'Goede reis naar de sterretjes' GESPREK VAN DE DAG Wiegendood: risicofactoren en maatregelen Koninklijke schatten van Elizabeth te zien Aantal gevallen van wiegendood neemt af, maar oorzaken nog steeds onbekend Hond ZATERDAG 8 MAART 2003 MENSELIJK MICHAEL FLATLEY, de bedenker van de beroemde Ri- verdance, een moderne vorm van Ierse volksdans, is AANGEKLAAGD wegens de verkrachting van een vrouw in een hotel in Las Vegas in oktober. Flatley daagde gis teren op zijn beurt de betrokken vrouw voor het gerecht omdat er volgens hem niets meer heeft plaatsgevonden dan een one-night-stand, waarin niets is gebeurd dat zij niet wilde. De vrouw deed in oktober bij de politie aangif te van de verkrachting, waarna zij contact opnam met Fl atley en dreigde haar verhaal naar buiten te brengen als hij niet met 35 miljoen dollar over de brug komt. Volgens Flatley gaat het om afpersing en wil dat de vrouw hem honderd miljoen dollar betaalt voor de schade die zijn imago is toegebracht door de beschuldiging. J.K. ROWLING, schrijfster van de Harry Poffer-boeken, en haar uitgever Ti- me-Warner hebben een kortgeding aan gespannen voor de rechtbank in Amster dam. Ze willen de Nederlandse verta ling tegenhouden van Tanja Grotter, een op Harry Potter gebaseerd Russisch boek van Dimitri Je- metz. Het boek moet op 8 april verschij nen bij de Neder landse uitgever By- blos. Het kortgeding dient op 25 maart. Tanja Grotter is een Rusland een groot succes. Volgens By- blos schreef Jemetz hiermee 'een cultu reel antwoord en een parodie' op Harry Potter. Volgens Byblos is de zaak in Amsterdam een soort proefproces, omdat er ook vertalin gen te verschijnen staan in Frankrijk, Portugal, Grieken land en de Verenigde Staten. Juridische stappen in Rus land zijn op niets uitgelopen. Foto: EPA In Londen is bin nenkort een collec tie koninklijke schatten te zien ter gelegenheid van het vijftigjarig jubileum van de kroning van koningin Elizabeth n op 2 juni. De ex positie wordt ver deeld over de Queen's Gallery en de staatsiezalen van Buckingham Palace en Windsor Castle. In de Queen's Galle ry worden vanaf maandag juwelen van de koninklijke familie tentoonge steld. Een van de waardevolste stuk ken is de kroon met 1333 diamanten, die oorspronkelijk is ge maakt voor George IV in 1821. Koningin Elizabeth draagt die jaarlijks bij de ope ning van het parle mentaire jaar. Af beeldingen van het sieraad staan op on der meer postzegels en munten. Tijdens de jaarlijkse open stelling van de staatsiezalen van Buckingham Palace, dit jaar vanaf 1 augustus, zijn in het paleis onder meer de jurk en 7 meter lange mantel te zien die Elizabeth II vijf tig jaar geleden bij haar kroning rimeg. Filmbeelden van de ceremonie helpen de sfeer van toen in de zalen weer op te roepen. Tekeningen, schilderijen, foto's en koninklijke voorwer pen die met de kroning te maken hebben, zijn vanaf 29 maart te zien in Windsor Castle. Zo worden ook de pen tentoongesteld waarmee de Britse koningin haar eed ondertekende en de geschilderde uitnodiging voor de plechtigheid aan de kleine prins Charles. DAGELIJKS LEVEN Elizabeth II viert dit jaar haar vijftigste jubi leum als koningin van het Verenigd Konink rijk. Foto: AP/Peter Morrison Jaarlijks worden in Nederland iets meer dan 200.000 baby's geboren. Zo'n dertig kinderen daarvan overlijden aan wiegen dood. Onder wiegendood wordt ver staan 'het plotseling en onver wacht overlijden van een ogen schijnlijk gezonde zuigeling tussen de 0 en 2 jaar'. Het sterf tecijfer is in de afgelopen vijf tien jaar gedaald van 220 in 1987 tot 25 in 2000. Nergens in Europa is dit aantal zo laag. Overigens steeg het cijfer in 2001 voor het eerst sinds vijf tien jaar weer (tot 34), maar van een verontrustende toename lijkt geen sprake te zijn. De daling is onder meer te dan ken aan een groep gepensio neerde kinderartsen, verenigd in de Landelijke Werkgroep Wiegendood. De werkgroep staat onder leiding van prof. dr. Guus de Jonge. „Ik stond als arts voor een raadsel. Hoe kan het dat gezonde kinderen plot seling dood in bed gevonden worden?" Hij legde in 1987 als één van de eersten het verband tussen wie gendood en buikligging. Ook het gebruik van dekbedden, hoofdbeschermers, zeiltjes en zachte matrassen wordt tegen woordig sterk ontraden. On langs bracht de werkgroep een boek uit. In Wiegendood; erva ringen en inzichten worden alle onderzoeksresultaten op een rijtje gezet. Een van de mogelijke verklarin gen voor wiegendood is dat het kind op de buik terechtkomt, De wiegendoodsterfte in Nederland is sterk afgenomen sinds duide lijk is welke maatregelen genomen kunnen worden. Maar waarom deze werken is nog altijd een raadsel. Foto: GPD onder het beddengoed raakt en mede door warmtestuwing, adembelemmering en hartver- traging overlijdt. Veertig pro cent van alle slachtoffertjes was weliswaar op de mg te slapen gelegd, maar heeft zichzelf op de buik gedraaid. Vervolgens konden ze niet meer terug. Dat blijkt ook uit een onder zoek van klinisch pedagoge en psychotherapeute Monique L'Hoir uit Winterswijk, die in 1998 op het onderwerp promo veerde. Ze is lid van de Lande lijke Werkgroep Wiegendood en zette eind jaren tachtig een wiegendoodpoli op, waar ou ders wier kind is overleden, te recht konden voor deskundige opvang. Uit haar onderzoek komt naar voren dat het gebruik van een fopspeen het risico van wiegen dood vermindert. „Dat is intus sen in meer dan tien landen aangetoond. Baby's met een speen zouden rustiger slapen. Maar voor een precieze verkla ring is nader onderzoek nodig." Ook het gebruik van een katoe nen trappelzak verkleint het ri sico, mits niet gebruikt in com binatie met beddengoed in ver band met warmtestuwing. Ro ken tijdens en na de zwanger schap, ook door de vader, ver hoogt de kans op wiegendood, evenals het gebruik van een dekbed. „Een dekbed is echt fnuikend", zegt L'Hoir. „Het is veel te warm en baby's kunnen er ge makkelijk onder komen. In de Duitse deelstaat Nordrhein- Westfalen, is het wiegendood- cijfer zes keer zo hoog. In Duitsland zijn ze namelijk gek op dekbedden." Ze vervolgt: „De gevallen van wiegendood die we nu nog te genkomen, liggen voornamelijk in de ongevallensfeer. De ou ders zijn bijvoorbeeld op be zoek bij opa en oma en leggen het kind te slapen op een bed voor volwassenen. Het kind komt tegen een hoofdkussen aan te liggen en overlijdt. Of een moeder legt het kind in de box en loopt eventjes naar bo ven. Als ze terugkomt is het kind dood. Het heeft zich op de buik gedraaid en ligt met mond en neus plat op het boxkleed." „Kun je zoiets voorkomen? Ik denk het niet. En het is nu ook weer niet de bedoeling dat we allemaal neurotische ouders krijgen. Ik wil er maar mee zeg gen: we kunnen het gewone ri sico van het bestaan niet uit bannen. Wel kunnen we ouders waarschuwen en proberen de preventiemaatregelen waarvan we weten dat ze werken, over te brengen. Laat de baby bijvoor beeld de eerste zes maanden in een wieg naast je bed slapen. En hou het kind, als hij aan het experimenteren is met draaien en zich wel op de buik kan draaien maar nog niet terug, extra in de gaten." Toch blijft er een categorie wie- gendood-kinderen, en dat is zo'n 20 procent, waarvan de precieze doodsoorzaak niet te achterhalen is. L'Hoir: „Mis schien dat hun overlijden iets te maken heeft met een aangebo ren kwetsbaarheid of een ver borgen hartafwijking. Ook vroeggeboorte is een risicofac tor." „We zitten nog met heel veel vragen", zegt ook Guus de Jon ge. „Waarom komt wiegendood bijvoorbeeld meer voor bij jon gens dan bij meisjes? Waarom komt het meer voor bij twee 1 derde en vierde kinderen da11 bij de eerste?" Bovendien, v volgt hij, zijn in de afgeli ren nieuwe gevaren naai- vo gekomen. „Zoals het bij de ders in bed laten slapen van een jonge zuigeling, dat hal\ wege de jaren negentig ope< Jj weer populair werd omdat 1 zo goed zou zijn voor de oui kind-relatie", zegt hij. „Heti echter enorm riskant bij eer kind jonger dan zes maandi zeker wanneer de ouders o\ vermoeid zijn, zwaarlijvig zi of gedronken hebben. Het 1e kan bekneld raken, tegen d( kussens aankomen, onder h dekbed terechtkomen. Zeke procent van het aantal wieg doodkinderen is overleden een groot bed." Een andere risicofactor is h(8 niet of slechts korte tijd gev< van borstvoeding. De moed melk zou, wanneer deze mi stens drie maanden gegeveiJj wordt, een beschermend ef tegen het optreden van wie; dood hebben. L'Hoir: „Mini dan 25 procent van de Nedj landse moeders geeft na dril maanden nog borstvoeding Dat is ontzettend weinig in gelijking met andere landenr Ook het deelnemen aan kinj3 opvang in de eerste zeven maanden zou mogelijk een cofactor zijn. In de periode 1996-2001 betf dit 15 procent van alle wieg 1 dood-gevallen. „Maar we wr nog niet hoe dat komt", zi Jonge. Dankzij goede voorlichting neemt de wiegendoodsterfte in Nederland sterk af: in de afgelo pen vijftien jaar met 85 procent. Toch staan onderzoekers soms nog voor een raadsel. Nieuwe ri sicofactoren liggen bovendien op de loer. Voor ouders is en blijft wiegendood een traumati sche ervaring. „Dat is het moei lijkste, dat zo'n gezond baby'tje zomaar sterven kan." Nog steeds spoken er tientallen vragen door haar hoofd. Wat als ze nou tóch meteen bij haar dochtertje was gaan kijken? Of als ze eerder w^s thuisgeko men? En had ze die dag über haupt wel moeten gaan wer ken? „Ik ben voortdurend op zoek naar een soort geruststelling dat ik haar dood echt niet had kunnen voorkomen", zegt Pau line Ivanyi (35). „Want ik heb het gevoel dat ik gefaald heb in haar te beschermen. Maar het is nog maar de vraag of we iets hadden kunnen doen als we haar eerder gevonden hadden. Dat vind ik nog het moeilijkste te accepteren. Dat zo'n gezond baby'tje zo plotseling sterven kan. Zo'n leventje is zomaar weg." Op 13 september 2001 overleed Narina Ivanyi. Wiegendood. Ze was zeven maanden oud. Nari na was de derde dochter van Pauline en Pavel (39) Ivanyi. Pauline was vlak na de zomer weer halve dagen gaan werken. En toen kwam die fatale dag. „Ik kwam om half zes thuis. Meestal gaf ik Narina meteen borstvoeding zodra ik thuis was, maar omdat de au pair zei dat Narina boven in de woon kamer in de box in slaap geval len was, besloot ik eerst gezellig met de twee oudsten te eten." Na het eten ging de au pair naar boven om de kinderen in bad te doen. Ze keek even om het hoekje bij Narina en omdat ze vond dat het meisje een beetje raar lag, pakte ze haar op. Toen ze merkte dat het kindje helemaal slap was, riep ze Pauline en rende de trap af. „Ik nam Narina van haar over. Toen zag ik dat ze al helemaal blauw om haar mondje was. Ik heb ontzettend geschreeuwd en ben haar meteen gaan re animeren. Ik belde 112, de au pair belde mijn man. Tien mi nuten later stonden er twee ambulances in de straat en na men hulpverleners het van ons over. Mijn man zei dat het wel goed kwam. Maar achteraf denk ik dat ik op dat moment al wist dat ze het niet zou red den." Narina werd naar het zieken huis overgebracht en daar werd vastgesteld dat het meisje overleden was. „Wat moetje doen? Ik heb haar maar een schone luier gegeven. Vervol gens werden we naar een apar te kamer gebracht. Ik heb een dekentje om haar heen gesla gen en zo een hele tijd met haar gezeten. Maar op een ge geven moment moesten we naar huis, naar de twee andere kinderen die natuurlijk ontzet tend geschrokken waren. Toen hebben we Narina in het zie kenhuis achtergelaten, hoe moeilijk ik dat ook vond. De volgende dag hebben we sa men met de kinderen liedjes voor haar gezongen, haar kus jes gegeven en haar een goede reis naar de sterretjes gewenst. Vervolgens hebben we in klei ne kring afscheid genomen." „Omdat de artsen niet wisten waar Narina aan overleden was, hebben we toestemming gegeven voor obductie. Maar ze hebben geen doodsoorzaak kunnen vinden, en dus noe men ze het wiegendood. De kinderarts zei tegen me: 'Als u de avond voor haar overlijden bij me was geweest, had ik u waarschijnlijk gewoon weer naar huis gestuurd, omdat Na rina op dat moment een kern gezonde baby was'. Daar heb ik het heel moeilijk mee, dat zoiets ineens kan gebeuren. Zo'n mooi meisje. Je knippert bij wijze van spreken even met je ogen en het is voorbij." Na de dood van Narina stopten Pauline en Pavel allebei tijdelijk met hun werk. „Zonder profes sionele hulp hadden we het niet gered", vertelt Pauline. „Ik miste Narina ontzettend en huilde om het minste of ge ringste. Ik had het gevoel dat ik hier een heel groot gat had", zegt ze, en wijst ter hoogte van haar hart. „De kinderen heb ben ons er echt doorheen ge sleept" Drie maanden na de dood van Narina was Pauline weer zwan ger. „Dat was sneller dan we verwacht hadden. Maar we wa ren er heel erg blij mee." Doch ter Nikola werd gezond en wel geboren op 16 september 2002. „Ik ben heel erg blij met haar, maar ik ben ook iedere dag bang. De angst voor wiegen dood neemt toe, zeker nu ze richting de leeftijd gaat waarop Narina gestorven is. Ik werk op het ogenblik niet, want ik kan Nikola niet loslaten. Ik ga ook heel vaak bij haar kijken. We hebben bovendien een camera boven haar wiegje. In de keu ken hangt een monitor, zodat ik: haar in de gaten kan houden als ze slaapt. Daarnaast weeg ik haar twee keer per week, om dat gewichtsafname een eerste teken kan zijn dat het niet goed gaat met een baby. Ook heb ben we goede afspraken met de huisarts, kinderarts en het consultatiebureau gemaakt. Als we ook maar ergens ongerust over zijn, mogen we komen." Ze zwijgt even en knuffelt haar dochtertje, dat geboeid kijkt naar de zonnestralen op de muur. Zegt dan: „Ik zal nooit meer echt onbezorgd kunnen zijn. Soms ben ik daar wel eens boos over. Dan vind ik het on eerlijk dat die schaduw voort durend over ons leven hangt. Maar goed, ik lach weer, geniet weer van bepaalde dingen. Er zijn nu ook wel eens uren dat ik niet aan Narina denk. Dat had ik een jaar geleden niet voor mogelijk gehouden. 'Altijd bij ons' hebben we op de graf steen laten zetten. Narina be hoort bij ons leven. De kinde ren zingen soms liedjes voor haar." Corine van Zuthem Voor meer informatie: dood 0172-408.271 idood.nl Stichting Wieeedoc www.wiegenaood.r „Dat is het moeilijkste, dat zo'n gezond baby'tje plotseling sterven kan", zegt Pauline Ivanyi wier ze s maanden oude dochtertje overleed aan wiegendood. Foto: GPD JA Wti-, HEEl- BJZ.C', AAOO I...MW9- CT££A/ CyEZS-Ufl. VfiCC 0£- H' Ö*2_ w££R W/L- CiA/UV WOMÊAJ Klotehond. Trekt zich nergens iets van aan. Roep je hem, komt ie als er iets te halen valt. Of als hij toevallig zin heeft. Meestal heeft ie geen zin. Komt ie niet. Klerebeest. Loop je door het recreatiege bied van Halfweg. Snoepies bij je, fluitje bij je. Zinloos. Hij duikt in de struiken of in het water. Of hij holt naar de andere kant van het veld. En je ziet hem niet meer terug. Zeiksnor. Vroeger hadden we een hond, Pekel heette hij, naar mijn vrouw die uit Oude Pekela komt, doet er nou niet toe, en die kwam altijd. Al zat ie biefstuk te eten, als je riep dan kwam ie. Zeventien jaar lang. Ik kan wel janken als ik er aan denk. Maar deze? Van zijn leven niet. Kreng van een beest. Kent honderd kunstjes. Ach man, wat kun je thuis al lemaal niet met hem doen. Dingen ver stoppen waar hij dan binnen de halve minuut triomfantelijk mee komt aanlo pen. Voetballen kun je met hem, kan ie trouwens best aardig. Thuis kun je hem roepen en hij komt geheid want hij denkt óf we gaan een spelletje doen óf ik mag mee uit, dus hij wil wel. Maar nog laat je hem buiten niet los of weg is ie. Rampenhond. Was natuurlijk ook veel te oud toen we hem kregen. Maand of zeven acht. Zwerfhond. Kwam uit Spanje. Als je hem wilde aaien, dook ie weg. Dus dan weet je het wel. Voor ie een beetje wist hoe en wat waren we drie maanden ver der. Cursus zegt u? Laat me niet lachen. Vermogens hebben we uitgegeven aan cursussen. Individuele les, groepsles. Examen brave hond deel één. Is ie voor gezakt trouwens. Dus praat me niet van les. Schijthond. En dan al die mensen die je op je wan deling door bos en hei advies gaan ge ven. En die je vertellen over hun nichtje die ook een hond had, wilde ook niet luisteren meneer, maar toen heeft ze zus en zo en sindsdien mak als een lamme tje. Nou deze dus niet. Alles geprobeerd maar meneer luistert niet. Zo heet ie trouwens: Meneer. Op zijn Spaans dan: Sehor. Neem vanochtend. Was met hem wan delen in het bos. Hij bleef keurig in de buurt. Terug op het parkeerterrein wilde hij niet in de auto. Ik reed een eindje weg. Hij kwam er aan. Ik stoppen, por tier open: hij liep weer weg. Herhaalde zich een keer of drie. Toen dacht ik: „Barst maar, ik ga naar huis". Thuis vraagt mijn vrouw: „Waar is Senor?"Ik zeg: „Weet ik veel, hij wilde niet mee te rug. Huis te klein, huis veel te klein, huis leek wel een luciferdoos. Mijn kin deren of ikzelf, we kunnen ter plekke dood blijven en mijn vrouw zal het betreuren. Maar als er ïpaar dat met één van onze beesten gebeurt, we hebben ook twee katten, dan wordt zij Job op de mesthoop. Grote mesthoop. Wij meteen terug naar het bos. Zat ie braaf te wachten op het parkeerterrein. Stapte de auto in of er niets gebeurd was. Schijnheili- gerd. Dat is nu een paar uur gele den. Mijn kinderen vragen: „Hoe kon je dat nou doen pap?", die hond blijft uit mijn buurt en mijn vrouw kijkt me al helemaal niet aan. Dus tik ik dit stukkie maar. Rothond.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 2003 | | pagina 2