In dit vak kun je niet bescheiden zijn' Rudi Carrell zal altijd bekend blijven Rudi Carrell neemt deze week afscheid van de Duitse televisie. De 68- jarige komiek kiest voor een bestaan achter de schermen. Zijn vertrek zorgt voor tranen in een Keulse studio. „Die dekselse Hollander ook." door Eric de Bie J e vele vouwen in mijn tW gezicht komen van het lachen. Oud ben ik nog niet", zingt Rudi Carrell. Met een emotioneel lied neemt de donder dag 68 jaar geworden presentator af scheid van het Duitse televisiepu bliek. Aan het slot van zijn laatste 7 Tage, 7 Köpfe loopt hij met gebogen hoofd de showtrap op, terwijl zijn medepresentatoren elkaar huilend in de armen vallen. ,,Die dekselse Hollander ook", snottert komiek Bemd Stelter even later nog na. „Weet hij me toch aan het huilen te brengen." De aanstichter zelf is er opmerkelijk rustig onder.Ach", wuift Carrell de emotie weg, „je moet niet vergeten dat slechts één procent van mijn werk zich op het scherm afspeelde. De rest bestond uit achter de schrijf tafel zitten, repeteren, reizen. Daar ga ik gewoon mee door. Ik blijf de show produceren. Ik vind alleen dat het tijd wordt dat mijn oude kop plaatsmaakt voor een jongere. Van weemoed is echter geen sprake." Toch wordt deze week een belang rijk hoofdstuk in de Europese tv-ge schiedenis afgesloten. Maar liefst 42 jaar was Rudi Carrell, op 19 decem ber 1934 in Alkmaar geboren als Ru- dolf Wijbrand Kesselaar, met zijn ge zicht te zien op eerst de Nederlandse en later vooral de Duitse buis. Pro gramma's als Am Laufenden Band en de Rudi Carrell Show maakten hem bij de oosterburen onsterfelijk. Gisteren nam Carrell in de tweehon derdste uitzending van 7 Tage, 7 Köpfe, na zeven jaar met gemiddeld vijf miljoen kijkers nog steeds één van de best bekeken shows in Euro pa, afscheid als vast panellid. Op ou dejaarsavond keert hij in het RTL- programma nog één keer terug als gast, om dan definitief achter de schermen te verdwijnen. Drie uur voor de opname van die laatste show zit Carrell ontspannen achter zijn bureau in het productie kantoor. Het uitzicht op een somber industrieterrein in een voorstad van Keulen past niet bij de man die het oergesteente van het Duitse tv-amu- sement wordt genoemd. Carrell heeft er geen oog voor. Zoals altijd ZATERDAG 21 DECEMBER 2002 Richard in de Rudi Carrell Show. 10: ANP/André van den Heuvel Zilveren Roos, 1962, Montreux Archieffoto: Ger Dijkstra Köpfe hebben we twee minuten voor het einde nog een reclameblok. Daarna kwam altijd 'de verrassing van Rudi'. De kijkers wisten dat en zapten niet weg. Voor RTL beteken de dat een goudmijn, want die recla mezendtijd konden ze grof verko pen. fk heb dat bedacht. Borstklopperij die terecht is, vinden zijn collega's. „Van Rudi kun je al leen maar leren. Het is een genot om met die man te werken", zegt mede panellid Mike Krüger. En na de op name van de oudejaarsshow laat een nog nasnikkende collega Bemd Stel ter weten: „Als je van Rudi nog niet hebt geleerd hoe je een show moet maken, dan weet je het nu wel. Alles zat er vandaag in: van een schater lach tot een snik." Doorzetten Na Carrell hebben regelmatig andere Nederlanders geprobeerd in Duits land aan de bak te komen. Vrijwel iedereen mislukte. „Toon Hermans heeft het geprobeerd", weet Carrell zich nog te herinneren. „In Mün- chen word ik nog wel eens aange sproken door oudere mensen die zich Toon nog kunnen herinneren. In tegenstelling tot mij heeft hij niet doorgezet. Hetzelfde geldt voor Tom Manders, Johnny Kraaykamp en Rijk de Gooyer. In Nederland hoef je maar één oudejaarsconference te doen en je bent bekend. Duitsland is veel groter. Het duurt hier allemaal wat langer. Ik had dat geduld. Daar naast durfde ik het aan om elke vijf jaar van show te veranderen. De stap naar Amerika? Nee, daar heb ik nooit aan gedacht. Voor een Nederlander vind ik Europees kampioen al goed genoeg. De enige Nederlander die mij wel heeft verrast, is Linda de Mol. Ze had nooit in Duitsland gewoond of ge werkt. Ze kwam hier op tv en bamm! Traumhochzeit was meteen een knaller. Dat vond ik erg knap. Maar momenteel heeft ze niets te doen, omdat er geen goede shows meer uit Nederland komen. Endemol heeft op het ogenblijk ook niets meer. Ik kijk nauwelijks naar de Nederlandse televisie, maar uit wat ik lees moet ik concluderen dat het allemaal erg ka rig is. Dit was het nieuws en Kopspij kers zijn eigenlijk de enige leuke shows. Daarmee houdt het op. Hier in Duitsland heb je naast 7 Tage, 7 Köpfe nog vijftien andere comedy- shows." En nog steeds scoort Carrell het hoogst. „We hebben tweehonderd uitzendingen gemaakt, met gemid deld vijf miljoen kijkers. Dat bete kent in totaal één miljard kijkers. Per uitzending hebben die honderdvijf tig keer gelachen. Maal tweehonderd maakt dat ze dertigduizend keer hebben kromgelegen", rekent de grijze eminentie even voor. Het oude circuspaard verdient daar om een afscheid in stijl en krijgt in de oudejaarsshow het laatste woord. Zijn invloed op het Duitse tv-amuse- ment blijft nog wel even bestaan. „Ik ga door tot het einde. Elke dag blijf ik zoeken naar nieuwe grappen en sketches. Behalve in de zomer, dan sta ik elke dag op de golfbaan. Maar ja, wat moet je doen als het regent?" Als vrouw in de film 'Crazy - totally mad' Archieffoto: Anefo blijft hij tot vlak voor de opname werken. Tot de laatste minuut scha ven. Dat perfectionisme zit nu een maal in zijn bloed en dat heeft hem ook tot de bekendste 'Duitser' ge maakt. „Niemand kan meer zo be kend worden als ik. De komende tien jaar zal daar weinig in verande ren. Ook als ik van het scherm ver dwijn. Iedereen imiteert me en mijn shows worden zo vaak herhaald", klinkt het weinig bescheiden. „In dit vak kun je niet bescheiden zijn. Wat ik heb gedaan, was goed. Ik heb in elk geval altijd het uiterste ge geven. Altijd ontbreekt er wel iets, ben je op zoek naar nog een betere grap. Je draagt ook een enorme ver antwoording. Zo'n show kost veel geld en er kijken veel mensen naar. Dan moet je je werk wel met overtui ging doen. Wat ik doe, is ook geen hobby. Het is een beroep. Het me rendeel van de mensen die bij televi sie werken, doen om zes uur 's avonds de deur van de studio dicht en hebben andere proble men aan hun kop. Ik niet. Ik ga naar mijn ho telkamer en zit de hele avond nog te werken. Als een show dan een keer wat minder is, ben ik daar ook niet treurig om. Ik kan me dan wei nig verwijten." Afgestoft Fouten heeft hij wel gemaakt, geeft Carrell toe. In de jaren ne gentig maakte hij tien shows naar aanleiding van de introduc tie van de nieu we Duitse post codes. Het be kende program ma Eén van de acht werd wat afge stoft. „Ik werd goed betaald, maar de shows waren niet een gigantisch succes. Daarvan heb ik weer geleerd dat je dingen moet doen die in de tijd passen." Door voortdurend mee te gaan met de tijd, heeft hij het zolang volge houden. „Ik ben begonnen bij het radioprogramma Avro's Bonte Dins- dagavondtrein. Ik was de kranten jongen en maakte grapjes over de actualiteiten van die week. Bij 7 Ta ge, 7 Köpfe heb ik dat de afgelopen zeven jaar ook gedaan. Eigenlijk wa ren al mijn shows verbonden met de actualiteit. Dat houdt je jong. Als je grappen maakt over dingen in het nieuws, word je niet ouderwets." Zijn instinct om te weten wat men sen aan het lachen maakt, zorgden voor het uiteindelijke succes. „Dat instinct heb ik aangeleerd tijdens het schnabbelen in het begin van mijn carrière. Ik deed alles, van bruiloften tot optredens in kazernes voor dron ken soldaten. Dan leer je wel hoe je je op een verschillend publiek moet instellen." Het meest bepalend voor zijn carrière beschouwt Carrell zijn jeugd in Alkmaar. „Belangrijk is dat ik ben opgegroeid in een heerlijke familie. Vorige week is de laatste zus van mijn vader overleden. Ze is 93 jaar geworden en haar hele leven stond in het teken van humor. Als kleine kinderen gingen mijn zus en ik bijna elke dag even bij haar langs om te lachen. Ik ben echt met hu mor opgegroeid. Mijn vader was na tuurlijk ook een entertainer en op mijn veertiende stond ik al op de bühne. Het feit dat ik in een kleine stad als Alkmaar ben opgegroeid, heeft even eens een enorme rol gespeeld. Ik heb alle schakeringen van het leven leren kennen. Van arm tot rijk. Ver geet niet dat ik bewust de oorlog heb meegemaakt. Ik weet wat het is om kou en honger te lijden. Als je dat hebt meegemaakt, blijf je je leven lang alles waarderen. Als tiener zat ik elk weekeinde in de bioscoop. Ik ging drie of vier keer naar de film. Fred Astai- re en Gene Kelly. Dat maakte meer indruk dan televisie, hoewel ik ook veel van Amerikaanse ko mieken als Perry Como en Dean Martin heb ge leerd. Vooral dat je op tv net zo moet doen als thuis. Je komt bij de kijker op be zoek. Je moet niet bombas tisch tekeer gaan, want daar worden mensen nerveus van. Details Eenmaal aan de slag bij de televi sie, had Carrell volgens eigen zeggen het geluk dat de Vara-leiding de professionele in geving had hem een adviseur te ge ven. De Engelse comedy-specialist Lesley Roberts begeleidde hem ruim dertig jaar. „Die man wist alles van showbusiness. Hij had oog voor klei ne dingen, die menigeen onbelang rijk zou vinden. Ik zal nooit vergeten dat hij me op een dag vroeg waarom ik altijd van rechts de bühne op kwam. Van hem moest ik van links komen, want daar gaat de zon ook op." Hoe perfectionistisch Carrell in de loop der jaren is geworden, blijkt even later op de studiovloer. Als hij iets ziet dat hem niet bevalt, legt hij de repetities stil. De ene keer is de cameravoering niet goed, de andere keer klopt de grap niet. „Iemand moet erop letten dat het in orde is. Ik ben daarvoor de aangewezen per soon, want ik heb de meeste tv-erva- ring en de meeste creativiteit. Op dat laatste ben ik misschien wel het meest trots. Steeds weet ik weer iets nieuws te bedenken. Bij 7 Tage, 7 Rudi Carrell: „In Nederland hoefje maar één oudejaarsconference te doen en je bent bekend. Duitsland is veel groter. Het duurt hier allemaal wat langer. Ik had dat geduld." Foto: DPA/Jens Kalaene c, Carrell temidden van collega's tijdens zijn laatste tv-optreden. Foto: GPD/Roland de Bruin iris' op het carnaval. Archieffoto: ANP/Ton Schülz Yvonne Smit in de 1,2,3 Show. Archieffoto: Pieterse

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 2002 | | pagina 39