KUNST CULTUUR 5Allerliefste broer, wat ben ik trots op je Weinig te geniete bij Anjerconcert Teksten die de tand des tijds weerstaan Zelfportret Marc-Mai Huijbregts wel erg vl< Klapwijks formatie kan met wat gesleutel beter worden Schilderij met bestemming Mars Fotomuseum open in januari IN MEMORI AM Bibliotheek krijgt topwerk Werkn vrijdag 29 NOVEMBER 200 Publiek geeft gehoor aan wens: sober afscheid Boudewijn Büch londen - Damien Hirst, de Brit se kunstenaar die ooit opzien baarde door een rottend koei- enhoofd tentoon te stellen, pre senteerde gisteren hij zijn jong ste creatie: een piepklein schil derij dat deel gaat uitmaken van een missie naar Mars. Het kunstwerkje, niet groter dan een hand, is een miniatuurver sie van één van Hirsts bekende, veelkleurige 'spot paintings' en wordt volgend jaar meegeno men door de Mars Express- missie van de Europese ruimte- vaartdienst ESA. De Britse son de, de Beagle 2, neemt ook een liedje van de Britse band Blur mee dat bij de landing dient als doorgeefsignaal naar het con trolecentrum op aarde. In juni vindt de lancering plaats, de landing is zes maanden later op Mars. Foto: Reuters Rotterdam - De drie in Rotter dam gevestigde nationale fo toinstellingen fuseren op 19 ja nuari 2003 tot het Nederlands Fotomuseum. Daarmee houden het Nederlands Foto Instituut, het Nederlands Fotoarchief en het Nationaal Fotorestauratie Atelier formeel op te bestaan. Ze blijven wel gevestigd in het hui dige onderkomen aan de Witte de Wïthstraat. Verhuizing naar het voormalige pakhuis Las Pal- mas op de Kop van Zuid volgt op z'n vroegst in juli 2004. De betrokken fotoinstellingen presenteerden vorig jaar een blauwdruk voor een nationaal fotomuseum. Ze reageerden daarmee op het mislukken van het beeldinstituut, waarin de in stellingen hadden moeten sa mengaan met V2 en het Neder lands Filmmuseum. Het rijk was positief over het plan voor een Nederlands Fotomuseum en trok er 750.000 euro voor uit. Ruud Visschedijk, directeur van het Nederlands Foto Instituut, wordt directeur van het fotomu seum. Het personeelsbestand zal worden uitgebreid van 20 naar 23 man. Het fotomuseum opent met 'De ramp van '53 door het oog van de media', een tentoonstelling over de Zeeuwse watersnoodramp. Prinses Mar griet, destijds ooggetuige van de ramp, is uitgenodigd de officiële opening te verrichten. door Claartje van den Broek Amsterdam - 'De dood dient dood te blijven. Stil, verdrietig en ongelooflijk doodstil.' Dat schreef Boudewijn Büch in zijn rede na het overlijden van Pim Fortuyn. Enkele honderden be langstellenden gaven gisteren tijdens de afscheidsbijeenkomst in het West-Indisch Huis in Am sterdam gehoor aan Büchs wens. Ingetogen, zonder veel poespas en hier en daar met be traande ogen schuifelden zijn bewonderaars langs zijn kist. „Ik gebruik zijn reisboeken als lesmateriaal en bewonder zijn enorme passie voor de herinne ring. Door hem ben ik geschie denis gaan studeren vertelt ge schiedenislerares Wieke Wiers- ma (23) uit Leeuwarden met be traande ogen nadat ze in de sta tige kamers van het West-In disch Huis afscheid heeft geno men van de schrijver, televisie maker en verzamelaar. Ze raakte op haar tiende in de ban van Büch en zijn werk, vooral van wege diens bescheidenheid. „Ik heb hem wel eens geschreven, daar reageerde hij op. Maar echt contact hoefde ik niet, daar zou hij veel te nerveus van worden. Ik deel met hem dat we geen mensenvrienden zijn." De belangstellenden konden een persoonlijke boodschap op kartonnen kaartjes schrijven in een speciale condoléanceruim te. Beatrice Khouri uit Hoofd dorp vertelt wat ze schreef „Een ander wezen liefhebben is mis schien de moeilijkste taak. De laatste krachtproef. Waarvoor alle inspanningen niet meer dan voorbereidingen zijn." Volgens haar was Büch een van de wei nigen die in staat was om zich te presenteren zoals de wereld zich echt voordeed. „Ik ben een po sitief ingesteld mens, maar kon toch zijn neerslachtigheid heb ben. Hij gaf daar ruimte voor. Ik zou willen dat er meer van dat soort mensen waren." Even voor half elf stond er bui ten in de motregen een rij en mochten de bezoekers met der tig tegelijk naar binnen, al gauw kon iedereen meteen doorlo pen. Naasten, onder wie de re dactie van het programma Ba rend en Van Dorp, hadden eer der op de ochtend afscheid ge nomen. Ook verzamelaars, zoals de 41-jarige Rim Ederveen uit Amsterdam, bewezen Büch hun laatste eer. „Mijn verzameling is nog geen procent vergeleken met zijn collectie; ik zal de inzet waarmee hij dingen over het voetlicht bracht enorm missen." De 18-jarige scholiere Charlotte Masselink uit het Gelderse Di- dam had zich ziek gemeld om afscheid te kunnen nemen van haar idool. „Ik lees sinds ik der tien ben zijn boeken en ben twee weken geleden nog naar zijn show geweest Het is heel raar dat hij er niet meer is. Ik had het niet verwacht, hij was niet ziek." Enkele bezoekers legden een bloem naast de kist, ook ston den daar aan het eind van de ochtend een blikje cola, een mars en een pluchen pinguïn. Verwijzend naar zijn eetge woonten en zijn voorkomen zo als Büch dat zelf omschreef. Het bleef echter een sober geheel, met een handvol kransen. De belangstellenden leken Büchs wens om verdriet in stilte te be leven te respecteren. Een enkeling wilde toch wel een herinnering voor in een lijs aan de muur en fotografes erop los. Carmen Hartman Amsterdam: „Ik hang een 1 foto van hem naast die van Net als Pim was Büch iemi die zei wat hij dacht. We p| ken onze foto's van zijn Ids een plakboek." Onder grote mediabelangs ling verliet de kist even nal middaguur het West-Indis Huis. Menno Buch, genie! kend presentator van seksj gramma's en het enige fan lid met wie Boudewijn Büi dens zijn leven nog contat derhield, wuifde de kist mi korte zwaai uit. .Allerliefst broer, dag schat van me! V ben ik trots op je!", was de die hij op een lint had latei schrijven. Büch is vandaag besloten kring begraven. theater recensie Wijnand Zeilstra Voorstelling: 'M-M Huijbregts' van en door Marc-Marie Huijbregts. Gezien: 28/11, schouwburg, Leiden. Aldaar nog te zien: vanavond. In korte tijd was hij beroemd: Marc-Marie Huijbregts. Dat had hij vooral te danken aan zijn op merkelijke persoonlijkheid: een jongen met een meisjesgezicht en een hoog stemmetje die met een vanzelfsprekend gemak zijn publiek moeiteloos kan inpal men. Druk en vrolijk redene rend slaakt hij daarbij ook nog eens wat koket bedoelde kreet jes, zodat iedereen om hem moet lachen. Tegelijkertijd lacht iedereen dit merkwaardige mannetje ook een klein beetje uit. Huijbregts lijkt die dubbel heid te beseffen en speelt daar in elk geval altijd handig op in. Misschien zelfs iets te vaak, alsof hij denkt: ik kijk maar weer even olijk, en hup, daar lachen ze weer. Zijn eerste programma is de he mel in geprezen. Genieten caba retiers eenmaal populariteit, dan komen ze vrijwel direct op televisie - al dan niet met voor bereiding en coaching. Bij Huij bregts ging het in elk geval mis, zijn talkshows werden een fias co. En nu is hij weer terug in de theaters. Na 'Marc-Marie H.' ligt de titel van het tweede program ma voor de hand: 'M-M Huij bregts'. Het is een keuvelend zelfportret geworden, waarin hij de mislukte televisieopt met gevoel voor zelfspc nog even aan bod laat kon Het programma is naar gen interactief. Zelf heef teriaal voor ongeveer twin nuten, de rest zou van ons ten komen. Dat is op 2 een aardige grap. Er schui ter een pijnlijke kem van heid in: Huijbregts heeft lijk betrekkelijk weinig te len. Hij keuvelt er lustig weet als vanouds een infi sfeertje te creëren maar b houdelijk wel erg vlak. F mg van weg geweest' heef niet tot meer diepgang gel Een sprookje vormt de' draad die veel ruimte laa' luchtige jeugdherinnerinj 1 kleine anekdotes. Het vei element over een dik prin zijn homoseksualiteit 01 i vertoont daarbij duidelijk" biografische trekjes. Hij ons de foto's van de kon 1 de koningin. En dat zoudi1 wel eens de portretten v< eigen ouders kunnen zijn Dat putten uit je eigen je een beproefde method jonge cabaretiers. Daarmi Huijbregts dus een twijfi ge keuze die hij ook opp 1 kig en te anekdotisch ui 1 Dat neemt niet weg dat tal van alledaagse, maar getimede opmerkingen 01 vaak aangenaam kan ven 1 Als hij zijn sprookje verte r hij bijvoorbeeld: „Spanne t ik weet wat er gaat kom'1 toch vind ik het spannei is er maar één die dat zo 1 lijk ontwapenend kan zeg i parijs - Het is precies zo'n exemplaar als Jimi Hendrix bespeelde, een Fender Stratocaster. Dus mag zo'n gitaar niet ontbreken op de tentoonstelling in het Parijse La Villette, ter ere musiceerde bleven drie van de zestigste geboortedag van de jong overleden muzikant. Maar de originele gitaar van Hendrix is het niet. Die verbrandde hij na een optreden in Monterey in 1967, als onder deel van zijn act. Foto: AP muziek recensie Ken Vos Concert: Tjeerd Klapwijk-David Lukas Kwartet Gezien: 28/11, de Burcht, Leiden. Drummer Tjeerd Klapwijk is na zijn afstuderen aan het Haagse Koninklijk Conservatorium in vele jazzformaties actief ge weest, maar heeft tot nu toe, zo als vele anderen, om den brode zich professioneel op andere muziek geconcentreerd. In het kwartet met de pas 21-jarige en nog studerende altsaxofonist David Lukas bevinden zich nog andere Haagse mede-absolven- ten. De makkelijk swingende contrabassist Marc Giordano en de vèelzijdige pianist Edgar van Asselt hebben ook al hun oplei ding aan die muziekopleiding genoten. Of er een typische Haagse jazzsound bestaat, blijft na al die jaren gelukkig ondui delijk, maar ook gisteravond bleek dat de technische breedte van de opleiding daar buiten kijf staat. Klapwijk afficheert zijn band als een vaste formatie, maar in de praktijk hebben de leden niet vaak in deze combinatie ge speeld. Het gaat te ver om de groep een telefoonband te noe men, maar al gauw blijkt dat aan de overigens overtuigend gepresenteerde standards wei nig gearrangeerd is. Ondanks zijn leeftijd eist Lukas de meeste aandacht voor zich op, al was het maar om de solo- tijd die hem terecht wordt ge gund. Technisch klinkt deze bla zer al verbazingwekkend vol groeid; de toonvorming, de swing en het gevoel voor har monie zijn dik in orde. Een mooie toetssteen is Coltranes 'Giant Steps', een razend moei lijk stuk, waaraan het moeilijk is een eigen improvisatorische draai te geven. Qua souplesse en intonatie lijkt Lukas het meest geïnspireerd door Phil Woods, de altist die als geen ander Charlie Parkers tegelijk lyrischer maakte en aan een harder swinggevoel aanpaste. Het valt deze jonge muzikant dan ook nauwelijks te verwijten dat hij in zijn virtuoze vingervlugheid de spanningsboog van weinig dy namiek voorziet. Daar slaagt pianist Van Asselt beter in, die vooral in de latin getinte stukken kan laten horen dat de moderne jazz zijn crea tieve continuïteit door een zeke re tegendraadse ritmiek laat sti muleren. De geluidsversterking maakte het echter onmogelijk om zijn bijdragen goed op waar de te schatten. Zeker in zijn ge val is het jammer dat de bandle den zo veel vertrouwen op hun technische capaciteiten en nau welijks enige moeite besteden om een eigenwijze draai te ge ven door middel van ensemble afspraken in de arrangementen. Misschien ligt het aan de per soonlijkheid van Klapwijk die al lang tevreden lijkt te zijn als hij zijn bandgenoten kan opjutten en zich daarbij vooral op een puntige swing concentreert. Het kwartet staat voor goede jazz die ,met wat gesleutel beter kan worden. 'Testament', 'Land van Maas en Waal', Wel terusten Meneer de President!', 'Pastorale', 'Meester Prikkebeen', 'Meisje van zestien', 'Malle Babbe'. Het zijn teksten van Lennaert Nijgh die in het collectieve geheugen van minstens één hele generatie zitten vastge bakken. Nijgh overleed gisteren, op 57-jarige leeftijd, na een kort ziekbed in een ziekenhuis in Haarlem. Aanvankelijk leek hij daar te her stellen van ernstige problemen aan onder meer zijn nieren. Na een maagbloeding vo rige week verslechterde de situatie snel. Lennaert Nijgh schreef talloze onvergetelijke liedteksten - allereerst voor zijn jeugdvriend Boudewijn de Groot, maar ook voor zijn eerste vrouw Astrid Nijgh, Ramses Lies- beth, Rob de Nijs, Adèle Bloemendaal en Jasperina de Jong. Zijn teksten werden klas siekers in het Nederlandse taalgebied. Het was zomer 1962 en Lennaert Nijgh was 17 toen hij zijn eerste stap zette in de Waag- taveeme in Haarlem. Lennaert en Boude wijn de Groot kenden elkaar toen al - ze woonden bij elkaar in de straat in Heemste de. De taveerne werd een belangrijk onder deel van de internationale folkscene en een springplank voor jong talent. Ook Boude wijn de Groot hield er zijn eerste, schuchte re, optredens met de teksten van Lennaert Nijgh. En Lennaert zelf, al gauw kind aan huis, betaalde er als hij weer eens blut was zijn rekening met liedjes. Ze zouden nooit in de hitparade kernen, hadden Lennaert en Boudewijn besloten. Een makkelijk besluit, want de eerste singles - waaronder 'Strand' - waren al geflopt. De doorbraak kwam er desondanks toch, in 1965, met een cover: 'Meisje van zestien', een vertaling van de Engelse bewerking van Charles Aznavours 'Une enfant'. 'Ze woon de in een villawijk, haar ouders waren stin kend rijk...' Ach, lieve tijdgeest. Lennaert en Boudewijn werden er met de lp's 'Boude wijn de Groot', Voor de overlevenden' en 'Picknick' hier te lande de belangrijkste ver tolkers van - de Nederlandse Lennon Mc Cartney. Met dit verschil dat Lennaert Nijgh geen basgitaar speelde en ook niet zong. Foto: Lex van Rossen Lennaert Nijgh 1945-2002 Nijgh zei daar zelf over: „Ik kan niet zingen. En één Leonard Cohen is meer dan vol doende." Nijgh schreef ook een roman ('Tobia'), mu sicals (waaronder 'De Engel van Amster dam' voor Jasperina de Jong), kerstverhalen en een wekelijkse column in het Haarlems Dagblad. Maar het sterkst tot de verbeelding spreken toch zijn liedteksten. Opvallend is dat zijn vertolkers daarmee mochten doen wat ze wilden. Als het ei gelegd was, was het ei gelegd, was Nijghs opvatting. Daarna moest het maar zelf kuiken worden. Nijgh: Als ik schrijf, heb ik alles in mijn hoofd: or kesten, gitaren, alles. Het zingt in mijn hoofd. Ik hoor de melodie. Maar op het mo ment dat Boudewijn, of iemand anders, daar een andere melodie bij maakt, dan ben ik de mijne vergeten. En dat is prima." Maar ook aan de teksten werd niet zelden gesleuteld. Er zijn nogal wat teksten be roemd geworden in een vorm die soms sterk afweek van Nijghs eigen origineel. Be kendste voorbeeld is 'Malle Babbe', een tekst over een dame van lichte zeden aan wie de 'heren van fatsoen' zich met minach ting vergrepen. Het lied werd in opdracht van het BUMA-cultuurfonds in 1970 ge schreven voor Adèle Bloemendaal - in de ik vorm. Rob de Nijs had er in 1975 echter een top 10-hit mee in een jij-versie - een versie die overigens verder dicht bij het origineel bleef. Later zou Boydewijn de Groot het nummer opnemen - in een gekuiste versie: 'geil' en 'kwijl' werd 'stuk verdriet' en 'ach terliet'. Maar daar zat Nijgh zelf dus niet zo mee. Al was de oervorm natuurlijk wel de beste, vond hij. Twee jaar geleden zijn Nijghs teksten ge bundeld in het fraaie boek 'Ik doe wat ik doe', waar Lennaert Nijgh zelf enorm trots op was. Hij zag het als een blijk van erken ning, misschien wel van even grote impor tantie als zijn benoeming tot Itidder in de Nederlandse Leeuw in 1999. Bladerend door 'Ik doe wat ik doe' ontkom je niet aan het beeld van de onrustige zwer ver, de vreemde eend in de bijt, de zoeken de dromer 'voor wie 't geluk toch altijd har der liep'. Lennaert trouwde en scheidde drie keer - met en van Astrid Nijgh, Anja Bak (de huidige vrouw van Boudewijn de Groot) en zangeres Josee Koning. Lennaert zou zijn hele leven onrustig verder zoeken. Die zoek tocht leverde een rijk en mooi oeuvre op, dat de tand des tijds voorlopig wel zal weer staan. In die zin leeft hij voort, gelijk zijn ei gen Jan Klaassen de Trompetter. Want 'alle kinderen kennen hem: hij is niet dood, hij leeft!' Richard Stekelenburg muziek recensie Lidy van der Spek Concert: Toonkunstorkest Lelden o.l.v. Wim van Herk, Arnold Schönberg Kamerkoor o.l.v. Mare Bökkerink, C.O.V. Con Amore o.l.v. Piet Kiel en R.C.M. Vox Humana o.l.v. Ronald Threels, m.m.v. Joop Brons, orgel. Gehoord: 27/11, Pieterskerk, Leiden. Het Anjerconcert in de Pieters kerk vertoonde met name voor de pauze tekenen van mentale vermoeidheid. Dat had te ma ken met zowel kwaliteit als kvyantiteit. Wat een oeverloos programma! Wellicht gold deze uitvoering voor de drie koren en het orkest als generale repetitie, als opmaat voor de (kerstcon certen die in de maand decem ber nog gegeven worden. Voor het Toonkunstorkest en het Ar nold Schönberg Kamerkoor is er dan nog veel werk aan de win kel! Voor dit concert, waar heel veel mensen aan meededen, is het gezegde 'aan de beperking kent men de meester' zeer op z'n plaats. Had het Toon kunstorkest Leiden zich beperkt tot alleen het derde deel van Niels Gade's Eerste Symfonie, dan was nieuwsgierigheid naar de rest heel voorstelbaar ge weest, nu eerlijk gezegd niet erg. Het Arnold Schönberg Kamer koor heeft zo te horen betere tij den gekend. 'Delen' uit een Bach-cantate zingen - brokstuk ken van één monument - is so wieso niet erg bevredigend, maar als die dan ook niet uit de verf komen, dan blijft er weinig over om te genieten. Er leek een grauwsluier te hangen tussen uitvoerenden en luisteraars. Hoewel het orkest ingehouden vier stemsoorten in de hangen. Alleen de so] zongen helder articulerei s, voldoende draagwijdte. 0e en onzuiver was de inzet j tenoren in 'Jesus Christur tes Sohn'. Gelukkig eindi deze cantate met een waardoor het koor zich valreep nog stevig prof] Voor dit koor een herl£ zondag in de Lokhorstkei a het zeker meer tot z'n rel£ komen. Had Vox Humana' - vo< e, keer onder leiding va j tweede dirigent Ronald Tl zich beperkt tot drie nuij, in plaats van zeven, dan mannenkoor het concei de pauze gered. Mooi geen, met een frisse 'p werd Van Beethovens Ve: gezet. Joop Brons op het l gel introduceerde uitbuij® een verend ritme Scl 'Hymnus', wat het loflie en power gaf. Na de pauze liet Piet KieH Amore' horen wat het was. Met een fraai hor e klank in een warm c voorafgegaan aan een p e gezongen solo door Hans kwam Mendelssohn 0 u gend aan bod in delen oratoria Paulus en Elia jc grote koper mengde zich^ rijk met het stralend get 'With a voice of singinn Martin Shaw. In de finale zong Vox H met donkerbrons, gonzei; bre een Oud-Russisch lej zang. Tot slot zetten alle een juichend Hallelujah.^ geleid en begeleid met ti® orgelspel van Joop Bro m Handels hit zo hoog in <J tien plantte. gc den haag - De Koninklijke Bi bliotheek in Den Haag heeft van een verzamelaar een serie clan destien drukwerk van Hendrik Nicolaas Werkman gekregen. Het gaat om de complete uitga ve 'De Chassidische Legenden' uit 1942-1943 die als hoogte punt in het oeuvre van de Gro ningse kunstenaar wordt Werkman voltooide 'De Iv, dische Legenden' onder 1 ke omstandigheden. Er z n elke prent twintig afdruklr maakt. In 1945 is de kun j, zonder proces door de bi gefusilleerd op verdenki 1 clandestiene activiteiten.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 2002 | | pagina 16