Het Brussel van Brei Glorie van het verleden is nog overal terug te vinden Ballet, exposities en rondwandeling Ook populair in Nederland at het in 2003 precies een kwart eeuw en is dat Jacques Brei overleed, werd lar uitgeroepen tot Breljaar. Een ballet, concerten en exposities moeten het tenement luister bijzetten. En natuurlijk werd er in Brussel ook een wandeling itgezet langs de plekken die iets met de t chansonnier te maken hebben. Maar is er in de afgelopen 25 jaar in de Belgische dstad niet ontzettend veel verwoest? Ja! Maar allure laat zich niet slopen. door Rob van den Dobbelsteen Tramlijn 33 bestaat niet meer. Tramlijn 33, waarmee Jac ques Brei als hij trek had, dwars door Brussel regelrecht naar 'Chez Jacques' reed. Geen drie ster ren-restaurant - vertelde de Belgi sche chansonnier vaak - kon halen bij dat fameuze frietkot in Ukkel. Dat eveneens verdween. Samen met de feeërieke fontein op het Brouckère- plein. En jazzclub/cabaret 'La Rose Noire' in de Korte Beenhouwer straat, waar hij zijn loopbaan min of meer begon. Wat is er nog over van het Brussel van Brei? Zou hij, hij 25 jaar na zijn dood, de Belgische hoofdstad nog herkennen? Zeker en vast. Brussel verandert met de dag, maar doet dat met Brusselse standvastigheid. De Brusselaars zelf spelen alsof ze woedend zijn. Daar zijn het tenslotte Brusselaars voor. Geert van Istendael schreef een jaar of tien geleden: 'Bombardementen zijn Brussel in de 20e eeuw bespaard gebleven; in vredestijd is het vernie tigingswerk achteraf uitgevoerd met een vakkundigheid welke die van de Luftwaffe diep in de schaduw stelt'. Eerst de noord-zuid-verb in ding, toen de Wereldtentoonstelling van 1958 en daarna de bouw van de Eu ropese wijk aan het einde van de Wetstraat... Altijd was (en is) er wel iemand iets aan het slopen in de Belgische hoofdstad. Zonder dat het de esprit aantast. 'Pendant les travaux la vente continue'. Precies! Het trottoir mag dan wegens werkzaamheden zijn opengebroken; de verkoop gaat ge woon door. Als een Brusselaar zich al ergens door laat ophouden, dan zeker niet door een stapel tegels en een paar zandhopen. Wmter? Re gen? Kou? Wmd? Het terras van 'Mé- tropole' op het Brouckèreplein is overdekt en verwarmd. En anders kan je nog altijd naar de achter zwa re gordijnen verborgen intimiteit van 'De Dolle Mol', 'Het Goudblom- meke in Papier' of 'La Mort Subite' natuurlijk, De Plotselinge Dood. Daar, in die vermaarde kroeg, schuin tegenover de ingang van de Konin ginnegalerij, mocht 'Jeff, zoals Brei door vrienden werd genoemd, graag een Kriek Iambic drinken. Maar waar niet eigenlijk? Overal in Brussel duikt zo vlak voor het herdenkings jaar zijn ingelijste foto op. In 'Le Mort Subite', in 'Den Coninck van Spaigniën', in het voormalige varié té-theater 'Ancienne Belgique' waar hij dikwijls optrad natuurlijk, maar ook in de kale moderniteit van 'La Prince de Liège' aan de Ninoofse- steenweg, helemaal op de grens van Anderlecht en Molenbeek. Waarom daar? Omdat hij, leren koeien van krantenletters, hier 'afscheid nam van Brussel om in Parijs te sterven'. Biechtstoel Smakeloze pathetiek? Ja kom zeg. We zijn in België, zulle. Toen drie voudig Tour de France-winnaar Louison Bobet in 1983 overleed, plaatste een Vlaams dagblad op de voorpagina een stokoudé archieffoto waarop de populaire Franse wielren ner de hand schudt van de in 1956 op de piste van het Antwerps Sport paleis omgekomen, al even populai re Belgische coureur Stan Ockers. Onderschrift: 'Ze zien elkaar terug in de hemel!'. En wie dat niet gelooft, moet de kerk van Onze Lieve Vrou we ter Finisterrae aan de Nieuw- straat maar eens binnengaan, de 'Biechtstoel van Brussel'. 'Elke traan wordt gedroogd', belooft de welkomstboodschap naast de voordeur al meteen met een rotsvast vertrouwen in het hogere, 'elke ver nederde wordt in ere hersteld'. En als onomstotelijk bewijs van het feit dat de Brusselaars dat best willen ge loven, ligt binnen een dik, openge slagen boek vol smeekbedes, die door iedere bezoeker vrijelijk kun nen worden nagelezen. De smarten der Belgen in aandoenlijke hanen poten, zoals 'Heilige Maagd Maria, alstublieft, laat mijn hondje gene zen, hij betekent zoveel voor me'. Of: 'Zorg alstublieft voor een goede ver standhouding met mijn zoon'. Of: 'Lieve Maria, laat onze dochter stop- Steeds weer ontroerde die magere man met zijn hoge jukbeenderen, die rubberen mond en de vooruitstekende tanden het in vervoering luisterende publiek. Foto: Belgisch Verkeersbureau. In de Koninginnegalerij at Brei bij 'La Taverne du Passage' dikwijls mosselen met friet een Belgische lekkernij die hij in één van zijn chansons likkebaardend bezong: 'des moules et puis des frites, des frites et puis des moules'. Foto: Hans van Weel pen met haar drankzucht'. Op sommige plekken verandert Brussel nooit, blijft het de stad die Jacques Brei zo hartstochtelijk be zong: C'etaitau temps oil Bruxelles bruxel- lait, Place de Brouckère on voyait des vi trines, Avec des hommes des femmes en cri noline, Place de Brouckère in voyait l'omni- bus Avec des femmes, des messieurs en gi bus Natuurlijk, hoepelrokken crinolines raakten zelfs op het Brouckèreplein Place de Brouckèreuit beeld en een hoge hoed (gibuszie je er ook nog slechts zelden. Maar hotel-restau rant Métropole bleef hotel-restau rant Métropole. Met zijn obers in schort, het Godiva-chocolaatje bij de koffie (puur, dat spreekt), de varens, de spiegels, het marmer, de hoge stucplafonds, de barpianist, de reus achtige leren banken en de open, ijzeren lift waarvan het toegangshek je al sinds 1895 klemt. 'Kamer 411', zegt het meisje achter de balie en je verkneukelt je al bij voorbaat over die traagkrakende tocht naar de vier de verdieping die al net zo mooi ge restaureerd is als de eerste, de twee de en de derde. Stampvol De glorie van het verleden, de ico nen van 'Brussel oh Brussel die brui sende stad'. Je vindt ze - hoewel de Brusselaars zelf graag anders bewe ren - nog overal terug. Ga wat drin ken of eten en kijk rond in de 'Ultie me Hallucinatie' (Koningsstraat), in 'Den Coninck van Spaigniën' (Grote Markt), in 'Falstaff (Henri Maus- straat), in 'L'Archiduc' (Dansaert- straat) en in 'Aux Armes de Bruxel les' (Beenhouwerstraat) natuurlijk ook. Waar loop je door de keuken naar binnen en beland je in een vooroorlogse eetzaal waarvan de wanden bestaan uit enorme tegelta bleaus vol vlees, vis, schaaldieren en gevogelte? Dat is bij 'Vincent' (Pre dikherenstraat) dus, niet voor niets stampvol tot laat op de avond. Zo'n brasserie waarop Brei dol was. Hij kwam er dikwijls met z'n hele ge zin eten. Garnalenkroket] es met ge frituurde peterselie, oesters in vijf maten, waterzooi. Zal hij de 'p' bij het bestellen van een paté net zo hebben uitgespuugd als in zijn ver maarde Le plat paysHij zingt het op film in theater 'Ancienne Belgique' aan de Boulevard Anspach; hij zingt het op film in het Brel-museum (Fondation Jacques Brei) aan het Oud Korenhuisplein. En steeds weer ontroert die magere, zwaar zweten de man met zijn hoge jukbeenderen, die rubberen mond, de vooruitste kende tanden en dat hoge ruggetje waarmee hij de microfoon lijkt aan te vallen. Liedjesboer, noemt hij zichzelf op de expositie in het museum meesmui lend, een liedjesboer die niets te be tekenen heeft. 'Wat ik doe is geen kunst. Als ik echt dichter was ge weest, was ik wel dichter geworden'. Mensen die hem goed hebben ge kend, noemen Brels opstelling 'ge speelde bescheidenheid'. De chansonnier zou zich graag simpeler hebben voorgedaan dan hij werke lijk was. Maar is dat dan de reden dat Brussel het naar de zanger ge noemde park heeft laten verdorren? Het ligt aan de Kersbeeklaan in de deelgemeente Vorst en het valt tus sen al die huizenblokken nauwelijks op. Buste De 'aanwijzingen' bij de entree lij ken nog te wijzen op een permanent en - dat vooral - geducht toezicht: 'Ieder die zou weigeren rekening te houden met de opmerkingen en be velen van de bevoegde agenten kan buitengezet worden'. Maar de reali teit bestaat uit niet meer dan mod der, plassen, weggezakt grind, rot tend blad, omgevallen bomen, rond zwervende talken en banken zonder zitting. Een godverlaten bende is het, een bende die alleen met laar zen en waadpak zonder schade kan worden verkend. Bovendien is de - sokkel waarop ooit Brels buste moet hebben gestaan, leeg. Weet die zwaar bemoste, groen uitgeslagen stenen leeuw even verderop daar soms meer van? Brei verdween, maar de zanger leeft - Brussel verdween, maar de stad leeft. Je haalt bij 'Le Rollmops' aan de Boulevard Anspach net zo goed zo'n ouderwets broodje americain als in de Agora Passage bij het Cen traal Station een couscous. Je knab belt bij de Munt net zo goed aan zo'n ouderwetse, dampend warme wafel (gaufrechaudeals in de Nieuwstraat aan een ijsje uit kleurig zilverpapier. Je eet bij die verrukkelijke 'La Taver ne du Passage' (Koninginnegalerij) net zo goed mosselen met friet ('des moules et puis des frites, des frites et puis des moules') zong Brei in 'Jef terwijl het water door z'n mond liep) als bij de Beurs een hamburger van McDonalds. Je koopt bij Minuit in de Centrumgalerij net zo goed ou derwets spannende lingerie als bij H &M in de Nieuwstraat een sloggy. Er is veel verwoest in Brussel. Maar er is ook veel gebleven. Allure laat zich niet slopen. ZATERDAG 4 JANUARI 2003 ER BIJ Omdat het in 2003 een kwart eeuw geleden is dat hij aan longkanker stierf, wordt Jacques Brei in België op meerdere wijzen herdacht. Een van de hoogtepunten van het zogeheten Brel jaar moet de expositie 'Brei, het recht om te dromen' worden. De tentoon stelling werpt, zoals de organisatoren dat noemen 'een verrassend licht op meerdere perioden uit het leven van de chansonnier" en verschaft de bezoe ker inzicht in wat Brei geïnspireerd heeft en wat hem maakte tot wat hij was. De expositie in het Dexia-gebouw aan de Schildknaapstraat 50 wordt ge opend op 22 maart en duurt voorals nog tot oktober 2003. Een verlenging wordt niet uitgesloten. In het Brelmuseum aan het Oud Ko renhuisplein kan in dezelfde periode nog eens worden gekeken naar de re gistratie van het vermaarde afscheids concert dat Brei in 1966 in het Olym- pia-theater in Parijs gaf en in het Stad huis wordt een tentoonstelling inge richt (data staan nog niet vast) met fo to's van Brels vaste fotograaf Jean- Pierre Leloir. Verder worden er boeken uitgegeven, is er door Brussel een rondwandeling uitgezet ('In de voet sporen van Brei'), zijn er concerten en vindt er van 20 tot 28 maart in Vorst National een reeks opvoeringen plaats van het ballet 'Lumière' van de choreo graaf Maurice Béjart die zich liet inspi reren door een weinig bekende tekst van Brei. Een volledig programma is op te vra gen via inf0@brel-2003.be of via het Belgisch Verkeersbureau voor de Ar dennen Brussel in Nederland, tele foon (0900)202.01.07 en/of internet www.belgie-toerisme.net. Het Brelmuseum in Brussel, niet ver van Manneke Pis. Foto: Belgisch Verkeersbureau. Jacques Brei werd in 1929 in Brussel geboren als zoon van een kartonagefa- brikant. Het was de bedoeling dat hij zijn vader zou opvolgen, maar de jon ge Belg richtte zijn aandacht liever op het zingen en componeren van chan sons. Zijn eerste optredens in de jaren vijftig in de binnenstad van Brussel hadden weinig succes, maar toen hij naar Parijs trok, rees zijn ster snel. Bij zijn afscheid als chansonnier in 1966 was hij een wereldster. Brei stortte zich vervolgens vooral op het maken van en het spelen in films, maar toen hij in 1978 overleed, stond hij toch voornamelijk bekend als maker en ver tolker van vermaarde liedjes als 'Le Moribond', 'Les Flamandes', 'La Valse a mille temps', 'Le Plat Pays', 'Bruxelles', 'Amsterdam' en 'Ne me quitte pas'. Vertalingen van Ernst van Altena (ge zongen door onder anderen Brei zelf en Liesbeth List) zorgden er voor dat Brei ook in Nederland populair was.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 2003 | | pagina 39