El BI Giphart gaat voor 'grote golf F 1 'Ik heb een natuurlijke, ongegronde hekel aan mensen' ^ÉÉk KV ip Het Boekenweekgeschenk als proeve van zijn kunnen Woensdag begint de Boekenweek. De opdracht voor het schrijven van het daaraan verbonden 'Boekenweekgeschenk' (oplage van de eerste druk: 780.000) werd gegeven aan Ronald Giphart (37). 'Gala', heet zijn boek. De Dood als thema, maar met een 'lichte toets'. „Als je met zo'n zwaar thema ook nog eens een schrijver met een zwaar imago zou vragen, zou het wel een erg droevige Boekenweek worden." door Marjolijn de Cocq ZATERDAI 8 MAART 2003 Ronald Giphart tijdens de presentatie van 'Gala', het Boekenweekgeschenk van dit jaar. Foto: ANP/Olaf Kraak Ronald Giphart is bestolen, heeft hij die morgen ontdekt bij binnenkomst in het Utrechtse bedrijvenpand Hoog- hiemstra waar in een hokkerig ka mertje - twee wandvullende boeken kasten, een werktafel en een aan- rechtblokje met vaat - zijn 'schrijfbe drijf is gevestigd. Achttien kantoren zijn opengebroken, de dieven heb ben zich 's nachts laten insluiten. Paspoort weg, laptop weg, notities weg van de Cuba-reis (voor het blad Rails) waarvan hij een paar dagen ervoor is teruggekeerd. De vaste computer staat er nog, goddank. Als dit het ergste is wat me ge beurt..." Het ogenschijnlijke flegma vormt een scherp contrast met het media geweld dat daags ema losbarst. De kraak haalt kranten, televisie, radio, teletekst. ,,Bij talent om te schrijven hoort ook dat je nadenkt over hoe je jezelf aan de man brengt", had hij al gezegd. „Dat heeft te maken met ru moer om jezelf jveten te maken." Giphart gaat 'voor de grote golf. „Ik ga voor mainstream. Ik wil bestsel lers schrijven en niet dat alternatieve kleinschalige. Zo heb ik mijn schrij versleven altijd voor me gezien. Mijn bewondering is ook het grootst voor schrijvers die tijdens hun carrière schaamteloos voor groot zijn ge gaan." Het is een flauwe metafoor, vindt hij zelf, maar in het voetbal heb je de eerste divisie en de eredivisie en in die eredivisie heb je het linker- en het rechterrijtje. Zo is het in de lite ratuur ook en hij wil in dat linkerrij tje, bij de eerste twaalf. En dan is ge vraagd worden voor het Boeken weekgeschenk (in een recordoplage van 780.000 exemplaren eerste druk) na eerst al een dagboek in de pres tigieuze Privé-domein reeks, zijn 'hoofdprijs in de Staatsloterij'. Giphart, held van scholieren en stu denten maar vanwege zijn hoge snelle seksgehalte als 'puberschrij ver' verguisd door hun docenten. Als je als voetballer in een stadion als Wembley speelt in een finale waarvan je weet dat er tien miljoen mensen naar kijken, denk ik dat dat een extra motivatie is om je beste beentje voor te zetten. Zo voelt het als je een Boekenweekgeschenk mag schrijven. Er kijken wél 780.000 dui zend mensen over je schouder mee." Het Boekenweekgeschenk is een proeve van zijn kunnen, zegt Giphart, een staalkaart. „Er zijn ook schrijvers die daar van dichtklappen Optreden van Ronald Giphart tijdens het literaire festival Bulboek's Dag van de Literatuur in 1999. Foto: Archief/ANP en echt erbarmelijke reutelwerken schrijven. Ik zal geen namen noe men maar er zijn er die zich daar in het verleden door hebben laten fnui ken." Geen twijfel Hij kan zich slecht voorstellen dat niet iedereen zijn zelfovertuiging heeft. „Op mijn twaalfde was ik kin derjournalist met een kinderpers kaart en een pedofiele kinderbege leider en de hele reutemeteut. Toen zag ik al dat ik beter kon schrijven dan anderen. Ik heb dadr nooit over getwijfeld, nooit. Ik ben wel behoor lijk zelfingenomen, ja. Nu moet ik oppassen dat ik geen zelfingenomen opmerkingen ga maken, maar laat ik zo zeggen dat ik tevreden ben over de boeken die ik heb geschreven en dat ik ook geen valse bescheiden heid daarover wil debiteren. Ik her lees mijn boeken graag. Maar er zijn ook schrijvers die een boek inleveren en het nooit meer inkijken. Ja, waar heb je het dan voor gemaakt zeg?" Van zijn debuut 'Ik ook van jou' uit 1992 tot de persoonlijke kroniek 'Het leukste jaar uit de geschiedenis van de mensheid' tien jaar later, Giphart is er aan gewend geraakt dat zijn boeken bij recensenten in een 'bak van afkeer' terechtkomen. „Ik heb een trouwe aanhang van mensen die van mij walgen en die ook de ruimte in de kranten mogen vullen. Dat houdt elkaar op zich goed in even wicht. Hoe harder zij schoppen, hoe meer lezers ik erbij krijg. Maar het is toch niet leuk hoor, om vies en voos te worden genoemd." In 'Gala' heeft hij zich 'in alle eerlijkheid' ingehou den. „Ik had ook negentig bladzijden harde pomo kunnen schrijven. Al leen denk ik niet dat ik daarmee zo veel lezers had gewonnen voor de andere kanten van mijn werk." Niet dat hij 'grove stukken' heeft ge schuwd. „Nee hoor, een goede seks scène, ja! Dat is heel moeilijk, er zijn bijna geen schrijvers die goed over seks kunnen schrijven. Met goed be doel ik niet dat het porno wordt, dat je er opgewonden van raakt - alhoe wel ik dat ook niet erg vind - maar dat het voorbij gaat aan het gemaak te literaire, dat het puur en echt is. Dat het een kleine duik neemt in de diepte achter seks. De meeste seks scènes in Nederland gaan van: 'Toen we op het matras lagen, gingen we met elkaar naar bed'. Of er staat iets over een harde staaf of dat soort on zin. Of erger nog, piemel. Piemel! Het meest onsexy woord. 'Ik had zijn piemel in mijn hand!'." Hoe seksualiteit verband houdt met de vaste thema's die in ieder boek terugkeren: „Met liefde natuurlijk, met de dood, vriendschap, volwas sen worden, de strijd van het indivi du met de wereld. Die vijf. Op het moment dat mijn vriendin en ik seks hebben, komt daar een kind uit voort. Nieuw leven, maar ook nieu we dood - seks is het instrument van de dood. Vriendschap en seks: noem alle Goede Tijden Slechte Tijden conflicten maaï op. Volwassen wor den en seks: de rites de passage." Maar toch is er geen gebied, zegt Giphart, waarop mensen zich zo col lectief anders voordoen dan ze zijn - of willen zijn. „Jij kunt me vragen stellen over de inbraak hier, of over mijn kinderen. Maar als je me vraagt wanneer ik voor het laatst heb gemasturbeerd, is dat toch: óeh! Dan kom je een we reld binnen waarvan ik niet wil dat je die binnenkomt. Tenminste niet in een situatie als deze." En dat is de wereld die voor hem als schrijver juist zo interessant is. „Omdat je mensen kunt ontregelen. Zoals Loli ta van Nabokov: prachtig opgeschre ven. Maar wat er gebeurt, is dat een oude man zich vergrijpt aan een meisje van twaalf. Nou, ik heb zelf een dochtertje... Hoe kan het dan dat je toch wordt meegezogen in een wereld die je moreel verwerpelijk vindt?" Verschrijven', noemt hij de manier waarop hij persoonlijke ervaringen in zijn romans verwerkt. Zoals de euthanasie van zijn moeder, PvdA- politica Wïjnie Jabaaij, in de roman 'Ik omhels je met duizend armen' (2000). Hij zette de scènes van het afscheid af tegen een eilandvakantie vol seksuele uitspattingen van een vriendenclubje uit de sector jong, mooi, wild en gewild. Dood en lief de, voor Giphart 'takken aan dezelf de boom'. „Zo simpel is het." Toch heeft hij nog geïnformeerd waarom de organisatoren van de Boeken week nou juist bij hem uitkwamen voor het thema De Dood.Als je met zo'n zwaar thema ook nog eens een schrijver met een zwaar imago zou vragen, zou het wel een erg droevige Boekenweek worden. Dat was al thans de motivatie die ze mij hebben gegeven." Hij zoekt, zegt hij, de ernst in de lichtheid en de diepte in de opper vlakte. „Ik heb over de dood van mijn moeder geschreven op een vrij lichte toets, met humor en kleine dingetjes in plaats van grote implica ties en verwijzingen naar wat de filo sofen 2.500 jaar geleden zeiden. Om dat er niks makkelijker is om men sen aan het huilen te maken over de dood, heb ik dat onderwerp doelbe wust doorsneden met die liefdesscè nes op een eiland." Hij kan, zegt hij, niet zonder dat 'ironiserende'. Niet zonder dat satirische of sarcastische of cynische. „Je kunt de wereld dui den op een heleboel verschillende manieren, en voor mij is schrijven een behoorlijk wapen tegen de we reld." Als hij in Monte Carlo rondloopt en daar de parade ziet van veel te rijke mannen die ooit blank waren maar inmiddels een soort nepnegers zijn geworden, en hun vrouwen met op geblazen borsten, dan walgt hij. „Maar die walging is een hele goede motor om te schrijven. Ik walg vari veel, ik ben wat dat betreft echt een misantroop. Ik heb een natuurlijke, ongegronde hekel aan mensen. Ik kan niet op een zaterdag over de markt lopen en nu ik geen hoofdre dacteur meer ben van de Rails kan ik ook makkelijk zeggen dat ik reizen met de trein echt een ramp vind. Omdat ik ook fysiek de afkeer voel. Het is nog net geen pleinvrees, het is mensenvrees. Maar dat schrijft heel prettig. Het is heel prettig om perso nages dat te laten ventileren." Consequenties Paste het sterven van zijn moeder 'in de orde der dingen', met de geboor te van zijn zoontje en dochtertje kreeg de dood pas echt voet tussen de deur van Gipharts levefi. Schan dalig hoe kwetsbaar kinderen zijn, schreef hij in zijn dagboek over zijn angst om hen. „Mijn vader is een enorme stoïcijn, bij enorme pieken is hij heel kalm en bij enorme dalen Ronald Giphart en zijn vriendin bij de première van de film 'Ik ook van jou' (2001). Archieffoto GPD/Jaap de Boer is hij ook heel kalm. En ik moet zeg gen dat ik dat wel een hele prettige filosofie vind. Een vriend van mij zegt altijd: I'm trying to be a little bit zen about it. Kijk, nu met die diefstal probeer ik ook 'zen' te zijn, er zijn ergere dingen. Maar een kind dat overlijdt, dat is iets wat ik niet zou kunnen relativeren." Ook zijn eigen dood heeft conse quenties gekregen, hij denkt dat zijn kinderen 'beter in de wereld ge schopt worden' als hij er zo tot hun dertigste is. „Je hebt een nieuwe uit drukking in het Nederlands, 'aan het eind van de dag'. At the end of the day maakt het natuurlijk niet uit wat je gedaan hebt want dan ben je toch dood. Maar je kunt maar één keer een draai geven aan die zwieper van het leven. Over die inbrekers: waar ben je dan mee bezig als je alleen maar kunt terugkijken op de kraken die je hebt gezet? Ik begin een beetje als Youp van 't Hek te klinken. Kijk, ik hang het liefst voor de tv en als ik moet ldezen tussen een culturele va kantie in Zuid-Frankrijk en mijn geld hier in Utrecht opmaken, kies ik voor het laatste. Maar ik kan het wel invoelen." In 'Gala' wordt een groots afscheids feest georganiseerd als laatste wens van de gestorven minnaar van hoofdpersoon Meija. Geënt op de extravagante uitvaart in 1999 van de Amsterdamse kunstenaar Peter Gie- le, culminerend in het afbranden van de Amsterdamse discotheek Roxy waarvan hij oprichter was. Deels, zegt Giphart, ook 'gejat' van het feest dat zijn moeder na haar dood wenste, met toespraken en persoonlijke cadeaus voor de achter blijvers. „Je kon het zo gek niet ver zinnen of ze wilde het. Het was een mooie afleiding om daarmee bezig te zijn." Maar Meija - „Een klein naamge vend grapje, de ik-figuur, mij" - geeft stem aan Gipharts bedenkingen over het opgelegd vieren van de dood. „Ik heb het er over gehad met mijn vriendin. 'Stel nou dat ik doodga, wat wil jij dan? Wil je veel vrienden of juist heel sober?' Wat ik uit dit boekje heb gehaald, is dat het aan je nabestaanden is om je ten grave te dragen of ten vure te brengen. Dat ik het aan mijn vriendin ga laten hoe zij na mijn dood met mij wenst om te gaan. Het is veel belangrijker wat zij wil. Want ik zou het ook ver schrikkelijk vinden als zij een spette rend feest zou verlangen als uitlui, terwijl mijn hoofd daar dan hele- maal niet naar staat." De multi-uitvaart van Pim Fortuyn was nog in het verschiet toen Giphart zich uitleefde op de running gag dat de overledene 'het zo had gewild'. „Ik had 'Gala' bijna af toen Fortuyn werd doodgeschoten en het is wel even bij me opgekomen om die dingen er uit te halen. Aan de an dere kant wist ik ook niet hoe lang zo'n Fortuyn vers zou blijven." Het boekje was al naar de drukker toen bij de dood van Boudewijn Büch de vraag opnieuw kwam opzetten of er wel of niet een feestje moest worden gevierd. „Ik zal al schrijvend op de tijdgeest zijn gaan zitten. De conse quentie dat mensen die in de media leven ook in de media gedag gezegd wordt, is op zich ook geen heel inge wikkelde gedachte." Voor Giphart is media-aandacht een mechanisme bij uitstek om de sneeuwbal van zijn boekenverkoop groter te rollen. Maar voor hemzelf een kleine plechtigheid graag, en geen publiekelijke uitlui. „Wie dat verwacht, kent de kracht van mijn vriendin niet. Het is bespottelijk om te worden uitgezwaaid door mensen die je denken te kennen omdat ze je boeken gelezen hebben. Oké, het is wel een vorm van respect natuurlijk. Dat je als er een bakker overlijdt langs de kant gaat staan omdat hij zulke lekkere broodjes bakte. Maar voor mij geen feestje na de dood."

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 2003 | | pagina 42