Hard Nodig brengt
meer handen
aan het bed
GEZONDHEID
1
Ruimte voor mensen
met een handicap
Dokters op het snelle asfalt
Team van 23 artsen en verpleegkundigen op circuit Zandvoort
een kandidaat bleek een extra
stimulans. „Zo hadden instel
lingen plotseling geld voor be
geleiding en scholing van de
nieuwkomers."
Ook gingen instellingen werken
aan op maat toegesneden op
lossingen. Omdat veel herintre
ders vrouw zijn begonnen di
verse instellingen met flexibele
arbeidscontracten, waaronder
de zogenoemde 'moedercon
tracten'. Die maken het moge
lijk de werktijden af te stemmen
op de tijden van de basisschool,
zodat moeders of vaders hun
kinderen naar school kunnen
brengen en halen. Op die wijze
kon bij het Medisch Centrum
Alkmaar een herintreder aan de
slag als dialyseverpleegkundige.
Andere instellingen voerden
flexibele roosters in, met ar
beidscontracten tussen 5 en 36
uur per week. Niet alleen ple
zierig voor de medewerkers,
maar ook voor de organisatie.
Die kan er voor zorgen dat tij
dens drukke uren voldoende
personeel aanwezig is.
Westerterp kijkt tevreden terug
op de eerste periode van het
project. „Naast de ongeveer 600
plaatsingen zie je ook dat het
ziekteverzuim in de sector naar
beneden gaat. Al met al worden
de tekorten minder. Ook het
imago van het werken in de
zorg verbetert. Uit recent on
derzoek blijkt dat de werkdruk
minder hoog wordt ervaren en
de tevredenheid over het werk
toe neemt. En de honorering is
marktconform. De beloning
van mbo'ers of hbo'ers in de
zorg is vergelijkbaar met die in
het bedrijfsleven. Groot voor
deel is bovendien dat zelfs in
economisch moeilijke tijden ie
mand in de zorg nauwelijks
voor zijn baan hoeft te vrezen",
besluit Westerterp.
lijkt op het zoeken
,^'aar een speld in de
n. spreekwoordelijke
berg. Waar vind je
de tienduizenden
msen die ooit in de
Rebben gewerkt en
lien een comeback
i maken? Dat is de
in het project Hard
)dig, gestart medio
en bedoeld om tot
p, et eind 2003 extra
oneel te werven in
strgsector. De eerste
dJfcten zijn zichtbaar.
JJkzij het project zijn
nmiddels bijna 600
nal
it jn weer aan de slag
bH in het ziekenhuis,
"(huiszorg of bij een
J andere instelling.
Bijna 600 ex-verpleegkundigen en -verzorgenden aan de slag
door Wim Bank
Hard Nodig is op initiatief van
wergevers- en werknemersor
ganisaties, het ministerie van
VWS en CWI Nederland opge
zet. Het kwam voort uit het
werk van een stuurgroep die
toenmalig minister van volks-
zondheid Borst instelde om het
personeelstekort in de zorg aan
te pakken. Dat tekort werd ge
zien als een van de oorzaken
van de steeds maar groter wor
dende wachtlijsten. Tegelijk
bleek uit onderzoek dat 36.000
ex-verpleegkundigen en verzor
genden tot vijftig jaar eventueel
bereid waren weer in de zorg te
gaan werken.
Het project richt zich op instel
lingen uit alle branches in de
zorgsector: geestelijke gezond
heidszorg, gehandicaptenzorg,
thuiszorg, verpleeg- en verzor
gingshuizen en (academische)
ziekenhuizen. Het werft kandi
daten voor de functies van
zorghulp, helpende, verzorgen
de, verpleegkundige en voor
een aantal medisch ondersteu
nende functies. Tevens beoogt
het mensen zonder zorgdiplo-
ma aan te sporen om te kiezen
voor een zorgfunctie. Negen
uitzendbureaus konden in
schrijven op het project. Tem
po-Team Gezondheidszorg
(TTG), in Nederland behorend
tot de top vijf van arbeidsbe
middelaars in de zorg, kreeg de
opdracht. „Niet omdat we fi
nancieel het gunstigste plaatje
hadden, maar omdat we inhou
delijk het beste op de hoogte
waren van de situatie op die
markt", vertelt Murk Wester
terp, die als branchemanager
gezondheidszorg bij TTG de
klus binnenhaalde.
Voor Tempo-Team brak een
drukke periode aan. De eerste
stap was het laten aanschrijven
van de zogenoemde 'slapersbe
standen' van de pensioenfond
sen PGGM en ABP en het ver
werken van de reacties hierop.
Bij PGGM staan ongeveer
300.000 mensen ingeschreven
die in het verleden in de zorg
hebben gewerkt en bij ABP on
geveer 75.000 mensen die bij
een academisch ziekenhuis of
daaraan verbonden universiteit
hebben gewerkt. De reacties
werden centraal geregistreerd
en vervolgens doorgespeeld
naar vertegenwoordigers van
het uitzendbureau in een van
zeventien regio's.
Die regionale aanpak is een ab
solute voorwaarde voor succes,
blijkt uit een voorbeeld van
Westerterp. „De situatie ver
schilt sterk per regio. In grote
steden in de Randstad is de
druk op de arbeidsmarkt zeer
groot. Daar zijn instellingen al
geholpen als mensen vier uur
of meer willen werken. In de
kop van Noord-Holland of Fle
voland kunnen mensen alleen
vaak aan de slag als ze 24 uur of
meer willen werken", aldus
Westerterp.
Het aanschrijven van de sla
persbestanden van PGGM en
ABP leverde reacties op van
mensen die direct aan de slag
wilden. Daarnaast waren er be
langstellenden voor een baan in
de zorg die echter geen diplo
ma hadden. Zij zijn richting
scholing geleid.
Niet alle instellingen waren
goed voorbereid op de komst
Dankzij het project Hard Nodig zijn bijna 6oo mensen weer aan de slag gegaan in de zorg. Foto PR
van gratis geselecteerde kandi
daten voor een baan. „Er was
niet goed nagedacht over wat
zij de nieuwe potentiële werk
nemers moesten bieden. Hoe
moesten die mensen worden
begeleid en wie moest dat beta
len? We hebben de nodig weer
stand moeten overwinnen", al
dus Westerterp. Het verstrek
ken van een extra subsidie
(2.500 gulden) bij plaatsing van
Met de andere vrijwilligers van de medische dienst staan circuitarts Cees Kox en ambulanceverpleegkundige Sjaak van Gils tijdens
j auto- en motorraces klaar om hulp te bieden aan gecrashte coureurs. Foto: United Photos De Boer/Poppe de Boer
ïrnrmj
rjjïrP2j£
door Carlo Nijveen
Met gierende banden jakkert de medi
sche hulpdienstwagen door de Marl-
borobocht van het Circuit Park Zand
voort. De chauffeur van de vierwieler
lijkt een serieuze, poging te doen om de
snelste rondetijd te verbeteren. Circuit-
arts Cees Kox gunt de kilometerteller
echter geen blik waardig. Al zijn aan
dacht gaat uit naar de raceauto die even
verderop van het asfalt is geschoten.
Routineus ontfermt Kox (55) zich even
later over de bestuurder van de bolide.
De coureur blijkt aan de crash slechts
een paar pijnlijke nekspieren te hebben
overgehouden. In de Tarzanbocht is het
inmiddels opnieuw raak: bij een fel uit
gevochten wiel-aan-wielduel met een
collega heeft een andere deelnemer aan
de Zandvoortse Finaleraces de macht
over het stuur verloren. De stem van de
circuitspeaker schiet van opwinding
een aantal octaven de hoogte in, maar
ook deze slippartij loopt met een sisser
af.
Nee, Kox en de andere vrijwilligers van
het medisch team op het Circuit Park
Zandvoort hoeven tijdens de Finalera
ces niet in actie te komen voor groot
malheur. Ook bij andere evenementen
zijn zware ongelukken op de racebaan
in de duinen een zeldzaamheid. Toch
beschikken de artsen en verpleegkundi
gen op het badplaatscircuit over een
speciale shockroom, waarin gewond ge
raakte coureurs kunnen worden opge
vangen. Sommige gecrashte rijders
kunnen na een korte behandeling weer
de baan op of naar huis, anderen moe
ten uiteindelijk worden overgebracht
naar een ziekenhuis. Want soms gaat
het ondanks alle veiligheidsmaatrege
len op en rondom het circuit toch fout.
Zo herinnert Cees Kox zich het ongeluk
waarbij een Duitse Formule Ford-cou
reur twee jaar geleden zwaar hersenlet
sel opliep. En vergeet hoofd medische
dienst Pim Hagen zijn debuut als cir
cuitarts - in 1991 - nooit. „Ook bij dat
ongeval ging het om een Duitser. Tij
dens de eerste training van het seizoen
raakte hij van de baan. Die man bloed
de uit alle gaten. Op weg naar het zie
kenhuis is hij overleden. Een drama",
zegt de 54-jarige Hagen, in het dagelijks
leven directeur van een medisch ad
viesbureau voor letselschadeadvocaten.
Ook een ander ernstig ongeval, in 1996,
staat Hagen nog levendig voor de geest.
„In de Gerlachbocht was een coureur
rechtdoor de banden in gereden. Toen
ik het portier van zijn wagen opende,
zag ik meteen dat het geen raceongeluk
was. De coureur had achter het stuur
een hartaanval gekregen."
Vanuit de toren waarin de wedstrijdlei
ding is gehuisvest, kijkt Hagen inmid
dels uit over het circuit. Tijdens korte
portofoongesprekken heeft hij regelma
tig contact met de andere leden van de
medische dienst, die langs de baan
staan. In totaal zijn 23 specialisten,
huisartsen, verpleegkundigen en anes
thesisten - vrijwel zonder uitzondering
autosportliefhebbers - bij die dienst be
trokken.
In de modern uitgeruste shockroom
kunnen indien nodig twee coureurs te
gelijk worden behandeld. Om in nood
gevallen zo adequaat mogelijk hulp te
kunnen bieden, houdt de medische
dienst regelmatig ongevaloefeningen,
zegt Hagen. Als het aan hem ligt, be
schikt de dienst voor de hulpverlening
bij daadwerkelijke noodgevallen behal
ve over de shockroom over niet al te
lange tijd ook over een eigen landings
plaats voor helikopters.
Ambulanceverpleegkundige Sjaak van
Gils (43) uit Haarlem is inmiddels bij
circuitarts Cees Kox in de auto gescho
ven. Al vanaf 1986 verleent Van Gils met
vaste regelmaat medische hand- en
spandiensten op het circuit. „Vooral bij
motorraces heb ik hier veel zware klap
pers meegemaakt. En zo'n drie maan
den geleden heb ik hier iemand met
een Alfa Romeo zeker vijftien keer over
de kop ^ien gaan. Op een paar flinke
blauwe plekken na had die coureur
niets, maar voor de zekerheid hebben
we hem toch maar even meegenomen
naar de shockroom. Plotseling viel hij
flauw, puur van de schrik. Maar nadat
hij in het ziekenhuis foto's had laten
maken, reed hij een paar uur later weer
doodgemoedereerd rond op het cir
cuit."
Ook Van Gils' collega Kox - als chirurg
werkzaam bij het AMC - laat niet na te
benadrukken dat de meeste crashes op
het snelle asfalt goed aflopen. „Ik zit nu
twintig jaar bij de medische dienst van
het circuit. In die periode heb ik zo'n
tien ongevallen met ernstig letsel mee
gemaakt. Toch vallen bij auto- en mo
torraces relatief veel minder gewonden
dan bij sporten als voetbal en rugby."
John Ebink: „De
cliënten wonen
zo individueel
mogelijk, maar
krijgen volop
begeleiding."
Foto PR
De instelling 'Reigersdaal' in Heerhugowaard kreeg dit
najaar een nieuwe ruimte voor 'individueel wonen'. De
dienstverlenende stichting Esdégé-Reigersdaal nam
eind september gebouw 'De Zolder' als woning in ge
bruik. Clustermanager Bas Kleijwegt is trots op het
nieuwe onderkomen: „Het is een hele mooie midden
weg tussen wonen in de wijk en wonen in de instel
ling." In Hoorn en Enkhuizen bereidt de organisatie
drie woonprojecten voor 'in de wijk'. John Ebink is daar
clustermanager: „De cliënten wonen zo individueel
mogelijk, maar krijgen volop begeleiding.
Een elftal cliënten met een meervoudige handicap
woont in gebouw De Zolder in klein groepsverband.
Nieuw voor hen is dat zij een eigen kamer hebben.
Daarnaast is er een geza
menlijke huiskamer. De Zol
der was voorheen kantoor
gebouw. De huidige bewo
ners woonden elders op het
Reigersdaal-terrein in grote
re groepen met meerper-
soonskamers. De groepen zijn nu verkleind tot vijf of
zes personen. Iedereen heeft een eigen kamer, die naar
eigen smaak is ingericht.
„Van grote slaapzalen is niet veel te maken", vertelt Bas
Kleijwegt. „Cliënten hebben dan zelf alleen een nacht
kastje en soms nog een postertje aan de muur. De rest
is allemaal standaardinrichting. Dan moet je nu de ver
schillende kamers eens zien: de één heeft er veel in
staan, een ander juist weer erg weinig. Dat bepalen zij
of hun ouders zelf."
Voor de personeelsplanning is het werken met kleinere
groepen binnen het beschikbare budget wel lastig,
merkt Bas Kleijwegt. „Er zijn veel korte diensten, 's
Morgens en 's avonds is het even druk, terwijl overdag
één begeleider voldoende is. Dat betekent dat je te
maken krijgt met diensten van maar drie of
vier uur."
Hoewel 'De Zolder' op het instellingster
rein staat, ligt het een beetje afgezon
derd van andere clusters. Zo'n een-
persoonsdienst lijkt dan wel erg saai
te worden. Bij de medewerkers
leefde vooraf die angst ook.
„Maar het valt reuze mee", ver
telt begeleidster Karin. „Ik was
bang dat het werk veel minder
leuk zou worden, maar zo
werkt het toch niet. Zelfstan
digheid en een prettige leef
omgeving zijn natuurlijk ook
Esdégé-Reigersdaal vindt
middenweg tussen
instelling en wonen in wijk
veel waard. Ik ben dik tevreden zo."
Esdégé-Reigersdaal heeft nog andere woonprojecten
op stapel staan. In Hoorn en Enkhuizen bouwt het
cluster 'Stolpenland' aan drie nieuwe locaties. Ook hier
staat het individueel wonen hoog in het vaandel. Maar
bij deze drie projecten is sprake van wonen in de wijk.
In Hoom zal zelfs een verbouwde boerderij worden be
woond door cliënten van Esdégé-Reigersdaal en zes
'gewone' jongeren. „Dat is natuurlijk wel spannend",
aldus John Ebink. „Net als wij, huren die jongeren ge
woon bij de gemeente; wij hebben daar geen invloed
op. Het is 'integratie-onder-één-dak'."
De toekomstige bewoners wonen bijna allemaal nu nog
in een instelling of gezinsvervangend tehuis. „Vaak zijn
begeleiders en ouders voor
af dan bang voor deze
woonvormen. Maar als cli
ënten eenmaal zo wonen,
wil niemand terug naar de
oude situatie."
Ook voor John Ebink is het
lastig de personele bezetting financieel rond te krijgen.
„Of je een slaapwacht hebt op veertig mensen of op
acht mensen, dat scheelt natuurlijk Toch gaat het alle
maal wel lukken." Hij ziet daarbij duidelijk een meer
waarde in het wonen in de wijk: „Cliënten komen daar
door meer in de samenleving te staan. De buurman
komt eens helpen als in de tuin een boom is omge
waaid, een ander gaat es met een cliënt naar de super
markt Er is een cliënt die elke woensdagavond met zijn
broer naar judo gaat. Straks kan die van te voren bij zijn
broer eten."
In de wijk zijn niet de voorzieningen van het instel
lingsterrein, zoals eigen zwembad, sporthal en soos.
Ebink: „Het is duidelijk dat zaken
anders georganiseerd moe
ten worden. Maar dat wil
niet zegggen dat cliën
ten van dergelijke
zaken verstoken
blijven. En dit
is toch wat
we willen:
een samen
leving
waarin ook
ruimte is
voor mensen
met een handi
cap."