Klauterend en
glijdend naar
de gorilla's
r
VAKANTIEBIJ LAGE
I
Wan da S/ictoriameer
De Bi
S c h i e
ZATERDAG 4 JANUARI 2003
het tropische regenwoud van Oeganda kauwt een berggorilla op een stokje. De vele inspanningen van het Wereld Natuur Fonds met lokale overheden hebben resultaat: het aantal berggorilla's steeg in ruim tien jaar van
t% 675-Foto's: Trudy Weiten B 1
.u
fe drie uur rijden we in het donker. De
ir voert ons langs afgronden die ik niet
jr waarvan ik weet dat ze er zijn. Samen
n tuur ik in het schijnsel van de
in. Niet te dicht langs de rand,
Her en der op de zandweg liggen
laide bomen; hier bestaat geen
•nendienst. Af en toe kunnen we slechts
I aatste moment een stam ontwijken. Voor
is zit Annette, onze Oegandese gids.
wij elkaar pas een week kennen, weet zij
^Jger te krijgen. Als de chauffeur even niet
jls zij het wil, spreekt ze hem vermanend
U\ lot is in haar handen. Zij zal mij bij de
brengen.
De reis naar het Bwindi Impenetrable
National Park in het zuidwesten van
Oeganda is een langgekoesterde wens.
Twaalf jaar geleden al probeerde ik
voor de eerste keer berggorilla's te zien,
toen in buurland Rwanda, in het hart
van donker Afrika. Dat ging om allerlei
redenen mis en gedurende de jaren
daarna hadden nieuwe pogingen wei
nig kans van slagen. Het gebied werd
overstroomd door vluchtelingen uit na
burige oorlogsgebieden en op de hel
lingen van Bwindi werden in 1999 zelfs
enkele toeristen tijdens een ontvoering
vermoord door Hutu-rebellen. De da
ders zijn nooit gepakt.
Maar nu ben ik er dan toch. In Oegan
da, de 'parel van Afrika'. Bij de toewij
zing van de permits (vergunningen)
blijkt dat wij vrijdag de dertiende aan
de beurt zijn, wat direct een ongemak
kelijk gevoel geeft. Ons wordt echter
bezworen dat er negenennegentig pro
cent kans op succes is. De groep met
maximaal zes toeristen wordt begeleid
door spoorzoekers, hakkers, bewapen
de rangers, een gids en zes dragers. De
tassen met fotospullen worden te
zwaar geacht om zelf urenlang mee te
torsen in het vrijwel ondoordringbare
regenwoud.
Na een korte instructie zet de groep
zich in beweging. Per persoon gaan er
vijf flessen water mee; het zal geen
overbodige luxe blijken. Zelfs in het re
genwoud, waar de zon amper de on
derste regionen bereikt, is het bloed
heet. Na een uur lopen zijn er al twee
flessen leeg. Als we de rand van het
oerwoud bereiken, stijgt de opwinding
in de groep. In theorie kunnen we de
gorilla's nu elk moment zien. Ik spits
.mijn oren en kijk extra goed rond. Vol
strekt zinloos, want het zicht reikt niet
verder dan een paar meter. Maar toch.
De eerste helling nemen we in een op
perbest humeur, op de tweede slaat de
vermoeidheid toe en bij de derde wor
den we moedeloos. Uren zijn verstre
ken en in de laatste fles rest nog een
bodempje water. Waarom zien we ze
niet, waar zijn ze? Deze woorden dreu
nen bij elke stap die ik zet. De gids
praat onafgebroken door zijn walkie-
talkie met de andere groepen. Nie
mand begrijpt hem. Als we een vraag
stellen, geeft hij een ontwijkend ant
woord. Ons voorgevoel zegt ons dat we
ze niet zullen zien, maar we lijden in
stilte.
Mijn benen zijn zo moe dat niet alleen
de hellingen onneembaar worden; voor
de afdalingen geldt hetzelfde. Met han
den en voeten klauteren en glijden we
door Bwindi. Mijn voeten raken steeds
vaker verstrikt in de lianen, die overal
lijken te liggen en te hangen. Stamme
tjes waaraan ik me vastklamp, blijken
bedekt met gemene doornen. De zoek
tocht wordt een helletocht.
Er moet een reden zijn dat juist ik ze
niet zie. Ze willen me vast testen, kijken
of ik het waard ben. Twaalf jaar wach
ten is blijkbaar niet genoeg. Eerst moet
ik door het stof, het oerwoud van bin
nen en buiten zien, achter mijn laatste
adem aan. Na acht lange uren geeft de
gids het sein dat we teruggaan. Hevige
teleurstelling en een extreme ver
moeidheid brengen bij sommigen de
tranen. Het hoofddoel van de reis is
achter de rug. Twaalf jaar wachten blijft
onbeloond. Het is voorbij.
Maar bij de verzamelplaats wacht ons
Kabarole Kampala
MT r lu EP-
STANLEY- Entebbe c - -
Zes toeristen, begeleid door rangers en dragers, tijdens de eerste adempauze op hun voettocht naar de berggorilla's.
Foto: Trudy Weiten
een verrassing: de toeristen die niets
hebben gezien, mogen de volgende
dag, mits er plaats is, gratis nogmaals
naar boven. Ik ben te moe om vreugde
te voelen. 'No way' dat ik dit morgen
opnieuw kan doen; mijn krachten zijn
volledig opgebruikt en eigenlijk meer
dan dat. Maar de volgende ochtend
blijkt mijn mentale weerbaarheid gro
ter dan gedacht. Het idee dat aan het
eind van de dag de zonder mij vertrok
ken groep opgetogen terugkeert, geeft
het laatste zetje. Ik bind mijn schoenen
weer onder en duw mezelf naar de ver
zamelplaats. Er is plek. Ik begin van vo
ren af aan.
Louter op pure wilskracht beklim ik
opnieuw de hellingen. En dan, na nog
eens drie uur tracking, is de lijdensweg
ten einde. De ranger wenkt ons, grijnst
en spreekt de verlossende woorden:
'Maak uw camera's klaar.' Emoties gie
ren door mijn keel. Eindelijk is het zo
ver. Ik ga ze toch zien. Waar blijft mijn
drager nou? Terwijl ik zenuwachtig
mijn camera uit de tas haal, durf ik de
ranger nog steeds niet op z'n woord te
geloven. Misschien heeft-ie zich ver
gist. Op zijn teken lopen we zo geruis
loos mogelijk achter elkaar een paar
meter verder. Als ik halt moet houden,
hoor ik voor me al het geklik van een
camera. Dus toch. Ik kijk in dezelfde
richting en zie een gorilla van enkele ja
ren oud onze kant uitstaren. Met zijn
linkerhand ondersteunt hij zijn kop,
terwijl hij een verveelde blik opzet. Ik
grinnik uit herkenning. Ze zijn net als
wij.
Mijn ogen schieten heen en weer tus
sen de diverse leden van de groep. De
leider, de silverback, zit boven in een
boom en schudt met verwoestende
kracht de takken heen en weer. Er val
len enkele vruchten naar beneden. In
een mum van tijd heeft hij de grond
bereikt. Onder de priemende blikken
van zes paar westerse ogen, geeft hij
een roffel op zijn borstkas ten beste.
Het klinkt hol. HIJ is de baas, dat we
het maar weten. Een vrouwtje zakt on
deruit en verorbert op haar gemak een
van de vruchten. Intussen houdt ze ons
zo onopvallend mogelijk in de gaten.
Kijken mag. Als de ranger het teken
geeft, dat we weg moeten, kan ik me
nauwelijks losmaken van dit ongeloof
lijke schouwspel. Het is fantastisch.
Een uur lang heb ik alles opgezogen;
voor altijd op mijn netvlies. Maar ik
huil niet, ik tril niet. Tegen alle ver
wachtingen in blijft een overweldigend
gevoel uit.
Echter, enkele uren later, bij het af
scheid van de ranger komen alsnog alle
emoties. Ik wil hem omhelzen, stevig
vasthouden, eindeloos bedanken. Het
blijft bij een handdruk. Wel een innige.
Van alles wil ik tegen hem zeggen. In
eens voel ik tranen achter mijn ogen.
'Geoffrey, thank you for bringing me
there' is het enige dat er uit komt. Maar
ik heb zelden iets meer gemeend dan
dat.
Hij lacht de lach van een winnaar. Hij
heeft immers de mooiste baan van de
wereld. Wat voor mij een 'once in a life-
time-experience' is, is voor hem bijna
dagelijkse kost. Vijf keer per week mag
hij de bergen in voor een ontmoeting
met de gorilla's. Bij terugkeer wacht de
vette tip van dolgelukkige toeristen.
Zonder te kijken stopt hij de briefjes in
zijn zak. Hij weet wat de 'mzungu'
(blanken) geven. Voordat onze handen
loslaten, wisselen we een laatste blik.
Wij lachen onze stralendste lach.
Stella van Zanten
Masaka
Mbarara
Kabate
<a
V
Sesse
Eilanden
•Infographlc CR
Reis. De beschreven trip naar de gorilla's is
onderdeel van een 23-daagse rondreis door
Oeganda, georganiseerd door Habari Travel
in Groningen. Een groepsreis bestaat uit
maximaal twaalf personen, maar er kunnen
ook individuele reizen worden gemaakt.
Prijsindicatie. Rondreis vanaf 2095 euro per
persoon (kampeerreis) en 2340 euro voor
overnachtingen in guesthouses; vlucht
Londen-Entebbe; luchthavenbelasting 69
euro; vluchttoeslag 98 euro. Voor de
maaltijden tijdens de reis komt er ongeveer
150 euro bij. Een permit (vergunning) voor
een bezoek aan de gorilla's kost 275 dollar in
Bwindi National Park. Ook in het uiterst
zuidelijk gelegen Mgahinga National Park
kunnen gorilla's worden bezocht: kosten 220
dollar. Voor Oeganda is een visum verplicht
(op de luchthaven in Entebbe te verkrijgen
voor 30 dollar).
Accommodaties. Tijdens de kampeerreis
wordt ongeveer een derde deel overnacht in
accommodatie met een bed; waarvan het
merendeel in het guesthouse van de
reisorganisatie in hoofdstad Kampala.
Geld. Tweeduizend Oegandese shilling is
ongeveer een euro. Er kan niet worden
gepind, dus dollars of euro's meenemen. In
Kampala kunnen bij een bank de dollars of
euro's worden ingewisseld tegen shillingen.
Beste reistijd. De temperatuur is gemiddeld
26 graden Celsius. In het voor- en najaar is de
regentijd met (tropische) buien.
Reisgidsen. Reishandboek Elmar.
Gezondheid. Vaccinaties: gele koorts, cholera,
hepatitis A en eventueel buiktyfus. Neem
medicijnen mee tegen diarree en olie tegen
(malaria)muggen.
Tips. GSM-telefoons functioneren goed in
Kampala en af en toe elders in het land.
Verdere informatie. De berggorilla (gorilla
gorilla beringei) werd honderd jaar geleden,
om precies te zijn op 17 oktober 1902,
ontdekt. Het aantal berggorilla's is gestegen
van 620 in 1989 tot ongeveer 675 vandaag de
dag. De helft hiervan leeft in het regenwoud
van Bwindi Impenetrable National Park in het
zuidwesten van Oeganda en de rest in het
Virunga-gebergte dat zich uitstrekt over
Oeganda, Rwanda en Democratische
Republiek Congo. In Bwindi zijn drie groepen
gorilla's gehabitueerd, dat wil zeggen,
gewend geraakt aan de aanwezigheid van
mensen. Per groep mogen maximaal zes
toeristen per dag een uur bij de gorilla's
verblijven.
Sinds tien jaar spant het Wereld Natuur
Fonds zich, in samenwerking met andere
natuurorganisaties en lokale
gemeenschappen, enorm in om het
leefgebied van de bedreigde berggorilla
zoveel mogelijk te beschermen, en daardoor
de komst van toeristen te stimuleren. Met
lokale boeren is afgesproken dat ze in ruil
voor financiële steun het bos niet kappen,
het stropen is teruggedrongen en uit de
lokale bevolking hebben veel mannen een
baan gevonden in dienst van de Uganda
Wildlife Authority, de beheerder van de
nationale parken.
Met 7100 hectare het
grootste Nationale Park
van Nederland. En mis
schien ook wel de laat
ste echte 'wildernis'. De
Biesbosch was ooit een
zoetwatergetijdenge-
bied, waar eb en vloed
vrij spel hadden. Maar
dat is zo goed als voor
bij sinds het Haringvliet
in 1970 werd afgesloten.
Met de nadruk op 'zo
goed als' want nog altijd
bedraagt het verschil
tussen hoog- en laagwa-
ter ongeveer zeventig
centimeter. Goed te
merken voor diegenen
die dit park een betere
manier bestaat er niet -
per kano verkennen.
Zonder de peddel ook
maar één keer door het
water te slepen, kabbel-
wankelt het bootje op
een nauwelijks merk
baar stroompje toch
langzaam maar zeker
voort door het Gat van
de Hengst, de Vlooien-
sloot, de Turfzak, de
Sloot beneden Petrus of
hoe al die nauwe, dicht
begroeide sleriken ook
verder mogen heten. De
Biesbosch op z'n
puurst. Niets te horen,
want motorboten mo
gen hier niet komen.
J Ligt de grootste haven
ter wereld werkelijk op
slechts een kilometer of
twintig? Soms kwettert
een vogel. Waarvan hier
tientallen soorten leven.
Waaronder de lepelaar.
En het ijsvogeltje. En de
kemphaan. Bevers zou
den er ook moeten zijn,
maar die laten zich zel
den zien. Zelfs niet bij
het officiële 'beverob
servatorium'. Ter ge
ruststelling voor diege
nen die om wat voor re
den ook weigeren in een
kano plaats te nemen:
er worden ook regelma
tig rondvaarten georga
niseerd. Waarbij af en
toe een stukje kan wor
den gewandeld.
Nadere informatie: Bezoekers
centrum De Hollandse Bies
bosch, Baanhoekweg 53,3313
LE Dordrecht, telefoon: 078
6211311 en/of Bezoekerscen
trum Drimmelen, Biesbosch-
weg 4a, 4920 AB Drimmelen,
telefoon: 01 62 68 22 33. Zie
ook www.biesbosch.org.
Dit 1891 hectare grote
gebied kreeg in 1989
zijn officiële status en is
daarmee het oudste
Nationale Park van Ne
derland. Het is één van
de weinige plekken in
Europa, waar nog na
tuurlijke duinvorming
plaatsvindt. Maar niet
alleen daarom is het zo
bijzonder. In de vochti
ge valleien groeien
zeldzame planten -
waaronder orchideeën
en ook de regelmatig
door zeewater over
spoelde kwelders aan
de zuidkant van het ei
land (Kobbeduinen)
vertonen een uiterst
aparte vegetatie.
Wie het autoluwe, lang
zaam naar het oosten
oprukkende 'Schier' wil
beleven zoals het be
leefd hoort te worden,
wandelt over het Kwel
derpad richting Wil
lemsduin (soms onbe
reikbaar door hoogwa
ter). Mocht dat te ver of
te nat zijn, dan vormen
Berkenplas en omge
ving een uitstekend al
ternatief. Gasten die
een verkenningstocht
helemaal niet zien zit
ten, kunnen vanaf de
bunker aan de Prins
Bernhardweg in één
klap het hele (of prak
tisch het hele) eiland
zien en als ze wat meer
over de geschiedenis
van het eiland willen
weten, gaan ze domweg
een avondje in de ge
lagkamer van hotel Van
der Werff (sinds 1726)
zitten.
Tikkende biljartballen,
ritselende kaarten, klot
sende vazen bier en
verhalen, heel veel ster
ke verhalen. Wordt het
trouwens niet hoog tijd
ook de eetzaal van dit
etablissement tot natio
naal monument te ver
klaren?
Nadere informatie: Bezoe
kerscentrum Schiermonnik
oog, postbus 32, 9166 ZP
Schiermonnikoog, telefoon 05
19 5316 41. Zie ook www.na-
tionaalpark.nl/schiermonnik-
oog.