BOEKEN
foe Marquez de waarheid naar zijn hand zette
'Knie met haar' kon prachtig schrijven
imrij diept vergeten drekpoëten op
Butler
)elprijswinnaar publiceert
^verwachte autobiografie
De hunkering van een gestrande Zuid-Afrikaanse zeeolifant
HDC 144
VRIJDAG 2g NOVEMBER 2002
rtin Hendriksma
iriek De leestafel wordt
s een ander genre boe-
iroken. Deze week, ter in-
ran alle dichtende sinten,
te oogst poëzie.
er des vaderlands pre-
een nieuw initiatief: de
hreeks. Jong talent en -
:n van Komrij - ten on-
irgeten dichters worden
ig gebundeld. Zo mag
Vlaamse dichter Philip
(1964) in de eerste
h kruisbestuiven met
ehoorlijk platte' en 'wal-
;ze' werk van lang over-
:hters als Salomon van
en Jan Goeree, in kleine
eend als 'de drekpoë-
ïkt op z'n minst intrige-
moet op voorhand ge-
vormgeving van de
[€12,50 per stuk) is door
uitgeverij 521 voor-
rerzorgd. Het omslag
lit behangpapier en er
groter genoegen voor-
dan alle twintig papier-
(zoveel boekjes moeten
lal verschijnen) op een
de poëzieplank te heb-
lijk worden beduidend
ruizen bestuifd. Aan de
ten ligt het niet: die
ïun vizier onbekom-
doorgaans verborgen
:n lichaamsuitgangen,
feel uitvoerig beschre-
neplezier staat Jan Goe-
ne gedichtje Hoe vaar je
vraag, waarop ik zelden
d weiger. Ik eet gelijk
en schijt gelijk een
Ik drink gelijk een Koe,
!t als een Verken. Ik
slaap gelijk een Roos, en ben
een Ezel in het werken.'
Tegen zoveel volkse wijsheden
is het voor elke hedendaagse
dichter lastig oprijmen. Dat
geldt ook voor Philip Hoome,
die heel wat minder door licha
melijke lusten is gepreoccu
peerd. Hij schrijft mooie, wellui
dende poezie over alledaagse
dichteithema's als vader-zoon-
relaties en het sombere najaars
weer, maar brengt ook een ode
aan een pot Nutella chocolade-
pasta. Treffend is ook het hierbij
afgedrukte Butler.
Hoome, kortom, is een talent
dat eerder door zijn in drek ge
specialiseerde collega's voor de
voeten wordt gelopen dan dat
hun gezelschap hem ten baat
komt.
Van Ingmar Heytze verschijnt
deze week de nieuwe bundel
Het ging over rozen (Podium,
12,50) in de hoogste oplage ooit
voor een Nederlandse poëzie
bundel: 140.000 exemplaren.
Rara? De gedichten werden af
gelopen dinsdag integraal afge
drukt in een speciale bijlage van
het Utrechts Nieuwsblad, die bij
Haat is de butler onder de emoties,
ik roep hem niet en reeds
buigt hij nederig voor me neer:
u heeft mij geroepen mijnheer.
uit: 'Niets met jou' van Philip Hoorne
alle abonnees op de deurmat
viel.
Heytze schrijft over sterk uiteen
lopende zaken, variërend van
een Utrechtse blues-avond tot
de komst van de euro. Het zijn
voor een breed publiek toegan
kelijke gedichten (zo gek is het
initiatief van de krant dus niet)
met een vaak verrassende on-
knoping. Als sint-inspiratie vaak
prima bruikbaar, al rijmt Heytze
zelden of nooit.
Olaf Douwes Dekker bundelde
de mooiste sonnetten van Ne
derland en Vlaanderen (Bert
Bakker, €14,95), de Olympus der
dichtkunst, zeg maar. Jean-Pier-
re Rawie, die zich in deze dicht
vorm heeft gespecialiseerd,
schreef er een inleiding bij. Bij
zonder is dat Douwes Dekker
zich vooral met de vorm en
minder met rijmschema's bezig
houdt. Sterker nog: er zijn zelfs
een paar sonnetten zonder eni
ge rijm in opgenomen. Wie zich
daaraan stoort, komt met de af
gedrukte klassiekers (van de
luchtige drs. P tot de geïmplo-
deerde dramatiek van Lodeizen)
ruimschoots aan z'n trekken.
afn,
sjcjjsïk&ScskïksijïH:
»J« ij De drekpoeten 3jï ïJC
M
vy 10 u« u* u< A »i»
»J» »5» »J* »J» rj*
v** ti# t
rj*
«J» %t» 4* 4' 4> 4»
4* v 4* v v *r v v
.v v»> 4" 4' 4* 4' 4*
1* v *1* 4* 4*
Niets is makkelijker dan haten,
ik ben er echt heel goed in,
hoef niet tweemaal kort na elkaar
in de handen te klappen, alleen maar
wat zwijgen of praten en daar
verschijnt hij al in smetteloos livrei.
rijd werd uitgekeken
autobiografie van Gabriel
arquez. De Colombiaan-
bedient de liefhebbers
nken: ze komen veel te
-er de achtergrond van
en zijn romans. Maar
ook onbesproken.
iografie recensie
follem Hoogendoorn
p contarla' door Gabriel Garcia
IUitgeverij Mondadori. Prijs:
1 Nederlandse vertaling 'Leven
■vertellen' verschijnt io januari
;ulenhoff. Prijs: €25,00.
[dag, schrijft Gabriel Gar-
|uez in zijn autobiogra-
1e zich in het huis van
itouders in Cataca een
gelijk geklede mannen
en droegen ze slobkou-
degens; op hun voor-
ras een kruis van as ge-
d. Het waren de kinde-
djn opa, kolonel Nicolas
z, buitenechtelijk had
tijdens 'de oorlog van
dagen' en hem nu, met
traging van een maand,
1 feliciteren met zijn ver
in later zou Mérquez dit
beschrijven in zijn grote
Honderd jaar eenzaam-
17). In dat boek worden
inteerd als de 17 bas-
van de onvergetelijke
kureliano Buendb'a en ze
zich in Macondo van-
t jubileum van het be-
n Neerlandia, dat werd
na een van de 32 op-
die de kolonel geleid
Uemaal verloren,
dj vlagen meeslepende
meesterhand gecompo-
Twir para contarla {Le-
bet te vertellenkomen
lezer die bekend is met
ire van Marquez talloze
soort aha-momenten
voor. Die kolonel Mérquez blijkt
dezelfde te zijn als de kolonel
die in de novelle uit 1961 wan
hopig wacht op zijn post, waar
mee zijn oorlogspensioen moet
komen. En ook de eindeloos be
waarde brieven die de poëtische
verrassing vormden in Kroniek
van een aangekondigde dood
(1981) blijken 'echt' in een grote
koffer te zijn bewaard.
Door deze overeenkomsten
heeft Vwir para contarla veel
weg van een roman, niet in de
zin van het cliché dat deze auto
biografie zich laat lezen als een
roman - wat overigens wel zo is
- maar omdat werkelijkheid en
fictie op zo'n duizelingwekken
de wijze door elkaar lopen dat
het lijkt alsof zijn romans de
bastaardkinderen van de werke
lijkheid zijn. Mérquez zelf geeft
daarvan een schitterend voor
beeld.
In Honderd jaar eenzaamheid
komt de beruchte slachtpartij
voor die zich ooit afspeelde tij
dens de opstand van de daglo
ners op de bananenplantage
van de United Fruit Company.
Daarbij kwamen in de roman
3000 mensen om - een mythisch
aantal, even mythisch als de ge
beurtenis voortleefde in het ge
heugen van de mensen. Volgens
Mérquez is nooit komen vast te
staan of er vijf, enkele tientallen
of honderden doden waren ge
vallen. Dat nam niet weg dat
een parlementslid een paar jaar
geleden, denkend aan Honderd
jaar eenzaamheid een minuut
stilte vroeg voor de 3000 on
schuldige slachtoffers van de
moordpartij. De fictie was wer
kelijkheid geworden.
Marquez zelf heeft altijd be
toogd dat zijn romans niet meer
waren dan een neerslag van de
werkelijkheid. Wat zijn lezers als
magisch-realistisch beschouw
den, was voor hqm een veredel
de vorm van journalistiek: be
richtgeving over de absurde, bi
zarre Colombiaanse werkelijk
heid. Alle romans van Mérquez
komen ter sprake - ze blijken al-
Gabriel Garcia Marquez op bezoek bij Fidel Castro tijdens de eerste editie van de Olympische Spelen van
Cuba, eerder deze week. Foto: AP/Jose Goitia
lemaal ontkiemd in de eerste
dertig jaar van zijn leven; over
zijn verhalen rept hij nauwelijks.
Deze benadering heeft z'n nade
len: veel nieuws staat er niet in.
Het meeste weten we al uit zijn
romans en het interviewboek De
geur van guave. Als journalistie
ke reportage zou je dit boek dan
ook als minder geslaagd kunnen
beschouwen.
Zo dik als het is en dan toch bij
na geen woord over zijn langdu
rige vriendschap met Fidel Cas
tro. Evenmin over zijn beleve
nissen met alle andere Latijns-
Amerikaanse schrijvers. Nauwe
lijks een woord over zijn contac
ten met Colombiaanse presi
denten als Betancur en Gaviria.
Hoe het allemaal toch nog goed
kwam met Mercedes, zijn
vrouw: niks. Idem aangaande de
Nobelprijs die hem in 1982 werd
toegekend en de operatie waar
bij een kankergezwel werd weg
gehaald.
Wat staat er wel in Vwir para
contarlaOm te beginnen een
eindeloze reeks anekdotes,
vooral in het begin, waar hij ook
laat zien waar de naam Macon
do vandaan komt - een vrijwel
verlaten dorpje vlakbij het ou
derlijk huis in Aracataca. Over
zijn grootouders bij wie hij op
groeide in het huis dat later mo
del zou staan voor het 'gekken
huis' in Honderd jaar eenzaam
heid en over de talrijke, bijna
mythische ooms en tantes die er
woonden. Hoogtepunt is het
verhaal over het huwelijk van
zijn ouders, ondanks alle tegen
werking van de familie Mérquez
en dat later de basis vormde
voor Liefde in tijden van cholera
(1985).
Interessanter wordt het als we
de jonge Gabito gaan volgen en
Mérquez echt gaat vertellen, ook
over de onschuldige belevenis
sen die alle jongens meemaken:
dat ze mango's stelen, hoe ze
hun onschuld verliezen, voor
het eerst slapen met een vrouw,
de boeken die hij leest en die
hem zouden beïnvloeden (met
name Faulkner), de eerste dode
die hij ziet Hij beschrijft hoe hij
na veel omzwervingen met zijn
ouders in Sucre, in het hete
noorden van Colombia, gaat
wonen en het gezin zich almaar
uitbreidde tot hij tien broertje
en zusjes had - plus een aantal
bastaards die zijn vader op zijn,
overigens aanmerkelijk minder
heroïsche reizen verwekte en
die zich na verloop van tijd
braaf kwamen melden om mee
aan tafel te schuiven.
Het gezin leefde in grote armoe
de en moest zich buitensporig
inspannen om Gabito naar
school te kunnen sturen. De stil
le, door een ongeneeslijke verle
genheid geplaagde Mérquez,
slaagde er in de middelbare
school te voltooien, ver van
huis, maar was al te zeer be
geesterd door de literatuur om
zijn rechtenstudie af te maken.
Hij ging stukken schrijven voor
dagbladen in Bogoté, kreeg lite
raire vrienden en publiceerde
zijn eerste verhalen.
In het hart van het boek staat de
hallucinerende beschrijving van
het grote, in bloed gesmoorde
volksoproer in Bogoté op 9 april
1948 nadat de vooraanstaande
liberale politicus Gaitén was
vermoord. Mérquez zal er een
eeuwige afkeer van de hoofd
stad aan over houden, die hij 'de
treurigste stad ter wereld'
noemt. Hij vertrekt naar het
prachtige, rustige Cartagena aan
de Caribische kust, waar hij echt
journalist wordt, commentaren
en reportages schrijft en in bijna
onbeschrijflijke armoede leeft,
zonder geld, in een kamertje in
een bordeel, eenmaal per dag
etend en zonder zich te bekla
gen.
Zijn werk is een eindeloos ge
vecht met de militaire censuur
Mérquez' loopbaan begon tij
dens de Violencia, een tijdperk
dat werd gekarakteriseerd door
uitzinnig geweld dat vele tien
duizenden doden en vluchtelin
gen van het platteland oplever
de. Ook zijn ouders zouden er
voor vluchten en in Cartagena
terecht komen. Zij verkeren dan
nog in de waan dat Gabito hen
zal redden, met een mooie baan
als advocaat. Hij was hun grote
trots en reddingsboei - en hij
zou het worden, maar dan met
de opbrengst van zijn journalis
tieke en literaire werk
Op grond van zijn reputatie en
door bemiddeling van zijn
schrijvende vriend Alvaro Mutis
krijgt hij een goedbetaalde baan
in het gehate Bogoté, waar hij
blijft tot hij wordt uitgezonden
naar een politieke topontmoe
ting in Génève - een reisje van
vier dagen dat zou uitlopen op
een verblijf van drie jaar in Pa
rijs en waarover we niks te we
ten komen.
Met dat slot roept Mérquez al
dan niet bewust herinneringen
op aan de autobiografie van die
andere grote Latijns-Amerikaan
se schrijver, zijn vriend Mario
Vargas Llosa. Die besluit De vis
in het water (1994) met zijn reis
naar Parijs in 1958. In vergelij
king met deze imposante me
moires van Vargas Llosa, delft
Vivir para contarla het onder-
Colombiaanse gelovigen in gebed nadat bisschop Jorge Enrique Jime
nez uit de handen van zijn ontvoerders is bevrijd. Foto: AP/Zoe Selsky
spit. Vargas Llosa is, zoals dat
hoort in grote herinneringsboe
ken, meedogenloos. Mérquez
bezit die eigenschap niet. Hij
beschrijft alleen zijn vrienden,
beschouwt alle eigenschappen
van mensen als goed en roemt
ze om wat ze voor hem bete
kend hebben. En hij noemt er
veel, zoveel dat je soms denkt
een hagiografie te lezen van alle
goedwillende mensen in zijn
wereld.
Vivir para contarla lijkt daarom
niet het grote boek waarop mil
joenen lezers overal ter wereld
hebben gewacht. Dat neemt
niet weg dat het binnen het
oeuvre van Mérquez misschien
wel het beste is dat hij sinds
Honderd jaar eenzaamheid
heeft geschreven. Hij houdt zijn
neiging tot mooischrijverij in
toom en verluchtigt het boek
met z'n soms superieure ironie,
zoals in deze passage over de
uitbundige vrijpartijtjes met een
van zijn (getrouwde) liefjes in
Sucre: ,,Ze woonden in een ka
mer die was verdeeld door een
wand van karton, met één deur
die uitkwam op straat en een
andere naar het kerkhof. De bu
ren klaagden erover dat ze met
haar gebrul leek op een gelukki
ge hond en de rust van de do
den verstoorde, maar hoe har
der ze brulde, hoe gelukkiger de
doden zouden moeten zijn om
door haar te worden gestoord."
1. (3) Hella Haasse, Sleuteloog.
Querido, 16,95
2. (6) Annejet van der Zijl,
Anna, het leven van Annie
M.G. Schmidt.
Nijgh Van Ditmar, 29,90
3. (4) Donna Tartt, De kleine
vriend.
De Bezige Bij, 27,50
4. (-) Judith Koelemeijer, Het
zwijgen van Maria Zachea.
Plataan, 17,50
5. (5) Youp van 't Hek, Het plat
te land.
De Bezige Bij, 7,50
6. (-) J.J. Voskuil, Requiem voor
een vriend.
Van Oorschot, 27,50
7. (1) Vonne van der Meer,
Laatste seizoen.
Contact, 15,80
8. (10) Allard Schroder,
De hydrograaf.
De Bezige Bij, 18,50
9. (-) Niccolö Ammaniti, Ik ben
niet bang.
Wereldbibliotheek, 16,50
10. (7) Adriaan van Dis,
Familieziek.
Meulenhoff, 18,50
Koelemeijer en Ammaniti ko
men opnieuw binnen. Echt
nieuw: Voskuils verslag van een
jarenlange vriendschap met
een man die het tot Kamerlid
voor de WD schopte.
De boekentoptien wordt weke
lijks samengesteld op basis van
verkoopcijfers van Athenaeum
Boekhandel en H. de Vries Boe
ken in Haarlem, Boekhandel
Kooyker in Leiden, Plantage
Boekhandel Harkema in Hilver
sum, Boekhandel Los in Bus-
sum en Boekhandel De Ark in
Almere.
Genuanceerd levensverhaal Jacques Gans (1907-1972)
biografie recensie
Ronald Frisart
'Jacques Gans, Biografie' door Willem
Maas. Uitgeverij de Prom. Prijs: €26,50
Eind 1943 ontvangt koningin
Wilhelmina in Londen een En
gelandvaarder. Of hij een kopje
thee blieft „Mevrouw", ant
woordt de man, „ik houd niet
van liegen - een biertje graag."
Die Engelandvaarder was Jac
ques Gans, schrijver, linksradi
caal en toegewijd lid der natte
gemeente. De kleurrijke Gans
ontwikkelde zich van commu
nist tot columnist van De Tele
graaf. Neerlandicus Willem
Maas heeft over hem een genu
anceerde biografie geschreven.
Het begon in Hilversum, Bego
niastraat 3. Jacques werd daar in
1907 geboren als vierde kind
van Levie Gans en Anna Mos.
Na de Gooische HBS in Bussum
had Gans kortstondig een kan
toorbaan in Amsterdam, maar
het leven der bohémiens trok
hem meer, dus vestigde hij zich
in Parijs. Begin jaren dertig ver
ruilde hij de Franse hoofdstad
voor de Duitse, waar het nazis
me om zich heen greep. In Ber
lijn legde hij het per ongeluk
aan met de verloofde van de la
tere DDR-bons Walter Ulbricht,
knokte hij met SA-mannen en
werd hij communist. Na terug
keer in Amsterdam sloot hij zich
aan bij de Communistische Par
tij Holland, maar na een conflict
werd hij geroyeerd.
De Duitse bezetting betekende
voor Gans - „Ik ben een half-
jood, maar zie er in mijn eentje
uit als zeven joden tegelijk" -
verbond aan de Haagse Post van
de conservatief G.B.J. Hilter-
mann, die hij eerder had uitge
maakt voor 'platte farizeeër'.
Nog erger werd het toen hij zich
in 1955 verstoutte tot een aanval
op schrijver W.F. Hermans (een
'ietwat blauwige treiterige kwal')
Hermans sloeg ongenadig te
rug, waarna Gans door de
spraakmakende gemeente werd
uitgekotst. De algehele paria-
status verwierf hij toen hij in
datzelfde jaar columnist werd
van De Telegraaf. Gans zag zich
genoopt 'partij te kiezen voor de
bourgeoisie'. Rijk is hij er niet
van geworden. Ooit rijmde hij
over zichzelf: ,A1 was hij geen
arrivist, Hij ligt in zijn eigen
kist." Maar na zijn dood in 1972
moest De Telegraaf zowel zijn
uitvaart als zijn kist betalen.
De balans opmakend, stelt Maas
dat Gans' Telegraaf-liaison ten
onrechte ook zijn literaire repu
tatie zwaar heeft beschadigd. In
derdaad kon Gans - wiens
hoofd door dichter A. Roland
Holst treffend werd aangeduid
als 'een knie met haar' - prach
tig schrijven. Zijn twee romans
zijn het bewijs. In Liefde en
Goudvissen (1940) beschrijft hij
zijn (verbroken) relatie met Es
ter Steffensen en in Het Vege Lijf
(1951) de verkenningstocht voor
de illegaliteit. Ook zijn tijdschrif
ten Ce vice impuni, la lecture
(1939, over Franse literatuur) en
Het Pamflet, weekblad tegen het
publiek (1950, gebundeld in
1980) verdienen waardering.
Wie Gans' werk tweedehands
kan aanschaffen (anderszins is
het niet verkrijgbaar) aarzele
niet! Maas' Gans-biografie is
evenmin te v^smaden.
Jacques Gans met zijn tweede echtgenote, de in Muiden geboren
Pum van Ginkel. Foto uit besproken boek
weinig goeds. Hij sloot zich aan
bij het verzet, waarvoor hij een
vluchtroute naar Zwitserland
verkende. Na hachelijke avontu
ren belandde hij toch nog veilig
in Engeland.
Direct na de oorlog genoot Gans
als schrijver en laatste vader
landse bohémien een zekere re
putatie. Bij gebrek aan onderdak
dienden cafés hem tot woonka
mer. Uitgever Bert Bakker hielp
Gans' alcoholspiegel op peil te
houden door hem het volgende
document uit te reiken: „Ver
enigde kellners, barlieden en
kasteleins van Amsterdam, On-
dergeteekende, Directeur van
DA. Daamen's uitgeversmaat
schappij N.V. te Den Haag, ver
klaart hiermede de uitstaande
schulden van den heer J. Gans
na specificatie en opgave van
het totaal-bedrag per postwissel
over te maken."
Jaren later, na een hartaanval,
kreeg Gans het advies de drank
te laten staan. Met behulp van
het middel Refusal hield hij het
drie dagen vol. Maar na zes snel
achterover geslagen jenevers in
café Eylders en een door barre
kotsgeluiden begeleid toiletbe-
zoek verscheen Gans weer in de
gelagkamer en sprak: „De drank
heeft overwonnen."
Gans' neergang begon toen hij
zich, door geldnood gedreven,
roman recensie
Wim Vogel
'Notities van een luchtfietser' door Henk van
Woerden. Uitgeverij Podium. Prijs: €17,50.
Toen hij negen was, in 1956, emi
greerde Henk van Woerden met zijn
ouders van Delft naar het Zuid-Afrika
van Hendrik Verwoerd. Geen enkel
ander immigratieland wilde het gezin
opnemen, gezien het oorlogsverleden
van de vader. Niks reislust dus, niks
zuiver verlangen naar verre streken.
Een ordinaire vlucht was het, waar de
zoon overigens pas tientallen jaren la
ter achter komt.
In de zeven prozastukken die Notities
van een luchtfietser, Van Woerdens
vierde boek, telt, neemt die onthulling
over de foute keuzes (NSB?, WA?, SS?)
van zijn vader een belangrijke plaats
in. De Fuik noemt de auteur die ont
hulling, een titel die voor zich spreekt.
Is die vlucht naar Zuid-Afrika mis
schien de oorzaak van het heimwee
waar de auteur zijn leven lang door
wordt gekweld?
Van Woerden geeft aan zijn bundel
een motto van Abel Herzberg mee:
■Wij hebben de heiden ontmoet, en
wij zullen hem weer ontmoeten. Wat
blijft ons over? Amor fati.' Zinnen uit
Herzbergs gelijknamige bundel uit
1946 waarin hij de vernietigingsdrift
van Hitier en zijn beulen probeert te
plaatsen.
Die amor fati, die aanhankelijkheid
aan het levenslot, geeft goed weer hoe
ook Van Woerden in het leven staat en
tegen dat leven aankijkt. Natuurlijk is
de confrontatie met het verleden van
zijn vader gruwelijk, zoals het ook gru
welijk is wat er in Zuid-Afrika is ge
beurd. Even onbegrijpelijk is voor
hem de Amerikaanse consumptiedrift
('Ik schaf wat aan, dus ik besta'), de
kadaverdiscipline van moslimfunda
mentalisten en de teloorgang van eeu
wenoude culturen door het massatoe
risme.
Volkshysterie op ieder terrein haat hij.
Tegelijkertijd schreeuwt het in hem:
'Blijf met je rotpoten van mijn vuile
rotvader af, waarmee hij het opneemt
voor de mens, altijd en ondanks alles.
Mensen zijn hem het liefst in grenssi
tuaties. Wanneer ze ruiken aan de
dood, wanneer ze op de vleugelen van
hun verbeelding de werkelijkheid ach
ter zich laten. Als ze gekweld worden
door een niet te benoemen heimwee
en zich daardoor nergens thuis voelen
en altijd op reis zijn. Niet voor niets ci
teert hij Slauerhoff, schrijft hij prachti
ge alinea's over het sterven van zijn
hond in het verre Nederland terwijl hij
in Zuid-Afrika is, in Frankrijk, Dene
marken, in New York en op Kreta.
Als metafoor voor de onbegrijpelijk
heid van de mens fungeert een ge
strande zeeolifant in Zuid-Afrika, 'de
meest geharde reiziger op aarde'. Van
Woerden projecteert in dat dier heim
wee, verlangen, hunkering naar een
vrouwtje en zelfs een vermogen zich
haar voor te stellen. Maar wat hem
wezenlijk doet verschillen van de
mens, althans van de meeste mensen,
is dat een dier waarschijnlijk niet be
seft dat hij verlangt, is het ontbreken
van een geweten. En hoed je voor
mensen die zo'n zelfde gevangene zijn
van hun fysiologie, die zonder gewe
ten feitelijk leeg zijn van binnen, een
ding.
De zeven prozastukken van de dromer
die Van Woerden is, zijn evenzovele
analyses van onze beschaving. Er wor
den meer vragen in gesteld dan beant
woord. er wordt geobserveerd en ge
concludeerd hoe de vernieuwing in
Zuid-Afrika stagneert en vastloopt en
er wordt voortdurend maar zonder al
te veel resultaat geprobeerd te begrij
pen hoe de mens is en in elkaar zit.
Maar juist door de onverwachte in
valshoeken als zijn lotsverbondenheid
met de aangespoelde zeeolifant, zijn
herinneringen aan Hector Malots Al
leen op de Wereld, zijn bespiegelingen
over het mensbeeld van Jules Veme,
weet hij het raadsel dat de mens is in
tact te laten én te analyseren.
Notities van een luchtreiziger zijn eru
diete bespiegelingen, geschreven in
een aangenaam en helder Neder
lands. Jammer dat auteur noch redac
teur kennelijk vielen over rare fouten
als 'aanzwelde', 'frikandellen' 'bui-
tennissige' en 'ik vindt' - dat soort fou
ten moet er in een tweede druk maar
worden uitgehaald.