BOEKEN foe Marquez de waarheid naar zijn hand zette 'Knie met haar' kon prachtig schrijven imrij diept vergeten drekpoëten op Butler )elprijswinnaar publiceert ^verwachte autobiografie De hunkering van een gestrande Zuid-Afrikaanse zeeolifant HDC 144 VRIJDAG 2g NOVEMBER 2002 rtin Hendriksma iriek De leestafel wordt s een ander genre boe- iroken. Deze week, ter in- ran alle dichtende sinten, te oogst poëzie. er des vaderlands pre- een nieuw initiatief: de hreeks. Jong talent en - :n van Komrij - ten on- irgeten dichters worden ig gebundeld. Zo mag Vlaamse dichter Philip (1964) in de eerste h kruisbestuiven met ehoorlijk platte' en 'wal- ;ze' werk van lang over- :hters als Salomon van en Jan Goeree, in kleine eend als 'de drekpoë- ïkt op z'n minst intrige- moet op voorhand ge- vormgeving van de [€12,50 per stuk) is door uitgeverij 521 voor- rerzorgd. Het omslag lit behangpapier en er groter genoegen voor- dan alle twintig papier- (zoveel boekjes moeten lal verschijnen) op een de poëzieplank te heb- lijk worden beduidend ruizen bestuifd. Aan de ten ligt het niet: die ïun vizier onbekom- doorgaans verborgen :n lichaamsuitgangen, feel uitvoerig beschre- neplezier staat Jan Goe- ne gedichtje Hoe vaar je vraag, waarop ik zelden d weiger. Ik eet gelijk en schijt gelijk een Ik drink gelijk een Koe, !t als een Verken. Ik slaap gelijk een Roos, en ben een Ezel in het werken.' Tegen zoveel volkse wijsheden is het voor elke hedendaagse dichter lastig oprijmen. Dat geldt ook voor Philip Hoome, die heel wat minder door licha melijke lusten is gepreoccu peerd. Hij schrijft mooie, wellui dende poezie over alledaagse dichteithema's als vader-zoon- relaties en het sombere najaars weer, maar brengt ook een ode aan een pot Nutella chocolade- pasta. Treffend is ook het hierbij afgedrukte Butler. Hoome, kortom, is een talent dat eerder door zijn in drek ge specialiseerde collega's voor de voeten wordt gelopen dan dat hun gezelschap hem ten baat komt. Van Ingmar Heytze verschijnt deze week de nieuwe bundel Het ging over rozen (Podium, 12,50) in de hoogste oplage ooit voor een Nederlandse poëzie bundel: 140.000 exemplaren. Rara? De gedichten werden af gelopen dinsdag integraal afge drukt in een speciale bijlage van het Utrechts Nieuwsblad, die bij Haat is de butler onder de emoties, ik roep hem niet en reeds buigt hij nederig voor me neer: u heeft mij geroepen mijnheer. uit: 'Niets met jou' van Philip Hoorne alle abonnees op de deurmat viel. Heytze schrijft over sterk uiteen lopende zaken, variërend van een Utrechtse blues-avond tot de komst van de euro. Het zijn voor een breed publiek toegan kelijke gedichten (zo gek is het initiatief van de krant dus niet) met een vaak verrassende on- knoping. Als sint-inspiratie vaak prima bruikbaar, al rijmt Heytze zelden of nooit. Olaf Douwes Dekker bundelde de mooiste sonnetten van Ne derland en Vlaanderen (Bert Bakker, €14,95), de Olympus der dichtkunst, zeg maar. Jean-Pier- re Rawie, die zich in deze dicht vorm heeft gespecialiseerd, schreef er een inleiding bij. Bij zonder is dat Douwes Dekker zich vooral met de vorm en minder met rijmschema's bezig houdt. Sterker nog: er zijn zelfs een paar sonnetten zonder eni ge rijm in opgenomen. Wie zich daaraan stoort, komt met de af gedrukte klassiekers (van de luchtige drs. P tot de geïmplo- deerde dramatiek van Lodeizen) ruimschoots aan z'n trekken. afn, sjcjjsïk&ScskïksijïH: »J« ij De drekpoeten 3jï ïJC M vy 10 u« u* u< A »i» »J» »5» »J* »J» rj* v** ti# t rj* «J» %t» 4* 4' 4> 4» 4* v 4* v v *r v v .v v»> 4" 4' 4* 4' 4* 1* v *1* 4* 4* Niets is makkelijker dan haten, ik ben er echt heel goed in, hoef niet tweemaal kort na elkaar in de handen te klappen, alleen maar wat zwijgen of praten en daar verschijnt hij al in smetteloos livrei. rijd werd uitgekeken autobiografie van Gabriel arquez. De Colombiaan- bedient de liefhebbers nken: ze komen veel te -er de achtergrond van en zijn romans. Maar ook onbesproken. iografie recensie follem Hoogendoorn p contarla' door Gabriel Garcia IUitgeverij Mondadori. Prijs: 1 Nederlandse vertaling 'Leven ■vertellen' verschijnt io januari ;ulenhoff. Prijs: €25,00. [dag, schrijft Gabriel Gar- |uez in zijn autobiogra- 1e zich in het huis van itouders in Cataca een gelijk geklede mannen en droegen ze slobkou- degens; op hun voor- ras een kruis van as ge- d. Het waren de kinde- djn opa, kolonel Nicolas z, buitenechtelijk had tijdens 'de oorlog van dagen' en hem nu, met traging van een maand, 1 feliciteren met zijn ver in later zou Mérquez dit beschrijven in zijn grote Honderd jaar eenzaam- 17). In dat boek worden inteerd als de 17 bas- van de onvergetelijke kureliano Buendb'a en ze zich in Macondo van- t jubileum van het be- n Neerlandia, dat werd na een van de 32 op- die de kolonel geleid Uemaal verloren, dj vlagen meeslepende meesterhand gecompo- Twir para contarla {Le- bet te vertellenkomen lezer die bekend is met ire van Marquez talloze soort aha-momenten voor. Die kolonel Mérquez blijkt dezelfde te zijn als de kolonel die in de novelle uit 1961 wan hopig wacht op zijn post, waar mee zijn oorlogspensioen moet komen. En ook de eindeloos be waarde brieven die de poëtische verrassing vormden in Kroniek van een aangekondigde dood (1981) blijken 'echt' in een grote koffer te zijn bewaard. Door deze overeenkomsten heeft Vwir para contarla veel weg van een roman, niet in de zin van het cliché dat deze auto biografie zich laat lezen als een roman - wat overigens wel zo is - maar omdat werkelijkheid en fictie op zo'n duizelingwekken de wijze door elkaar lopen dat het lijkt alsof zijn romans de bastaardkinderen van de werke lijkheid zijn. Mérquez zelf geeft daarvan een schitterend voor beeld. In Honderd jaar eenzaamheid komt de beruchte slachtpartij voor die zich ooit afspeelde tij dens de opstand van de daglo ners op de bananenplantage van de United Fruit Company. Daarbij kwamen in de roman 3000 mensen om - een mythisch aantal, even mythisch als de ge beurtenis voortleefde in het ge heugen van de mensen. Volgens Mérquez is nooit komen vast te staan of er vijf, enkele tientallen of honderden doden waren ge vallen. Dat nam niet weg dat een parlementslid een paar jaar geleden, denkend aan Honderd jaar eenzaamheid een minuut stilte vroeg voor de 3000 on schuldige slachtoffers van de moordpartij. De fictie was wer kelijkheid geworden. Marquez zelf heeft altijd be toogd dat zijn romans niet meer waren dan een neerslag van de werkelijkheid. Wat zijn lezers als magisch-realistisch beschouw den, was voor hqm een veredel de vorm van journalistiek: be richtgeving over de absurde, bi zarre Colombiaanse werkelijk heid. Alle romans van Mérquez komen ter sprake - ze blijken al- Gabriel Garcia Marquez op bezoek bij Fidel Castro tijdens de eerste editie van de Olympische Spelen van Cuba, eerder deze week. Foto: AP/Jose Goitia lemaal ontkiemd in de eerste dertig jaar van zijn leven; over zijn verhalen rept hij nauwelijks. Deze benadering heeft z'n nade len: veel nieuws staat er niet in. Het meeste weten we al uit zijn romans en het interviewboek De geur van guave. Als journalistie ke reportage zou je dit boek dan ook als minder geslaagd kunnen beschouwen. Zo dik als het is en dan toch bij na geen woord over zijn langdu rige vriendschap met Fidel Cas tro. Evenmin over zijn beleve nissen met alle andere Latijns- Amerikaanse schrijvers. Nauwe lijks een woord over zijn contac ten met Colombiaanse presi denten als Betancur en Gaviria. Hoe het allemaal toch nog goed kwam met Mercedes, zijn vrouw: niks. Idem aangaande de Nobelprijs die hem in 1982 werd toegekend en de operatie waar bij een kankergezwel werd weg gehaald. Wat staat er wel in Vwir para contarlaOm te beginnen een eindeloze reeks anekdotes, vooral in het begin, waar hij ook laat zien waar de naam Macon do vandaan komt - een vrijwel verlaten dorpje vlakbij het ou derlijk huis in Aracataca. Over zijn grootouders bij wie hij op groeide in het huis dat later mo del zou staan voor het 'gekken huis' in Honderd jaar eenzaam heid en over de talrijke, bijna mythische ooms en tantes die er woonden. Hoogtepunt is het verhaal over het huwelijk van zijn ouders, ondanks alle tegen werking van de familie Mérquez en dat later de basis vormde voor Liefde in tijden van cholera (1985). Interessanter wordt het als we de jonge Gabito gaan volgen en Mérquez echt gaat vertellen, ook over de onschuldige belevenis sen die alle jongens meemaken: dat ze mango's stelen, hoe ze hun onschuld verliezen, voor het eerst slapen met een vrouw, de boeken die hij leest en die hem zouden beïnvloeden (met name Faulkner), de eerste dode die hij ziet Hij beschrijft hoe hij na veel omzwervingen met zijn ouders in Sucre, in het hete noorden van Colombia, gaat wonen en het gezin zich almaar uitbreidde tot hij tien broertje en zusjes had - plus een aantal bastaards die zijn vader op zijn, overigens aanmerkelijk minder heroïsche reizen verwekte en die zich na verloop van tijd braaf kwamen melden om mee aan tafel te schuiven. Het gezin leefde in grote armoe de en moest zich buitensporig inspannen om Gabito naar school te kunnen sturen. De stil le, door een ongeneeslijke verle genheid geplaagde Mérquez, slaagde er in de middelbare school te voltooien, ver van huis, maar was al te zeer be geesterd door de literatuur om zijn rechtenstudie af te maken. Hij ging stukken schrijven voor dagbladen in Bogoté, kreeg lite raire vrienden en publiceerde zijn eerste verhalen. In het hart van het boek staat de hallucinerende beschrijving van het grote, in bloed gesmoorde volksoproer in Bogoté op 9 april 1948 nadat de vooraanstaande liberale politicus Gaitén was vermoord. Mérquez zal er een eeuwige afkeer van de hoofd stad aan over houden, die hij 'de treurigste stad ter wereld' noemt. Hij vertrekt naar het prachtige, rustige Cartagena aan de Caribische kust, waar hij echt journalist wordt, commentaren en reportages schrijft en in bijna onbeschrijflijke armoede leeft, zonder geld, in een kamertje in een bordeel, eenmaal per dag etend en zonder zich te bekla gen. Zijn werk is een eindeloos ge vecht met de militaire censuur Mérquez' loopbaan begon tij dens de Violencia, een tijdperk dat werd gekarakteriseerd door uitzinnig geweld dat vele tien duizenden doden en vluchtelin gen van het platteland oplever de. Ook zijn ouders zouden er voor vluchten en in Cartagena terecht komen. Zij verkeren dan nog in de waan dat Gabito hen zal redden, met een mooie baan als advocaat. Hij was hun grote trots en reddingsboei - en hij zou het worden, maar dan met de opbrengst van zijn journalis tieke en literaire werk Op grond van zijn reputatie en door bemiddeling van zijn schrijvende vriend Alvaro Mutis krijgt hij een goedbetaalde baan in het gehate Bogoté, waar hij blijft tot hij wordt uitgezonden naar een politieke topontmoe ting in Génève - een reisje van vier dagen dat zou uitlopen op een verblijf van drie jaar in Pa rijs en waarover we niks te we ten komen. Met dat slot roept Mérquez al dan niet bewust herinneringen op aan de autobiografie van die andere grote Latijns-Amerikaan se schrijver, zijn vriend Mario Vargas Llosa. Die besluit De vis in het water (1994) met zijn reis naar Parijs in 1958. In vergelij king met deze imposante me moires van Vargas Llosa, delft Vivir para contarla het onder- Colombiaanse gelovigen in gebed nadat bisschop Jorge Enrique Jime nez uit de handen van zijn ontvoerders is bevrijd. Foto: AP/Zoe Selsky spit. Vargas Llosa is, zoals dat hoort in grote herinneringsboe ken, meedogenloos. Mérquez bezit die eigenschap niet. Hij beschrijft alleen zijn vrienden, beschouwt alle eigenschappen van mensen als goed en roemt ze om wat ze voor hem bete kend hebben. En hij noemt er veel, zoveel dat je soms denkt een hagiografie te lezen van alle goedwillende mensen in zijn wereld. Vivir para contarla lijkt daarom niet het grote boek waarop mil joenen lezers overal ter wereld hebben gewacht. Dat neemt niet weg dat het binnen het oeuvre van Mérquez misschien wel het beste is dat hij sinds Honderd jaar eenzaamheid heeft geschreven. Hij houdt zijn neiging tot mooischrijverij in toom en verluchtigt het boek met z'n soms superieure ironie, zoals in deze passage over de uitbundige vrijpartijtjes met een van zijn (getrouwde) liefjes in Sucre: ,,Ze woonden in een ka mer die was verdeeld door een wand van karton, met één deur die uitkwam op straat en een andere naar het kerkhof. De bu ren klaagden erover dat ze met haar gebrul leek op een gelukki ge hond en de rust van de do den verstoorde, maar hoe har der ze brulde, hoe gelukkiger de doden zouden moeten zijn om door haar te worden gestoord." 1. (3) Hella Haasse, Sleuteloog. Querido, 16,95 2. (6) Annejet van der Zijl, Anna, het leven van Annie M.G. Schmidt. Nijgh Van Ditmar, 29,90 3. (4) Donna Tartt, De kleine vriend. De Bezige Bij, 27,50 4. (-) Judith Koelemeijer, Het zwijgen van Maria Zachea. Plataan, 17,50 5. (5) Youp van 't Hek, Het plat te land. De Bezige Bij, 7,50 6. (-) J.J. Voskuil, Requiem voor een vriend. Van Oorschot, 27,50 7. (1) Vonne van der Meer, Laatste seizoen. Contact, 15,80 8. (10) Allard Schroder, De hydrograaf. De Bezige Bij, 18,50 9. (-) Niccolö Ammaniti, Ik ben niet bang. Wereldbibliotheek, 16,50 10. (7) Adriaan van Dis, Familieziek. Meulenhoff, 18,50 Koelemeijer en Ammaniti ko men opnieuw binnen. Echt nieuw: Voskuils verslag van een jarenlange vriendschap met een man die het tot Kamerlid voor de WD schopte. De boekentoptien wordt weke lijks samengesteld op basis van verkoopcijfers van Athenaeum Boekhandel en H. de Vries Boe ken in Haarlem, Boekhandel Kooyker in Leiden, Plantage Boekhandel Harkema in Hilver sum, Boekhandel Los in Bus- sum en Boekhandel De Ark in Almere. Genuanceerd levensverhaal Jacques Gans (1907-1972) biografie recensie Ronald Frisart 'Jacques Gans, Biografie' door Willem Maas. Uitgeverij de Prom. Prijs: €26,50 Eind 1943 ontvangt koningin Wilhelmina in Londen een En gelandvaarder. Of hij een kopje thee blieft „Mevrouw", ant woordt de man, „ik houd niet van liegen - een biertje graag." Die Engelandvaarder was Jac ques Gans, schrijver, linksradi caal en toegewijd lid der natte gemeente. De kleurrijke Gans ontwikkelde zich van commu nist tot columnist van De Tele graaf. Neerlandicus Willem Maas heeft over hem een genu anceerde biografie geschreven. Het begon in Hilversum, Bego niastraat 3. Jacques werd daar in 1907 geboren als vierde kind van Levie Gans en Anna Mos. Na de Gooische HBS in Bussum had Gans kortstondig een kan toorbaan in Amsterdam, maar het leven der bohémiens trok hem meer, dus vestigde hij zich in Parijs. Begin jaren dertig ver ruilde hij de Franse hoofdstad voor de Duitse, waar het nazis me om zich heen greep. In Ber lijn legde hij het per ongeluk aan met de verloofde van de la tere DDR-bons Walter Ulbricht, knokte hij met SA-mannen en werd hij communist. Na terug keer in Amsterdam sloot hij zich aan bij de Communistische Par tij Holland, maar na een conflict werd hij geroyeerd. De Duitse bezetting betekende voor Gans - „Ik ben een half- jood, maar zie er in mijn eentje uit als zeven joden tegelijk" - verbond aan de Haagse Post van de conservatief G.B.J. Hilter- mann, die hij eerder had uitge maakt voor 'platte farizeeër'. Nog erger werd het toen hij zich in 1955 verstoutte tot een aanval op schrijver W.F. Hermans (een 'ietwat blauwige treiterige kwal') Hermans sloeg ongenadig te rug, waarna Gans door de spraakmakende gemeente werd uitgekotst. De algehele paria- status verwierf hij toen hij in datzelfde jaar columnist werd van De Telegraaf. Gans zag zich genoopt 'partij te kiezen voor de bourgeoisie'. Rijk is hij er niet van geworden. Ooit rijmde hij over zichzelf: ,A1 was hij geen arrivist, Hij ligt in zijn eigen kist." Maar na zijn dood in 1972 moest De Telegraaf zowel zijn uitvaart als zijn kist betalen. De balans opmakend, stelt Maas dat Gans' Telegraaf-liaison ten onrechte ook zijn literaire repu tatie zwaar heeft beschadigd. In derdaad kon Gans - wiens hoofd door dichter A. Roland Holst treffend werd aangeduid als 'een knie met haar' - prach tig schrijven. Zijn twee romans zijn het bewijs. In Liefde en Goudvissen (1940) beschrijft hij zijn (verbroken) relatie met Es ter Steffensen en in Het Vege Lijf (1951) de verkenningstocht voor de illegaliteit. Ook zijn tijdschrif ten Ce vice impuni, la lecture (1939, over Franse literatuur) en Het Pamflet, weekblad tegen het publiek (1950, gebundeld in 1980) verdienen waardering. Wie Gans' werk tweedehands kan aanschaffen (anderszins is het niet verkrijgbaar) aarzele niet! Maas' Gans-biografie is evenmin te v^smaden. Jacques Gans met zijn tweede echtgenote, de in Muiden geboren Pum van Ginkel. Foto uit besproken boek weinig goeds. Hij sloot zich aan bij het verzet, waarvoor hij een vluchtroute naar Zwitserland verkende. Na hachelijke avontu ren belandde hij toch nog veilig in Engeland. Direct na de oorlog genoot Gans als schrijver en laatste vader landse bohémien een zekere re putatie. Bij gebrek aan onderdak dienden cafés hem tot woonka mer. Uitgever Bert Bakker hielp Gans' alcoholspiegel op peil te houden door hem het volgende document uit te reiken: „Ver enigde kellners, barlieden en kasteleins van Amsterdam, On- dergeteekende, Directeur van DA. Daamen's uitgeversmaat schappij N.V. te Den Haag, ver klaart hiermede de uitstaande schulden van den heer J. Gans na specificatie en opgave van het totaal-bedrag per postwissel over te maken." Jaren later, na een hartaanval, kreeg Gans het advies de drank te laten staan. Met behulp van het middel Refusal hield hij het drie dagen vol. Maar na zes snel achterover geslagen jenevers in café Eylders en een door barre kotsgeluiden begeleid toiletbe- zoek verscheen Gans weer in de gelagkamer en sprak: „De drank heeft overwonnen." Gans' neergang begon toen hij zich, door geldnood gedreven, roman recensie Wim Vogel 'Notities van een luchtfietser' door Henk van Woerden. Uitgeverij Podium. Prijs: €17,50. Toen hij negen was, in 1956, emi greerde Henk van Woerden met zijn ouders van Delft naar het Zuid-Afrika van Hendrik Verwoerd. Geen enkel ander immigratieland wilde het gezin opnemen, gezien het oorlogsverleden van de vader. Niks reislust dus, niks zuiver verlangen naar verre streken. Een ordinaire vlucht was het, waar de zoon overigens pas tientallen jaren la ter achter komt. In de zeven prozastukken die Notities van een luchtfietser, Van Woerdens vierde boek, telt, neemt die onthulling over de foute keuzes (NSB?, WA?, SS?) van zijn vader een belangrijke plaats in. De Fuik noemt de auteur die ont hulling, een titel die voor zich spreekt. Is die vlucht naar Zuid-Afrika mis schien de oorzaak van het heimwee waar de auteur zijn leven lang door wordt gekweld? Van Woerden geeft aan zijn bundel een motto van Abel Herzberg mee: ■Wij hebben de heiden ontmoet, en wij zullen hem weer ontmoeten. Wat blijft ons over? Amor fati.' Zinnen uit Herzbergs gelijknamige bundel uit 1946 waarin hij de vernietigingsdrift van Hitier en zijn beulen probeert te plaatsen. Die amor fati, die aanhankelijkheid aan het levenslot, geeft goed weer hoe ook Van Woerden in het leven staat en tegen dat leven aankijkt. Natuurlijk is de confrontatie met het verleden van zijn vader gruwelijk, zoals het ook gru welijk is wat er in Zuid-Afrika is ge beurd. Even onbegrijpelijk is voor hem de Amerikaanse consumptiedrift ('Ik schaf wat aan, dus ik besta'), de kadaverdiscipline van moslimfunda mentalisten en de teloorgang van eeu wenoude culturen door het massatoe risme. Volkshysterie op ieder terrein haat hij. Tegelijkertijd schreeuwt het in hem: 'Blijf met je rotpoten van mijn vuile rotvader af, waarmee hij het opneemt voor de mens, altijd en ondanks alles. Mensen zijn hem het liefst in grenssi tuaties. Wanneer ze ruiken aan de dood, wanneer ze op de vleugelen van hun verbeelding de werkelijkheid ach ter zich laten. Als ze gekweld worden door een niet te benoemen heimwee en zich daardoor nergens thuis voelen en altijd op reis zijn. Niet voor niets ci teert hij Slauerhoff, schrijft hij prachti ge alinea's over het sterven van zijn hond in het verre Nederland terwijl hij in Zuid-Afrika is, in Frankrijk, Dene marken, in New York en op Kreta. Als metafoor voor de onbegrijpelijk heid van de mens fungeert een ge strande zeeolifant in Zuid-Afrika, 'de meest geharde reiziger op aarde'. Van Woerden projecteert in dat dier heim wee, verlangen, hunkering naar een vrouwtje en zelfs een vermogen zich haar voor te stellen. Maar wat hem wezenlijk doet verschillen van de mens, althans van de meeste mensen, is dat een dier waarschijnlijk niet be seft dat hij verlangt, is het ontbreken van een geweten. En hoed je voor mensen die zo'n zelfde gevangene zijn van hun fysiologie, die zonder gewe ten feitelijk leeg zijn van binnen, een ding. De zeven prozastukken van de dromer die Van Woerden is, zijn evenzovele analyses van onze beschaving. Er wor den meer vragen in gesteld dan beant woord. er wordt geobserveerd en ge concludeerd hoe de vernieuwing in Zuid-Afrika stagneert en vastloopt en er wordt voortdurend maar zonder al te veel resultaat geprobeerd te begrij pen hoe de mens is en in elkaar zit. Maar juist door de onverwachte in valshoeken als zijn lotsverbondenheid met de aangespoelde zeeolifant, zijn herinneringen aan Hector Malots Al leen op de Wereld, zijn bespiegelingen over het mensbeeld van Jules Veme, weet hij het raadsel dat de mens is in tact te laten én te analyseren. Notities van een luchtreiziger zijn eru diete bespiegelingen, geschreven in een aangenaam en helder Neder lands. Jammer dat auteur noch redac teur kennelijk vielen over rare fouten als 'aanzwelde', 'frikandellen' 'bui- tennissige' en 'ik vindt' - dat soort fou ten moet er in een tweede druk maar worden uitgehaald.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 2002 | | pagina 23