'Ik herken geen tegenslagen^
REGIO
Quick Boys laat Wim Schaap nooit meer los
NAVRAAG
Wassenaar, Oegstgeest en Voorschoten zijn, qua inkomens van de
bevolking, de rijkste gemeenten in Zuid-Holland. Katwijk steekt daar
schril bij af, als armste gemeente in de Leidse regio. Het Centraal Bu
reau voor Statistiek, dat het on
derzoek deed naar rijk en arm in
Nederland, heeft geen idee waar
om Katwijk het slechtst scoort.
Navraag ging op zoek naar burge
meester JOS WIENEN.
Heeft u enig idee waarom Kat
wijk relatief slecht scoort?
„Ik wil allereerst de relativering
onderstrepen. Het is niet zo dat
je kunt zeggen: tsjongejonge, wat
is het verschrikkelijk. We moeten
het niet problematiseren. We zit
ten hier in een gebied met rela
tief veel hoge inkomens."
En waarom steekt Kativijk daar
zo schril bij af?
,,Ik heb daar wel een aantal ver
klaringen voor. Katwijk heeft,
meer dan andere gemeenten in
deze omgeving, gekozen om voor
de eigen bevolking te bouwen.
En geen dure villa's voor mensen van buitenaf. Oegstgeest, Wasse
naar en Voorschoten bouwen vooral voor mensen met hoge inko
mens.
Tweede oorzaak zou kunnen zijn dat Katwijkers een wat lagere
scholingsgraad hebben. Je hebt hier wat meer werkers, wat minder
boorden. Verder is het zo dat de CBS-cijfers gebaseerd zijn op ge
zinsinkomens. En ik schat in dat hier wat meer gezinnen zijn met
één inkomen. Een relatief groot deel van de vrouwen kiest hier
voor de verzorgende rol.
Verder speelt de historie een rol: Katwijk is van oudsher een vis
sersdorp. En in die sector is het nooit bepaald een vetpot ge
weest."
U weet hoe ze de productie in andere inssersdorpen opvoeren?
Misschien moeten Katwijkers aan de coke?
„Nee. Dat cokegebruik is hier absoluut niet aan de orde. Ik meen
trouwens dat het in die dorpen is genoemd vanwege grote rijkdom
van de bevolking. Het cokegebruik gaat daar niet gepaard met cri
minaliteit. Naar onze informatie bestaat dat verschijnsel in Katwijk
niet."
Vindt u de inkomenspositie van Katnnjkers zorgelijk?
„Nee. Als je het gemiddelde scoort, lijkt me dat niet zorgelijk. Je
moet de dingen in de juiste verhouding zien. Leiden vraagt als ar
me gemeente altijd hulp aan de randgemeenten, maar als je de cij
fers van het CBS ziet is Katwijk bepaald geen 'rijke randgemeente'.
En dan zijn we ook nog zuinig."
De gemeente zeifis toch niet armlastig?
„Nee, al zijn we wel genoodzaakt om de OZB flink te verhogen."
tekst: Erna Straatsma foto: Dick Hogewoning
UIT DE ARCHIEVEN
Anno 1977, woensdag 16 november
LEIDEN - De vijftig wisselwoningen aan de Van Huisweg staan op
een onverhard terrein. Het complex steekt schril af bij de betere situ
ering van de ander wisselwoningen ('t Spoortje, Arubastraat) in de
stad. De grote regenval van de laatste tijd heeft het terrein op sommi
ge plaatsen veranderd in een grote modderpoel. Met het ontbreken
van groenvoorzieningen maakt het geheel een troosteloze indruk. On
der de bewoners begint nu duidelijk irritatie te ontstaan over het
voortduren van deze situatie. De meesten wonen nu een kleine drie
maanden in hun wisselwoning: "Toen ik hier kwam stonden er al
plassen en die zijn niet meer verdwenen. Als het straks gaat vriezen,
wordt het hier levensgevaarlijk", klaagt een bewoonster. Haar buur
vrouw beziet de woonomgeving van achter de ramen. In haar 'tuin'
staat een droogmolen onbereikbaar in het water. Ik kan de was hier
niet eens ophangen. Als je de deur uitstapt, lig je in de blubber.
Een aantal bewoners ziet er nu al tegenop dat ze zo nog zeker ander
half jaar in deze omgeving moeten verblijven. De betrokkenen komeVi
uit de 'platte daken' - Dillenburgerstraat en omgeving - in Noord.
Hun woningen daar worden afgebroken voor nieuwe. Dit werk moet
echter praktisch nog beginnen.
Anno 1977, woensdag 16 november
LEIDEN - De wisselwoningen aan de Van Huisweg. Toen de bewoners
er kwamen stonden er al plassen en die zijn niet meer weggeweest.
Foto: archief Leidsch Dagblad
Foto's in deze rubriek kunnen worden nabesteld door binnen veertien dagen na
plaatsing 2,50 (voor een exemplaar van 13 bij 18 in zwart wit) over te maken op
gironummer 57055 t.n.v. Dagbladuitgeverij Damiate b.v. Postbus 507, 2003 PA
Haarlem, onder vermelding van Leidsch Dagblad, ANNO d.d. (datum van plaatsing)
of door contante betaling aan de balie van het Leidsch Dagblad, Rooseveltstraat 82
te Leiden. U krijgt de foto binnen drie weken thuisgestuurd.
COLOFON
Leidsch Dagblad
Directje: B.M. Essenberg, C.P. Arnold
W.MJ. Bouterse (adjunct)
E-mail: directie@damiate.hdc.nl
Hoofdredactie: Jan Geert Majoor, Kees van
der Malen, Léon Klein Schiphorst (adjunct)
E-mail: redactie.ld@damiate.hdc.nl
HOOFDKANTOOR
Rooseveltstraat 82, Leiden, tel. 071-5 356 356
Postadres: Postbus 54,2300 AB Leiden.
Redactie fax 071-5 356 415
Advertentie fax 071-5 323 508
Familieberichten fax 023-5 '5° 567
ADVERTENTIES
071-5 356 300
Sprinters (rubrieksadv.): 072-519 6868
ABONNEESERVICE
071-5128 030
E-mail: abonneeservice@hdc.nl
ABONNEMENTEN
Bij vooruitbetaling (acceptgiro)
p/m €19,60 (alleen aut. ine)
p/kw €55,00 p/j €210,60
Abonnees die ons een machtiging verstrekken
tot het automatisch afschrijven van het
abonnementsgeld ontvangen €0,50 korting
per betaling.
VERZENDING PER POST
Voor abonnementen die per post (binnenland)
worden verzonden geldt een toeslag van €0,50
aan portokosten per verschijndag.
GEEN KRANT ONTVANGEN?
Voor nabezorging: 071-5128 030
ma t/m vr: 18-19.30 uur, za: 10-13 uur
AUTEURSRECHTEN
Alle auteursrechten en databankrechten ten
aanzien van (de inhoud van) deze uitgave
worden uitdrukkelijk voorbehouden. Deze
rechten berusten bij HDC Uitgeverij Zuid BV
cq. de betreffende auteur.
HDC Uitgeverij Zuid BV, 2002
De publicatierechten van werken van
beeldende kunstenaars aangesloten bij een
CISAC-organisatie zijn geregeld met Stichting
Beeldrecht te Amstelveen.
HDC Uitgeverij Zuid BV is belast met de
verwerking van gegevens van abonnees van
dit dagblad. Deze gegevens kunnen tevens
worden gebruikt om gerichte informatie over
voordeelaanbiedïngen te geven, zowel door
onszelf als door derden. Heeft u hier bezwaar
tegen, dan kunt u dat schriftelijk laten weten
aan HDC Uitgeverij Zuid BV, Afdeling
Lezersservice, postbus 503,2003 PA Haarlem.
ZATERDAG 16 NOVEMBER
ger
Leiderdorpse Jenny Thunnissen, directeur-generaal Belastingdienst, 'overheidsmanager van het jaar'
drempels genomen. Zowel bij het mii
van financiën als in haar gezin. Ze he<
een loopbaan in haar gedachten geha
alles aangepakt wat haar leuk leek. Ni lerf
studie burgerlijk recht en postdoctorale
fiscaal recht begon ze in 1977 in Rijsw
toenmalige Inspectie der Directe Bela
om al snel door te stromen naar het d ?°r
raat-generaal Belastingdienst. „Somn ibe
gen in mijn leven heb ik niet gedaan, t a
te fiscalist ben ik nooit geweest. De bi|r
ke-organisatorische hoek trok mij me
Tot een paar jaar geleden heeft ze in 1
varianten parttime gewerkt, evenals h '^e'
genoot. „We waren er alle twee voor i
kinderen, die zich nu bijna zelf kunne
druipen. En als ik thuis was, was ik at
niet met mijn werk bezig. Dan ging di teg
om. Ik ben een echte vrouw. Voor mij
is het nog steeds heel belangrijk dat i) ts c
werk heb zowel binnen als buiten hei nir
Gezinswerk heeft veel overeenkomst!
het 'echte werk.' Bij je gezin ontdek je j te
ziet kinderen mens worden. Je deelt, ws
communiceert, organiseert en je leen E
houden als ze puber zijn."
Na de eretitel - overheidsmanager va p=
- vraagt iedereen nog eens expliciet h
dat voor elkaar gekregen? MaWcelijk g
door het gewoon te doen. En het is re
goed gegaan, durf ik nu te beweren. 1
automatisch. We hadden er geen ruzi
Hoewel Jenny Thunnissen nu op gezi
meer dan een normale werkweek dra 'en
ze het thuisfront goed in de gaten. „II
leuke dingen of gebeurtenissen waarrfEES
me heb opgewonden. Veel vergadere
niet en thuiswerken al helemaal niet.
week ga ik naar een belastingkantoor
land Maastricht of Groningen. Dan zi
meteen vol. Ik praat daar met onze ra 'en
Als ik geen vaste planning heb, verst a&
hier zo half tien. Ik ben niet zo'n ochl 1 ee
Er zijn avonden dat ik tot tien uur we J
ik neem niets mee. In de auto - met >e'{
- doe ik ook niets. Vorige week reden
de belastingen in Hengelo. Over de IInac
een prachtige lucht. Zo mooi, ik geno!n^
dig. Dat pik ik dan toch maar gratis n Dr"
„Het is als manager goed om te zienlren
cessen gaan. Daarom pak ik elk mom ver
het leven zoals het is. Onbewust heb i1 b
de goede stap genomen. Ik heb nu ee ;r
mooi overzicht, ik snap veel meer en
meer. Dat is op dit moment mijn driti
hoé mensen werken.
„Wat ik. hierna ga doen? Ik ga zo met Of
huis, en omdat er niemand thuis i
lezen in bed. Ik ben een leesvei j1)
al vanaf mijn zesde. Ik lees'e8
tie, romans, thrillers, bofjP,2
gedrag en neuroloj,
dus. Of bedoelt 1ltst(
Belastingd Bs
zie wel wat et
op mijn pa
n b
nd
Saskia Stoe^b
an
dei
„Ik kom nog wekelijks bij
Quick Boys. Die club laat me
nooit meer los. Ik ben er be
gonnen als voetballer en nu
spelen er drie kleinkinderen.
Man, dat is genieten. Tegen
woordig geniet ik ook weer
van het eerste. Ik moet je zeg
gen dat ik de afgelopen jaren
heel wat keren kwaad ben
weggelopen. Wat een slecht
niveau, verschrikkelijk.
Kijk, als je pretendeert een
topclub te zijn, moet je er ook
wel naar presteren. Er werden
allerlei spelers naar Katwijk
gehaald, die allemaal door de
mand vielen. En ze kregen er
nog geld voor ook. En ik heb
een grondige hekel aan zak
kenvullers, ook buiten het
voetbal. Je hoort mij niet zeg
gen dat betalen van amateur
spelers niet mag. Je moet wel
met je tijd meegaan. Als Quick
Boys niet zou betalen, speelde
de club nu niet in de hoofd
klasse, zo simpel ligt dat.
In mijn tijd als voorzitter deed
Quick Boys het louter en al
leen met eigen kweek. Dat had
als nadeel dat we nooit kampi
oen zijn geworden in mijn pe
riode van dertien jaar als voor
zitter. Mij kon dat niks sche
len. Ik ben van nature een op
voeder, aan prestaties hechtte
ik minder waarde. Eerlijk ge
zegd dachten collega-bestuur
ders daar anders over. Die wil
den maar wat graag de titel.
Nou, ze werden op hun wen
ken bediend toen ik stopte.
We werden toen twee keer
achtereen kampioen (in '91 en
'92, red).
Ik ben bij toeval in het bestuur
gekomen. De toenmalige
voorzitter Van Beelen werd
weggestuurd en toen vroegen
ze mij. Ik had geen enkele er
varing, maar het ging me wel
aardig af. Ik had alleen een
probleem met de trainer, Leo
Halkes. Die was door mijn
voorganger als professional
aangesteld en daar was ik het
niet mee eens. Afijn, dat heb
ben we uiteindelijk kunnen
oplossen.
Bij mijn indiensttreding was er
een keuzecommissie die de
elftallen samenstelde. Dat ge
beurde nog in die tijd, dat kun
je je nu niet voorstellen. Dan
zou de trainer direct opstap
pen. Heel langzaam heb ik de
heren van de keuzecommissie
eruit kunnen werken.
In dezelfde periode zat ik voor
het CDA in de gemeenteraad.
Dat was weer een ander soort
spel. Toch vond ik het ook wel
interessant. Via een omweg
toch je doel bereiken. Ik heb
het nog acht jaar volgehou
den. Toen mijn vrouw ziek
werd, heb ik alle taken neerge
legd. Uiteindelijk is ze overle
den. Dat is nu twintig jaar ge
leden. Ik kan me alleen goed
redden, hoor. Ik kan aardig
kokkerellen en het strijken
gaat me ook goed af. Eens in
de week heb ik een werkster.
Ik kom uit een gezin met zes
kinderen, drie jongens en drie
meiden. Ik heb een mooie
jeugd gehad, ondanks dat een
deel in de oorlog viel. Ik herin
ner me dat ik op de fiets naar
Zwolle ging om tarwe en rogge
te halen. Op een fiets met
touwbanden. Ik ben met mijn
drie zoons en later met de
kleinkinderen vaak naar Epe
op vakantie geweest en elke
keer zei ik: kijk, langs deze weg
ben ik naar Zwolle voedsel in
de oorlog wezen halen.
Mijn vader was visventer in
Leiden. Ik ging wel eens mee.
Maar ik wist al snel dat die
baan niks voor mij was. Ik ging
al naar Leiden op de lagere
school, de Opleidingsschool.
In Katwijk zat ik in de zesde en
kwam in Leiden in de vierde
klas terecht Dat ging toen zo,
de school in Leiden stond ho
ger aangeschreven. Ik was al
14 toen ik naar de HBS ging.
Toen ik daar vanaf ging, moest
ik in dienst. Naar het toenma
lig Indië. Ik zat in een rondrei
zend bataljon en heb het hele
land gezien.
Terug in Nederland ging ik
naar de academie voor licha
melijke opvoeding. Ik had
Jenny Thunnissen: „Ik ben niet zo'n ochtendtype. Er zijn avonden dat ik tot tien uur werk, maar ik neem niets mee naar huis." Foto: Henk Bouwman
Wim Schaap plukt nog altijd de dag. Hij is 74, maar geeft
wekelijks nog gymnastiekles aan de Jan Tooropschool in Katwijk.
En tijdens sportdagen van het Vlietland College in Leiden
'scheidsrechtert' hij dat het een aard heeft. Hij baalt dat zijn
badmintonclubje vanwege allerlei beslommeringen is gestopt.
ledereen mankeerde wel wat. Maar gelukkig is er nog het
volleybal, dat hij doet met ex-collega's. Schaap blaakt nog van
gezondheid. Volgens hem zit dat in de genen. Wim Schaap, ex-
gymnastiekleraar, ex-voorzitter van Quick Boys (van 1969 tot
1982) en ex-politicus van het CDA (van 1974 tot 1982), vertelt zijn
levensverhaal.
DE DINGEN DIE
VOORBIJ GAAN
geen zin in een bureau, ik wil
de sportief bezig zijn. Mijn
eerste baan was in Katwijk. Ik
was in het dorp de eerste gym
nastiekleraar. Dat was op de
Jan Tooropschool, daar waar
ik nu ook les geef. De toenma
lige voorzitter van de w Kat
wijk, Dirk Goedhart, was er
hoofd. Hij zei: als je van de
academie komt, wil ik je heb
ben. Goed, zei ik, als je maar
voor een huis zorgt, want net
als nu heerste er woningnood.
Later kwamen wel elkaar weer
tegen als voorzitters van de
voetbalclubs.
Ik kwam als gymnastiekleraar
al snel in Leiden terecht, op
Visser 't Hooft, aan de Ka-
gerstraat. Toen er een depen
dance (het huidige Vlietland
College) werd geopend, ben ik
meegegaan. Ik heb veertig
jaar in het onderwijs geze
ten. En ik heb er geen mo
ment spijt van gehad. Ik
hoor nu al die verhalen
over stress onder de le
raren. Ik heb daar
nooit last van gehad,
al moet ik er wel
bijzeggen dat
het toen anders
was. Ik spreek
nogal eens met
ex-collega's. Die
wijzen dan op
leerlingen die de nieuwe havo
leermethode met dat studie
huis niet aankunnen en niet
meer gemotiveerd zijn. Daar
ben je als leraar lekker mee.
Als voorzitter van Quick Boys
voelde ik me onder de Leidse
scholieren de koning te rijk.
Als ik maandag met de les be
gon, zag ik al aan de gezichten
van de jongens dat ze tegen
mijn club hadden gespeeld en
uiteraard weer had
den verloren.
En maar
kla
gen over harde spel en die gro
te jongens tegen wie ze had
den moeten spelen. In Katwijk
leeft het voetbal nog altijd
enorm. Dat is in Leiden een
stuk minder. Ik denk dat het
toch ligt aan de meer gesloten
gemeenschap die Katwijk is. In
de stad zijn er meer ontspan
ningsmogelijkheden. Dat de
wethouder daar nu roept dat
er moet worden gefuseerd, is
een teken aan de wand.
In Katwijk zijn ze voetbalgek.
Soms leidt dat tot idiote din
gen. Het kan er bij mij niet in
dat ouders hun talentvolle
zoon op jonge leeftijd naar een
betaalde club sturen. Wat een
moeite dat niet allemaal kost.
Gaan de ouders kijken
naar een wedstrijd in
Groningen, maar mo
gen ze hun kind niet
direct mee naar huis
nemen. Nee, dan
moet hij eerst in de
bus naar Rotterdam
en pas dan kunnen ze
naar Katwijk. Wat
een onzin! En
uiteindelijk
komen ze
allemaal
jkei
rug naar Quick Boys, nai
Kuyt is een beter voo nai
Die ging pas weg toei
was. Hendrik van Bef
weer terug. Man, wat
terdags op Nieuw Zu
jongen te genieten.
Ik heb minder genott lv
berichten over vechti
geren in Katwijk. Die
hoofden moeten woi
gepakt. Laat ze het ra
len in de portemonn
ze een flinke boete, v ej
kopen'niets voor eve Vfu
houden op het politii jor,
en dan weer wegstur 5.
vaders en moeders v< jjg
jongeren moeten bij (jw
rade gaan of ze v g
goede voorb ^e(
ven. Als vagC
voor de n nut
aan de b rtjr
dan den n p
kind dat
maal gel aat
Maar dat lvo
tuurlijk nie
Rob Or
Wim Schaap: „Mijn vader was visventer in Leiden. Ik ging wel eens mee. Maar ik wist al snel dat die ba?
voor mij was." Foto: Dick Hogewoning
Geen mantelpakje, geen ambtelijk jargon. Haar
jurk is wel blauw, maar haar taalgebruik heeft
niets mannelijks. De journalist komt klagend
binnen op haar werkkamer in Den Haag. Klagen
over het tijdstip van het interview - zes uur 's
avonds, toch het moment van spitsroede lopen
in het gezinsleven - maakt op haar geen enkele
indruk. De Leiderdorpse Jenny Thunnissen ant
woordt streng: „Hoor eens, de jongste van mij is
negentien, de middelste is naar gitaarles, de
oudste is niet thuis en mijn man is naar een ver
gadering. Dit is na vele jaren voor mij een prach
tig loos uur. U had moeten zeggen dat het voor
een moeilijk tijdstip is."
ben. En het personeel moet lekker in zijn vel
zitten. Dat kun je bereiken door veel met el
kaar te praten van hoog tot laag over de nieu
we opzet. Teamverantwoordelijkheid en moti
vatie is belangrijk. De mens is buitengewoon
sociaal en wil veel dingen samen doen. Men
sen verpieteren als ze in hun eentje zijn. Men
sen willen altijd iets met anderen."
„Op een geven moment komt het punt dat je
daadwerkelijk kunt veranderen. 'Zo lieverds en
er nu tegenaan', dat moment moet je goed kie
zen. Het resultaat: de belastinggebieden zijn
groter geworden en hebben meer armslag. Lei
den bijvoorbeeld valt nu onder Hollands Mid
den. Een bestuurslaag is er tussenuit gehaald."
In hoog tempo gaat ze verder: „Vernieuwing,
innovatie, is belangrijk. De samenleving veran
dert snel. Voordat je het weet, sta je kilometers
van de burgers af. Zeker als je toch niet zo'n
lekker product te bieden hebt, moet je wel. Het
gaat volgens mij goed met de Belastingdienst.
Natuurlijk worden er op verjaardagen alleen
de nare verhalen breed uitgemeten. Dan is
er waarschijnlijk iets vreselijks mis gegaan.
Maar er zullen ook mensen zijn die posi
tieve ervaringen hebben."
„Ik ben heel optimistisch. Ik g"a altijd
door. Waarschijnlijk zie ik tegenslagen
niet. Echte optimisten herkennen die
ook niet. Ik denk altijd: het zal wel
weer goed komen. Ik laat me niet op
mijn nek zitten. Op mijn nek zitten,
is de beste manier om mij niet in
beweging te krijgen."
„Het kan wel eens zo zijn dat ik
een slechte dag heb. Niets gaat
dan goed. Ik ga dan naar huis.
Thuisbasis, heerlijk, ben ik
even niet in deze omgeving.
Komt driemaal per jaar
voor. Even opnieuw opla
den. Dat zeg ik ook tegen
mijn mensen. Een voor
waarde: bij rampen en
verplichtingen ben je er
altijd."
Jenny
Thunnis
sen
heeft
alle
Jenny Thunnissen (50), directeur-generaal van
de Belastingdienst is spontaan en open, maar
stelt duidelijke grenzen. Dat doet ze ook bin
nen haar organisatie, waar bij elkaar zo'n
30.000 mensen werken. „Het is belangrijk om
zaken snel op te lossen. Aan eindeloze ruzies
heb je niets. Je moet mooie verbindingen leg
gen."
Vorige week werd de Leiderdorpse, die tevens
afdelingsvoorzitter van de PvdA in haar woon
plaats is, uitgeroepen tot 'overheidsmanager
van het jaar'. „Gatsie",.zei ze toen ze werd ge
vraagd om mee te dingen. „Doe nou maar
mee. Het is goed voor de Belastingdienst",
was het zinnetje waarmee ze over de
streep werd getrokken.
In het juryrapport stond een andere
aanmoediging: 'Algemeen managers
van dergelijke organisaties komen
minder makkelijk in beeld, terwijl
zij van groot belang zijn voor de
overheidsorganisatie'. Thunnis
sen heeft niets met zulke aan
moedigingen. Ze heeft een eigen
visie op, en zelfs een eigen taal
voor, haar functioneren „Het
heeft iets merkwaardigs
zo'n prijs als je niet van
alleen bent. Ook wel
weer komisch als je al
die superlatieven
over je heen
krijgt uitge
stort. Het
enige wat
ik echt
her
ken
de
die avond was dat ik dit werk ontzettend leuk
vind."
'Niet van alleen zijn.Het is misschien wel haar
handelsmerk geworden binnen de Belasting
dienst. Op haar kamer bij het ministerie van fi
nanciën aan het Korte Voorhout in den Haag
heeft ze veel gesprekken gevoerd over dit on
derwerp „Ja, ja, ja, zelf werd ik er ook niet goed
van om alles in m'n eentje te doen. Daar gaat
het ook niet meer om in deze tijd. Aan een bo-
venbaas heeft niemand wat. Behoed je om zo
iets alleen te willen doen. Het risico dat je mis
tast is groot. Goed opgeleide mensen, en dat is
iedereen tegenwoordig, willen meepraten,
meedoen."
„Twee centrale punten houd je steeds in de
gaten. De klanten
moeten er zo
min moge
lijk last
van
heb-