J
'Invloed industrie op uitkomst
medisch onderzoek is groot'
GEZONDHEID
liënt blijft thuis zo lang het kan
Digitaal dokteren
i J
Huisarts Pim Assendelft bepleit meer openheid en opzet register
HDC341
ZATERDAG l6 NOVEMBER 2002
Gezondheid pagina's:
isch advies:
www.hoofdpijn.org
Last van een bonkende
hoofdpijn bij het traplopen? Is
het een kater na een avondje
doorzakken of toch migraine?
De stichting Hoofdpijn biedt op
internet een doe-het-zelf
hoofdpijn test aan voor zowel
volwassenen als kinderen.
emaildokter.nl
in die geen huisarts
n kunnen via deze site
stellen aan huisarts en e-
ikter Robert Mol. Hij
woord mail met
dheidsvragen binnen
twintig uur telefonisch,
t nodig is dan vraagt hij
iënt naar het spreekuur te
Lukt dat niet, dan
urt huisarts Mol een
via e-mail. Downloaden,
nen naar de eigen
eek. De meeste
tostenverzekeraars
fden de service.
ïÜL
teaC
1 HIP 1
f!
dokterdokter.nl
gina geeft naar eigen
n betrouwbare informatie
eel voorkomende klachten
kten. De informatie op de
samengesteld door een
van huisartsen en
listen. Ook is het mogelijk
dokterdokter.nl de
ir Prins medische
opedie te raadplegen.
ldokter.nl
5euro beantwoordt 'een
iwbaar artsenteam' alle
che vragen per e-mail.
istellers moeten het
vooraf betalen en
binnen drie dagen
ord.
www.netdokter.nl
De pagina is speciaal bedoeld
voor jongeren en is een initiatief
van de artsenorganisatie KNMG.
De informatie is speciaal
bedoeld voor jongeren. Ze
kunnen vragen stellen aan een
team van artsen. Ze
beantwoorden maximaal tien
vragen per week.
www.ziekenhuis.nl
Op deze pagina staat informatie
over ziektebeelden, medische
termen en medicijnen. De
informatie is afkomstig uit
folders van
specialistenverenigingen en
ziekenhuizen. Op de site kun je
vragen stellen die binnen enkele
dagen worden beantwoord.
JL
h"
gezondheidsplein
t i'CS ÏÊE-
ffe- ZÉ" 35=5=
mm a~-
www.gezondheidsplein.nl
Een veel gebruikte startpagina
van internetters die op zoek zijn
naar informatie over
gezondheid. Van de makers van
het gelijknamige
televisieprogramma.
www.nvz-ziekenhuizen.nl
Deze pagina geeft een overzicht
van de wachtlijsten voor
operaties in ziekenhuizen.
Rijngeest Groep werkt aan betere geestelijke gezondheidszorg
■nsen denken bij psychi-
g steeds aan grote in-
en ver weg in bossen en
Niets is minder waar.
jopen jaren is de hulp-
ig aan mensen met psy-
problemen sterk veran-
egenwoordig biedt de
jke gezondheidszorg
•en hulpaanbod dat zo-
igelijk past bij de vraag.
heeft haar cliënten veel
>n: van aangepast werk
iffen om zinvol bezig te
zijn tot hulp bij een
mis. Maar ook cursus-
ir kinderen van ouders
rchiatrische problemen
is bij een bumout.
ed pakket aan advies en
hulp, niet alleen voor cliënten
maar ook voor hun familie of
relaties. Uitgangspunt is dat de
hulp zo min mogelijk inbreuk
maakt op het leven van de cli
ënt. Dat betekent dat, waar mo
gelijk, lichtere vormen van zorg
worden geboden. Met andere
woorden: de cliënt verblijft
thuis zolang het kan. Steeds
meer cliënten volgen overdag
een behandelprogramma en
gaan 's avonds naar huis of be
zoeken slechts voor therapie
een van de GGZ-vestigingen.
Maar het kan ook betekenen
dat cliënten worden geholpen
door ze dagbesteding aan te
bieden, in de vorm van werk of
cursussen. Daarnaast wordt
hulp geboden aan mensen bij
problemen op het werk, zoals
bumout, of aan iemand die
door persoonlijke omstandig
heden in de WAO dreigt te ra
ken. Bovendien houden des
kundigen uit de GGZ een apart
spreekuur in de praktijk van
huisartsen. Dit is niet alleen
prettig voor de cliënt, omdat de
drempel tot de hulpverlening
lager is, maar ook voor de huis
arts. Die kan gemakkelijker
overleggen welke vorm van
hulpverlening nodig is.
Om de cliënt die hulp te kun
nen bieden die hij of zij nodig
heeft, is het dan ook des te be
langrijker geworden dat het
aanbod van hulp goed op el
kaar aansluit. In de meeste re
gio's zijn de laatste jaren nieu
we organisaties voor geestelijke
gezondheidszorg (GGZ) ont
staan, meestal door fusies tus
sen psychiatrische ziekenhui
zen, RIAGG's en instellingen
voor Beschermd Wonen. De
Rijngeest Groep is een van die
GGZ-organisaties, werkzaam in
de regio Zuid-Holland Noord.
Het gebied bestaat uit Leiden
en omstreken, Duin- en Bollen
streek en de Rijnstreek en heeft
circa 500.000 inwoners.
George Witte, voorzitter van de
Raad van Bestuur van de Rijn
geest Groep: „Onze huidige
manier van werken, is het re
sultaat van veranderingen in de
Een voorziening voor dagbesteding van de Rijngeest Groep. Archiefoto Henk Bouwman
maatschappij, de individualise
ring. Het is een veranderd den
ken over hoe mensen met el
kaar omgaan. Mensen met psy
chische problemen hebben net
als iedereen behoeftes op het
gebied van wonen, werken en
ontspanning. Ook zij blijven het
liefst zoveel mogelijk in hun
omgeving. Afhankelijk van hun
wensen en de noodzaak tot
hulp proberen wij daar zoveel
mogelijk op in te spelen. Dit be
tekent dat cliënten zo weinig en
zo kort als wenselijk en moge
lijk is, worden opgenomen en
dat waar mogelijk we ook ande
re vormen van hulp aanbieden.
De cliënt zelf heeft een belang
rijke stem in de ontwikkelingen.
Een cliënt heeft natuurlijk in
spraak in het behandelplan en
geeft zelf steeds beter aan waar
hij of zij aan toe is. Bovendien
is er medezeggenschap van on
ze cliëntenraden en zijn de re
gionale patiënten- en consu
mentenorganisaties in de GGZ
belangrijke overlegpartners
voor ons." De inhoudelijke en
organisatorische vernieuwin
gen van de Rijngeest Groep vra
gen ook om aanpassingen in de
huisvesting. Zo bouwt de Rijn
geest Groep haar grote zieken
huisterreinen af en om en vindt
op veel plaatsen in de rpgio
nieuwbouw van kleinere zorg
voorzieningen plaats. Het
meest actuele project betreft de
nieuwbouw in Voorhout. In
april 2003 opent de Rijngeest
Groep daar een nieuwe vesti
ging. In dit gebouw komen
GGZ-voorzieningen voor inwo
ners van de Duin- en Bollen
streek. „De GGZ is niet langer
een naar binnen gericht insti
tuut. De maatschappij veran
dert, dus de Rijngeest Groep
verandert mee", besluit Witte.
Veel onderzoek naar nieuwe medicijnen is overbodig. Het leidt niet tot betere medicijnen, maar is vooral bedoeld om de kas van de farmaceutische indu
strie te spekken. Foto AP
door Roelf Reinders
Assendelft maakt zich zorgen. En niet alleen
hij. Bezorgd over de invloed van de farma
ceutische industrie op het medisch onder
zoek. Dat onderzoek wordt vooral door de
universiteiten en hun academische zieken
huizen verricht en kost enorm veel geld.
Geld dat er steeds minder is. De opeenvol
gende regeringen hebben minder over ge
had voor onderzoek naar nieuwe behandel
methodes en nieuwe medicijnen. De farma
ceutische industrie is bijgesprongen en
sponsort op grote schaal met miljarden eu
ro's onderzoek dat uiteindelijk nog meer
moet opbrengen. „Medisch onderzoek zon*
der bemoeienis van de industrie is vrijwel
onmogelijk", zegt Assendelft. „Universitei
ten moeten wel geld aannemen, ze hebben
het keihard nodig."
Vaak ook krijgen individuele wetenschap
pers geld toegestopt voor een lezing of een
reis naar een congres. „Als een farmaceu
tisch bedrijf een onderzoeker die hoog in
aanzien staat, een opinion leader in z'n vak
gebied, aan zich weet te binden, heeft het
een goudmijn in handen. Je kunt als weten
schapper wel beweren dat het je niet beïn
vloedt, onbewust doet het dat altijd. Soms
stoppen universitaire afdelingen dit geld in
een potje waarmee het laboratorium wordt
uitgebreid of extra onderzoek wordt verricht
Dat gaat buiten de normale begroting om,
maar dit geld is soms wel nodig om je ambi
tie als onderzoeksinstituut waar te kunnen
maken."
Als het dan zo is dat onderzoekers hun geld
schieters naar de mond praten, wat is dan
nog waar in de medische wetenschap? Dient
onderzoek wel de gezondheid van de patiënt
of slechts de beurs van de sponsor? „De in
vloed van de industrie op de uitkomst van
medisch onderzoek is groot", zegt Assen-
delft. Er is een spel ontstaan tussen de we
tenschapper die z'n werk probeert te doen
en de fabrikant die dat werk in zijn voordeel
wil beïnvloeden. Het spel dat in het vooraan
staande medisch tijdschrift The Lancet als de
steeds heftiger strijd tussen steeds ongemak
kelijker minnaars is omschreven.
Hoe normaal is sponsoring door de indu
strie? Abnormaal, vindt wetenschapsfilosoof
Gerard de Vries. „Als onze rechters betaald
zouden worden door het bedrijfsleven, zou
het land terecht te klein zijn. Waarom maken
we ons dan minder druk om de erosie van
de onafhankelijkheid van de wetenschap?"
Krijgt de patiënt wel het beste medicijn of
slechts het middel dat het meeste geld ople
vert?
Dat laatste gebeurt veel, zegt Assendelft. „De
industrie gebruikt de patiënt op grote schaal
voor onderzoek dat niet echt nodig is. Dan
gaat het om onderzoek van een nieuw medi
cijn dat helemaal niet beter hoeft te zijn dan
het oude maar alleen nog onbekend is. Een
fabrikant wil met een eigen versie van een
bestaand, goedlopend medicijn ook mee
doen. Onder het mom van wetenschappelijk
onderzoek worden talloze onderzoekjes bij
huisartsen en specialisten gestart." Dit soort
proeven heten seeding trials. „Het gaat er al
leen maar om om het nieuwe middel in de
pen van de arts te krijgen zodat hij het gaat
voorschrijven."
De Leidse hoogleraar klinische epidemiolo
gie Frits Rosendaal heeft becijferd dat ne
gentig procent van de 1500 klinische onder
zoeken in Nederland onzin-onderzoeken
zijn. Assendelft noemt het voorbeeld van een
nieuw soort antidepressivum, SSRI, waar be
gin jaren negentig meer dan honderd experi
menten met tienduizend patiënten aan zijn
gewijd. „Terwijl je na een paar ook al had
kunnen zeggen of het een beter middel dan
een ouder medicijn is, ja of nee."
Het geld voor die overbodige onderzoeken,
zegt Assendelft, had beter kunnen worden
gebruikt voor onderzoek bij kinderen, oude
ren, patiënten met meerdere aandoeningen
of patiënten die al veel medicijnen gebrui
ken. „Want deze belangrijke groepen mogen
vaak niet meedoen in de testen omdat dat
wel eens een resultaat kan geven dat de pro
ducent niet goed uitkomt. De perfecte proef
persoon is jong en mankeert niks, terwijl de
patiënt die ik in mijn spreekkamer zie vooral
oud is en juist wel verschillende aandoenin
gen tegelijk heeft. Hoe deze patiënten op het
medicijn reageren, daar komen de huisart
sen door schade en schande vaak pas later
achter."
Seeding trials, een commerciële truc ver
kocht als wetenschap. „De arts krijgt geld
voor elke patiënt die hij meekrijgt voor het
onderzoek of soms een televisie voor een x
aantal patiënten", aldus Assendelft. „De pa
tiënten doen mee omdat ze denken dat ze de
wetenschap steunen, maar dat is vaak hele
maal niet zo. Ze hebben zich zonder het te
weten voor het karretje van een farmaceu
tisch bedrijf laten spannen en het karretje
van een wetenschapper die zonodig moet."
Assendelft wil dat er meer openheid over dit
soort onderzoeken komt. „Patiënten moeten
precies weten aan wat voor soort onderzoek
ze meedoen. Die informatie hoeft niet alleen
van de behandelend arts te komen maar zou
ook op een website gevonden moeten kun
nen worden. Patiënten die aan een onder
zoek mee willen doen, moeten ook goed na
vragen wat het doel van de test is en dan pas
beslissen."
Als de industrie zoveel onzin-onderzoek op
zet, waarom doet een wetenschapper daar
dan aan mee? „De medische wetenschap
van vandaag eist scoren", zegt Assendelft.
„De medewerker aan de universiteit heeft de
drang om te publiceren en daarmee zijn po
sitie te behouden. En elk artikel over wat dan
ook komt wel in een tijdschrift. Maar even
ter nuancering: onderzoekers plakken aan
zo'n seeding trial wel vaak een nieuwe test of
een andere, wél nuttige onderzoeksvraag
vast. Daar kan wel een nuttig resultaat uit
komen.' Als een onderzoek niet oplevert wat
de producent hoopt, zegt Assendelft, gebeurt
het dat niemand er meer iets van hoort. „De
helft van de medische onderzoeken wordt
niet gepubliceerd. De uitkomst valt tegen of
er komt niks bijzonders uit. Industriële op
drachtgevers sluiten soms contracten met
universiteiten om niet of slechts gedeeltes
van het onderzoek te publiceren als de uit
komsten tegenvallen. Soms doen wanhopige
patiënten mee aan onderzoeken, waarmee
ze hopen dat anderen na hen mee zijn ge
holpen, maar waarover je later niets meer
leest. Terwijl onderzoeken die niks opleve
ren juist ook heel interessant en belangrijk
kunnen zijn."
Assendelft pleit voor het opzetten van een
groot register waarin elk medisch onderzoek
dat begint wordt opgenomen. „Dat register
komt er ook wel, maar de industrie wil niet
meedoen. Maar zo'n trial-register is belang
rijk. Alleen zo kunnen we nagaan of onder
zoek ook echt wordt gepubliceerd. Nu komt
het voor dat bedrijven enorm uitpakken met
de positieve resultaten van één onderzoek.
Ik wil dan weten of er nog ander onderzoek
naar dat medicijn is gedaan dat wellicht van
wege wat mindere resultaten nog op de
plank ligt. Alleen jammer dat de farmaceuti
sche industrie zo'n register niet wil."
Verder moet de overheid regels opstellen om
onzin-onderzoek te voorkomen, zegt Assen
delft, en meer geld voor onafhankelijk on
derzoek uittrekken. „Dat geld verdient zich
geheid terug. Nu zijn nieuwe geneesmidde
len vooral duur omdat er een patent op zit.
Concurrenten proberen met een eigen versie
van zo'n medicijn te komen waaraan ze ook
een hoop kunnen verdienen. In goedkope
medicijnen is niemand meer geïnteres
seerd."
Patiënten staan soms onnodig
bloot aan medische experimenten.
Dat zegt Pim Assendelft, huisarts
in Hilversum en hoofd van de
afdeling Richtlijnontwikkeling en
Wetenschapsbeleid van het
Nederlands Huisartsen
Genootschap (NHG). Veel
medische testen hóeven helemaal
niet, maar leveren de
farmaceutische industrie wel een
hoop geld op.