De emoties van
Roelant Oltmans
SPORT
zaterdag 28 december 2002
SI
Oegstgeestenaar blikt terug op bewogen jaar
Edwin Alblas
tgeest - Totdat hij de jungle van
^etballerij betrad, kringelde een
van succes om het hoofd van
ngeestenaar Roelant Oltmans. Hij
pen hockeycoach die niet kon ver-
li. Als algemeen directeur van
balclub NAC werd hij dit jaar afge
ven. Oltmans (48) was zijn ontslag
(iet voor. Dat zijn vertrek uit Breda
I ingeluid door bedreigingen aan
(dres en dat van zijn gezin is een
Igstigende waarheid die hij graag
tiaar niet kan vergeten.
buis voelt warm aan. Het gezin
lans woonde lange tijd iets ver-
p in de wijk, maar toen deze wo-
vrijkwam, zag Oltmans zijn kans
ion. Er is heel wat aan verspij-
Het huis is een thuis geworden,
de geborgenheid die het biedt
eze zomer weinig over toen on-
en de woning met stenen beko-
en en een spandoek in de tuin
Ien. Daarop werd Oltmans op
lis te verstane wijze duidelijk
ikt dat hij zijn baan bij NAC be-
n opgeven. Telefonische be
ngen, haatmailtj es en confron-
met supporters van de Bredase
alclub stelden hem ernstige na-
d in het vooruitzicht als hij dat
du doen. Deze pagina zou
eloos kunnen worden gevuld
e rits weinig vleiende verwen-
1 en benamingen, die Oltmans
ich heen kreeg gestort. Zijn kin-
li sliepen na de steniging van het
j Dnrustig.
J ans, aangesteld als algemeen di-
ur in het jaar waarin de club
de eerste divisie degradeerde,
I door het gros van de NAC-aan-
verantwoordelijk gehouden
de hoge schuldenlast die de
bijna de kop kostte. Nog altijd
broekriem erg strak, maar spor-
srgaat het NAC beter dan ooit
en. Terloops merkt Oltmans dan
ip dat het sportieve gedeelte on-
ijn functioneren kennelijk niet
rkeerd is ingevuld. Na de degra-
•- in 1999 keerde NAC in het sei-
daarop al weer terug in de ere-
e en dit voetbaljaar voert de
de subtop aan. De enige maar
rweg werd veel meer geld uitge
geven dan voorhanden was. De
schuldvraag is al vaak gesteld. Alge
meen directeur Oltmans droeg ver
antwoordelijkheid voor het beleid,
maar hij niet alleen.
Nog altijd gaat hij liever niet in op de
details. Zijn waarheid zou alleen
maar olie op het smeulende vuur
kunnen gooien. Daar is niemand bij
gebaat. Het is nu rustig voor zijn
deur. Je kunt hem niet verwijten dat
hij dat graag zo wil houden. „Eén van
mijn eigenschappen is dat ik dingen
op een gegeven moment kan afslui
ten. Ik ben een redelijke optimist die
in de toekomst kijkt. Ik heb ook niet
achteruit gekeken nadat ik successen
had behaald." Maar prettig is anders.
„Het is niet een jaar geweest waarop
ik terugkijk als één van de leukste uit
mijn leven."
In zijn tijd als hockeycoach preten
deerde hij meer dan eens een man te
zijn die zijn emoties onder controle
kon houden. Maar deze tegenslag
was niet te vergelijken met een ne
derlaag op een hockeyveld. „Elk
mens heeft emoties. Die zul je af en
toe ook kwijt moeten." Oltmans deed
dat thuis of in het gezelschap van
vrienden. „Bij hen kon ik het van me
afpraten. Het zijn mensen die ik in
vertrouwen neem en waarmee ik al
les kan delen." Het waren vaak spon
tane praatsessies. „Die komen tot
stand als je er behoefte aan hebt. Niet
echt gepland. Ik heb een aantal
vrienden, die ik 's nachts om drie uur
kan bellen als er grote ellende is. Zij
staan dan vijf minuten later voor je
klaar. De meesten ken ik al dertig
jaar, uit mijn studietijd. Het zijn
mooie vriendschappen."
Sommige van die vrienden raadden
hem destijds af om zijn geluk in de
voetballerij te beproeven. ,,Ze vroe
gen zich af op ik wel op een goede
manier kon omgaan met bepaalde
dingen, waarmee ik zou kunnen wor
den geconfronteerd. Ze hebben ge
deeltelijk gelijk gekregen. Ik vind me
zelf een integer persoon. Dan krijg je
in de voetbalwereld al gauw het etiket
naïef opgeplakt. Bij mij is een af
spraak een afspraak. Dat is in het
voetbal wel eens anders."
Waarom dan toch die stap gemaakt?
In het hockey had hij tien jaar lang
op het hoogste niveau gestaan, alles
gewonnen. De keuze in die sport was
zo veel stappen terugdoen of naar het
buitenland. Dat laatste wilde hij zijn
gezin niet aandoen. Hij oriënteerde
zich met een eigen bedrijfje in de
marketingwereld rondom de sport.
Een nieuw bestaan. En toen kwam
NAC.
Oltmans kreeg een goed gevoel bij de
gesprekken met de voetbalmensen
uit Breda, dacht dat hij met zijn ex
pertise als hockeycoach ook in een
voetbalbedrijf zou kunnen passen.
„Hoewel ik de hockeywereld niet met
de voetbalwereld wil vergelijken. Als
je alleen al kijkt naar de belangen.
Transfersommen bestaan niet in het
hockey. Heel veel mensen in de voet
ballerij hebben belang bij transfers,
of ze nu wel of niet plaatsvinden.
Overal waar grote belangen op het
spel staan, heb je goede mensen en
mensen waar je vraagtekens bij zet.
Daar heb je al grote spanningsvelden.
Bij een verkeerde beslissing zijn de
gevolgen vele malen groter dan in
een sport als hockey."
Hij heeft het aan den lijve ondervon
den. In een jaar waarin de woorden
normen en waarden vaker zijn uitge
sproken dan bijvoorbeeld geluk en
voorspoed, heeft de medemens hem
teleurgesteld. „Natuurlijk heb ik de
woorden normen en waarden ook
wel eens in de mond genomen. Het
rijn begrippen die misschien te pas
en te onpas worden gebruikt. Ze rijn
moeilijk te definiëren. Wat ik vind
waar we ons aan moeten houden,
hoeft voor een ander niet zo te rijn.
Maar respect voor de mens, daar
staat of valt het hele leven mee. Je
hoeft het niet altijd met elkaar eens te
rijn. Conflicten kunnen verhelderend
rijn en tot een heel hoog niveau lei
den. Maar de basis moet rijn: respect
voor de andere mens. En we leven
langzamerhand in een wereld waarin
dat respect veel minder is gewor
den."
Neem nou weer twee gevallen van
zinloos geweld. De zoon van een
kennis, zonder enige aanleiding op
het station van Amsterdam mishan
deld. Een oudere man in Breda, die
vroeg of het wat rustiger kon en door
zes mannen in elkaar werd geslagen.
„Dat is beangstigend. Daar heb ik
grote moeite mee. Nee, naar mij toe
is dat respect er ook niet altijd ge
weest. Dat is wel uit een aantal din
gen gebleken. En het geldt ook voor
anderen uit mijn gezin. Als ze heel
dicht bij jezelf en wat je dierbaar is
komen, dan raakt je dat enorm. Maar
het zou te gek voor woorden rijn als
iemand pas wakker wordt als het
hem of haar zelf raakt. Er zijn in dit
land de afgelopen jaren helaas al ge
noeg momenten geweest om er be
wust van te worden."
Hoe te reageren op bedreigingen?
Wist Oltmans veel. „Ik ben niet ie
mand die zich snel zal verschuilen. Er
zijn wel discussies over geweest. Je
moet je huis uit, ergens anders gaan
zitten, zeiden sommigen. Het is heel
moeilijk om te bepalen hoe ver het
zal gaan. Daar praat je over met spe
cialisten op dat terrein. Wanneer doe
je wat, maak je keuzen en ga je over
tot beveiliging." Hij zucht diep. „Het
is toch te zot voor woorden. De be
veiligingsbureaus lachen zich suf te
genwoordig. Ze krijgen steeds meer
te doen. Vroeger dacht je dat dit soort
dingen alleen maar in Zuid- en Mid-
den-Amerika voorkwamen. Nu is het
hier ook volop."
„Bij de manier van bedreigen had ik
niet het gevoel dat het veel verder
zou gaan dan het op dat moment
ging. Maar uiteindelijk was er wél be
veiliging om het huis. Ik dacht: als ze
me iets willen aandoen, kunnen ze
me toch beter 's morgens vroeg of 's
avonds laat bij het NAC-stadion op
wachten. Er rijn andere plekken ge
schikter dan mijn huis." De 'afzen
ders' rijn serieus, bedacht hij zich la
ter. „Maar ook serieus bang voor de
gevolgen voor hun club. Op zich is
het mooi dat ze zo begaan zijn,
prachtig. Dat zou alleen op de goede
manier moeten. Ze rijn een aantal
keren te ver gegaan."
De verloedering van de maatschap
pij, Oltmans kan er slecht tegen. De
gewezen leraar lichamelijke opvoe
ding, zoon van een kleuteronderwij
zeres, is boven gemiddeld geïnteres
seerd in opvoedkundige zaken. Hij
heeft drie zoons. De middelste balan
ceerde zes jaar terug op het randje
van de dood na een ski-ongeval. Het
kwam gelukkig goed. Oltmans moet
toen hebben beseft dat je in het leven
soms ook machteloos staat. Maar die
momenten kun je tot een minimum
beperken.
„We moeten niet denken dat alles
weer zo moet als dertig jaar geleden,
maar bepaalde zaken moet je wel in
de hand houden. Er gebeuren dingen
in een normale gezinssituatie, waar
bij je je afvraagt of dat wel zo goed is.
Er heeft de afgelopen dertig jaar een
omwenteling in onze cultuur plaats
gehad. In steeds meer huishoudens
werken vader én moeder. Er is een
toenemend aantal echtscheidingen.
Dat heeft voor kinderen consequen
ties. Misschien vergeten we dat met
z'n allen. Er rijn wijzen die vinden
dat het allemaal wel kan, maar kinde
ren hebben een - noem het maar -
moederschoot nodig. Er moet een
basis rijn. Je moet heel bewust keu
zen maken. Heel cru gezegd: moet je
wel aan kinderen beginnen als je alle
bei een carrière najaagt? En als je er
uit bent, geef er dan wel een goede
invulling aan."
Oltmans is na rijn vertrek nog één
keer bij een wedstrijd van NAC ge
weest. 'Laat deze club in godsnaam
voortbestaan', schoot hem bij aan
komst door het hoofd. Maar toch
ook: 'Het had ook anders kunnen lo
pen'. „Goed, dat is niet gebeurd en
dat heb je te accepteren. Als je in de
sportwereld actief bent weet je één
ding: er komt een dag waarop je niet
meer welkom bent. Ik heb mijn
vrouw vóór ons trouwen daarvoor
gewaarschuwd. Let op, het overkomt
me een keer en daar moeten we met
elkaar tegen kunnen. Het heeft een
tijdje geduurd, ongeveer vijfentwintig
jaar, maar het is er van gekomen."
In Breda komt hij nog geregeld voor
andere zaken. Oltmans bekent, bij
het afscheid, dat een licht onbehaag
lijk gevoel zich dan van hem meester
maakt. Niet meer omzien, predikt
Oltmans, maar hij betrapt zichzelf er
op dat hij in de straten van Breda nog
geregeld over rijn schouder kijkt.
Want er zal maar één idioot...
RANDJE BUITENSPEL
Roelant Oltmans: „Het is niet een jaar geweest waarop ik terugkijk als één van de leukste uit mijn leven." Foto: GPD/Roland de Bruin
Komkommertijd is aan het
einde van het jaar erger dan
halverwege. Teletekst meldt nu
al een dag oftivee dat Eberhar-
ter morgen toch meedoet. Waar
aan? Zal me worst wezen. Nog
zo een: Duitse 'skifederatie last
races af. Wil ik toch even weten
waarom. Wie weet heeft de
Duitse geheime dienst sterke
aanwijzingen dat al-Qaeda zich
wat sneeuwpret heeft voorgeno
men. Valt mee. Niks aan de
hand. Er kan in Berchtesgaden
alleen niet geskied worden om
dat er geen sneeuw ligt. Berch
tesgaden? Is dat niet? Jazeker,
dat is dat vroegere nazinest
waar de Führer zelf een comfor
tabel holletje had.
Ik blader op teletekst door het
sportjaaroverzicht en vraag me
af wat in 2002 mijn sportieve
hoogtepunt is geweest. De Win
terspelen? Mooi niet. Ik ben er
twee keer zelfbij geweest en ik
vond er geen flikker aan. Een
soort dubbelzeskamp (u weet
wel, die rare spelletjesavonden
van de NCRV waarbij Alphen
aan den Rijn het opnam regen
Venray en Paesens/Moddergat),
maar dan in de sneeuw. En van
dat schaatsen kreeg ik het alleen
maar benauwd. Die schaatsers
zelf als je het mij vraagt ook,
want ze waren nog niet over de
meet of ze rukten zich zo veel
mogelijk kleren van het lijf.
Heeft niets meer met winter
sport te maken. Overhevelen
naar de Zomerspelen dat
schaatsen. Of afschaffen.
Het WK voetbal dan? Ben ik ook
niet voor op het puntje van mijn
stoel gaan zitten. Iedereen had
het maar over fris en aanval
lend voetbal Ik heb het niet ge
zien. Het was het WK hollen,
botsen en lukraak ballen naar
voren poeieren. Kagia-voetbal
zeiden wij vroeger. Maar dan in
een waanzinnig tempo.
Nu ik er wat langer over na
denk, begint er toch wat te da
gen. Mijn ontmoeting met Tom
Waits, hartje zomer in Spanje,
was toch wel een hoogtepunt.
Tom Wie? Tom Waits. Waar die
voetbalt? Tom Waits voetbalt
niet. Hij wielrent, tennist ofat-
letiekt trouwens ook niet. Vol
gens mij doet Tom Waits hele
maal niets aan sport. Toch had
het praatje dat ik met hem
maakte op een terras in 'sAgaró
Voordat het
peloton van start
ging, verzamelden
zich steeds meer
renners rond
onze volgauto
(aan de Costa Brava) met sport
van doen. Tom Waits is voor mij
namelijk onlosmakelijk verbon
den met de wielersport. Boven
dien ging ons gesprek voor het
grootste deel over fietsen.
Who the hell is Tom Waits? Wie
dat niet weet, komt wat te kort.
Tom Waits is namelijk een ge
nie. Hij kan geweldig acteren,
meesterlijke liedjes schrijven,
zingen als een neger (de blanke
Louis Armstrong wordt hij wel
genoemd) en niet onverdienste
lijk piano spelen. Zijn mooiste
muziekstuk is 'Swordfishtrom-
bones' uit 1983. Een jaar of tien
nadat hij het had geschreven,
scoorde Tom Waits er enorm
mee in de Tour de France. Dat
kwam zo.
Toen ik bij de Volkskrant zat,
vormde ik een wielerverslagge-
versduo met Bert Wagendorp.
Wij hebben gemeen dat we van
de jazzy, bebopachtige blues van
Tom Waits enorm goede zin
krijgen. Vandaar dat we in
Frankrijk de dag vaak met
Swordfishtrombones begonnen.
Dat bleef in de Tourkaravaan
niet onopgemerkt. Voordat het
peloton 's ochtends van start
ging, verzamelden zich steeds
meer renners rond onze volgau
to waaruit zo hard als mogelijk
het zwarte geluid van Tom
Waits klonk. Bert en ik stonden
er goedkeurend bij te knikken.
Alsof wij die eigenaardige, fasci
nerende, prachtige muziek zelf
hadden geschapen. Om er wiel
renners aan het begin van een
zware werkdag mee te behagen.
Afijn, Tom Waits dus. Van de
zomer kuierde ik met mijn
dochter Eva van drie langs de
terrasjes van 'sAgaró toen ik de
ze grootheid zag zitten. Wie
Tom Waits heeft zien schitteren
in de film Down By Law' be
grijpt dat ik onmiddellijk wist
dat hij het was. Van zo iemand
kan er gewoonweg maar één
zijn. Hij keek mij recht in het
gezicht. Ik duif de hem niet
rechtstreeks aan te spreken en
zei daarom tegen Eva: 'Kijk, lief
je, daar hebben we de fabelach
tige meneer Tom Waits.
Hij wenkte. Ik kon het niet laten
en vertelde hem het verhaal van
het ochtendritueel met Sword
fishtrombones in de Ronde van
Frankrijk. 'That Tour de Fran
ce?', vroeg liij, 'is that something
for motorbikes or for bicycles?'
Van Lance Armstrong had hij
wel eens gehoord. Tenminste,
hij zei dat hij wist dat die aan
sport deed, maar waaróm deze
Armstrong als een held wordt
beschouwd, was hem nooit he
lemaal duidelijk geworden. Ik
legde het uit. Tom Waits vond
het quite a story', net als mijn
verhaal over de stimulerende
werking van zijn muziek op
sportmannen die in drie weken
tijd heel hard drieduizend kilo
meter fietsen. Wereldvent die
Tom Waits. Heel sportief ook
dat hij tegen Eva zei dat ze een
schoonheid is en dat ze nogal
een leuke vader heeft. Mijn
sportman van het jaar.
Jaap Visser
Reageren?
Sportredactie.ld@dainiate.hdc.nl
oegstgeest - Roel Hendriksen, leraar bewegingsonderwijs aan het Wellant College in
Oegstgeest, bestuurslid bij Leiden Atletiek, voormalig hordenloper en als trainer van
Yvonne van Dorp aanwezig op de Olympische Spelen van 1988 in Seoul, heeft drie
sportieve kinderen. Bartjan (17, tweede van rechts) is sprinter bij Leiden Atletiek,
Annelotte (14) zwemt bij De Columbiaan en speelt waterpolo bij De Zijl/LOB en Jorick
(11) is lid van De Columbiaan en Leiden Atletiek. Annelotte is de meest getalenteerde
van het gezin; zij haalde bij de NK sprint deze zomer drie medailles en won afgelopen
weekeinde op de NK kortebaan in Eindhoven brons op de 50 meter vrije slag.
gens op.
Annelotte: Je kiest er toch zelf voor.
Jorick: Kinderen mogen toch zelf weten
of ze veel gaan sporten.
Bartjan: En er blijft voor kinderen echt
wel tijd over om met elkaar te spelen.
Annelotte: Ik heb niet zo veel tijd om
andere dingen te doen, maar ik heb het
er wel voor over.
Bartjan: School is voor mij het belang
rijkste.
Annelotte: Ik vind sport heel belangrijk
en ik vind het ook leuker om te doen.
Roel: Annelotte krijgt ook veel mede
werking van school. Het is mooi als een
school zich kan aanpassen aan een kind
met talent, zodat het kind rijn talent kan
ontplooien.
Annelotte: Het is wel belangrijk dat je
ouders je stimuleren. En dat je erover
kunt praten als het een keer niet goed
gaat of als je een tijdje stilstaat.
Bartjan: Het kan soms handig rijn dat je
vader er verstand van heeft.
Jorick: Ik vertel jou ook vaak dingen, hè
pap.
Roel: Ja, je vertelt wat jullie gedaan heb
ben met gym en als dat leuk is dan pro
beer ik het ook op school. Bartjan doet
dat ook, zo helpen zij mij eigenlijk.
Bartjan: Annelotte is de fanatiekste. Zij
traint ook het meest.
Annelotte: Met waterpolo-selectietrai-
ningen erbij acht keer in de week.
Roel: Jorick is ook wel fanatiek.
Bartjan: Mijn doel is om elk jaar een
persoonlijk record te lopen. Het is leuk
om op de Europese of Nederlandse
Kampioenschappen te lopen, maar ik ga
er niet elke dag voor trainen, want met
atletiek bereik je toch niet zo veel.
Annelotte: Ik weet niet of het lukt maar
ik wil de Europese Jeugdkampioen
schappen halen.
Jorick: Ik eigenlijk ook wel.
van der Eb
g;! We hebben de kinderen niet ge-
^l^gen om te gaan sporten, het was
elfsprekend. Bartjan kreeg het ad-
fan een leraar op de basisschool om
letiek te gaan.
slotte: Ik wilde na zwemles door-
id 'met zwemmen.
D Toen ze vier jaar was, had ze al
00A- en B-diploma.
2 fc Ik zat op vijf sporten; op tafelten-
I betbal, zwemmen, waterpolo en at-
L Dat was best wel druk.
Op de basisscholen in Oegstgeest
bijna alle kinderen op twee, drie
en. Als ze naar de middelbare
albl gaan, moeten ze vaak kiezen. Op
hooi waar ik les geef, is denk ik vijf-
9»cent van de leerlingen lid van een
Vereniging.
"an: De reclame van SIRE over kin-
l die het te druk hebben slaat ner