Wijdbeens
naar de top
VAKANTIE BIJ LAGE
H o
V e I u w e
Dwingelderveld
ZATERDAG 4 JANUARI 2003
Een klimmer op enkele meters van de top van de Breithorn. Op de achtergrond de Matterhorn. Foto's: Rob van den Dobbelsteen
Het ouwe liedje. Zweethoofd,
klutsknieën en duizeligheid.
'Mensen met fantasie zijn altijd
wat angstiger', had Richi
Andenmatten een uurtje eerder
nog met nadruk gezegd. 'Mocht je
eventueel last krijgen van
hoogtevrees, kijk dan naar je
schoenen. En hou vooral je benen
wijd. Dan komt het allemaal best
goed.' Maar wie kijkt er naar z'n
voeten als links de Matterhorn
(4477 meter) lonkt, rechts de Pollux
(4092 meter) en recht vooruit de
Breithorn (4165 meter)? Benen
wijd, ja dat ging voortreffelijk. En
achteraf zou je misschien kunnen
zeggen, dat het vooral daaraan te
danken was, dat we tenslotte toch
vrij ontspannen de top bereikten.
Maar naar je schoenen kijken; wie
houdt dat vol in sprookjesland?
De Europaweg is een onderdeel van de
Monta Rosa Tour en wordt gezien als
één van de mooiste bergtrajecten in de
Alpen.
We waren twee dagen eerder vanuit
Grachen vertrokken. Zo'n dertig kilo
meter van hier. Op de 'Europaweg', de
vermaarde wandelroute naar Zermatt,
zouden we ons gaan warm lopen voor
datgene waarvoor we uiteindelijk naar
Zwitserland waren gekomen; de be
klimming van een 'vierduizender'. Ja
wel, dat je in het hooggebergte nooit
naar de af te leggen afstand moet kij
ken, maar veel eerder naar het aantal te
overwinnen hoogtemeters, was ons be
kend. Niettemin hadden wij, laaglan-
ders, ons toch weer in slaap laten sus
sen door die 'luttele' dertig kilometer.
Waarover we ook nog eens twee dagen
zouden mogen doen. Twee dagen! Kon
niet missen.
Het zou, zoals de Zwitsers dat zo tref
fend noemen, een 'Ausflügli' worden,
een ontspannend uitstapje dwars door
het woeste hart van de Alpen.
Vreni had ons al gewaarschuwd, Vreni
Ruppen, de vrouw van de berggids die
ons tot aan Zermatt zou begeleiden. Bij
Randa, vertelde ze ernstig, had een
steenlawine de normale route afgeslo
ten waardoor we een flinke omweg
zouden moeten maken. 'Wat is flink?'
hadden we afwezig gevraagd. „Oh, een
kilometer of wat", had ze geantwoord,
'maar we moeten wel helemaal naar
beneden en daarna weer helemaal naar
boven." Het was een mededeling waar
op we nauwelijks acht hadden geslagen
en waaraan we op de eerste dag ook
helemaal niet meer hadden gedacht.
Daarvoor was de feeërieke wandeling
zowel lichamelijk als geestelijk te veel
eisend.
De 'Europaweg' is de zogeheten 'Kö-
nigsetappe' van de 'Monta Rosa Tour',
een fameuze tocht die de wandelaar
dwars door het hoogst gelegen bergge
bied van West-Europa voert. Op de
kaart valt het traject tussen Grachen en
Zermatt best mee. Slechts het gedeelte
dat zich even voorbij Gasenried in
slechts enkele kilometers van 1685 me
ter naar 2700 meter speert, wekte enige
achterdocht; de rest was daartoe niet in
staat. Na die klauterpartij - zo ontdek
ten we nauwkeurig de hoogtelijntjes
bestuderend - kwam er een lange, be
hoedzame afdaling naar 2200 meter en
vervolgens sudderde het parkoers tot
vlak voor Zermatt ongeveer op diezelf
de hoogte door. 'Als het een beetje
meezit, doen we het in één dag', had
den we nog tegen elkaar gezegd.
Nee dus. Sterker nog: de 'Europahütte',
halverwege de route, kwam als geroe
pen. Moordend mag je de wandelweg
van Grachen naar Zermatt niet echt
noemen. Uitputtend wel. Komt door
dat nooit vlakke, veelal met keien be
zaaide parkoers. Altijd wijst de neus van
je schoen öf naar boven 6f naar bene
den. Waarbij het nog maar de vraag is
welke positie je harder doet hijgen: de
klimmende of de dalende. Boven op de
Grat, meteen na een anderhalf uur du
rende klim, kozen we zonder nadenken
FEITEN CIJFERS
De Breithorn (4165
meter) is voor
geoefende wandelaars
goed te beklimmen.
Althans, zo lang ze zich
laten begeleiden door
een gids. Zelfs ervaren
bergbeklimmers
immers (zie de
grafstenen op het
kerkhof van Zermatt)
zijn op weg naar de top
niet zelden
verongelukt. Gegidste
tochten met groepen
van 3 tot 6 personen
worden onder meer
aangeboden door het
Alpin Center in
Zermatt. Prijs: 90 euro
per persoon, exclusief
vervoer naar de
Kleinmatterhorn (40
euro) en eventuele
huur van een uitrusting
(20 euro).
Het toeristenbureau
van Grachen heeft de
beklimming van de
Breithorn opgenomen
in een zevendaags
arrangement dat 'Mein
erster Viertausender' is
geheten en waarin
onder meer ook van
Grachen naar Zermatt
wordt gelopen (de
zogenoemde
IHi1
ZWITSERLAND
'Europaweg', circa 30
kilometer). Prijs (op
basis van half pension):
vanaf 733 euro. Het
arrangement moet
minstens twee weken
voor aankomst worden
geboekt bij Grachen
Tourismus, 3925
Grachen, telefoon 00
41 27 95 56 065 en/of
info@graechen.ch.
Meer informatie:
Zwitserland Toerisme,
telefoon 00 80010 02
00 30 en/of internet
www.zwitserland.nl
voor het eerste. Een dag later toen we
ons tijdens die eindeloze omleiding
met bonzende slapen en steeds stijver
wordende kuiten tot bijna in het dal
hadden moeten laten zakken, hielden
we het juist op het laatste.
Waren het dan de adembenemende,
onvergetelijke uitzichten die ons toch
in koers hielden? Ongetwijfeld. Want de
hartslag kon nog zo hoog oplopen, de
rugzak nog zo zwaar drukken, de voe
ten nog zo hard gloeien - het uitzicht
op de als kristal flonkerende Ried- en
Bisgletsjer deed je elke malheur op slag
vergeten. Net als die waanzinnig mooie
doorsteek bij Springelbode trouwens,
waarbij het leek of de route zich keer op
keer te pletter liep op een grandioze
wirwar van rotsen, watervallen, strui
ken en bergbeken. Heel merkwaardig:
als je voor dat spektakel stond, was er
geen pad te bekennen, als je erop te
rugkeek evenmin en toch lag het er. Vr
eni: 'Dat heeft wel een paar jaar ge
duurd hoor, voordat je hier doorheen
kon wandelen.'
Hangbruggen, klimtouwen, trappetjes,
uit loodrechte wanden gehakte richels,
tunnels; niets moet de Zwitsers teveel
zijn geweest bij de aanleg van de 'Eu
ropaweg'. Maar tegen een steenlawine
is zelfs het beste mensenwerk niet be
stand. Helemaal naar beneden dus die
tweede ochtend en vervolgens weer he
lemaal naar boven, een magnifieke,
maar energievretende omweg van dik
drie uur. Van Marcel Brantschen, de
beheerder van de Europahütte hadden
we best de oude route mogen aanhou
den. „Moeten jullie weten", had hij bij
een mok gloeiendhete thee, gebromd,
„maar ik zou het nooit doen. Nog een
steenlawine en je bent er geweest.
Angst hoef je voor de bergen niet te
hebben; wel respect."
Brantschen deed denken aan die oude
gids, lang, lang geledén in de Cabane
des Vignettes, tijdens een skitocht rich
ting Chamonix. Het was al ver in de
middag toen er een luide knal had ge
klonken. We waren allemaal naar het
venster gestormd om met openvallende
mond te zien hoe een enorme lawine,
wit wolkend van de Pigne d'Arolla naar
beneden was komen stuiven. Nadat het
oorsprong het
idste natuurgebied
Ierland. De Hoge
te heeft een
vlakte van zo'n
hectare en bestaat
amelijk uit bossen,
'évelden en
litanden. Hoe druk
af en toe ook mag
e stilte is nooit ver
feker niet op het
ir nsché Zand dat
de Kompagnieberg
ig kan worden
ien, maar dat pas
maakt als je
ng heideplasjes
Daar wordt het
ris alweer wat
De als
mten flonkerende
jes liggen tenslotte
er van het
)ad dat vele, vele
van de
ndrukn
Kemperberg naar de
camping bij Hoenderloo
voert (en terug).
Andere markante punten
op De Hoge Veluwe zijn
het Museonder (met
tentoonstelling over 'de
wereld beneden het
maaiveld'), de niet ver
van de hoofdingang
gelegen Franse Berg
(simpel te vinden door
de centrum-route af te
lopen) alsmede het
zogeheten Everwijnserf
(en niet Everzwijnswerf)
in het zuiden van het
park. Je hoeft niet eens
zo erg veel geluk te
hebben om daar een
edelhert te ontmoeten en
aan een pelotonnetje
knorrende wilde zwijnen
valt zelfs nauwelijks te
ontkomen.
Internationale faam
ontleent De Hoge
Veluwe aan het
Rijksmuseum Kröller-
Müller met zijn
beeldenpark en zijn
collectie Van Gogh's.
Overigens niet de enige
erfenis die Anthony en
Hélène Kröller in het
park achterlieten. Meer
naar het noorden staat
hun door Berlage
ontworpen Jachthuis St.
Hubertus. Veel te lomp
voor deze omgeving? Er
zijn mensen die het
schitterend vinden!
Nadere informatie:
Bezoekerscentrum De Hoge
Veluwe, Houtkampweg 9c,
6731 AV Otterlo,
telefoon: o 900 464 38 35.
Het Dwingelderveld bij
Dwingeloo (Drenthe) is
3500 hectare groot en er
zijn in Nederland geen
gebieden te vinden waar
de heide nog in zo'n
omvang voor komt.
Het park dient daarom
bij voorkeur in augustus
en september - als het
gebied helemaal paars
kleurt - te worden
bezocht.
Naast heidevelden kent
het park ook bossen,
stuifzandgebieden,
vennen, oude
cultuurgronden en
spookachtige - zo heet
dat nu eenmaal in het
dieventaaltje van
natuurvorsers -
'jeneverbes reservaten'.
Het aanzicht van de
Dwingeloose heide wordt
helaas ruw verstoord
door de reusachtige
radiotelescoop, maar
daar tegenover staat
gelukkig de ouderwets
spannende aanwezigheid
van reptielen (slangen),
amfibieën, drieduizend
jaar oude grafheuvels en
vooral niet te vergeten de
schaapskudden.
Er zijn er twee: de één
wordt 's avonds, bij
ondergaande zon door
scheper en honden
teruggebracht naar de
kooi aan de Benderse en
de ander naar de kooi
aan Achter 't Zaand. Een
even melancholiek als
charmant schouwspel.
Op het Dwingelderveld
zou je eigenlijk zo maar
wat moeten gaan
zwerven, maar uiteraard
zijn ook hier meerdere
gemarkeerde wandel- en
fietspaden uitgezet.
Daarvan'lijkt de circa 5
kilometer lange rode
route (vanaf
informatiecentrum
Dwingelderveld) de
meest afwisselende.
Wie stevig doorloopt is
binnen een uur terug.
Maar wie doet er zo
dom?
Nadere informatie:
Bezoekerscentrum, Benderse
22,7963 RA Ruinen,
telefoon 05 22 47 29 51.
gewarrel van miljoenen tonnen sneeuw
eindelijk tot stilstand was gekomen,
bleef het even stil. Toen zei de gids in
temend Schweizer-Deutsch: „Zien jul
lie wel? De bergen leren ons nederig
heid. Zet de grootste hufter voor één
dag hier neer en hij komt terug als een
herboren mens."
Nederigheid. Het woord keerde die
tweede dag meerdere malen terug.
Eerst in die stille, natte mist die alles
grijs had gekleurd en waarin het gezicht
van één onzer tochtgenoten leek te zijn
gemaakt van was, dat in steeds groter
wordende plooien naar beneden drup
te; daarna onder een bleekblauwe he
mel die de tot vier-en-een-halfduizend
meter oprijzende, met sneeuw bedekte
bergmuur voor ons op een onwerkelijk
poppenkastdécor deed lijken. 'Dat
wordt morgen, als jullie de Breithorn
opgaan, een schitterende dag', had Vr
eni voorspeld. Ze kreeg gelijk. In alle
opzichten.
Achteraf, terugkijkend op die drie da
gen in de Zwitserse bergen, was de der
de verreweg de makkelijkste geweest.
Maar tegelijkertijd ook de onvergetelijk-
ste. En de span
nendste. We waren
om 9 uur vanaf de
Kleinmatterhorn op
weg gegaan. Drie
mannen en twee
vrouwen, met elkaar
verbonden door een
veiligheidstouw. „Is
dat nou wel handig?
hadden we nog
gekscherend tegen
Richi Andenmatten
gezegd. „Als wij val
len, slepen we jou
mee." „Welnee" had
de gids geantwoord,
„waarom denken
DOMM-D STEPHEN
WILLIAMS
♦NEW VORK CITV19 195S
23. JULY f975
ON WEIT HORN 4-
I CHOSF TO CLIMB
Zelfs ervaren klimmers zijn
op weg naar de top
verongelukt.
jullie dat ik dit bij
me heb?" En van
onder zijn kleren
had hij een enorm
mes tevoorschijn gehaald, waarmee hij
een flitsende snij beweging richting
touw maakte. Niet dat die beweging
ons erg gerust stelde. Maar het lachen
luchtte wel op.
De stijgijzers werden pas halverwege
de tocht, tijdens een korte rust onder
gebonden. Toen de helling steiler werd
en Richi ons naar rechts leidde, terwijl
bijna alle anderen groepen links aan
hielden. „We nemen de graat", sprak
de gids, „dat is misschien iets lastiger,
maar wel veel mooier. Loop rustig,
struikel niet. De klim op zich is niet
zwaar, maar je gaat naar 4165 meter.
De lucht is ijl. Zien jullie trouwens die
berg daar. Dat is de Liskamm, bijge
naamd de mensenvreter. Klimmers
daar hebben de neiging teveel naar de
rand te gaan. Moeten ze niet doen. Dat
is namelijk een overhangende sneeuw-
richel en die wil nog wel eens afbre
ken. Precies onder je voeten. Iedereen
klaar? Goed gedronken en gegeten? We
gaan!"
Het was niet moeilijk, alleen een beetje
angstig met die afgrond rechts. Waar
om kan iemand met hoogtevrees het
niet laten af en toe toch een zenuw
achtige blik in zo'n gapend gat te wer
pen? Om even na half tien stonden we
op de top. Richi langzaam om z'n as
draaiend en wijzend met z'n pikhou-
wel: „Dat daar is de Pollux, de Castor,
de Signalkuppe, de Dufourspitze, de
Jagerhom, de Rimpfischhorn" Ooit zo
iets gezien? Wat je ook zal proberen,
sommige dingen zijn niet te beschrij
ven.
Twee uur later - we waren nog steeds
flink onder de indruk - stelde iemand
de vraag die een gids altijd wordt ge
steld. 'Hoeveel keer heeft u op de top
van de Breithorn gestaan?' Richi: „Ik
zou het niet weten. Ik kan het eventu
eel nakijken. Maar wat maakt het uit?
Of het nu de le keer is, de 356e of de
789e, het geeft me altijd weer een ge
weldige voldoening. Ik heb ook hon
derden malen de Matterhorn beklom
men, maar dat heerlijke gevoel wat je
daar hebt, is niets minder dan het
heerlijke gevoel van toen straks op de
Breithorn. Het bereiken van een top
geeft elk mens een kick. Altijd weer.
Het is mijn vak; maar gewoon wordt
het nooit."
Rob van den Dobbelsteen