Tekenen als therapie tegen stress en verdriet Een kijkje in de keuken van Mora Friet frikadel feest ZATERDAG 7 DECEMBER 2002 ER Tekentherapie is uiting geven aan je gevoel door te tekenen. De therapie werd zeventien geleden geïntroduceerd door Lisa Borstlap en wordt nu vooral in Nederland toegepast. De therapie kan worden gebruikt bij het leren omgaan met stress, verdriet, relatie- en opvoedingsproblemen of het overwinnen van angsten. door Florence Imandt De bedoeling van de 'crea-dag' was de twaalf verpleegkundigen tot een team te smeden. Ze kregen elk als opdracht golven te tekenen. Hoge, lage, woeste, maakte niet uit. Als ze maar hun eigen gevoel van dat mo ment weergaven. Het viel al op dat de leidinggevende niet meedeed. Zij tekende wel, maar alleen waar ze zelf zin in had. En dat waren dus geen golven. Aan het eind van de workshop wer den de golf-tekeningen bij elkaar ge legd, zodat er een zee (lees: hechte groep) ontstond. De leidinggevende die zich heel de tijd afzijdig had ge houden, werd gevraagd erbij te ko men. Ze zette twee grote halen door de tekeningen en vernietigde daar mee de producten van de groep. „En ineens was het doodstil", zegt Els Reuzenaar die de bijeenkomst als tekentherapeute leidde. „Schok kend. Maar het zei natuurlijk wel heel veel. Die vrouw die de leiding paste eigenlijk niet in het bedrijf om dat ze naar niemand luisterde, over mensen heen liep." Boerderij Els Reuzenaar rondde in juni de vierjarige opleiding tot tekenthera peute af en begon een praktijk in haar boerderij in het West-Brabantse Wouwse Plantage. Ze heeft vooral individuele cliënten, het groepswerk voor bedrijven en instellingen is niet de hoofdzaak. De therapeutische sessies duren ongeveer een uur. Ge middeld is een reeks van zes nodig om het gewenste doel te bereiken, zegt Els Reuzenaar. „Vaak zijn de eerste verhalen vaag. Tekentherapeute Els Reuzenaar: „Zelf kan ik ook niet tekenen." Foto: GPD/Dick de Boer Mensen zijn ongelukkig, zitten niet goed in hun vel, zijn angstig, onze ker of somber. Simpel gezegd laat ik ze een minuut of twintig tekenen. Soms met een opdracht. Aan de hand van de lijnen en voorstellingen die ze tekenen en de kleuren en het materiaal dat ze gebruiken, analy seer ik hun gevoel van dat moment." Voelen, denken, willen, doen. Dat is de lijn die Els Reuzenaar volgt bij haar therapeutische sessies. „Erach ter komen wat mensen voelen, hoe ze denken, wat ze willen en dan moeten ze er vervolgens zelf iets aan doen. Het is niet alleen maar praten, praten, praten, zoals bij andere the rapieën. Dit is iets doen, iets maken. Op een ontspannende manier. Je hoeft helemaal geen tekentalent te zijn. Zelf kan ik ook niet tekenen." „Het is het eerste dat mensen zeg gen die hier komen: 'ik kan niet te kenen'. Maar er komt toch altijd iets leuks uit, iets onverwachts. Vooral met ecoline maak je heel gemakke lijk hele mooie dingen. Dat werkt heel positief op mensen, dat er plotsklaps iets moois ontstaat. Ze willen het ook allemaal hebben, ze nemen het altijd mee naar huis. Na zes keer is er vaak een soort levens film ontstaan." Els Reuzenaar weet het zeker: teke ningen geven in symboolvorm de toestand van de psyche weer. Er zit met andere woorden altijd iets ach ter de tekeningen die mensen ma ken. Altijd. Zo kan een bliksem- schicht-achtige kras op dreiging dui den en een berg-achtige kras op een obstakel. En als iemand een boom tekent, staat de kruin voor denken, de stam voor gevoel, de wortels voor de wil. Elk mens gebruikt zijn eigen symbo len, zegt Els. „De tekeningen zijn een aanleiding, een handvat tot zelf onderzoek. Het antwoord zit altijd in de mens zelf. Ik help ze bij het for muleren ervan." Nederland telt zo'n 300 tekenthera peuten van wie er 124 zijn aange sloten bij de Beroepsvereniging van Teken therapeuten (053-4306.335). Teken therapie wordt doorgaans niet door het ziekenfonds vergoed, bij sommige particuliere verzeke- ringspaketten is vergoeding wel mogelijk. De kosten van een per sessie variëren van twintig tot zes tig euro. De enorme naamsbekendheid heeft Mora vooral te danken aan Cora van Mora die tus sen 1985 en 2001 op tv met veel succes de ene na de andere snack introduceerde: van de kip knots tot de 'saté met zonder stokjes' (zoals hij officieel heet). En toch werd er vorig jaar plots klaps afscheid van haar genomen. „We merk ten dat de formule na zestien jaar een beetje begon te slijten", zegt directeur Gans. „De mensen zagen Cora maar ze hoorden niet meer wat ze te vertellen had. Bovendien sloeg ze in België, ook een belangrijke markt voor ons, minder aan." De oplossing werd gevonden in een nieuwe reclamekoers rond de slogan 'mmm van Mora' die het plezier van snacken moet uitstralen. Tegelijkertijd wil Mora de liefhebbers van de vette bek duidelijk maken dat ze in Maastricht (en België) een kwaliteitssnack maken. Daar om ook is het bedrijf begonnen om alle frika dellen te voorzien van een met laser ingebrand mmm-logo. Vanaf januari zijn deze mmm-frikadellen in Nederland op de markt, onder andere onder steund door een tv-spotje met zanger Denny Christian. Later moeten ook de loempia's, kro ketten en de rest dit ingebrande keurmerk krij gen. Het keurmerk is voor Gans een mooie aanlei ding om het bekende 'broodje aap-verhaal' aan te kaarten over alle smerigheid die er in frikadellen gestopt zou worden zoals paar denogen, koeienuiers en slachtafval. „Wij we ten ook niet waar die verhalen vandaan ko men", zegt hij. „Maar er klopt niets van. Het is zelfs bij wet verboden. In onze frikadellen gaat paardenvlees, varkensvlees, kippenvlees, plus paneermeel en kruiden. Kijk straks zelf maar in de fabriek." Dat doen we. In de fa briek ontdekken we ook nog dat de gebakken frikadellen voor thuis gebruik anders zijn dan de exemplaren die naar snackbar en cafe taria gaan. Ze zijn allebei weliswaar zo'n achttien centimeter lang, maar het scheelt toch 30 gram. Voor de supermarkt maakt Mora ze namelijk 70 gram terwijl de snack barexemplaren 100 gram wegen. We doen die ontdek king vooraan in de frikadellenfabriek waar de veelbesproken grondstoffen voor de po pulairste snack van Ne derland bij elkaar ge gooid worden. Een koud karweitje want alle grondstoffen worden aangevoerd in diepgevro ren blokken van een kilo of tien. Grote ijsblokken kippenvlees, varkensschou ders en paardenvlees gaan in een enorme hak- selaar die er compacte brokken van maakt. Met paneermeel, kruiden en warm water erbij ontstaat vervolgens in een andere mega-pu- reermachine het frikadellendeeg. Volgens Mora's geheime recept ('een pittige, stevige frikadel'). Echt smakelijk ziet de roze smurrie er niet uit. Zeker niet als hij dampend en wel, met liters tegelijk in grote bakken gespoten wordt. Vanaf daar nemen machines het werk (grotendeels) over. Een speciaal apparaat zuigt de roze pap via een pijpje aan waardoor ruim 400 frikadel len per minuut hun vorm krijgen. De worsten plonsen direct in een waterbad van 85 graden, De echte 'Cora's' van Mora leggen de frikadellen recht voordat het mmm-logo met de laser wordt aangebracht. Ook het inpakken gebeurt nog handmatig. Foto: GPD/Frits Widdershoven De Nederlandse snack topio 1 Frikadel 2 Kroket 3 Gehaktbal 4 Bamischijf 5 Hamburger 6 Kaassoufflé 7 Goulashkroket 8 Kipkorn 9 Nasischijf io Gehaktstaaf (De kaassoufflé is een typische vrouwensnack. De gehaktstaaf daarentegen wordt vooral door mannen gegeten) bedoeld om het deeg te garen. Na zo'n 8 minuten in deze whirlpool rollen de frikadellen volauto matisch op een lopende band waar ze in een stief kwartiertje met lucht af gekoeld worden tot een graad of 30. Waarom? Anders zouden de meisjes van Mora na melijk hun vingers ver branden want dat hele frikadellenleger moet, met de hand, netjes in het gelid gelegd worden om de mmm-tatoeage te kunnen ontvangen. En dat is net Star Wars: in een afgeschermde kast zie je in een fractie van een seconde een groen laserlichtje over elke fri kadel schieten om de drie m's met drie puntjes erin te branden. Daarna volgt het inpakken. Met doos en al gaan de snacks vervolgens de vriesstraat in waar ze, een metamorfose rijker, weer net zou koud uitkomen als aan het begin. Om alle risico's uit te sluiten gaat elke doos ook nog eens door een metaaldetector die splinters tot 1,8 mm er nog uitpikt. Want op een frikadel speciaal-metaal zit niemand na tuurlijk te wachten. Alle snacks blijven vervolgens nog twee dagen op de fabriek totdat alle controles goed zijn uitgevallen. Pas dan worden de frikadellen over Nederland, België en de grensstreek met Duitsland uitgereden voor hun langverwachte duik in het frituurvet. Want hoe populair ook: alleen daar worden frikadellen gegeten. Oh ja, en in het toeristenseizoen ook nog aan de Spaanse kust. Nederland is een echt snackland. Foto: GPD/Roland de Bruin Als je echt van snacks houdt, moet je bij Mora gaan werken. In de kantine van de Maastrichtse fabriek is het na melijk elke dag feest. Loempia's, kipknotsen, kroketten, elke dag zo veel als je wilt, gratis en verser dan vers want zo uit de fabriek. Mora wil zijn imago van 'mmm' graag hoog houden. Daarom mogen we - voor het eerst in de histo rie - een kijkje in de keuken nemen. Met een marktaandeel van 34 procent is Mora de grootste speler op de Nederlandse snack- markt. Een enorme markt. Met zijn allen ver orberen we per jaar zo'n 165 miljoen kilo friet, 500 miljoen frikadellen, 350 miljoen kroketten, 60 miljoen porties saté en 45 miljoen liter aan mayonaises en sauzen. Het meeste daarvan halen we bij de snackbar, de rest - ongeveer een vijfde deel - gaat thuis in de frituurpan. Gek op snacks dus. „Maar tegelijkertijd voelen we ons er vaak ook een beetje schuldig on der", zegt marketing directeur Stef Gans, uit eigen ervaring. „Het is een beetje fout, maar wel heel erg lekker. Zoiets." Mora weet uit ei gen onderzoek ook dat de wekelijkse friet maaltijd (het gemiddelde) in elk gezin als een feestje beschouwd wordt: lekker makkelijk en snel, eten met de handen, gewoon op de bank of voor de tv en na afloop voor de verandering bij iedereen lege bordjes en dikke buikjes. Mora is bij 98 procent van de Nederlanders bekend. Het merk, een samentrekking van de namen van de oprichters Marcel Mourmans (Mo) en zijn vrouw Robby Ramaekers (Ra), be staat nu ruim 40 jaar. Wat begon met een paar kroketten uit een Maastrichts winkeltje is uitgegroeid tot de IgloMora groep met 1000 medewerkers, een dochter van Unile- el met ;o is vanaf Nederland )/PR Nederlanders zijn gek op snacks. Friet, frikadellen, kroketten, we slaan ze in schrikbarende hoeveelheden naar binnen. Zo leert een bezoek aan snackfabrikant Mora die graag afrekent met de mythe dat er in een frikadel vooral slachtafval gaat. door Hans van Alebeek

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 2002 | | pagina 43