Weg met de Grote Bekken Maatschappij
De klim van Mozes
Een overpeinzing van
dominee Eppe Gremdaat
tb ij lage 2002
Weg met de grote bekken...
Kent u die uitdrukking?
Ik moest daar aan denken toen ik on
langs met een vriendelijke vrouw sprak. U kent ze
wel. Blond haar, blauwe ogen, smalle taille, hoge
hakken en een uitnodigende glimlach. Ik sprak
haar na afloop van een concert van de popgroep
Di-rect. Ik was naar dat concert toegegaan omdat
het goed is om af en toe met je tijd mee te gaan.
Niet altijd alles afwijzen maar je ook 's af en toe
lekker openstellen. Niet meteen zeggen 'wat een
herrie' maar ook 's zeggen 'wat een dynamisch ge
luid'. En waarde lezers, ik had genoten van het
concert van de jeugdige groep. Wat een levens
vreugde en wat een talent! En wat heerlijk dat jon
ge mensen niet alleen maar negatief zijn maar ook
zo stimulerend uit de hoek kunnen komen.
Terwijl ik nog helemaal vol was van de groep liep
ik, op de donkere parkeerplaats, de jonge vrouw te
gen het lijf. Door de botsing viel ik op-de grond
maar ik stond ook weer snel op. Dat is belangrijk
als je valt, zo snel mogelijk weer opstaan. Als je valt
tijdens het schaatsen, als je valt in de orkestbak
maar ook als je valt in de politiek. Sta zo snel mo
gelijk weer op. De jonge vrouw hielp mij bij het
overeind komen en vroeg: 'Hebt u zich bezeerd?' Ik
vond het een vriendelijke vraag en ik was geneigd
om te zeggen: 'O, verschrikkelijk. Ik heb zo'n pijn!
Zou u mij de rest van mijn leven willen verzorgen?'
Maar ik zei: 'Nee, het valt wel mee. Ik was nog wat
over het concert aan het nadenken. Het optimisme
dat van de jeugd af kan stralen. Dat doet je goed,
zo aan het einde van het jaar'.
De vrouw knikte en zei: 'Ja, zij zouden voor menig
een een voorbeeld kunnen zijn. Dynamisch, strijd
lustig en op de toekomst gericht. Geen negatief ge
kanker. Geen zinloos geblèr. Direct en helder'.
De vrouw had een ietwat hese maar daardoor extra
aantrekkelijke stem. Ik had zin om nog wat verder
te praten maar voor ik een voorstel in die richting
kon doen opende zij haar mond: 'Hebt u zin om bij
mij thuis nog wat na te praten, dominee Grem
daat? Mijn man is op zakenreis en ik ben alleen. U
kunt eventueel ook slapen maar dat kunnen we
ook van de ontwikkelingen aflaten hangen. En ik
bedoel met slapen echt slapen, dat begrijpt u zeker
wel. Ik heet trouwens Angelique'.
Hoewel ik begreep wat Angelique met echt slapen
bedoelde begon het mij toch te duizelen. Ik had zin
in een goed gesprek, zo tegen het einde van 2002,
maar ik zou ook wel een stapje verder willen maar
ik wilde ook naar huis, naar de warmte van mijn ei
gen vrouw Geurtie. Ik
wilde avontuur maar ik
wilde ook rust. Ik koos
de middenweg, een
weg waar je je niet
voor hoeft te schamen,
en zei: 'Ik sla het aan
bod niet af. Alleen zal
het slapen er bij in
moeten schieten want
mijn vrouw verwacht
mij voor het ochtend
krieken in ons geza
menlijke bed. Zal ik
achter u aanrijden?'
Ik reed achter de jeug
dige vrouw aan en
even later zaten we
naast elkaar op een
krappe tweepersoons-
bank. Zacht en krap.
Een heerlijke combina
tie. Na geproost te
hebben op een vrede
lievende samenleving
vroeg de vrouw: 'Wat
vindt u nou van deze
tijd?'
Dames en heren dat is
zo'n vraag waarbij je
niet weet waar te be
ginnen. Wat vindt u
van deze tijd? Boven
dien had ik het idee
dat de vrouw er zelf antwoord op wilde geven.
Ik vroeg: 'Wat vind jij?'
De vrouw haalde diep adem en zei: 'Ik vind dat we
in een luilekkerland vol ontevreden mensen leven.
Ik vind het decadent zoals mensen kankeren over
de overheid, over de welvaart en over de maat
schappij. We hebben het in Nederland nog nooit
zo goed gehad maar volgens heel veel mensen
deugt er niks. 'In wat voor land leven we?', vragen
ze zich dan af. Ik word daar zo beroerd van. Wat
vindt u?' Ik nam een slokje witte wijn en zei: 'Kan
keren zit in de mens. Op zich is het ook niet erg. De
overheid faalt soms op een verschrikkelijke manier.
De enquête over Bouwfraude heeft dat toch wel
weer bewezen. En de overheid faalt ook wat de
spoorwegen betreft. Vanaf de jaren zestig heeft de
overheid geen greep meer op de Nederlandse
Spoorwegen. Sterker, ze proberen de spoorwegen
kapot te maken. Niet
de directies van de NS
helpen het spoor naar
de knoppen maar alle
overheden. Ze
schreeuwen dat ze
voor openbaar ver
voer zijn maar ze wil
len er geen geld aan
uitgeven. Dus kanke
ren mag. Ook als je in
weelde leeft'.
De vrouw gaf zich
niet gewonnen en re
pliceerde: 'Natuurlijk
mag je kritiek hebben
maar je mag niet net
doen of we in een
derde-wereldland le
ven. De enorme bot
heid in het kankeren
stuit me tegen de
borst. Wat hebben we
toch een jaar van ver
schrikkelijke mensen
achter de rug. Van
idiote schreeuwlelij
ken. En wat hebben
die botte blèrkoppen
toch veel aandacht
gekregen op radio, tv
en in de kranten. Al
die onbeschofte
schreeuwende leeg
hoofden van de LPF. Wat hebben we toch een jaar
van schreeuwend geteisem achter de rug. Wanneer
houdt die idiotie eindelijk 's op?'
De vrouw liep rood aan en ik begreep precies waar
ze het over had. Het was inderdaad een jaar waarin
de nuance ver te zoeken was. Elke scheet werd bui
ten proporties opgeblazen. Sommige figuren lieten
zelfs meerdere scheten en ik dacht aan Nawijn.
Ik zei: 'Het heeft meer te maken met de nieuws
honger van de actualiteitenprogramma's dan met
de idioten zelf. Vroeger kreeg een domme
schreeuwlelijk, ik denk nu ineens aan Heinsbroek,
geen zendtijd maar nu, met de honderden tv-pro-
gramma's, hebben ze behoefte aan holle vaten. En
de kranten moeten ook vol. Ik denk dat de pers 's
bij zichzelf te rade moet gaan. Zijn we wel goed be
zig? Moeten we niet 's de nuance op gaan zoeken?
Moeten we niet 's filosofische mensen aan het
woord laten? Moeten we ons niet 's tot kunstenaars
gaan wenden? Moeten we het roer niet om gaan
gooien? En zelf zou ik er voor zijn om twee publie
ke zenders op te heffen en vijf commerciële zen
ders. En misschien is het nog het verstandigste om
de hele publieke omroep, het hele Hilversumse
Pieter Baan Centrum, op te heffen, iedereen te ont
slaan, alle gebouwen te verkopen en weer helemaal
opnieuw te beginnen. Met een heldere, idealisti
sche publieke omroep zonder omroepgids. Een
omroep hoort uit te zenden en geen tijdschrift te
maken'.
Ik was heel bevlogen aan het praten en de vrouw
kreeg rode koontjes van opwinding en zei: 'Ik ben
ook voor het in ere herstellen van de Tien Gebo
den. Als mogelijkheid om Normen en Waarden in
de praktijk te brengen. De Tien Geboden hebben
nog niks van hun waarde verloren. En je hoeft ze
niet letterlijk te nemen maar je kunt ze wel als
richtlijn aanvaarden. Als al die schreeuwbekken
zich nu 's daar op zouden werpen dan zouden we
wellicht weer naar een overzichtelijke maatschap
pij toe kunnen groeien. Weg met de Grote Bekken
Maatschappij. Maar hoe dan ook, er moet wat ge
beuren. En elk mens, elke omroep, elke krant moet
de hand in eigen boezem steken. Wat vindt u?'
Dames en heren, ik was het helemaal met de
vrouw eens. Ja. We moeten de hand in eigen boe
zem steken. In de hoop dat we van de Verschrikke
lijke Schreeuw en Scheet Maatschappij weer een
Rustige, Filosofische Interesse Maatschappij kun
nen maken. En de een zal het hebben over Waar
den en Normen en de ander over de Tien Geboden
en weer een ander over Oprechte Belangstelling en
Verdieping.
De vrolijke vrouw leek een beetje aan het einde van
haar latijn. Ze vroeg: "Wilt u nog blijven slapen?'
Ik schudde mijn hoofd. 'Ik ga weer 's op huis aan.
Ik vond het een fijn gesprek en wellicht komt er
nog een vervolg en dan kan ik altijd nog blijven sla
pen'.
We namen afscheid en onderweg naar huis moest
ik telkens aan deze ontmoeting denken. Wat kan
het toch fijn zijn om na een heerlijk popconcert je
medemens open tegemoet te treden. En ik dacht
ook: er zit soms meer wijsheid in een diepzinnige
burger dan in een tv-schreeuwlelijk.
Ik hoop dat u daar de komende tijd 's over na zou
willen denken, dan wens ik u nu een fijne voorzet
ting, een prettige overgang en een aangenaam
etensmaal, met spekjes daarin.
Foto: Kippa
Wanhopig op zoek naar het goede spoor, heeft
Nederland altijd nog Paul Haenen in zijn
hoedanigheid van dominee Eppe Gremdaat om
de weg te wijzen. Stichtelijk, kritisch,
bemoedigend van toon. De dominee treedt niet
zo vaak meer in de publiciteit, maar op verzoek
van deze krant wijdde hij zich aan een
beschouwing over normen en waarden.
De berg Sinaï met het historische St. Catharinaklooster, vertrekpunt voor de tocht naar de top. Foto: Reuters
Een vervaarlijk trillende berg.
Donderslagen en bliksemflit
sen. Rook. Bazuingeschal. Een
grote donkere wolk, dreigend
neerdalend. En dW?rs door dat
natuurgeweld een eenzame
man op weg naar de top, waar
God hem geroepen heeft om er
de Tien Geboden in ontvangst
te nemen: Mozes. Het moet een
flink spektakel zijn geweest,
daar in de Sinaï-woestijn. En
welk een grootse prestatie le
verde Mozes met die klim! Niks
traptreden, zoals tegenwoordig.
Het zijn er welgeteld 3.750, on
derbroken door paadjes, uitge
houwen door de monniken van
het St. Catharinaklooster. Vanaf
die abdij gaat het 2.285 meter
omhoog.
De klim naar de top van de Si
naï is een duivelse inspanning,
die een zware aanslag pleegt
op longen en spieren. Dagelijks
ondernemen honderden toeris
ten deze fitness-pelgrimage.
Om de hitte van de dag te ont
lopen, wordt de klautertocht
's nachts gemaakt. Gaslampen
en zaklantaarns van de bergbe
klimmers vormen dan een
merkwaardig kronkelende slin
ger tegen de flanken van dit re
ligieuze monument.
Een andere reden om een nach
telijk uur te kiezen, is de belo
ning die wacht in het ochtend
gloren: een zonsopgang van
zeldzame schoonheid.
Voor wie de inspanning te veel
wordt, staan onderweg kame
len geparkeerd. De bultige
bergtaxi's worden verhuurd
door handige bedoeïnen, die
ook in dekens en warme drank
tegen de bittere woestijnkou
doen.
Hijgend en puffend boven,
dringt zich de behoefte aan een
nieuw, modern gebod op:
Gij zult uw conditie niet
verwaarlozen.