Wiesje Terre des Hommes, klein duimpje met klasse HDC931 ZATERD 7 DECEfi 2002 Mevrouw Ans Kastelein stond als laatste gepland voor het spreekuur. Een verademing, een mooie afsluiting van een zware dag. Ze had jarenlang in de horeca gewerkt. Behalve haar toewijding had ze nog een fantas tisch eigenschap: ze hoorde alles, maar kon ongelofelijk goed haar mond houden. De groten' van Ne derland waren bij haar langs ge weest. Studenten, doktoren, advoca ten, zelfs de leden van het Koninklijk Huis behoorden tot haar cliëntèle. Ze hadden haar met hun grootste in timiteiten in vertrouwen genomen. Ze was en bleef de bazin, oren open, mondje toe. Wie haar niet zinde of vervelend was, werd zonder omhaal de toegang ontzegd. Een enkele lo kale ondernemer die zijn poten niet thuis kon houden, kon vertrekken. Vrien delijk doch zeer be slist: er uit en er voor lopig niet in. Ze had bij de assisten tes op haar beurt zit ten wachten. Haar volle lach zorgde, on danks de drukte, voor een ontspannen sfeer. 'Schiet je nog eens op, Har, want ik zit hier wortel te schieten.' Lachend haalde ik de volgende patiënt, een notoire zeurkous die het kankeren op Wim Kok en zijn trawanten tot kunst had verhe ven. Zijn klaagzang was oeverloos. Nu was de thuiszorg een zooitje en was Kok al lesbehalve de zorgza me vader voor 'zijn' arbeiders, maar zo hoefde het nou ook weer niet. Dus gaf ik maar wat tegengas, indachtig de op merking van geslaagde onderne mers: 'Onder de 'rooien' hebben we nog nooit zoveel geld verdiend.' Gehuld in een wijde cape kwam Ans daarna joyeus binnen. Ze viel met een met de deur in huis. 'Ik heb een klussie van onderen en dat mag jij alleen maar doen.' Ze toonde een groen papiertje van het bevolkingsonderzoek tegen baarmoederhalskanker. Een uit- strijkje, een routineklus, maar heil zaam en effectief. Mijn geleerde broer Chris heeft er met zijn HPV-vi rus een dagtaak aan. Een stalen een- denbekspeculum en een borsteltje waren de noodzakelijke attributen. Het uitstrijkje was snel gemaakt. Terwijl ik het objectglaasje met fixeer bespoot, klonk het: 'Zie je niks aan mij. Twaalf kilo afgevallen. Mooi hè.' s V Praktijkverhalen van de Leidse huisarts Har Meijer (aflevering 31) en na afloop gingen de pompen in de kroeg goed open. Ans deed het woord: 'Wies kan niets meer eten, alles komt er uit.' 'En de ontlasting?', vroeg ik. 'Al vier dagen niets', antwoordde Wies zelf. 'Hoe lang speelt dit al?' 'Een paar weken.' 'Waarom ben je niet eerder geko men?' 'Ik durfde niet. Ik heb van alles ge probeerd, maar nu gaat het echt niet meer.' Hoe kon zo'n knappe vrouw zo afta kelen? Dit was volkomen mis. Ans keek mij met haar mooie grote ogen vragend aan. 'Jij moet wat doen, Har. Zo kan ze niet terug naar huis.' Wat hadden we met z'n drieën vrese lijk gelachen. Zo'n jaar of drie na de dood van Wim kwamen ze samen op het spreekuur. Van het een kwam het ander. 'En hoe is het met de liefde, Wies?Zo'n mooie bloem moet...' 'Begin jij ook al te zeiken. Nou, vrijen willen ze wel, maar creatief zijn, ho maar'.'Pats, dat was het. Ans kwam niet meer bij van het lachen. 'Ja Har. ze willen allemaal hetzelfde, en dan meteen oprotten. Aan mijn lijf geen polonaise meer. En liet was zo'n prachtig wijf met zo'n prachtig lijf. Het onderzoek aan haar buik was overbodig. Eens mooi en gaaf was het nu de zak van Sinterklaas, met uitbollend speelgoed. Ze lag vredig op de onderzoeksbank. 'Doe maar niets meer, maar haal in godsnaam dat vreselijke gevoel in mijn buik weg.' Internist Martin Boekhout, een gou den vent, had maar één woord no dig: 'Coloncarcinoom?' 'Ik denk het wel.' 'Stuur maar. Kijken wat we nog kun nen doen.' Na een ontlastende operatie was zij met een stoma nog enkele weken thuis geweest. Uitzaaiingen in de le ver gaven haar huid een geelkoperen glans, best mooi. Nooit klagen, geen wanklank. Wel veel cynisme over wat het leven haar nog had kunnen brengen. En over Wim, samen in de hemel. Ondanks dat de dood zich van haar meester begon te maken, was ze mooi. Kilo's make-up smeer de ze op haar gezicht: ze wilde de dood in stijl ontmoeten. Toen ik haar op zondagavond opzocht, zei ze onverwacht: 'Al die klootzakken die zo graag wilden vrijen zijn bijna allemaal langs geweest. Fantastisch, en gezopen dat ze hebben. Heerlijk.' De morfine had haar euforisch ge maakt. Enkele weken later overleed ze. Haar begrafenis was stijlvol. Ze waren er allemaal. De maandagmiddag van zo'n tien jaar geleden zal ik niet licht vergeten. Zoals altijd kwamen ze samen, de twee vriendinnen. Mooie koppen, goed in het vlees. Zoals gewoonlijk giechelend, maar nu met betrokken gezichten. "Wat is er?', begon ik, Wiesje nauwkeurig observerend. In gevallen wangen met doffe ogen. Normaal een mooie, volle vrouw met een ondeugende kop waarin prachtige tanden stonden te stralen. Er was niets van over. Nadat ze haar café had verkocht was zij meer ontspannen dan ooit en ge noot meer van het leven. Dag en nacht werken: het was loodzwaar geweest. Ook de zorg voor haar geestelijk gehandicapte broer in de Van den Berghstichting in Noord- wijk hield haar altijd bezig. Ze had hem altijd liefdevol nagelopen als eerbetoon aan haar ouders. Haar man had haar door dik en dun ge steund. 'Meet ook effe mijn bloeddruk', vroeg ze. 'Prachtig Ans, 140 over 80.' 'Weet je wie er vandaag jarig is? "Nee.' 'Wiesje.' 'Jezus, ja, dat is al weer lang gele den.' Haar ogen stonden triest. 'Ik mis haar nog iedere dag. Fantastisch wijf.' Begin 1980 was haar man Wim op een warme middag in mijn spreek kamer overleden. Hij liep om vijf uur binnen. 'Godverdomme Har, ik heb zo'n verschrikkelijke koppijn. Doe iets. doe iets, ik hou het niet meer uit.Zijn grote hoofd was paars aan gelopen en zijn ogen stonden wild in hun kassen. 'Doe iets, doe iets', huilde hij. 'Ja, ja. Ik mat zijn bloeddruk, terwijl hij voorovergebogen in de stoel 'hing'. Je zus, 230 over 150, hij leefde op een vulkaan. 'Ik ga de ambulance bellen. 'Doe iets, godverdomme, doe iets, ik barst uit mijn kop. Natuurlijk wist ik nu juist het num mer van de ambulance niet, maar toen ik het eenmaal had gedraaid riep ik: 'Direct, direct. Stokroos 1. Hij viel voorover op de grond. Snur kend en rochelend lag hij daar, zijn handen om zijn hoofd gevouwen, een verschrikkelijk gezicht. Ik knielde naast hem neer en legde een kussen onderzijn hoofd. Hij keek mij aan met ogen waarin de pupillen stijf en uitdrukkingsloos waren. Ik scheen er met mijn lampje in: geen reactie. De ambulance kwam op tijd. 'Neurochirurgie, en ik zal bellen.' Hij had nog steeds wat pols. Binnen her kwartier was hij in het Acade misch Ziekenhuis. Ik belde Wiesje. 'Ik zie je daar wel. 'Har, hij gaat toch niet dood?' 'Ik weet het niet. Een kwartier later was ik in het Aca demisch Ziekenhuis. Wim was al naar de operatiekamer. De neurochi- rurg was een goede bekende van mij en ik mocht meekijken. De boor was al halverwege de schedel. Lichte straaltjes bloed verlieten Wims hoofd. Het klieven van de hersenvliezen was een drama. Vers bloed gulpte naar buiten. De operatie werd gestaakt. Het bloed werd gestelpt en de schedel gesloten. Wim was overleden. Tekening: Bert van der Meij Met de neurochirurg verliet ik de operatie-afdeling. Wiesje zat op een bankje, een jonge, mooie weduwe, moeder van twee opgroeiende mei den. We stonden stil en ze kwam naar ons toe. Haar lichaam trilde. Snikkend mompelde ze: 'Dood?' 'Ja, de operatie had geen zin meer. Ik denk dat hij bij mij in de spreekka mer al is overleden.Ik deed mijn ver haal en we dronken koffie. De zusters waren fantastisch voor haar. Jonge, blozende meiden met een geweldige betrokkenheid. De begrafenis was er een van de beste soort: mooie dienst 'Oh, is hij bij jou. Wat is er?' 'Ja... hij heefteen hersenbloeding ge had en ligt nu op neurochirurgie. 'Ik hoorde zacht snikken. 'Hij heeft al twee nachten niet geslapen vanwege pijn in zijn kop. We hebben het weekend proberen te bellen, maar je was er niet. 'En de doktersdienst?' 'Neem maar paracetamol, zeiden ze daar.' 'Ga maar naar de neurochirurgie in het Academisch Ziekenhuis. Ik kom direct. 'Hij gaat toch niet dood?' Je zou ze met recht de Pietje Bells van de Neder landse ontwikkelingshulp kunnen noemen: Ron van Huizen en Hans Guyt van Terre des Hommes in Den Haag. Een eigenzinnig duo dat graag te gen heilige huisjes schopt en de hulporganisatie bevrijdde van haar saaie imago. Vorige week trad Terre des Hommes toe tot het selecte gezelschap organisaties dat overheidssubsidie krijgt. door Taco van der Mark Wat je allemaal niet moet doen om er einde lijk bij te horen, verzucht Terre des Hom mes-directeur Ron van Huizen (54) in zijn werkkamer in Den Haag. Het is onophoude lijk beuken tegen de muur tot die eindelijk barst, vult hoofd projecten Hans Guyt (50) aan. Maar het geduld en het doorzettingsvermo gen om ook, net als onder meer Novib en Plan International (voorheen Foster Parents Plan), overheidssubsidie te krijgen, was niet voor niets. Begin november gaf staatssecre taris Van Ardenne (CDA) van ontwikkelings samenwerking Terre des Hommes groen licht. De komende vier jaar krijgt zij vijf mil joen euro per jaar om haar projecten in de Derde Wereld te verbreden. ,,Toen we hoor den dat wij ook een medefinancieringsorga nisatie worden, zoals dat officieel heet, heb ben we hier wel even een klein feestje ge vierd", zegt Van Huizen. Twee jaar duurde de strijd van de ontwikke lingshulporganisatie om te participeren in het budget voor ontwikkelingshulp. Een budget dat was voorbehouden aan de grote vijf: Novib, Cordaid, Hivos, Icco en Foster Parents Plan. Samen verdeelden zij een mil jard gulden. Organisaties die ook wilden toe treden tot dit selecte gezelschap moesten voldoen aan uitgebreide criteria zoals werk zaam zijn in verschillende continenten en het bestrijden van armoede. Voor Terre des Hommes leek dat niet zo'n probleem, zegt volbloed Scheveninger Hans Guyt. „Want aan al die criteria voldeden we prima. Maar het schandalige was dat de commissie die moest beoordelen of een nieuwe toetreder wel of niet geschikt was, bestond uit de directeuren van juist de ge vestigde organisaties zelf. Wij waren dus, net als ieder ander, bij voorbaat kansloos om in aanmerking te komen. De reden die voor de afwijzing van het ver zoek werd gegegen, was dat Terre des Hom mes geen 'toevoegende waarde' ten opzichte van de andere hulporganisaties had. „En dus wees de toenmalige minister Herfkens ons verzoek af. We hebben vervolgens alle beroepsprocedures die mogelijk zijn aange grepen, maar zonder resultaat. Hoewel, uit eindelijk kwam er wel een nieuw beleidska der. Een onafhankelijke commissie moest daarbij adviseren over aanvragen van nieu we toetreders, inclusief die van de gevestig de organisaties", zegt Van Huizen. De volgende barrière die moest worden ge slecht, was het schrijven van een bedrijfs plan voor de periode 2003 tot en met 2006. „Dat was werken onder hoogspanning. Maar binnen drie weken hebben we dat toch voor elkaar gekregen", zegt Van Huizen trots ter wijl hij het rapport 'Breed uitgemeten' van het ministerie van buitenlandse zaken (Bu- Za) erbij pakt. „BuZa beoordeelde de ver schillende aanvragen van de hulporganisa ties. En het mooie was dat ons plan een 7,4 kreeg. Alleen het Hivos scoorde met 7,6 iets hoger. Daar waren we best trots op. En wat we vroegen aan subsidie, vijf miljoen euro per jaar, is gehonoreerd. Guyt haakt in: „En de Novib, die 123 miljoen had gevraagd, kreeg voor haar rapport niet eens een voldoende. De grootste club scoor de slechts een 5,4. En dat leverde ze dus een strafkorting van 26 miljoen euro op." Hij lacht: „Ja ja, hoogmoed komt voor de val." Terre des Hommes Nederland, opgericht in 1966, opereert in twintig ontwikkelingslan den verspreid over Zuid-Azië, Zuidoost-Azië, Latijns-Amerika en Oost-Afrika. Kleinscha ligheid, dat heeft bij de hulporganisatie altijd de boventoon gevoerd. Onderwijs, gezond heidszorg en sport en spel zijn de projecten waar de organisatie zich op richt. Guyt: „Onze projecten zijn laag bij de grond. Altijd in samenwerking met lokale organisa ties. En er wordt steevast een bijdrage van de mensen daar gevraagd. Het is niet zo dat wij vrijuit geven en de mensen hun handen op houden. Wij hebben bijvoorbeeld onlangs een vliegtuig aangeschaft waarmee we de nomaden in Noord-Kenia van gezondheids zorg voorzien. Maar daarvoor is het wel no dig dat zij landingsbanen aanleggen en die ook onderhouden. Dat tekent onze organi satie. Investeren in kleinschaligheid en we derzijdse coöperatie. Alsjeblieft geen grote instituten zoals ziekenhuizen waar je miljoe nen inpompt zonder dat daar ooit iets uit komt. Want je denkt toch niet dat die noma den naar een ziekenhuis toe gaan? Nee, wij moeten naar hen toe." Het ontwikkelingsbudget van Terre des Hommes steekt qua omvang schril af in ver gelijking met dat van de echt grote spelers als Novib. Over 2001 werd een bedrag van 16 miljoen euro besteed waar de andere organi saties tientallen miljoenen euro's uitgeven. „Prima hoor", zegt Guyt, „als wij hadden ge wild, hadden we ook een subsidieaanvraag kunnen doen van dertig of veertig miljoen. Maar wij willen zelf onze broek ophouden. We willen voor niet meer dan 25 procent af hankelijk zijn van de overheid. Als je afhan kelijk bent van subsidies drijf je weg van de samenleving. Terre des Hommes wordt ge dragen door vrijwilligers en donateurs. Als je die verliest, verlies je automatisch ook maat schappelijk draagvlak." Van Huizen vult aan: „Bovendien leert de er varing dat je klein veel effectiever kunt wer ken dan wanneer je groot bent. Grote orga nisaties worden onherroepelijk bureaucra tisch. Terre des Hommes wil geen Philips of Sony zijn, maar Bang Olufsen. Klein, maar wel uitblinken in kwaliteit." Dat uitgangspunt, een Klein Duimpje met klasse, leerden Van Huizen en Guyt bij Greenpeace. Guyt was in 1978 mede-oprich ter van Greenpeace Nederland, Van Huizen werd twee jaar later aangesteld als directeur. „We hebben geluk gehad bij een organisatie te werken die in de kinderschoenen stond, maar met een geweldige potentie. Het op bouwen van een organisatie, dat vinden we spannend." In de elf jaar dat ze samen bij Greenpeace werkten, steeg het aantal donateurs van 16.000 in 1980 naar ruim 800.000 in 1991. Een prachtige tijd, zo blikt het duo terug. „Het is fenomenaal dat op een bepaald mo ment de juiste mensen bij elkaar komen om een club vanuit het niets tot iets te brengen. Geweldig gewoon", zegt Van Huizen. Guyt zat zelf op de Greenpeace-bootjes. Een actievoerder in hart en nieren. Die ook op de Rainbow Warrior meevoer en aan boord was toen in 1985 de Franse geheime dienst een bom aan boord tot ontploffing bracht in Auckland in Nieuw-Zeeland. Die aanslag kostte een Portugese fotograaf het leven. „Dat was op 10 juli 1985, de dag dat jouw va der overleed. Ja, een bijzonder hoofdstuk", zegt hij tegen Van Huizen. „We hadden een bijzondere wisselwerking samen. In die tijd ging Ron over de geldstromen, ik over de zeestromen en samen waren we tegenstro men." Eind jaren tachtig besloten Van Huizen en Guyt tot de aankoop van een schip, de Solo. Die moest laten zien hoe onveilig het inter nationale zeetransport was. Maar ook moest de Solo zelf meehelpen aan rampenbestrij ding. Dat initiatief lokte een storm van pro test uit binnen Greenpeace, vertelt Van Hui zen. „De gedachte was, hoe meer olieram pen hoe beter voor Greenpeace. Een krank zinnig argument, want je vergeet dat dat ten koste gaat van het milieu. Van Huizen en Guyt vertrokken, teleurge- Ron van Huizen (links) en Hans Guyt, de Pietje Bells van Terre des Hommes. Foto: GPD/Evert-Jan Daniels steld. De Solo werd verkocht en Greenpeace volhardt tot op de dag van vandaag in de in geslagen koers van protest. „Nu weer met de Prestige. De Spaanse overheid hekelt terecht dat de hele zeevaart de regels omtrent olie transport aan de laars lapt. En we zien een woordvoerder van nota bene het Wereld Na tuur Fonds die zijn afschuw uitspreekt. En Greenpeace? Greenpeace schittert door af wezigheid. Zonde", huivert Van Huizen. Na Greenpeace splitsten zich de wegen van het duo. Guyt werd restauranthouder in Ier land en Van Huizen werkte kortstondig voor Radio 538. In 1994 werd hij directeur van Terre des Hommes. „Toen ik hier kwam, was de club degelijk en betrouwbaar. Maar het leven was eruit. Er moest meer schwung in de organisatie komen." Een paar jaar later ging de telefoon over in huize Guyt in Ierland. Tegen het voorstel om hoofd projecten te worden, kon hij geen nee zeggen. En dus werd het duo in 1996 her enigd. En mocht Guyt zijn hobby uitleven: actie voeren tegen de schendingen van de rechten van het kind. Maar niks ludieks, zegt Van Huizen. „Wat heb ik een hekel aan die actievoerders die voor de zoveelste keer zich als een sojaboon verkleden als ze proteste ren tegen gentechnologie. Houd daarmee op!" Maar hoe zit het dan met het uitdelen van beschuit met muisjes bij het Haagse stad huis tegen kinderhandel, een actie die Terre des Hommes vorig jaar zelf op touw zette? Guyt reageert met afgewend hoofd en roept theatraal om genade. „Dat was het idee van een reclamebureau. Wij waren toen allebei afwezig. Maar echt, die komen er bij ons niet meer in." De aanschaf van een vliegtuig voor Kenia, de bouw van een hospitaalschip voor bewoners in Bangladesh, dat zijn de acties waar het om gaat. Hoe belangrijk ze ontwilckelingshulp ook vinden, zonder transparantie is het waanzin. „Natuurlijk mag je vraagtekens plaatsen bij ontwikkelingshulp. We hebben het over een miljard gulden aan belastinggeld dat naar de Derde Wereld gaat. De overheid zou moeten toezien op wat er met het geld gebeurt. Dat gebeurt nu te weinig", zegt Van Huizen. Weer een muur om te slechten, lacht Guyt. „Er is wel een stuurgroep evaluatie die de kwaliteit van de projecten beoordeelt, maar je raadt het al. De opdrachtgevers zijn de ge vestigde ontwikkelingsorganisaties. Dat moet volgens ons de subsidiegever zijn. En daar gaan we ook voor pleiten. Ongeacht wat Novib en de anderen daarvan denken. Ja, we blijven een vreemde eend in de bijt."

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 2002 | | pagina 36