dit is bij de marine- basis op Curasao. Daarachter ligt de Nieuw Amsterdam. Toen was ik bruin hoor. Een moordleven hadden we, met al die jonge jongens aan boord. Iedere dag liep ik in mijn witte broek en witte schoenen, helemaal steriel. En dan maar zorgen dat de gasten het naar hun zin heb ben. Schone handdoeken ge ven, het bad schoonmaken. En soms kreeg je een tip. Moesten we de koffers van Pia Beek dragen, dan kre gen we honderd dollar van haar. Ik dreef ook nog een han deltje in stropdassen. In Hoboken, New York, had ik een mannetje dat die dingen voor me maak te. Dan smokkel de ik een fles je never voor hem mee uit Nederland. You take Bols for me. Daar gek op. Kreeg ik een schoe nendoos vol stropdassen mee, die ik Nederland weer voor het dubbele verkocht. Ja, ik heb goud geld verdiend in die tijd." In '55 kwam er een eind aan Van Vliets vaarcarrière. Hij streek weer in Leiden neer, waar hij al snel aan de slag kon in een kunstgieterij. „Bij Stöxen op de Uiterstegracht. Mooie opdrachten heb ik daar kunnen doen. De beelden groep van Plein 1813 in Den Haag hebben we opnieuw ge goten. Ik heb al die koppen gedaan. Maar ook Leiden staat vol met mijn werk. De Leidse wees jongen voor Station Lammensc het Bevrijdingsmonume Molen de Valk, de pauw Pauwbrug, de stier op d renbrug, dat beeld in he stadhuis, die groene jon met die duif, ook door 1 maakt. Ik heb voor zeke twintig beeldhouwers g[ werkt. Voor Wenckenba voor Jan Wolkers. In Jan Wolkers herken it zelf wel. Dat is net zo'ni netje als ik. Een vrijbuit! einzelganger. Als ik erge aan begin, gooi ik het ni de hoek. Ik blijf net zo b prutsen tot ik het voore heb. Ik ben altijd leergie weest. Ik wilde grenzen leggen. De hele wereld 2 Halverwege de jaren zet werd Van Vliet afgekeuri had koperkoorts en looi giftiging. Iedereen diei gieterij werkte, werd vi laat ziek. Al mijn collej zijn eraan overleden, ik heb ze overleefd. 0 weer dankzij het wiel nen. Want ik ben nie blijven zitten. Kan i| niet. Ik ben altijd bi Met die fietsen. Ofi te vissen. Wat meii geval altijd veel go« doet, zijn die beeldi overal in de stad. D kunst, die pakt niei me meer af." Rody van der Pol

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 2003 | | pagina 14