'We zitten tjok- en tjokvol' 'I Steeds meer complete gezinnen zoeken opvang 21 DECEMBER 2002 weekendbijlage van leidsch Dagblad De woning van Anna Vlek heeft veel weg van een spookhuis. Foto's: GPD/Harmen de Jong Steeds meer mensen belanden op straat vanwege grote huurschulden. Hulporganisaties voor daklozen constateren een verharding bij woningbouwverenigingen, huisbazen en verhurend makelaars. „Eerst klopten alleen dakloze mannen bij het Leger des Heils aan. Toen kwamen de vrouwen. Daarna de vrouwen met kinderen. En sinds een paar maanden complete gezinnen." door Sylvia Marmelstein k dacht nog: 'Dat doen ze 'never' nooit niet, een vrouw I met kind op straat zetten'. Nou, dus wel." Terugkijkend weet Lydia Akkermans (24) precies waar het in haar leven is misgegaan: „Bij de eerste lening." Die sloot ze af om een bankstel te kunnen kopen. Om het huis verder in te richten was een tweede lening nodig. Voor de aan schaf van een tweedehands autootje een derde. „Die leningen kreeg ik heel gemakkelijk", zegt ze. Het eerste jaar waren de maandelijk se afbetalingen nog een makkie om dat haar vriend, de vader van haar zoontje, ook bijdroeg. Maar toen hij haar eind vorig jaar verliet voor een andere vrouw stapelden de schulden zich snel op.Alle leningen stonden op mijn naam omdat ik een vaste baan had en hij niet. Daarbij kwam dat ik mijn baan moest opgeven om voor mijn kind te zorgen." En toen lukte het niet meer de huur te beta len. Een half jaar later werd ze sa men met zoontje Tim (2) het huis uitgezet. Lydia's stem trilt als ze vertelt hoe dat ging. Haar handen wrijft ze ze nuwachtig over elkaar. „Terwijl ik daar jankend stond, met Tim krij send op mijn arm, kreeg ik een sta pel papieren in mijn handen ge propt. Met nog meer rekeningen, van de kosten van de uit huis zet ting. 'Mevrouw u komt er echt niet meer in', zei een man, terwijl hij een nieuw deurslot voor mijn neus het bungelen. Dat moment was vrese lijk. De schaamte... Alle buren ston den te gluren achter hun gordijnen." Lydia heeft zeven maanden in een opvangcentrum voor daklozen door gebracht. „Tussen de zwervers, echt vreselijk." Sinds een maand huurt ze een kamertje. Meubels staan er nau welijks, alleen een bankstel en een salontafel. Het enige sierstuk aan haar muur is een Ideine lachspiegel. „Gekregen van een zwervende moe der. Voor als ik het even niet meer zie zitten." Tjokvol Het aantal moeders dat wegens huurschuld op straat is gezet door woningbouwvereniging, huurbaas of makelaar neemt snel toe, constate ren hulporganisaties als Hulp voor Onbehuisden (HVO). HVO-Querido in Amsterdam is de grootste voorzie ning voor vrouwen en gezinsopvang in Nederland. „En we zitten tjok- en tjokvol", zegt directeur Stan Poels. De laatste tijd staan er ook steeds meer complete gezinnen op zijn stoep. „Dus met vader erbij." Ook het vrouwenopvanghuis van het Leger des Heils, de Rosaburgh, moet vaak 'nee' verkopen als een moeder met kind aanklopt. „De vraag naar familieopvang groeit te snel", zegt teamleider Leonie van den Herik, die zelfs spreekt van een nieuwe trend. „Een paar jaar geleden klopten al leen dakloze mannen bij ons aan. Toen kwamen de vrouwen, toen de vrouwen met kinderen en sinds een paar maanden complete gezinnen." De grote toeloop bij opvangcentra wordt veroorzaakt door de strengere woningbouwverenigingen. „Eén keer je huur niet betalen en je krijgt een brief. De tweede keer al een her innering en aanmaning. De derde keer een deurwaarder, gevolgd door een ontruiming", zegt Stan Poels. Het Leger des Heils heeft ook een andere verklaring: „De maatschappij verhardt. Mensen kunnen steeds minder vaak terugvallen op familie of vrienden. Die hebben het druk met hun eigen leven", zegt Van den Herik. De teamleidster loopt door de lange gangen van het oude vrouwenkloos ter. Af en toe galmen kinderstemme tjes door het gebouw. Een peuter, slechts een luier om, rent achter zijn hoogzwangere moeder aan. Het zijn vaak zwangere vrouwen of heel jon ge moeders die het huis uit worden gezet wegens huurschuld. Vaak is de verwekker van het kind dan geheel uit het zicht verdwenen. Vrouwen mogen niet langer dan een jaar in de Rosaburgh blijven. „De meesten houden het zelf niet zo lang uit. Je zit hier met allemaal mensen in een crisissituatie. De sfeer is ge spannen." Vooral moeders willen meestal snel weg. Mocht het na een jaar niet gelukt zijn, dan worden ze soms 'overgenomen' door Hulp voor Onbehuisden. Zo schuiven hulpin stanties met de dakloze gezinnen heen en weer.Als ze te lang op een plek blijven, raken ze gedemoti veerd. Dan doen ze niet meer mee met de groepsactiviteiten die hun moeten stimuleren weer zelfstandig te worden." Hoge schulden Hoe komen die onbehuisde moe ders aan hun hoge schulden? Van den Herik: „Ze moeten voor hun kind zorgen, kunnen die taak niet combineren met werk en krijgen vervolgens financiële problemen. Vaak hebben ze er nog andere zor gen bij. Ze kunnen de opvoeding van hun kind niet aan, of ze zijn overspannen. Weer anderen hebben schulden opgebouwd omdat ze al heel lang in de bijstand zitten." Ook zijn er moeders bij die nooit ge leerd hebben hoe ze met geld moe ten omgaan. Zij hebben lening op le- ning gestapeld en spullen op afbeta ling gekocht bij postorderbedrijven als Wehkamp en Neckermann, tegen belachelijk hoge rentepercentages. „Zelfs als ze hier zitten gaat het soms nog mis. Kunnen ze het niet laten toch nog iets te bestellen." Niemand weet precies hoeveel ge zinnen in Nederland dakloos zijn. Veel onbehuisden ontbreken in de statistieken. Ze struinen van opvang centrum naar opvangcentrum, of ze verblijven tijdelijk bij familie. Wel bekend is het jongste cijfer van het Landelijk Platform Integrale Schuld hulpverlening. Die instelling bericht te onlangs dat een half miljoen huis houdens met hardnekkige schulden (ter grootte van 5.000 tot 10.000 eu ro) kampt, een probleem waar deze schuldenaars zonder hulp van der den niet meer uitkomen. Bij meer dan de helft van deze (financieel) problematische huishoudens gaat het om éénoudergezinnen. Hulpverleners verwachten dat het aantal mensen dat de komende ja ren in Nederland op straat zal belan den als gevolg van een groeiende schuldenlast verder zal toenemen. Van den Herik voorziet dat in de ko mende jaren ook (voormalige) eige naren van een koopwoning bij hulp organisaties zullen aankloppen om hulp: „Mensen die een hoge hypo theek hebben afgesloten en die - bij voorbeeld na het verlies van hun baan - niet langer in staat zijn de daarmee gepaard gaande hoge vaste woonlasten te voldoen." Verkeerd signaal Hulp voor Onbehuisden wil on danks de sombere vooruitzichten geen extra opvangplaatsen creëren. „Want het is dweilen met de kraan open. Zodra we nieuwe plekken cre- eren, zitten die vol. Bovendien is het een verkeerd signaal richting huis bazen. Die denken dan helemaal snel dat de hulporganisaties de mensen met huurschulden maar moeten opvangen", verwacht direc teur Poels. Liever zou hij zien dat er meer wordt gedaan om te voorko men dat mensen op straat worden gezet. „Het kost de gemeenschap veel geld, aan opvang en aan hulp verlening. En uiteindelijk moeten de schuldenaars toch weer aan een huis worden geholpen. Dan kunnen we die mensen beter in hun huis laten zitten en ze van daaruit helpen", vindt Poels. Hulp voor Onbehuisden heeft al zo'n preventieproject opgezet, sa men met het Leger des Heils, en wel onder de titel 'De Vliegende Hollan der'. Poels: „Meer dan tachtig pro cent van alle schulden wordt wegge werkt. En het blijkt dat het overgrote deel van de mensen ook geen schul den meer maakt." Elders in Nederland zijn soortgelijke initiatieven gestart, onder meer in Rotterdam en Bergen op Zoom. Het vergelijkbare project 'Tien voor de Toekomst' van Het Leger des Heils draait in twaalf Nederlandse ge meenten. Nijpend Anna Vlek (50) staat op het punt uit het huis te worden gezet. Het Leger des Heils probeert te voorkomen dat zij op straat belandt. „Ze heeft kin deren waar ze voor moet zorgen", zegt hulpverlener Diana Torpe. Hoe nijpend de situatie is in huize Vlek, blijkt nog voordat Anna de deur van haar Amsterdamse flat opent. Een kapotte wasmachine staat in het portiek en in het halletje hangt een zurige lucht. Die lucht wordt indrin gend zodra de deur van de woning opengaat. En die woning lijkt wel een spookhuis. Licht brandt er nauwelijks. Het be hang is aan flarden. Deuren zijn ka pot, het glas erboven gebarsten. De muren zijn door kinderen beklad. Een kapotte geiser ligt middenin de woonkamer. De keukenkastjes heb ben geen deurtjes meer en de keu ken zelf is onbereikbaar geworden door bergen rommel. Op tafel ligt een door muizen aangevreten bijbel. Als Anna trots haar ingelijste diplo ma hoofddoekvouwen van de muur haalt, schiet het ongedierte dat daar achter schuil ging alle kanten op. „Dit is echte armoede", zegt Torpe met gevoel voor understatement. Als je nooit meer iets kunt vervan gen of kunt laten repareren, komt Mensen met huurschuld hebben er vaak ander problemen bij. Ze kunnen de opvoeding van hun kind niet aan, of ze zijn overspannen. een woning er uiteindelijk zo uit te zien als deze. Anna mist de basis spullen die de fundering leggen on der een huishouden. Ze kan bijvoor beeld niet normaal koken of stofzui gen." Voor de doorsnee waarnemer is Anna's huis een gruwel, maar vol gens Torpe ziet de woning er van daag 'stukken beter' uit dan de week ervoor. „Er staan nu tenminste meu bels en er ligt een vloerkleed. Aan vankelijk had ze niks." Door een langdurig leven in de bijstand zijn haar schulden stevig opgelopen. An na Vlek vertelt dat ze met meer pro blemen worstelt dan alleen met een schier onoverkomelijke schulden last. Ze heeft tot nu toe een zwaar le ven gehad. Ze heeft last van depres sies. Haar 15-jarige zoon is een chro nische zwartrijder die zijn boetes niet betaalt. Torpe kan moeders als Anna Vlek al leen helpen als de (opgroeiende) kinderen meewerken. „Ik wil een nieuw, kleiner huis voor haar rege len. Dit 5-kamerappartement kan zij in haar psychische toestand niet schoon houden. Ik regel hulp in de huishouding. Maar haar drie thuis wonende kinderen moeten wel hel pen het schoon te houden. Ook de vier kinderen die al het huis uit zijn en nu met de kleinkinderen langsko men moeten meewerken. Al haar kinderen zijn straatarm." De hulpverleenster probeert om te beginnen een helder overzicht te krijgen van de totale schulden. Als die hoger zijn dan 5.000 euro scha kelt ze een schuldsaneerder in. Is de schuld lager, dan doet ze het zelf. Torpe brengt gezinnen basisvaardig heden bij op het terrein van financi ële huishouding. Bij de een betekent dit het regelen van automatische in casso's, opdat de huur meteen be taald wordt zodra de uitkering bin nen is. Bij een ander helpt ze met het doen van de boodschappen. Bijzondere bijstand Ook regelt Torpe vaak bijzondere bijstand, want chronische schulde naars blijken vaak de weg niet te kennen in het oerwoud van regelin gen op sociaal terrein. „Vooral na in voering van het nieuwe belasting stelsel laten velen geld liggen waar ze wel recht op hebben. Ze vragen bijvoorbeeld geen heffingskortingen aan." Hoe pijnlijk de situatie van Anna Vlek ook is, Torpe heeft goede hoop dat zij er bovenop komt. „Bij de meeste mensen gaat het goed. En Anna wil graag geholjpn worden." Lydia Akkermans uit Rotterdam her innert zich dat zij er ooit net zo bij zat als Anna Vlek. Nu gaat het haar naar omstandigheden goed. Haar schuld ter grootte van 19.000 euro wordt door een saneringsbureau weggewerkt. Dat bureau betaalt van haar bijstandsuitkering haar achttien schuldeisers, haar huur en haar energielasten. Van het weinige geld dat dan nog over is, moet Akker mans eten en kleding kopen. Over drie jaar is Lydia van haar schulden af. „Dan begin ik een nor maal leven. Vooral voor mijn zoontje wil ik daarvoor knokken. Godzijdank lijdt hij niet onder de omstandighe den. Natuurlijk, Sinterklaas en Kerst man komen niet bij ons langs, maar daar heeft een tweejarige toch nog geen besef van." En schulden? „Die maak ik nooit en nooit meer." De namen van de schuldenaars zijn om redenen van privacy gefingeerd.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 2002 | | pagina 33