REGIO
Een goede leidster heeft ooghoekgevcK
Leidsch Dagblad in zaak-Groen 'een luis in depi
Leids/Amsterdamse hoogleraar wil pedagogische kwaliteit kinderopvang meten
NAVRAAG
Hoe goed een museum zijn stukken ook beveiligt, als criminelen er
hun oog op hebben laten vallen, zijn ze verdwenen. De briljante(n)
roof in het Museon in Den Haag toonde weer eens nadrukkelijk aan
wat ook het Koninklijk Penningenkabinet in Leiden twee jaar geleden
op pijnlijke wijze ervaren heeft met de spectaculaire diefstal van een
unieke en kostbare VOC-goudstaaf. „Het is het verschrikkelijkste wat
een museum kan overkomen," zegt TON WAGEMAKERS, directeur
van het Penning
kabinet. „Ook
omdat het spul
len betreft die
niet van jezelf
zijn. Je hebt het
gevoel datje het
vertrouwen van
anderen hebt be
schaamd en dat
gevoel blijft altijd
Altijd?
„Ja, altijd. Bij elke nieuwe tentoonstelling die hier wordt ingericht
en bij alles wat in bruikleen wordt gegeven, merk je dat mensen
beseffen dat ze niet precies en voorzichtig genoeg kunnen zijn. Na
zo'n gebeurtenis hou je een heel alert gevoel. Dat is de enige posi
tieve nasleep van zo'n diefstal."
Hoe staat het eigenlijk met het onderzoek naar de verdwenen
goudstaaf?
,.Die zaak is nog niet opgelost, maar dat is het enige wat wij ervan
weten. Intern hebben we afgesproken dat alleen de politie mede
delingen doet over de vorderingen. De staaf kan natuurlijk allang
omgesmolten zijn, maar het kan ook zijn dat hij over een jaar of
twintig weer boven water komt. Daar hopen we dan maar op."
Hoe hoorde u van de diefstal in het Museon?
„Van medewerkers van dat museum. Die belden op omdat ze ook
penningen en munten van ons in bruikleen hebben. Ze vroegen
heel netjes of ze die nog mochten gebruiken of dat we het risico nu
te groot vonden. We hebben ze laten liggen, omdat we weten dat
alles er keurig geregeld is en omdat de dieven nu toch al gepakt
hebben wat ze wilden hebben. Op dat gebied waren ze kennelijk
heel deskundig. Ze hebben heel selectief gekozen."
Valt daar lering uit te trekken
„Ja. Ten eerste dat ze alles weg kunnen halen wat ze willen, hoe
goed de beveiliging ook is, en ten tweede dat je niet oplettend ge
noeg kunt zijn en aanvullende maatregelen moet nemen. Daar ga
ik u geen uitsluitsel over geven, maar als ze erom vragen wel aan
de mensen van het Museon. We leven met ze mee en we staan
klaar om ze te helpen, want nogmaals, dit is het verschrikkelijkste
wat een museum kan overkomen."
tekst: Paul de Tombe
foto: ANP/Govert Coebergh
UIT DE ARCHIEVEN
ANNO 1902, Vrijdag 5 December
NOORDWIJK-BINNEN - Gistermiddag hield Sinterklaas, aanvangen
de bij het Schie, zijn rondgang, of liever rondrit, door ons dorp. In vol
ornaat op zijn wit paard gezeten en gevolgd door 'Pieter-me-knecht'
in gesloten rijtuig, ging de tocht door de verschillende straten, hier
en daar pakjes afgevende. Dat dit voor ons dorp ongewone schouw
spel veel bekijks trok, vooral van de jeugd, die op een paar scholen
vrijaf had gekregen, zal wel geen betoog behoeven. De surprise was
bedacht door den heer Van Hattum, den nieuwe directeur, van het in
stituut 'Noordwijk'.
LEIDEN - De sedert kort opgerichte vereeniging 'Oud-Leiden' zal
spoedig haar eerste levendigteeken van bestaan geven voorzover
zich dit naar buiten openbaart. Prof. dr. PJ. Blok zal een lezing hou
den over den naam Lugdunum. Het zal velen onzer lezers bekend
zijn, dat Leiden in het latijn Lugdunum Batavorum genoemd wordt.
Het valt echter te betwijfelen of Leiden recht heeft op dien naam.
Prof. Blok zal nu hierover spreken. Ongetwijfeld zal dit onderwerp
groote belangstelling wekken bij allen, - en dat zullen er in Leiden ve
len zijn - wien de geschiedenis van hun stad na aan het hart ligt.
Anno 1977, maandag 5 december
LEIDERDORP - LZ'86 hield gistermiddag zwemwedstrijden in De
Does. Tegenstanders waren onder meer Het Gooi (Bussum) en De
Kwakel (Utrecht). Op een aantal estafette nummers leverden de LZ-
ploegen goede prestaties. Bij de jongens onder twaalf jaar op de
5x50 meter estafette neemt Wilco van der Zeeuw als laatste zwem
mer over.
Foto: archief Leidsch Dagblad
Foto's in deze rubriek kunnen worden nabesteld door binnen veertien dagen n:
plaatsing 2,50 (voor een exemplaar van 13 bij 18 in zwart wit) over te maken o.
gironummer 57055 t-n.v. Dagbladuitgeverij Damiate b.v. Postbus 507, 2003 PA
Haarlem, onder vermelding van Leidsch Dagblad, ANNO d.d. (datum van plaatsing)
of door contante betaling aan de balie van net Leidsch Dagblad, Rooseveltstraat 82
te Leiden. U krijgt de foto binnen drie weken thuisgestuurd.
COLOFON
Leidsch Dagblad
UITGELICHT
Directie: B.M Essenberg, C.P. Arnold
W.MJ. Bouterse (adjunct)
E-mail: directie@damiate.hdc.nl
Hoofdredactie: Jan Geert Majoor, Kees van
der Malen, Léon Klein Schiphorst (adjunct)
E-mail: redactie.ld@damlate.hdc.nl
HOOFDKANTOOR
Rooseveltstraat 82, Leiden, tel. 071-5 356 356
Postadres: Postbus 54,2300 AB Leiden.
Redactie fax 071-5 356 415
Advertentie fax 071-5 323 508
Familieberichten fax 023-5 '5° 567
ADVERTENTIES
071-5 356 300
Sprinters (rubrieksadv.): 072-519 6868
ABONNEESERVICE
071-5128 030
E-mail: abonneeservice@hdc.nl
ABONNEMENTEN
Bij vooruitbetaling (acceptgiro)
p/m €19,60 (alleen aut. ine)
p/kw €55,00 p/j €210,60
Abonnees die ons een machtiging verstrekken
tot het automatisch afschrijven van het
abonnementsgeld ontvangen €0,50 korting
per betaling.
VERZENDING PER POST
Voor abonnementen die per post (binnenland)
worden verzonden geldt een toeslag van €0,50
aan portokosten per verschijndag.
GEEN KRANT ONTVANGEN?
Voor nabezorging: 071-5128 030
ma t/m vr: 18-19.30 uur, za: 10-13 u"r
AUTEURSRECHTEN
Alle auteursrechten en databankrechten ten
aanzien van (de inhoud van) deze uitgave
worden uitdrukkelijk voorbehouden. Deze
rechten berusten bij HDC Uitgeverij Zuid BV
cq. de betreffende auteur
HDC Uitgeverij Zuid BV, 2002
De publicatierechten van werken van
beeldende kunstenaars aangesloten bij een
CISAC-organisatie zijn geregeld met Stichting
Beeldrecht te Amstelveen.
HDC Uitgeverij Zuid BV is belast met de
verwerking van gegevens van abonnees van
dit dagblad Deze gegevens kunnen tevens
worden gebruikt om gerichte informatie over
voordeelaanbiedingen te geven, zowel door
onszelf als door derden. Heeft u hier bezwaar
tegen, dan kunt u dat schriftelijk laten weten
aan HDC Uitgeverij Zuid BV, Afdeling
Lezersservice, postbus 503,2003 PA Haarlem.
De pers heeft het gedaan. 'De pers
heeft Pim Fortuyn vermoord', oor
deelde de stem des volks eerder dit
jaar. Onvrede en verongelijktheid
over de moord op de lijsttrekker van
de LPF richtte zich ongemeen hard
op de boodschappers van het
nieuws.
De pers heeft het gedaan. 'De pers
heeft schuld aan de versoaping van
de politiek', zei demissionair premier
Balkenende vorige week tegenover de
hoofdredacteuren van kranten, radio
en tv. Waar bleef het verantwoorde
lijkheidsgevoel van de media? Want
was die vrolijke en ongebreidelde
aandacht voor iemand als Emile Ra
telband nou wel nodig? Zei uitgere
kend de man die de lancering van de
politicus Ratelband becommentari
eerde met een krachtig 'tsjakka'. En
die zich eerder liet strikken voor een
reeks interviews met de altijd kriti
sche en immer serieuze tv-babes van
Lijst Nul.
De pers heeft het gedaan. Maar de
pers heeft het altijd gedaan. In die zin
dat de pers zelden vrolijke bood
schappen brengt voor hen die onder
werp van het nieuws zijn. Als journa
list erger ik mij aan de gemakzuchtige
kritiek op de pers die momenteel in
de mode lijkt. En zeker aan de mak
kelijke redenering van de demissio
naire premier. Want ook hij weet:
zonder kritische pers geen controle
op het functioneren van democrati
sche politiek en openbaar bestuur.
Een praktijkvoorbeeld. In Leiden ge
beuren rare dingen rondom de be
noeming van een nieuwe burge
meester. De gemeenteraad ontneemt
de bevolking de gelegenheid zich via
een referendum uit te spreken. De
zelfde raad kiest in beslotenheid voor
één kandidaat, een persoon met een
behoorlijk belast verleden.
En de commissaris van de koningin
zegt, ook weer in de beslotenheid,
dat hij aan het rumoer over de kandi
daat geen boodschap heeft. Sterker,
hij voegt er in dezelfde beslotenheid
aan toe dat hij met de minister van
binnenlandse zaken de benoeming
van de omstreden kandidaat door
drukt. En inmiddels verkondigt de in
terim-burgemeester van Leiden, ook
weer in de beslotenheid en ook voor
zijn beurt sprekend, dat de nieuwe
burgemeester er gewoon komt en wel
per 1 februari. Terwijl het rumoer
over de kandidaat aanhoudt, en de
koningin de benoeming nog moet
goedkeuren.
Ach, zult u denken, allemaal onbe
langrijke details. Maar gelukkig wel
allemaal details die u in deze krant
kunt lezen. Het Leidsch Dagblad
heeft de afgelopen weken een reeks
feiten aan zijn lezers onthuld die er
niet om liegen. Waar de bestuurders
grotendeels in beslotenheid opere
ren, informeert de krant zijn lezers
vrijelijk over de loop der dingen. Het
LD opereert in de zaak-Groen als
'een luis in de pels' met raadsverslag-
gevers die het tot hun taak rekenen
de burgers van Leiden prei
formeren over de werkelijk
zaken.
Dat heeft weinig met verso
de politiek, maar alles met
journalistiek te maken. Lej
niets wijs maken over de p
uw krant kritisch en klim ii
in de pc als berichtgeving i
valt. Maar wantrouw de p(
voor u uitmaken of de per
woordelijkheid toont.
Deze krant heeft als serieu
voluit de pretentie zijn lezi
meren en hen in staat te si
oordelen. Zonder aanzien
soons. Of het nu politici zi
stuurders of wie dan ook.
u verder op de hoogte ove
Groen. Als de spreekwoori
in de pels'.
Kees van der Malen,
hoofdredacteur
Meten van de pedagogische kwaliteit
van kinderopvang, is dat mogelijk? De
Leids/Amsterdamse hoogleraar kinder
opvang Louis Tavecchio (56) denkt van
wel. In een onderzoek dat maar liefst
acht jaar duurt, gaat Ta
vecchio samen met andere
onderzoekers een inventa
risatie maken van alle be
kende methoden om kwa
liteit te meten. Met behulp
daarvan wil hij een eigen
'meetmethode' ontwikke
len, die in de kinderopvang
kan worden gebruikt.
Kinderopvang is de afge
lopen decennia een grote
bedrijfstak geworden in
Nederland. Tienduizen
den ouders brengen hun
nul- tot vierjarigen naar
de crèche, sommige één k
twee dagen per week, an
dere zelfs dagelijks. Al
hoewel alle ouders na
tuurlijk het allerbeste wil
len voor hun kind, staan
in de opvang paradoxaal
genoeg de kinderbelan-
gen niet centraal. Kinder
opvang is er primair zo
dat ouders kunnen werken. De ou
ders willen wel graag dat hun kinde
ren terechtkomen in een goed peda
gogisch klimaat, maar door het grote
gebrek aan kindplaatsen en de lange
wachtlijsten zijn ze al reuze blij als ze
hun kind überhaupt ergens kunnen
onderbrengen. Dit contrast leidt tot
onzekerheid en zorg. Veel ouders
worden verteerd door de vraag: doe
ik er wel goed aan om mijn kind naar
de crèche te brengen?
Ouders zijn dan ook erg gevoelig voor
onderzoeken waaruit blijkt dat kin
deropvang niet goed zou zijn voor
kinderen. Eén van dat soort onder
zoeken kwam begin dit jaar naar bui
ten. Uit een langlopend Amerikaans
onderzoek bleek dat kinderen, die de
eerste 4,5 jaar van hun leven meer
dan dertig uur per week in een crè
che verbleven, door leidsters als
agressiever en ongehoorzamer wor
den beoordeeld dan andere kinde-
'ren. Weliswaar zijn er in Nederland
niet veel ouders die hun kind meer
dan dertig uur per week naar de crè
che brengen (23 tot 27 uur is het ge
middelde), toch was de onrust weer
groot.
Het Amerikaanse onderzoek was
voor staatssecretaris Phoa (LPF) van
gezinszaken aanleiding om aan Ta
vecchio, zijn Nijmeegse collega, ont
wikkelingspsychologe Marianne Rik
sen-Walraven en Rien van Ijzen-
doom van de Univeristeit Leiden te
vragen een 'nationaal onderzoek' te
doen naar de pedagogische kwaliteit
van kinderopvang. Voor de eerstko
mende anderhalf jaar stelde hij ruim
550.000 euro beschikbaar.
De drie beginnen met het inventari
seren en beoordelen van al eerder
ontwikkelde meetmethoden. Vooral
in de Verenigde Staten en ook in
Scandinavië is veel nagedacht over
manieren om pedagogische kwaliteit
te meten. Uit deze inventarisatie wil
het trio een 'kwaliteitsinstrument'
destilleren, waarmee vervolgens alle
kinderopvangcentra in Nederland
worden beoordeeld. „Ongetwijfeld
zullen we centra vinden die er wat
minder goed uitspringen", verwacht
Tavecchio. „Om die te helpen hun
kwaliteit
te verbe
teren, ont
wikkelen
we ook
hulpmid
delen. Eén
daarvan is de
'kinderopvangpe-
dagoog', een nieuwe functie. Zo ie
mand moet in de dagelijkse gang van
zaken in een kinderdagverblijf ingrij
pen en laten zien waar het aan
schort We maken ook trainingsmo
dules waarmee zo'n kinderopvang-
pedagoog leidsters kan leren om pe
dagogisch verantwoord met kinderen
om te gaan."
In de Verenigde Staten bestaat al lan
ger een methode om de 'kwaliteit van
de opvoedingsrelatie' tussen leidsters
en kinderen te meten. De methode
bestaat uit acht 'indicatoren' voor
kwaliteit. Een leidster moet positieve
gevoelens uiten: lachen, glimlachen,
luisteren, het kind in de ogen kijken.
Ze moet negatieve gevoelens juist niet
uiten. „Een leidster heeft altijd wel
een kind in de groep dat zij minder
aardig vindt, bijvoorbeeld omdat het
er minder leuk uit ziet. Dat is mense
lijk, alleen: het is niet professioneel
om zo'n kind af te wijzen. Zorg dat
het fris ruikt, dat z'n neus is afge
veegd. Maak het kind leuker!"
Een leidster respecteert de autono
mie van het kitid, wat betekent dat zij
het zijn gang laat gaan als het met
iets bezig is waar het belang in stelt.
De leidster mag geen einde aan het
spel van het kind maken, alleen 'om
dat het tijd is voor het slaapje' of om
dat 'we nu met z'n allen gaan eten'.
„Laat het gebeuren!", zegt Tavecchio.
„Een leidster moet ervan kunnen ge
nieten dat een kind een liedje anders
zingt dan gebruikelijk. Ze moet dan
niet zeggen: 'nee, zo gaat dat liedje
niet!', maar er de lol van inzien en er,
misschien voor even maar, in mee
gaan." Een leidster moet een kind
ook stimuleren, het helpen om het
verder te brengen in zijn verstandelij
ke ontwikkeling.
Belangrijk is dat leidsters sensitief
zijn. „Ze moeten een 'ooghoekgevoel'
I N
ONDER
ZOEK
Nieuwsgierigheid
is de belangrijkste
drijfveer voor de
wetenschap. De
rubriek In
Onderzoek doet
een greep uit de
vele onderwerpen
waar Leidse
onderzoekers zich
in hebben
verdiept. Vandaag:
Louis Tavecchio.
hebben", zegt Tavecchio. „Goede
leidsters weten waar hun kinderen
mee bezig zijn, zelfs al zien ze ze op
dat moment nauwelijks of niet."
Daarnaast zijn ze responsief, wat be
tekent dat ze bijtijds ingaan op de be
hoeften van de kinderen. „Een goede
leidster brengt een moe kind naar
zijn bedje voordat het jengelig en
huilerig wordt."
Een responsieve leidster verspreidt
warmte, veiligheid en geborgenheid.
„Je kunt een kind afsnauwen of straf
fen als het zijn beker melk omgooit,
Louis Tavecch^
pedagogische,
van kinderopv
ten: Je ziet w|
leidsters die o£
botachtige ma
werk gaan, aal
kunt merken I
dat liedje al vf
350ste keer zijl
Het enthousi?
eruit, er is gea
tie meer. Ze dr
een programn
Foto: Henk BcO
1
I
1
maar het is beter om het te troosten."
Een leidster vermijdt emotionele
vlakheid. „Je ziet wel eens leidsters
die op een robotachtige manier te
werk gaan, aan wie je kunt merken
dat ze dat liedje al voor de 350ste
keer zingen. Het enthousiasme is er
uit, er is geen affectie meer. Ze draai
en een programma af."
Een verwante indicator is onthecht
heid, leidsters die niet betrokken lij
ken te zijn bij hun opvoedende taak
Ze kunnen niet werkelijk contact leg
gen met de kinderen die aan hun
Wilfred Simons
zorgen zijn to ever]
Binnen een jaar vt
Tavecchio de inve
te hebben voltooi<
twee jaren daarna
de groep klaar te z
ontwikkeling van
teitsinstrument. V
komen de eerste t
gen in kinderdagv
Hij verwacht hij er grote efl
zoals beter onderwijs aan 1<
een omslag van 'opvang' ni
voeding1 in de kinderopvaii
voeden doe je met z'n aller
voel zal hopelijk ontstaan.
hebben de regie, maar leidi
kinderopvang en peuterspt
leerkrachten op de basisscl
tenschoolse opvang, noem
zij staan allen om dat kind
het samen op te voeden."