REGIO
Vluchten voor de Leidse grachtenstan'
Mishandeling door een jonge held of dolle stier? i
Dat informatiestop hele Leidse
bevolking zou treffen, is een giller
De praktische fusie van
de Boshuizerkadeclubs
'Rokers zijn altijd de klos'
GERECHT
DONDERDAG 6 maar
NAVRAAG
Rokers zitten al tijden in het verdomhoekje. Moesten ze eerst ont
moedigende teksten op hun pakjes sigaretten lezen en openbare
ruimten
rookvrij
houden,
staat hun
nu een
drastische prijsverhoging te wachten. Als het aan de beoogde coali
tiepartners CDA en PvdA ligt, gaat de prijs van een saffie drastisch
omhoog. Eigenares LIA BAAR van het Havannahuis in Leiden blaast
stoom af.
Wat vindt u van de plannen van het nieuwe kabinet?
„De nieuwe plannen ken ik nog niet eens. Maar één ding heb ik al
lang begrepen: rokers zijn altijd de klos."
Helpen zulke maatre
gelen om rokers te
ontmoedigen?
„Dat denk ik niet. Je
hebt die nare spreuken
op sigarettenpakjes,
maar daaraan is de
klant inmiddels wel
gewend. Ik geloof niet
dat iemand ze nog
leest."
Verschuift het rookge
drag van uw klanten?
„De klanten kopen
toch wel. Als je ver
slaafd bent, kun je
moeilijk van de rook
waar afblijven."
Welke landen hebben een gunstiger rookklimaat dan Nederland?
„Ik ken ze niet. Wel hoorde ik dat de prijzen in Duitsland en
Frankrijk tegenwoordig hoog liggen. Misschien heeft dat ook in
vloed op het Nederlandse prijspeil. Nee, het rookgedrag in Cuba
ken ik niet. Onze zaak is wel vernoemd naar de bekende Cubaanse
sigaar, maar dat heeft de vorige eigenaar bedacht."
Heeft u tips om goedkoper te roken?
„Je hebt mensen die zelf sigaretten in elkaar gaan draaien van
goedkope tabak. Maar dat is op dit ogenblik nog nauwelijks aan de
orde. Ik denk dat roken daarvoor nog niet duur genoeg is. Nu moet
ik het gesprek beëindigen, want er moet worden gepind. De zaken
gaan gewoon door.
tekst: Tim Brouwer de Koning foto: Hans van Weel
Van historische buitenplaatsen en speeltuinen is weinig meer over
UIT DE ARCHIEVEN
ANNO 1903, Vrijdag 6 Maart
N00RDWIJK - Men deelt mede, dat er pogingen zullen aangewend
worden tot het verkrijgen van een geschikten waterweg tusschen
Noordwijk-Binnen en Noordwijk-aan-Zee. Het plan zou bestaan van
uit de Haarlemmertrekvaart ter hoogte van den watermolen, in den
Zwetterpolder, een vaart te schieten in eenigszins schuine richting
tot den grindweg naar Piet-Gijzenbrug en van daar door den Noordzij-
der polder tot de duinen.
Het tot stand komen van een flinken waterweg voor beide dorpen is
een zaak, welke niet alleen de aandacht, maar ook de sympathie van
de geheele gemeente in ruime mate verdient.
TER-AAR - Dezer dagen hield de Bond van Agurken-telers haar twee
de jaarvergadering te Langeraar. De voorzitter J. Koelemans opende
de vergadering en stelde den secretaris in de gelegenheid verslag uit
te brengen over het afgeloopen jaar. Deze schetste in breede trekken
het ontstaan van den Bond, en meende dat de leden met blijdschap
op dat tijdperk mogen terug zien, daar hij nu reeds onder Gods on-
misbaren zegen rijke vruchten afwerpt en het getal leden reeds de
honderd overschrijdt.
ANNO 1978, maandag 6 maart
LEIDEN - De handballers van Warmunda trokken in het belangrijke
duel tegen het derde team van Ouintus met 10-13 aan het kortste
eind. Op de foto scoort Frank de Jong voor Warmunda. Via een be
slissingsduel moeten de Warmondse heren nu trachten alsnog de ti
tel in de afdelings-derde klasse te behalen.
Foto: archief Leidsch Dagblad
Foto's in deze rubriek kunnen worden nabesteld door binnen veertien dagen na
plaatsing 2,50 (voor een exemplaar van 13 bij 18 in zwart wit) over te maken op
gironummer 57055 t.n.v. Dagbladuitgeverij Damiate b.v. Postbus 507, 2003 PA
Haarlem, onder vermelding van Leidsch Dagblad, ANNO d.d.(datum van
plaatsing) of door contante betaling aan de balie van het Leidsch Dagblad,
Rooseveltstraat 82 te Leiden. U krijgt de foto binnen drie weken thuisgestuurd.
COLOFON
Leidsch Dagblad
Directie: B.M. Essenberg, C.P. Arnold
WJ\AJ. 8outerse (adjunct)
E-mail: directie@damiate.hdc.nl
Hoofdredactie: Jan Geert Majoor, Kees van
der Malen, Léon Klein Schiphorst (adjunct)
E-mail: redactield@damiate.hdc.nl
HOOFDKANTOOR
Rooseveltstraat 82, Leiden, tel. 071-5 356 356
Postadres: Postbus 54,2300 AB Leiden.
Redactie fax 071-5 356 415
Advertentie fax 071-5 323 508
Familieberichten fax 023-5 'SO 567
ADVERTENTIES
071-5 356 3 00
Sprinters (rubrieksadv.): 072-519 6868
ABONNEESERVICE
071-5128 030
E-mail: abonneeservice@hdc.nl
ABONNEMENTEN
Bij vooruitbetaling (acceptgiro)
p/m €19,60 (alleen aut. ine.)
p/kw €55,00 p/j €210,60
Abonnees die ons een machtiging verstrekken
tot het automatisch afschrijven van het
abonnementsgeld ontvangen €0,50 korting
VERZENDING PER POST
Voor abonnementen die per post (binnenland)
worden verzonden geldt een toeslag van €0,50
aan portokosten per verschijndag.
GEEN KRANT ONTVANGEN?
Voor nabezorging: 071-5128 030
ma t/m vr: 18-19.30 uur, za: 10-13 uur
AUTEURSRECHTEN
Alle auteursrechten en databankrechten ten
aanzien van (de inhoud van) deze uitgave
worden uitdrukkelijk voorbehouden. Deze
rechten berusten bij HOC Uitgeverij Zuid BV
c.q. de betreffende auteur.
HDC Uitgeverij Zuid BV, 2003
De publicatierechten van werken van
beeldende kunstenaars aangesloten bij een
CISAC-organisatie zijn geregeld met Stichting
Beeldrecht te Amstelveen.
HDC Uitgeverij Zuid BV is belast met de
verwerking van gegevens van abonnees van
dit dagblad. Deze gegevens kunnen tevens
worden gebruikt om gerichte informatie over
voordeelaanbiedingen te geven, zowel door
onszelf als door derden. Heeft u hier bezwaar
tggen, dan kunt u dat schriftelijk laten weten
Tip HDC Uitgeverij Zuid BV, Afdeling
Lezersservice, postbus 507,2003 PA Haarlem.
Buiten de Leidse binnenstad was het vroeger nog
geen asfaltjungle vol woonboulevards, factory
outlets en andere grauwe bedrijfshallen. Nee,
langs de Oude Rijn was het een het was een lust
oord van buitenplaatsen en buiten de singels flo
reerden de speeltuinen, waar de stadsbewoners
de stank van de grachten ontvluchtten.
Zijn eigen tuin in
Voorhout is niet zo
veel bijzonders.
Henk Rijken vindt
zichzelf meer een
man van de theorie,
niet van de praktijk.
Volgende week pro
moveert hij op een
proefschrift over vier
eeuwen tuinkunst
rond Leiden.
Rijken beschrijft de
tijd dat het tussen
Den Haag en Haar
lem 'één grote zee
van buitenplaatsen
was'. Leidenaren
hadden hun buiten
huisjes op een lapje
grond om tot rust te
komen. „Om thee te
drinken, heel veel be
zoek te ontvangen, te
babbelen met een
wijntje. En als er
geen bezoek was, een
beetje schoffelen, als
je het de tuinman
niet liet doen ten
minste."
De overbevolkte stad
uit, dat was voor de
gemiddelde bewoner geen overbodige luxe. De
steden stonken als een emmer in die tijd. Voor
al de wolindustrie bedierf het grachtenwater in
Leiden. „Ze konden er niet eens meer bier van
brouwen. Door grachten af te bakenen pro
beerden ze het water een beetje door te laten
spoelen, maar het bleef één groot stankbekken.
De Leidenaar die het een beetje kon betalen,
kocht dus een zogenaamde speeltuin buiten de
singels. Daar ging hij bloemen kweken of fruit."
Wie meer geld had, mat zich een buitenplaats
aan: een landhuis met een park. „Liefst aan het
water, want ze moesten per boot hun hele heb
ben en houwen meenemen. Kijk alleen al naar
alle kleren die mee moesten; het personeel ging
mee, het beddengoed en de hele reutemeteut.
Het was een complete volksverhuizing."
De tuin was zoiets als een snelle auto nu: pure
status. Iedereen volgde de laatste tuinmode.
Ten tijde van zonnekoning Lodewijk de veer
tiende waren rechte paden, geometrische vij-
I N
ONDER
ZOEK
Nieuwsgierigheid is
de belangrijkste
drijfveer voor de
wetenschap. De
rubriek In
Onderzoek doet een
greep uit de vele
onderwerpen waar
Leidse onderzoekers
zich in hebben
verdiept. Vandaag:
Henk Rijken over
vier eeuwen
tuinkunst rond
Leiden.
Sternar
Tuindeskundige Henk Rijken in het lommerrijke Voorhoutse park Overbosch, de vroegere buitenplaats Schoonoord. Foto: Hielco Kuipers
vers en symmetrische perken het devies. Later
moest de tuin er juist natuurlijk uitzien; paadjes
moesten kronkelen en beekjes slingeren. Het
was de tijd dat van de boswandelaar verwacht
werd dat er grootse en meeslepende gedachtes
in het hoofd opborrelden. Als je onderweg een
ruïne tegenkwam, hielp dat. Het mooiste was
het als die ruïne nog echt was ook.
Agatha Wilhelmina gravin van Bylandt Twent
uit Leiden bijvoorbeeld, kocht de ruïne Teylin-
gen erbij naast haar eigen landgoed. „Zo kon je
het roemrijke verleden laten herleven. De da
dendrang uit de middeleeuwen gedenken,
maar ook de vergankelijkheid. Als je liep te
wandelen rond Teylingen, werd je gedwongen
je gedachten te laten gaan naar de tragedie van
Jacoba van Beieren die daar gevangen had ge
zeten. Goed genoeg om een hoop tranen te
plengen."
Niet altijd was een natuurlijke ruïne voorhan
den, maar geen nood. Om de sterfelijkheid er
nog wat dieper in te wrijven, verrezen er kluize
naarshutten op de landgoederen. Soms kon je
daar een pop aantreffen, als monnik verkleed.
„In Engeland was het mogelijk heremieten in te
huren, een dagloner die moest opdraven zodra
er bezoek was. gehuld in grauwe monnikspij.
Die zat daar dan bijvoorbeeld de bijbel te lezen
naast een doodskist."
Romantische tuinbezitters, konden ideeën op
doen uit een Magazijn voor Tuin-sieraaden van
Gijsbert van Laar. Tempels, schijnruïnes, mau
solea, en zelfs siervulkanen, moskeeën en pira
mides konden het mijmeren vergemakkelijken.
Op landgoed Endegeest wijst nog altijd een
obelisk naar de hemel. Op Oud-Poelgeest stond
een romantische kapel en op buitenplaats Den
Hoogenboom in Oegstgeest verrijst een her-
denldngszuil voor de overleden eigenaar. In
Wassenaar, op de buitenplaats Backershagen is
een nagemaakte grot van vulkanisch gesteente.
Al die nepbouwsels wakkerden het verlangen
aan naar verre, geheimzinnige landen, vo j(
naar Turkije en China. „Niet dat de mens r
die tijd zo snel zelf op reis gingen, want di w
levensgevaarlijk. Dat was maar een enkeli r
Den Haag woonde in de negentiende eeu
zekere mevrouw Alexandrine Tinne die di
Afrika reisde. Die is vermoord door de To
regs."
Niet alleen de eigenaren, ook de speeltuin
buitenplaatsen zelf zijn ten prooi gevallen
de vergankelijkheid. Van de speeltuinen ii
over, of het moet een enkele tuinhuis zijn
voorbeeld dat aan de Zoeterwoudsesingel
De achttiende-eeuwse Leidenaar die een
dicht schreef over zijn lapje grond dat hei
zorg ontspant, verkwikt, ontlast van som'
gen', kon niet weten dat het door hem gel
'stadsgedruis en huisgewoel' zijn aards pa
tweehonderd jaar volledig heeft overgroei
Silvan Schoonhoven
SCHRIJVENDE LEZERS
De zure regen die J.K. Boer
over het college in het Leidsch
Dagblad van 26 februari uit
stort - in zijn ingezonden brief
onder de kop 'Informatiestop
treft niet LD maar hele Leidse
bevolking' - staat buiten de
realiteit. Het is wonderlijk dat
iemand een gebrek aan kennis
van zaken met zo'n grandeur
ten toon spreidt.
De grootste giller is wel het
volgende verwijt: 'Met hun (B
en W) informatiestop treffen
zij niet het LD maar de hele
Leidse bevolking, die door de
ze krant geïnformeerd wil wor
den en ontnemen zij zo de
burger het recht op informa
tie. De krant is immers een
communicatiemiddel tussen
de kiezer en de gekozenen'.
Allereerst is het de wettelijke
taak van de overheid om de
burger te informeren, niet die
van de media. Daartoe be
staan onder meer de Stads
krant en de gemeentelijke
website. De media hebben de
vrijheid om de burger te infor
meren. Die persvrijheid impli
ceert echter een grote verant
woordelijkheid, die niet te
grabbel mag worden gegooid
aan de journalistieke dood
zonde van het 'vergeten' van
wederhoor. Want dat was de
reden voor de informatiestop.
Wie beschuldigingen verwart
met gefundeerde kritiek moet
beter leren lezen.
Ten tweede heeft het college
de vrijheid van de pers op
geen enkele wijze aan banden
gelegd of de burger recht op
informatie ontnomen. Slechts
de informatie naar één krant is
beperkt tot het wettelijk mini
mum. Het is misschien een
verrassing, maar het LD is niet
het enige nieuwsmedium voor
Leiden.
Ten derde wordt het college
sinds de invoering van het du
alisme helemaal niet meer
door de kiezer gekozen.
Los daarvan bepalen de media
zelf wat en hoe er gecommu
niceerd wordt, niet de gekoze
nen. Dót is persvrijheid.
En ten slotte leest de meerder
heid van de Leidse bevolking'
het LD helemaal niet.
Arjan Stoffels,
Leiden.
De ingezonden brieven van de heren Klunder
en Smit (in de krant van 25 februari) over de fu
sieperikelen tussen Leidsche Boys, VNA en LFC
schreeuwen om een reactie. Of men heeft het
niet goed begrepen, óf men is niet of nauwelijks
ingelicht over de praktische fusie die we voor
ogen hadden aan de Boshuizerkade.
Feit is dat het bestuur van LFC naar ons, w
Leidsche Boys, is gekomen met de vraag of we
als 'grote broer' wilden fungeren voor LFC, om
dat de club het niet meer zag zitten. Wij waren
verbaasd dat een club als LFC met dit voorstel
kwam, temeer omdat men de naam wilde op
geven, de clubkleuren, en dergelijke. Men wist
immers dat w Leidsche Boys weinig of niets
wilde veranderen aan zijn naam. Hooguit viel
er te praten over andere voorvoegsels.
Na de eerste algemene ledenvergadering bleek
dat dit voorstel niet werd gedragen door de le
den van LFC en VNA. De leden van w Leidsche
Boys hadden hier alle begrip voor, men zou im
mers alles kwijt zijn.
Vervolgens kwam het voorstel om zich als Leid
sche Boys/LFC/VNA in te schrijven bij de -
mer van Koophandel en de roepnaam 'Lt j.(
sche Boys LV' te gebruiken. Als pleister oj V|
wonde wilden we de namen van w Leidsi f
Boys, LFC en VNA bij de ingang en op de
te bouwen kantine laten zetten, zodat iedi
kon zien wat voor historie de nieuwe club
en iedereen zich er thuis zou voelen. Teve
werd afgesproken dat de ereleden hun sta
zouden behouden en dat er ruimte zou zij
voor de historie van de verenigingen zoals
to's, bekers, enzovoort. Kortom, de drie cl
sturen hadden een goed plan waar we ons
ker in konden vinden en waar iedereen be
van zou worden.
Feit is dat w Leidsche Boys de grootste ve
ging is op de Boshuizerkade, maar of ditr
iets met arrogantie te maken heeft?
Michel van da S
secretaris w Leidsche1111
Een jongen uit Voorhout gaat
in het weekend met vrienden
uit in Lisse. Terwijl hij zijn
stamkroeg wil betreden, treft
hij een vriendin huilend in de
deuropening aan. Al snikkend
vertelt ze te zijn lastiggevallen
door een vage kennis. De man
zou haar hebben geslagen. Op
hoge poten beent de jongen
naar binnen. Driftig gaat hij op
zoek naar de dader, maar die
is inmiddels vertrokken. De
jongen laat het daar niet bij
zitten en spreekt samen met
drie vrienden af om de man
op een later tijdstip een lesje te
leren.
Bij die confrontatie, de volgen
de dag, lopen de emoties hoog
op. De man die het meisje ge
slagen zou hebben, wordt met
gelijke munt terugbetaald en
door de jongen en een vriend
van hem meerdere malen in
het gezicht geslagen. Nu staat
ze quitte, vindt de jongen uit
Voorhout. Het slachtoffer
denkt daar anders over en
doet aangifte bij de politie.
Verontwaardigd verschijnt de
jeugdige dader voqt de recht
bank. „Die vent heeft een
vriendin van mij geslagen. Ik
ben de dag daama alleen maar
naar hem toegegaan om te
vragen waarom", legt hij uit.
„Maar daar bleef het niet bij",
stelt de rechter droogjes vast.
„Praten is toch iets anders dan
duwen en slaan." De verdach
te knikt. „Het duwen gebeurde
van beide kanten", zegt hij ter
verdediging. „De man viel ver
volgens in de bosjes. Mis
schien heb ik hem tijdens het
geduw in zijn gezicht geraakt
maar het niet zo dat ik bewust
op hem in heb staan stom
pen."
De rechter heeft moeite om
zijn uitleg over de gebeurtenis
sen van die uitgaansavond te
geloven. Ze vertelt hem dat het
slachtoffer tegenover de politie
iets heel anders heeft ver
klaard. Zo zou de man in de
kroeg per ongeluk een meisje
met zijn arm hebben aange-
stoot en vervolgens zijn excu
ses hebben aangeboden. Het
meisje weigerde zijn excuses
te aanvaarden en volgt hem
met een groep. De rechter
leest nu de verklaring van de
man voor uit het politiedos
sier: „Ik begon het irritant te
vinden dat ze zo moeilijk ble
ven doen, terwijl ik allang 'sor
ry' had gezegd en ben daarop
weggegaan." Dat klinkt toch
vrij aannemelijk, vindt de
rechter. „Wat moest u daarna
nog met hem bespreken?
Niets, mijns inziens", oordeelt
ze resoluut. „Als een meisje in
het vervolg zegt te worden ge
slagen, gaat u dan weerde
held uithangen?" De jóngen
denkt na. „Nee, voortaan haal
ik de politie erbij."
De officier heeft geen goed
woord over voor het gedrag
van de verdachte. „Dit is een
heel dom feit. Waar bemoei je
je eigenlijk mee? Het gaat om
een duidelijk geval van eigen
rechtertje spelen en de echte
rechter zit hier", roept ze pin
nig. „Er is ook niets heldhaf
tigs aan. Ik vind u eerder een
dolle stier dan een held." Die
vergelijking kan de verdachte
in zijn zak steken samen met
de boete van 330 euro voor
openlijke geweldpleging.
Dealen
De politie houdt hem in de ga
ten, maar dat deert niet. Zijn
eerste aanhouding en veroor
deling tot een taakstraf en een
voorwaardelijke gevangenis
strafhebben hem niet afge
schrikt. Als dealer is de Rotter
dammer nog altijd in het Leid
se parkje bij Molen de Valk te
vinden. Hooguit gaat hij nu
iets minder opzichtig te werk.
Aan het opgeven van zijri lu
cratieve 'bijbaan' denkt K»,:
geen moment. De verkoop van
cocaïne is en blijft voor hem
dé manier om snel aan geld te
komen en zijn schulden af te
betalen. De politieagenten van
de Criminele Inlichtingen
Eenheid (CIE) weten dat ook.
Tijdens een van hun rondes
door het park betrappen ze de
man voor de tweede keer op
heterdaad. De Rotterdammer
heeft die dag ruim twaalf gram
cocaïne op zak en belandt dus
zonder pardon wederom in
het verdachtenbankje voor de
politierechter. Daar ontkent
hij bij hoog en bij laag zoveel
van het verslavende poeder bij
zich gehad te hebben. „Ik had
maar 4,8 gram meegenomen",
vertelt hij zonder blikken of
blozen. Dat is grote onzin, on
derbreekt de officier. „U weet
dat wij 5 gram gebruiken als
dealerindicatie. Het is dus slim
van u om dit nu te beweren.
De CIE heeft het spul nauw
keurig onderzocht en het blijkt
om 12,6 gram cocaine te gaan.
Ik zie geen enkele reden om
daar aan te twijfelen." Omdat
ontkennen niet schijnt te hel
pen, gooit de Rotterdammer
het maar over een anden
boeg. „Ik ben ruw behan
deld", klaagt hij. „De pol
heeft mij bij de aanhoudi
de grond gesmeten en ge
gen. Waarom zegt u daai
van!" De rechter kijkt stoï
voor zich uit. „Het gaatv
daag om u en niet om de
tie", antwoordt ze streng
„Waar kan ik dan mijn re
halen?", roept de man gi
gerd uit. „Op het politieb
kunt u een klacht indiene
vertelt de officier afgemel
De man ontloopt zijn stfi
en krijgt, omdat hij nogii
proeftijd zit, 240 uur taai
opgelegd. „Die straf is no
heel erg mild", oordeelt d
rechter. Toch hoopt ze va
harte dat de man op zalb
den met zijn illegale drug
praktijken. De officier isn
der goedgelovig. „Mocht
weer in herhaling vallen"!
waarschuwt ze, „dan kon
er niet zonder gevangenii
vanaf. De politie heeft uil
smiezen. Ik zeg het u mal
even!"
Floor Ligtvoet