'Donna Tartt kan geen
slechte boeken schrijven'
Robbert Ammerlaan over de revival van zijn Bezige Bij
In het kielzog van zijn
Amerikaanse ster-schrijver
Donna Tartt werd Bezige Bij
directeur Robbert
Ammerlaan afgelopen
maand even een bekende
Nederlander. De Haarlemmer
spreekt vrijuit over de Tartt-
hype, over het creëren van
bestsellers, maar ook over de
gevaren die de
boekenbranche bedreigen.
En, niet in de laatste plaats,
over zijn persoonlijke
krachttoer: in nog geen vier
jaar tijd turnde hij de
fameuze uitgeverij om van
een zwaar verliesgevend
bedrijf tot het meest
vooraanstaande literaire huis
in Nederland.
door Martin Hendriksma
Honderdnegentigduizend
verkochte exemplaren in
amper vijf weken tijd. De
dag voor het interview heeft Robbert
Ammerlaan de meest recente ver
koopcijfers van Donna Tartts De
kleine vriend binnengekregen. „En
dan moet je nog weten dat we van
haar debuut De verborgen geschiede
nis de afgelopen maand ook zo'n
50.000 exemplaren hebben ver
kocht." Het is, knort hij tevreden
voor de royale boekenwand in zijn al
even royale werkkamer, 'allemaal
ontzettend goed verlopen'.
De kleine vriend is het grootste
avontuur in Ammerlaans drieënhalf -
jarig bestaan als directeur van De
Bezige Bij. Op 14 september ver
scheen de nieuwe roman van Donna
Tartt bij zijn uitgeverij. Ammerlaan
had bedongen dat De Bezige Bij de
wereldpremière had: een maand
voordat het boek in Engeland en de
Verenigde Staten verscheen, rolde
de Nederlandse editie van The Little
Friend in een record-oplage van
150.000 van de drukpers. En dat
voor een boek van 544 bladzijden.
Van slapeloze nachten wil de Haar
lemmer (58) niks weten. Zakelijk:
„We hadden de handicap dat we,
wilden we de rest van de wereld voor
zijn, in heel korte tijd de vertaling
moesten maken. Dat was een helse
klus. Drie vertaalsters hebben er zeer
intensief aan gewerkt. Een van hen
hield voortdurend contact met Don
na. Ze mailden, belden om bepaalde
passages nog eens te overleggen. En,
het moet gezegd, het eindresultaat is
fantastisch. De vertaling is door en
kele recensenten zelfs geroemd."
Over zijn rol in de wereldprimeur is
hij bescheiden. „Donna heeft van
begin af aan gezegd dat ze rond haar
tweede boek iets bijzonders wilde
organiseren in Nederland. Het suc
ces dat De verborgen geschiedenis
hier tien jaar geleden had (zo'n
770.000 verkochte exemplaren, red.)
is nergens geëvenaard. Ze wilde ons
Nederlanders iets gunnen. En dit
idee vond ze verschrikkelijk leuk."
- Was u zelf meteen overtuigd van de
kwaliteit van De kleine vriend'?
„Donna behoort tot de auteurs die
vrijwel niet in staat zijn om een
slecht boek te schrijven. Als ze onte
vreden zijn over hun manuscript,
zullen ze het nooit inleveren. Maar
ik had ook het geluk dat ik al eens
een stukje had gelezen. In 1993 heb
ik haar uitgenodigd om mee te gaan
naar de Frankfurter Buchmesse.
Daar is ze vier dagen onze gast ge
weest. Op de dag van haar vertrek
moest ze heel vroeg naar het vlieg
veld. Toen ik die ochtend wakker
werd, vond ik een gelige envelop on
der mijn hoteldeur geschoven. Daar
zat de proloog in van het nieuwe
boek."
Lachend: .Afgelopen Kerst kreeg ik
het definitieve, nieuwe manuscript.
Ik mailde haar: 'Weet je nog van die
envelop?' Ze wist het maar al te
goed. 'En', schreef ze, 'je zult ver
baasd zijn wat er van dat verhaal nog
over is'. Vervolgens heb ik de twee
teksten naast elkaar gelegd. Er was
nagenoeg niets veranderd. Dat stuk
was negen jaar geleden al heel erg
goed, anders zou ze het nooit onder
die deur door hebben geschoven."
Winnaar
Het succes van De kleine vriend is
maar één kraal aan de ketting van
successen die De Bezige Bij sinds de
komst van Ammerlaan in 1999 heeft
geboekt. En die doorloopt tot op de
dag van het interview als underdog
Allard Schroder met De hydrograaf
de AKO-prijs voor favorieten Renate
Dorrestein en Frank Westerman
heeft weggekaapt. Wéér een winnaar
van De Bezige Bij.
Wat een verschil met eind jaren ne
gentig. De uit het verzet voortgeko
men coöperatieve vereniging - in
1944 begonnen met een illegale uit
gave van het legendarische gedicht
De achttien doden van Jan Campert -
leed jaarlijks een verlies van enkele
tonnen euro's. Veel onvrede en ver
loop onder het personeel. Nergens
vond je zoveel beroemde schrijvers
als bij De Bezige Bij (Mulisch, Wol
kers, Claus, Van Kooten, Campert),
maar opvallend veel van hen hadden
hun beste jaren ver achter zich. De
Bij dreef op een roemrucht verleden.
Geen enkele jonge, sexy auteur zond
er nog een manuscript naartoe.
Ammerlaan wijst op de dichtgemet
selde deur in zijn kamer. „Daarach
ter lag vroeger de feestzaal. Ik heb
verhalen gehoord over partijtjes
waarbij iedereen tot aan zijn enkels
in het bier stond - voor mijn tijd he
laas. Toen ik hier kwam, was het he
le aangrenzende pand al verkocht.
Een stomme beslissing, die je één
jaar wat geld oplevert." Lachend:
„Inmiddels hadden we die extra
ruimte weer goed kunnen gebrui
ken."
- Waarom verruilde u de succesvolle
uitgeverij Ambo/Anthos voor een
broeinest?
„De Bezige Bij is de mooiste literaire
uitgeverij van na de Tweede Wereld
oorlog. Ze behoort tot het culturele
erfgoed. Als je dan ziet dat zo'n insti
tuut het slecht maakt, in de gevaren
zone komt, dan moet je het als een
eer beschouwen om die uitgeverij
voor meer leed te behoeden. Tegen
zo'n taak behoor je geen nee te zeg
gen."
Hij verrichtte die taak met verve.
Binnen een paar jaar tijd is de De
Bezige Bij uit de rode cijfers. De lite
raire status is inmiddels onomstre
den; na jarenlange dominantie door
uitgeverij Querido (Bemlef, Haasse,
Rosenboom, Van der Heijden) is De
Bezige Bij onomstreden nummer
één op de Nederlandse literaire uit-
geefmarkt.
Herdrukken
Ammerlaan noemt drie factoren
voor zijn succes. „We zijn een goed
renderend non-fictiefonds begon
nen. We gaan slimmer om met de
schatkamer aan literatuur die hier de
afgelopen vijftig jaar is opgebouwd,
in de vorm van herdrukken en bij
zondere uitgaven. En verder heb ik
het geluk gehad dat een aantal bui
tenlandse schrijvers met mij van
Ambo naar De Bezige Bij is meever
huisd. Dat gold voor Donna Tartt,
maar ook voor bijvoorbeeld John Ir
ving, Susan Sontag en Graham Swift.
Auteurs die qua verkoopmogelijkhe
den tot de top behoren. Zij hebben
een enorme bijdrage aan de bloei
van de Bij geleverd."
Ja, zegt hij, hij wist vrijwel zeker dat
die schrijvers hem bij zijn overgang
naar De Bezige Bij zouden volgen.
„Sterker nog: ik zou niet verhuisd
zijn als ik ze had moeten achterla
ten. Maar ik moest wel afwachten of
De Bezige Bij ze überhaupt wilde
hebben. Van oudsher hebben de ge
zamenlijke schrijvers daarin een be
langrijke stem. Gelukkig vonden die
de concurrentie geen enkel pro
bleem."
- Wat is er nog over van de macht
van de schrijvers, zoals die vroeger
bestond in de coöperatieve vereni
ging. Kunnen Harry Mulisch c.s. het
beleid van de Bezige Bij-directeur
torpederen, als ze dat zouden willen?
„In formele zin niet. De coöperatie
ve vereniging is inmiddels omgezet
in een ideële vereniging. Met de
structuur van de uitgeverij hebben
de schrijvers feitelijk niks meer te
maken, maar informeel is de band
net zo sterk als vroeger. De zaak is
niet veranderd. Hier wordt hun werk
uitgegeven. Dit huis is van groot be
lang voor de schrijvers en de schrij
vers zijn van eminent belang voor de
uitgeverij."
- En wat als zich een bestseller-au
teur als Bciantjer bij u meldt en de
verzamelde schrijvers van uw uitge
verij hem niet zien zitten?
„Ik vind datje consequent moet zijn.
Sommige bestseller-auteurs zouden
bij ons niet in de goeie omgeving zit
ten. Naar verloop van tijd zou onge
twijfeld blijken dat uitgever en au
teur elkaar niet verdragen. Dus be
gin je daar niet aan. Maar de meeste
schrijvers weten dat zelf. Die kijken
eerst: wie publiceren daar? Voel ik
me daarbij thuis? Onze meest recen
te binnenkomer is Kees van Beijn-
um. Hij zocht naar een meer literaire
omgeving dan bij zijn vorige uitge
ver. Kees past hier helemaal. Hij is
een typische oeuvre-bouwer. Ieder
nieuw boek is interessant."
- Speelt engagement nog een rol in
uw auteursselectie?
„Niet in politieke zin, wel in literaire.
Dingen durven doen die niet zo voor
de hand liggen. Neem de strip-editie
van De avotiden:y\]i jaar geleden
had ik die voor onmogelijk gehou
den. De sombere naoorlogse sfeer
van dat boek is in zo'n on-imiteerba-
re stijl opgeschreven - hoe kan ie
mand daar ooit een strip van ma
ken? Maar wat blijkt: het eigen talent
van'striptekenaar Dick Matena is zo
groot dat het zich prima verdraagt
met de tekst van Gerard Reve."
Nee, zegt hij, hij heeft ook niet inge
grepen toen zijn auteur Louis Ferron
er afgelopen voorjaar in een essay in
Trouw openlijk voor uitkwam dat hij
op de LPF zou gaan stemmen.
„Louis heeft goed beargumenteerd
waarom hij genoeg had van de toen
bestaande politieke situatie. Zolang
het niet voor algemeen verwerpelijke
doelen is, vind ik het zeer toe te jui
chen als auteurs de barricaden op
gaan. Zoals ook Leon de Winter in
zijn essays heel uitgesproken stand
punten inneemt over Israël en de
Palestijnen, waar veel mensen het
volstrekt mee oneens zijn. Maar hij
is op dat punt ongelooflijk belezen
en verdedigt zijn standpunt met gro
te kracht. Daarmee past hij in de tra
ditie van vroeger; de manier waarop
W.F. Hermans ten strijde kon trek
ken. Gelukkig is die betrokkenheid
bij sommige van onze auteurs nog
steeds aanwezig."
Verschraling
Ammerlaan is uitgever in een roerige
tijd. De band tussen schrijver en uit
gever is lang niet meer zo vanzelf
sprekend als vroeger (zie de uittocht
van schrijvers naar de nieuwe uitge
verij Augustus die het chique Meu-
lenhoff trof). De goed verkopende
auteurs krijgen sinds afgelopen jaar
een hoger percentage van de boe-
kenomzet naar hun rekening gegi
reerd. Daarnaast staat de vaste boe
kenprijs, die elk verkooppunt in Ne
derland verplicht een boek tegen de
door de uitgever vastgestelde ver
koopprijs te verkopen, onder druk
van de Europese kartelpolitie.
„Ik zou de afschaffing daarvan ver
schrikkelijk vinden", zegt Ammer
laan. „Niet zozeer in economisch
opzicht, dat kunnen we wel hebben,
maar geheid dat het tot een ver
schraling van het literaire aanbod
leidt. De strijd over welk boek in de
schappen van de boekhandel mag
liggen, zal beslist worden door ver
koopcijfers alleen. Er is veel minder
plek voor debutanten, voor het zorg
vuldig opbouwen van een literaire
carrière. Dat lijkt mij een heel slech
te ontwikkeling."
Hij vindt het nu al moeilijk genoeg
om boeken van minder bekende
schrijvers aan de man te brengen.
„Vooral het ontbreken van een boe
kenprogramma op tv - dat is pure
armoe", verzucht Ammerlaan. „We
houden regelmatig promotietour
nees met onze buitenlandse schrij
vers. Voor hun komst stuur je hen de
planning op. Krijg je als commen
taar: 'Ik mis een optreden in een
boekenprogramma op televisie.' En
dan moet ik ze zeggen: 'Dat hebben
we in Nederland niet.' Amerikaanse
schrijvers zijn werkelijk verbijsterd.
Die meenden altijd dat Nederland
het meest beschaafde land van
West-Europa was." Streng: „Ik vind
dat Hilversum zich dat eens moet
gaan realiseren."
- Wat doet een uitgever nu om een
fantastisch boek van een onbekende
auteur te verkopen?
„Dat hangt af van de aard van het
boek, van het promotiebudget. Je
kunt een bundel schitterende poëzie
niet vergezeld laten gaan van posters
op straat. Je moet rrfet beperkte mid
delen slim zijn."
Wondertrucs, zegt hij, die bestaan
niet meer. „Iedereen imiteert elkaar.
Een aantal jaren geleden begonnen
we bij Ambo-Anthos met het feno
meen vooruitboekjes: een of twee
hoofdstukken van een roman gego
ten in een klein, dun boekje. Gratis
verkrijgbaar bij de boekwinkel. Dan
kon de lezer een stukje van het boek
proeven, en vervolgens hopelijk ge-
intrigeerd raken. Achterin dat boekje
zat een bon waarmee je het boek
met een kleine korting kon kopen.
Het ging een hele tijd goed, maar in
middels doet bijna elke uitgeverij
het. Het is tijd voor iets nieuws. An
derzijds: je moet de invloed van de
uitgever ook niet overschatten. Je
kunt een fantastische campagne
voeren, maar het boek moet zich uit
eindelijk zelf verkopen.
- Kunt u de smaak van het Neder
landse publiek inmiddels niet feilloos
inschatten?
Beslist: „Nee. Je kunt in een boek
wel meer of minder vertrouwen heb
ben. Maar aan reële voorspellingen
waag ik me niet. Je hebt nu eenmaal
auteurs die er lang over doen om ge
lezen te worden. Een voorbeeld: van
Coetzee hebben we vier, vijf boeken
vertaald die met de grootste moeite
1500 verkochte exemplaren haalden.
En dan komt er ineens een prachtig
boek, maar niet prachtiger dan de
voorgaande, en mensen beginnen
het te kopen. Het blijft een myste
rie."
Gestrikt
Honderden, misschien wel duizen
den boeken moet Ammerlaan in
middels hebben gekeurd en al dan
niet goed genoeg bevonden. Afgelo
pen maand nog strikte hij op de
Frankfurter Buchmesse dé hype,
Hannah Tinti, voor zijn uitgeverij.
Vraag blijft: wordt hijzelf nooit zo
meegesleept door de wereldlitera
tuur dat hij ook zelf de pen ter hand
zou willen nemen?
Als politiek verslaggever heb ik me
ooit aan een boek bezondigd over de
voormalige KVP-politicus Norbert
Schmelzer. Non-fictie, geen roman,
wel heel leuk om te doen. En inder
daad, af en toe word ik door boeken
van onze auteurs zo gegrepen dat ik
me afvraag: zou ik het zelf ook niet
eens proberen?"
- Maar...
Lachend: „Ik vrees dat een noodza
kelijk schrijverschap zich al eerder
had aangediend.
De telefoon op zijn bureau begint
doordringend te rinkelen. „Hoe
groot de kans is dat ik binnen vijf
jaar debuteer? Niet uitgesloten",
zegt hij en snelt naar de andere kant
van de kamer, waar zich vast weer
een nieuw literair talent voor hem
meldt. Voordat hij de hoorn op
neemt, kan hij nog het roepen:
„Maar heb niet te noge verwachtin
gen!"
ZATERDAG
9 NOVEMBER
2002
ER
BIJ
Robbert Ammerlaan: „We gaan slimmer om met de schatkamer aan literatuur die hier de afgelopen vijftig jaar is opgebouwd, in de vorm van herdrukken en bijzondere uitgaven." Foto: George Verberne
'Hij heeft de boel
totaal gerenoveerd'
„Ik denk dat zon
der Robbert Am
merlaan De Bezi
ge Bij niet meer
had bestaan",
zegt Harry Mu
lisch, vrijwel
sinds de oprich
ting bij de uitge
verij betrokken,
waarvan jaren
lang ook als bestuurslid. „Hij
heeft de boel hier totaal gereno
veerd. Het verschil met zijn voor
gangers is dat hij een zakenman
is, een echte uitgever. Hij durft
veel geld te spenderen om bui
tenlandse auteurs te contracte
ren, dat hadden zijn voorgangers
nooit gedaan. Daarnaast is het
een zeer aimabele vent die veel
heeft betekend voor de sfeer bij
de uitgeverij. Hij houdt de boel
bij elkaar. Op feestjes en partijen
is hij het stralende middelpunt.
En verder laat hij me gelukkig
veel met rust. Ik heb absoluut
geen behoefte aan uitgevers die
voortdurend aan m'n kop zeuren
over hoe het met mijn nieuwe
boek gaat."
'We hadden allebei
wat te winnen'
f
„Ik heb dit
voorjaar voor
De Bezige Bij
gekozen van
wege de An
gelsaksische
auteurs die ze
uitgeven",
zegt Kees van
Beijnum.
„Hun keuze
bleek heel erg overeen te komen
met wat ik zelf mooi vind. In zo'n
fonds voel je je als auteur thuis.
Vervolgens kwam ik Robbert Am
merlaan een paar keer toevallig
tegen en dat klikte meteen. Hij
had belangstelling voor mij om
dat De Bezige Bij de Nederlandse
schrijvers van mijn generatie een
beetje heeft gemist. Dus we had
den allebei wat te winnen. Ik wil
de wel zeker weten dat hij me
niet zou verontachtzamen Naast
al die grote namen ben je na
tuurlijk gauw een schaduwge-
was. Ik moet zeggen: ik ben zeer
tevreden over de zorgvuldige
wijze waarop ze met mijn nieu
we roman zijn omgesprongen."
'Een aardige vent'
„Er was in de
loop der jaren
nogal wat me
taalmoeheid
In het bedrijf
ontstaan",
meent Louis
Ferron, wiens
boeken al de
cennialang bij
De Bezige Bij
verschijnen. „Daar heeft Am
merlaan duchtig mee afgere
kend. Hij heeft er een goeie
neus voor om de juiste mensen
aan te trekken. Zowel wat be
treft personeel als schrijvers. En
het is een hele aardige vent.
Ook voor auteurs zoals ik, die je
qua verkoop nou niet meteen
tot zijn toppers moet rekenen,
toont hij altijd interesse."