Tot je enkels an de modder Het grote verschil tussen profs en amateurs Jd ZATERDAG 7 DECEMBER 2002 SPORT Richard Goulooze (FC Lisse), doelman Max de Jong van Katwijk en Noordwijk-speler Leonard van Utrecht (van links naar rechts) maakten dit seizoen de overstap van de profs naar de amateurs. „Ik zie me dit niet nog een paar jaar doen." Foto: Dick Hogewoning genwoordig zitten jongens die een beetje kunnen voetballen al vroeg bij betaalde clubs. Ik vind het ni veau van de hoofdklasse op dit moment niet om over naar huis te schrijven. Van Utrecht: Voetbaltechnisch, tactisch, qua denk vermogen is het allemaal minder. Ze kunnen niet een stapje vooruit denken. Ze moeten eerst de bal hebben en dan gaan ze pas kijken. Ik maak een loopactie om vrij te komen, en dan ben je vrij, maar dan moeten ze eerst de bal nog aannemen, voordat ze hem inpassen. Het wordt er niet makkelijker op. Terwijl er juist meer van je wordt verwacht, omdat je uit het betaalde voet bal komt. Maar je gaat gewoon mee in het niveau, tenminste ik. Ik ben een speler die het trainen nodig heeft. Ik ben niet een begenadigd technicus, ik heb ook niet zoveel talent vind ikzelf. Ik heb het altijd van andere dingen moeten hebben. De Jong: Je bent gewoon een leuk ventje in je shirt. Het ziet er mooi uit. Goulooze: Ja, goed voor de foto ben je altijd geweest. De Jong: Het gaat om vanzelfsprekende dingen. Ik sta in het doel altijd naar het spelletje te kijken. Als de te genstander aan de bal is, dan weet je van tevoren wat een linksback doet en wat een rechtsback doet, dus daar stel je je als keeper op in. Maar als die back in eens heel andere dingen doet, nou, dan raak je in de war wil ik niet zeggen, maar dan ga je zelf ook uit po sitie lopen en dan ga je ook fouten maken. Goulooze: Iedereen wist wat -ie moest doen in het betaalde voetbal. En nu moet ik soms vijf of zes keer tegen iemand hetzelfde zeggen en op een gegeven moment denk je: zoek het even lekker uit. En dan denkt zo'n speler dat het persoonlijk is, o, hij moet mij weer hebben. Maar ik zeg het alleen maar om ie mand beter te maken. Uitwedstrijden De Jong: Ik ben wel blij dat ik de uitwedstrijden niet meer heb. Van Den Haag naar Den Bosch, dan naar Heerenveen, weer terug naar Den Bosch en dan weer naar Den Haag rijden op een zaterdagavond. Als we nu tegen Noordwijk spelen, ben ik in 25 minuten thuis in Den Haag. En op zondag vrij hebben is ook ideaal. Van Utrecht: Na de wedstrijd vind ik het ook leuk. Het sfeertje van ons kent ons. Dat geldt voor mij hele maal omdat ik uit Noordwijk kom. Goulooze: Je staat meer in het normale leven. Je bent nu ook wel eens vrij als andere mensen vrij zijn. Ik vind het wel lekker om nu op zaterdagavond een ver jaardag te hebben of om met vrienden naar de kroeg te gaan. Van Utrecht: Ik ben ook blij dat ik me nu lekker in Noordwijk gesetteld heb. Ik weet dat ik hier nu blijf. Goulooze: Mijn oudste is acht en die is al zes keer verhuisd. De Jong: Dat is de reden dat ik deze zomer niet naar Madeira ben gegaan. Ik had net een huis gekocht, dat is een paar weken geleden opgeleverd. Goulooze: Ik maak dit jaar af. Door blessures ging het eerste half jaar verloren, maar na de winterstop wil ik er nog echt wat van maken. Misschien dat ik er dan nog een jaartje aan vastplak. En dan kap ik er hele maal mee. Dan ga ik met vrienden voetballen, of in de zaal. Dan zit je ook niet met die slechte velden. Want vanavond sta ik weer tot mijn enkels in de modder. Met vier van die kaarsjes om het veld heen. En de spullen moet je zelfwassen. De Jong: Ik lig altijd in de modder te rollen. Vroeger pakte je je hopie op en gaf je het aan de materiaal man, maar nu neem je het mee naar huis en is het voor het vrouwtje. Goulooze: Van Utrecht is de enige die in het wit traint en gewoon wit van het veld stapt. Stoppen Van Utrecht: Misschien ga ik nog wel een jaar door. Daarna ga ik met mijn vrienden spelen. Als ze me goed genoeg vinden. De Jong: Mijn gevoel zegt dat ik het lichamelijk nog wel een paar jaar vol kan houden. Dit is een moment opname, hè. Als Katwijk volgend jaar veel wint en bij de eerste drie staat, dan is de sfeer heel anders. Mis schien blijf ik wel, en misschien ook niet. Goulooze: Lisse is wel een leuke club. Het is een ech te dorpsclub, iedereen kent elkaar, en wat me opvalt is dat iedereen positief blijft. Het sociale aspect van zo'n club is in zo'n dorp zo groot, dat gaat nooit over. Van Utrecht: Misschien klinkt het allemaal wel een beetje negatief, maar zo wil ik niet dat het overkomt. Goulooze: Ik ook niet. Van Utrecht: Het is meer dat ik me moet aanpassen. Zij moeten lekker zo door blijven gaan. Het is meer mijn probleem dan hun probleem. Goulooze: Niemand dwingt ons om door te gaan. Je hebt geen contract of niks. Ik kan morgen zeggen: ik kap ermee. Je doet het omdat het toch leuk is om te doen. Maar het is een heel groot verschil. De Jong: Maar er komen steeds meer momenten dat je je afvraagt: waarom doe ik dit. Vraagtekens De Jong: Ik kwam bij w Katwijk voor Alfons Groenen dijk, en de keeperstrainer kende ik ook. En nu is Groenendijk opgestapt. Dat maakt het helemaal moeilijk. Ik vind het ook moeilijk omdat die andere jongens allemaal anders over voetbal denken, makke lijker. Ze komen en ze gaan en op donderdagavond nemen ze lekker een paar neuten terwijl wij gewend zijn - ik wel tenminste - dat je dat een aantal dagen voor de wedstrijd gewoon niet doet. En bij de vrijdag avond zet ik ook mijn vraagtekens. Als ik er af en toe een paar binnen zie wandelen, op zaterdag voor de wedstrijd, dan denk ik; nou...Je hebt nu met mensen te maken die komen een balletje trappen en als ze winnen dan vinden ze het meegenomen, en als ze verliezen is het jammer, maar na een half uur staat de muziek toch wel hard in de kantine. En dat is een heel groot verschil. En als je sportman bent geweest, dan denk ik dat je daar nooit aan went. Van Utrecht: Ik had ook het idee dat de jongens zich een beetje aan mij moesten aanpassen, om het ni veau omhoog te krijgen. Maar daar ben ik al heel snel van afgestapt, want dat is een onmogelijke taak. En ik ben nu bezig om me aan te passen aan hun en dat zit niet in me. Ik wil toch altijd elk partijtje winnen, ook op elke training. Goulooze: Als ik niet win ga ik vervelend worden. De Jong: Je bent gewend om zes, zeven keer in de week te trainen. Dat is nu drie keer. Je gaat zelf min der spelen. De eerste acht wedstrijden heb ik goed ge presteerd, maar ik merk nu dat het wat minder wordt. Dan denk ik: die bal pak ik even en dan merk je in eens dat je een paar centimeter tekortkomt. Goulooze: Ik denk niet dat ik er aan zal wennen, tij dens de nabespreking en op de training laat ik het ook wel blijken. De Jong: Ik denk dat het anders was als wij bij elkaar in een elftal hadden gespeeld. Bij Katwijk ben ik de enige ex-prof, samen met Gavin Price, maar die heeft in Nederland ook niet echt lang betaald voetbal ge speeld. Goulooze: Wat me bij ons opvalt is dat het voetbal lend een heel goede ploeg is, maar mentaal is het niet de beste ploeg in de hoofdklasse. Er zijn een paar jon gens die heel graag willen, maar dat zijn geen jongens met een echte killersmentaliteit. Want als je dat wel hebt, speel je niet in de hoofdklasse, dan speel je bij een betaalde club. De Jong: Ik denk dat daarom Groenendijk is opge stapt. Omdat hij er ook niet aan kon wennen. Goulooze: Dat weet ik wel zeker. De Jong: De media maken het hier spectaculairder dan het is. Maar de toeschouwersaantallen, die vallen niet tegen. Goulooze: Dat is fantastisch, ja. De Jong:Ik geniet eigenlijk alleen van die zaterdag middagen, moet ik zeggen. Terwijl ik ook altijd ge noot van de trainingen. Fouten Goulooze: Het niveauverschil is groot, hoor, erg groot. Vroeger hadden we het met AZ en Heerenveen nog wel eens moeilijk tegen amateurclubs. Maar te recht: Ik heb er best wel wat moeite mee. Ik i ritme van twee keer dagelijks met elkaar trai- t lachen onder elkaar, met twintig jongens een {looien, maar ook samen toeleven naar de ae: Ik mis vooral het wedstrijdgericht trainen, tnateurs is trainen meer onderhouden. De ene n er een paar niet en de andere keer is er wat recht: Ze stappen veel makkelijker over een lag heen. Ik wil elk partijtje winnen, ook op de Ik weet niet of het bij jullie ook zo is? p Ja. Wat mij zo tegenstaat is het 's avonds m Ik vind het zo erg om elke keer weer de deur ^an. recht: Ik heb het geluk dat ik in Noordwijk s Mijn dagindeling is helemaal in de war. iel eten en dan weer trainen. Af en toe zit ik in en dan denk ik; waar ben ik aan begonnen. En dan kom je het veld op en dan is die er jnt die is met zijn vader mee, en die is zijn kin- regbrengen. Ze zeggen zo makkelijk een trai- 1 en dat ben je niet gewend. Ik dacht dat dat al- pjKatwijk zo was. ®Techt: Nee, dat is overal, ize: Dat is het verschil tussen profs en ama- g: Ik betrap mezelf erop dat ik nu ook makke- keg. De sfeer is ook anders. In het betaalde kom je om een uur of negen binnen en trek je dag met elkaar op. In de vrije tijd tussendoor (maken. Dat is wel vaak onderbroekenlol, et is wel leuk. ®recht: Ja, het is fantastisch, j Het is het leukste wat er is. v ae: Je moet wel, anders wordt het gauw verve- Iet is af en toe net de padvinderij. Maar na al n had ik het ook wel een beetje gehad. '^Techt: Ik had nog wel een tijdje door kunnen g: Ik denk ik ook wel. srrecht: Maar ik was 23 toen ik prof werd, Ri- vas 17. g: Ik was 18. iet van Dijk nVT emi-)profs dan andere jaren maakten deze zo- n (r)entree op de amateurvelden. De hoofdklas- de Bollenstreek verwelkomden er veertien. Ri- inoulooze (35, van NEC naar FC Lisse), Max de ging van FC Den Bosch naar Katwijk) en Leo- r(jp Utrecht (33, van ADO Den Haag naar Noord aten over hun nieuwe leven. Goulooze werkt bij '"Jncieel adviesbureau, De Jong heeft een schoon- yldrijf en Van Utrecht is bezig met het opzetten vijiportkledinglijn Senx. „Ze komen en ze gaan en lerdagavond drinken ze lekker een paar neu- Groen moet wel supporter worden van Leidsche Boys RANDJE BUITENSPEL TT any Groen komt naar Lei - li den. Ik verzeker u: dat wordt lachen. Drie oktober gaat geen twee dagen, maar twee we ken duren. Net als Cees Goekoop zal ook deze WD'er geregeld het licht in de binnenstad uit doen. We krijgen weer een burgemees ter voor de dag én de nacht. Ten stadhuize wordt het een vrolijke bende. Schandalen, kleine en grote, zullen zich aaneenrijgen en Harry weet zich keer op keer met zijn innemende glimlach uit de nesten te werken. Het is belachelijk, schandalig zelfs dat Groen het wordt, maar ik vind het best. Die slome duikelaars uit de gemeenteraad hebben er om gevraagd. Als tijdens een raadsvergadering weer eens blijkt dat ze hun huiswerk niet of slecht hebben gedaan, hoop ik dat meneer de voorzitter ze straks flink afzeikt. Want reken maar dat Groen de raad in zijn zak zal steken. Er valt heel wat op dirty Harry' aan te merken, maar hij is een allrowider en een snelle denker die van aan pakken weet. Ambtenaren en politici, maak de borst maar nat. Uw rug wordt vatizelf vochtig. Zorgt de burgemeester wel voor. Aarzelend en na hevig peinzen heb ik mij bij de gemeente raadsverkiezingen afgekeerd van de PvdA Terecht, zo maak te de kwestie-Groen mij van de week duidelijk. Stelletje onbe nullen, die Leidse PvdA'ers. Ze voelen zich genaaid door de ver trouwenscommissie die Groen uit de hoge hoed toverde omdat hij de enige behoorlijke kandi daat zou zijn geweest. Die suffe socialisten gingen zich pas roe ren nadat het Leidsch Dagblad een boekje over de aanstaande burgemeester had opengedaan. Toen jammerde raadslid Hilde Jansen: 'Als ik dat had geweten. Zelden een politicus zo door de mand zien donderen. Jansens excuus? De sollicitatie club heeft haar overvallen. Ze heeft niet de tijd gehad om zich in Groen te verdiepen. Christene ziele mevrouw Jansen, hoe lang had u dan de tijd willen heb ben? Een werkweekje mis schien? Wat een afgang. Van de week heb ik voor de gein even naar Harry Groen gehengeld op internet. Binnen eeti minuut had ik beet. Even schudden aan de zoekmachine Google en het hele dossier rolt er zo uit. Har ry's ondergang als topman van NCM, zijn tumultueuze vertrek als wethouder in Amsterdam, zijn ontslag bij Omniworld, de topsport NV in Almere, en het fi asco bij de Atletiekunie, alle maal in een handomdraai op papier. Het heeft mij, inclusief printen en lezen, nog geen half uur gekost om de schaduwkant van Groen helder te krijgen. Jansen en haar PvdA moeten zich de ogen uit de kop scha men. Het volk eerst beloven dat het mag meepraten over over een nieuwe burgemeester en dan toch maar afzien van een referendum omdat de vertrou- wenscomissie dat wenselijk vindt. En uiteindelijk een potje gaan staan grienen omdat blijkt dat in die hoge hoed ook een paar konijnen uit het eigen hok zaten (Cees Waal en Steven de Vreeze). Wat dit alles met voetbal en zo heeft te maken? Meer dan u denkt. Harry Groen is namelijk een sportjongen en zo iemand hebben we nog nooit op de troon aan de Breestraat gehad. Onze bijna-burgemeester is een vechter. De Utrechtse slagers- zoon kwam bij de internationa le kredietverzekeraar NCM bin nen als portier. Hij vertrok er als president-directeur. Geen gerin ge prestatie. Als Harry Krediet werd Groen stinkend rijk en sponsorde hij sportevenemen ten. Hij werd ook geldschieter van de hockeyclub Amsterdam en daarna van de hockeybond en NOC'NSF. In de promodor pen bij grote hockeytoernooien en de Olympische Spelen lachte Groen alle kouwe kak keihard uit. Ze moesten hem niet, de ou we hap met de dubbele voor- en achternamen, want Harry was nieuw geld. Maar op zijn feest jes bij het WK hockey in Sydney (mannen) en de Zomerspelen in Barcelona kwamen ze gretig af. Gratis zuipen hè. Toen ik nog verslag van sport voorde Volkskrant deed, heb ik met Groen van doen gehad in Sydney en BarcelonaIk vond hem een leuke vent, zeker voor een rijke patser. Van sporters én Harry's ondergeschikten bij NCM hoorde ik dat Groen het hart op de ji^te plek draagt. Ze vonden hem een warme man, oprecht belangstellend. Dus voor de sociale kant van het burgermeestersambt is Harry ge knipt. Of hij ook in staat is orde te scheppen in de bestuurlijke chaos waaraan we hier in Lei den ten prooi zijn gevallen, be twijfel ik. Maar van zijn uitge breide netwerk gaat de stad ze ker profiteren. De sport trouwens ook. Of Groen straks met zijn fikken in de gemeentekas gaat zitten, in teresseert me niet. De pot is toch leeg. Waar we op moeten letten, is dat die hockeybal het ambiti euze Roomburg niet te veel gaat voortrekken en dat hij ook sup porter van Leidsche Boys wordt. Jaap Visser Reageren? Sportredacde.ld@damiate.hdc.nl ks), Dick en Frans Langerhorst. Foto: Taco van der Eb l „Mijn vader was de Pieter van 1 pogenband van de jaren zestig." ,Ik wilde graag blijven zwemmen bën en daarom nam ik ze altijd aar het zwembad. Jan durfde als 1(jind het water niet in." ■g „Hij sloot zich huilend op in de amer." siFrans is gezakt voor zijn C-diplo- „En Jan heeft A niet gehaald." PDat diploma heb ik overgeslagen." „Met zwembandjes en zwemvlie- ïrden ze al behoorlijk snel water- n is een keer zonder bandjes het in gelopen. Toen heb ik hem eerst inder water gelaten en hem daar- NooRDWiJK - Dick Langerhorst (56 jaar) won als zwemmer 23 nationale titels. Hoogtepunt in zijn carrière was het NK van 1967 toen hij op zeven afstanden de beste was. Zijn zoons erfden de liefde voor het water, maar lieten het waterpolo prevaleren. Zij spelen bij LZ1886 in de hoofdklasse. Frans (29) is asset manager voor ABN/AMRO in Amsterdam. Jan (28) werkt in Hoofddorp bij levensverzekeringenmaatschappij Falcon Leven. Dick is sportinstructeur bij de brandweer in Den Haag en speelt in het vierde van LZ 1886. Ze worden geportretteerd in het ouderlijk huis in Noordwijk, waar het gezin in 1983 vanuit Den Haag naar toe verhuisde. na pas eruit gehaald." Frans: „We kozen al snel voor waterpo lo. Ik heb maar heel kort aan wedstrijd- zwemmen gedaan." Dick: „Mijn hart deed geen pijn. Voor zwemmen moet je heel veel uren maken om de top te halen." Frans: „Het is makkelijker om met wa terpolo de relatieve top te halen." Jan: „De bottom line is, dat polo veel leuker is." Frans: „We trokken altijd met elkaar op. Er is nauwelijks leeftijdsverschil en we hebben dezelfde interesses." Jan: „We hadden nooit ruzie." Dick: „Ik weet niet wie van de twee meer op mij lijkt." Frans: „Laatst zei iemand tegen mij: je bent precies je vader." Jan: „Hij trekt hetzelfde scheve bekkie als hij ademhaalt." Dick: „Jan is een makkelijkere zwem mer." Frans: „We hebben nog een jaartje met z'n drieën in Noordwijk 1 gespeeld." Dick: „Zij waren toen 14 en 15." Jan: „De een weet van de ander precies wat hij doet." Frans: „Jan en ik kunnen elkaar blinde lings vinden in het water. Maar ik weet niet of dat komt, doordat wij broers zijn. We spelen al vanaf ons negende met el kaar. Dat is een betere verklaring."

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 2002 | | pagina 23