'We zijn er erger aan toe
dan de Palestijnen1
Embryoscréening moet miskramen beperken
Het uitzichtloze
conflict in
Tsjetsjenië
In de Kaukasus vechten de
rebellen van Tsjetsjenië al
drie jaar tegen een leger
van zeker 80.000
Russische soldaten. Iedere
dag slaan ze toe vanuit
hun schuilplaatsen in de
bergen, maar de kans op
een militaire doorbraak
lijkt miniem. Op
internationale hulp
hoeven de rebellen niet te
rekenen en zelfs de eigen
bevolking schrikt terug
voor steun uit angst voor
represailles van het
Russische leger. Meer
terroristische aanslagen
lijken een kwestie van tijd.
De 8-jarige Khasan Abiyev helpt mee puinruimen na een explosie in een opvangcentrum voor vluchtelingen in Grozny. Voor de bevolking van Tsjetsjenië is er
geen enkel uitzicht op een beter bestaan. Foto: AP/Musa Sadulayev
door Frank Hendrickx
De jonge Tsjetsjeense vrouw
serveert zjizjigalnisj, het
nationale gerecht dat be
staat uit brokken lamsvlees en een
vette knoflooksaus. Het is avond in
Grozny. De straten zijn donker en
verlaten: Tsjetsjenië hééft huisarrest.
Vanaf zeven uur mag niemand meer
langs de door Russische soldaten be
mande blockposten. Scherpschut
ters waken vanaf de daken over het
verdwenen leven in de verwoeste
stad. 'Mjarsj Gul!', luidt de nationale
groet van Tsjetsjenië. Wees vrij!
„Maar kijk hoe we nu leven", zegt
Gani, onze gastheer die uit angst zijn
achternaam niet wil noemen. „Over
dag moeten we smeergeld betalen
aan de soldaten om naar de markt te
mogen, 's Avonds kunnen we deze
wijk niet verlaten."
Alleen verhalen verdrijven de verve
ling. En altijd gaat het over Tsjetsje
nië, over Rusland, over de oorlog.
Buurman Otzan laat het kaarslicht
over zijn paspoort schijnen. „Gebo
ren in Kazachstan", staat er geschre
ven. „De Russen vinden dat we lui
zijn, dat we niet willen werken, dat
we criminelen zijn", zegt Otzan.
„Maar heel Kazachstan is opge
bouwd door Tsjetsjenen."
Het is een verhaal dat iedereen in
Tsjetsjenië kent. In 1944 deporteerde
Stalin het lastige Tsjetsjeense volk
dat al eeuwen verzet bood tegen de
macht van Moskou 'naar de woes
tijn'. Bijna 500.000 Tsjetsjenen en
Ingoesjeten kregen een enkele reis
Kazachstan. Onderweg stierven zo'n
70.000 mensen door honger, uitput
ting en ziekte.,De werkkampen van
Stalin konden de Tsjetsjenen niet
breken. „Lees Solzjenitsyn maar",
zegt Otzan. De Russische Nobelprijs
winnaar schreef in zijn Goelag Ar
chipel: „Er was een natie die niet toe
gaf aan de onderdrukking. Dat wa
ren de Tsjetsjenen. Niemand kon ze
stoppen te leven zoals ze deden." In
1957 en 1958 keerden de Tsjetsjenen
terug. Hun familieverbanden en tra
dities waren onveranderd. Het moe
dige verzet tijdens de ballingschap is
een haast mytisch onderdeel gewor
den van de nationale identiteit.
Zelfbescherming
Russen kunnen dergelijke verhalen
niet meer horen. Er bestaat in het
land een stilzwijgende afspraak het
verleden met rust te laten. President
Poetin gaat daarin voorop. Hij vindt
dat positieve herinneringen aan de
Sovjetunie moeten overheersen: „De
technologische vooruitgang, de
ruimtevaart, de overwinning op het
fascisme." Het is een vorm yan zelf
bescherming, want Rusland heeft
eenheid nodig en geen twisten over
de complexe geschiedenis. Maar
Poetins onderschatting van het Tsje
tsjeense verzet komt voort uit zijn la
conieke omgang met het verleden.
In Grozny, tussen de armoede en
puinhopen, is niemand de geschie
denis vergeten. En de afkeer van de
Russische macht is veel breder dan
alleen 'een paar duizend terroristen'.
„We zullen niet huilen, we zullen
niet verzwakken, we zullen niet ver
geten", is een bekende uitspraak in
Grozny. Otzan denkt er net zo over:
„De Russen hebben zich nooit geëx
cuseerd. Waarom zouden we ze ver
trouwen?"
Dan komen steeds weer de verhalen
over het brute optreden van het Rus
sische leger. „Dit is een oorlog tegen
het Tsjetsjeense volk", zegt Obu
Amirov. Twee jaar geleden verloor
hij zijn bijna negen maanden zwan
gere vrouw. „Ze ging boodschappen
doen en toen hebben soldaten haar
meegenomen." De 48-jarige Tsje-
Een Russische officier verbiedt een
Tsjetsjeen terug te keren naar zijn
dorp waar Russische troepen vechten
met Tsjetsjeense rebellen.
Foto: AP/lvan Sekretarev
tsjeen vond het lichaam van zijn
echtgenote uiteindelijk terug in een
hutje buiten Grozny. Ze had drie ko
gels in de buik en een diepe snij-
wond boven de heup. Nu zit hij al
leen met zijn drie kinderen en 80-ja-
rige moeder in een armzalige flat. De
plaatselijke procureur wil de moor
denaars van zijn echtgenoot niet
vervolgen. Amirov wil de zaak nu
naar het Europese Hof voor de
Rechten van de mens in Straatsburg
brengen. Maar de weduwnaar zit in
Grozny, zonder geld, zonder hulp,
zonder contacten. „Ik ben voor niets
meer bang", stottert hij.
Tsjetsjenen vertellen veel, maar ze
zwijgen liever over de boyviki, de
strijders die dagelijks hun guerrilla
oorlog voeren met het Russische le
ger. In de eerste Tsjetsjeense oorlog
tussen 1994 en 1996 werden de re
bellen nog afgeschilderd als onver
schrokken vrijheidsstrijders. Nu is
hun reputatie besmeurd. Ramzan,
een koopman die we treffen in een
rustige^wijk van Grozny, wuift de
vragen over de strijders weg. „De re
bellen zijn geen probleem. De Rus
sen zijn ons probleem. Die moeten
eerst weg. En daama regelen we het
zelf wel."
Omstreden
De afkeer van de Russen mag dan
groter zijn, de boyviki zijn ook in
Tsjetsjenië omstreden. Het verschil
tussen crimineel en rebel is diffuus.
Zeker is dat enkele strijders uit de
eerste Tsjetsjeense oorlog zich
schuldig maakten aan ontvoeringen
en andere criminele activiteiten. Ook
zochten de door oorlog geharde re
bellen toenadering tot Arabische
weldoeners die het wahhabisme wil
den verspreiden, een radicale vorm
van de islam. Een van de beruchtste
strijders, Sjamil Basajev, was be
vriend met de Jordaniër Chattab, die
weer contacten onderhield met Bin
Laden. Basajev viel augustus 1999
met een paar honderd man de na
burige Russische republiek Dagestan
binnen, naar verluidt met als doel
een grote islamitische staat in de
Kaukasus te creëren. Sindsdien is
Poetin vastbesloten het moslimge
vaar uit het zuiden de kop in te
drukken.
„De invasie van Dagestan was een
fout en dat heb ik Basajev ook ge
zegd", zegt Mohammed Zavgajev.
De 37-jarige commandant van de
presidentiële garde van rebellenlei
9in9iaJ9iaT
9}>lBlvi6qqO
£m>i ooe er
(bneh9b9H x ^fc.O)
§ni>llov98
000 058 :l99iDi»to
OOO.OSS :eu9bitto
2002
m>l 0E
der en president Asian Maschadov
spreken we in een sober huis buiten
Grozny. De dreiging is er altijd voel
baar. Als Mohammed Zavgajev - de
naam is een pseudoniem - achter
over leunt, is het pistool onder zijn
jas zichtbaar. Zijn bodyguard heeft
bij zijn enkels twee pistolen beves
tigd. Bij het geringste geluid kijken
ze allebei wantrouwend naar buiten.
Dan lacht de commandant het ge
vaar weg. „Ik kan in vol uniform op
een Russische blockpost aflopen",
zegt hij. „En de Russische soldaten
zullen me doorlaten. Ze willen hier
niet sterven. Ze willen geld verdie
nen en dan naar huis."
De Tsjetsjeense zaak is duidelijk,
meent de commandant. „We willen
gewoon ons eigen land terug. We
pakken niets af van Rusland, we wil
len iets terug." Banden met al-Qae-
da en andere radicale moslimbewe
gingen? „Ik had nog nooit van al-
Qaeda en wahhabisme gehoord toen
ik in 1994 begon te vechten." Ter
reuraanslagen in Rusland? „Wij zijn
geen terroristen. Ons geloof staat het
niet toe onschuldige mensen te do
den." Maar dat was enkele dagen
voordat vijftig Tsjetsjeense rebellen
een theater vol onschuldige bezoe
kers in Moskou bezetten.
Pas bij een tweede ontmoeting geeft
de boyvik toe dat er binnen het Tsje
tsjeense verzet 'verschillende stem
men' zijn. De verschillende rebellen
groepen hebben nauwelijks contact
met elkaar. In het algemeen geldt:
hoe jonger, hoe radicaler. „We heb
ben nu al jongens van 15 jaar die
met ons vechten in de bergen. Hun
ouders zijn gestorven. Ze hebben
niets meer te verliezen." Een com
promis met de Russen wordt daar
door moeilijker. „Persoonlijk zou ik
al tevreden zijn als we een autono
me status binnen Rusland krijgen.
9inuJ9[vo2 n9ll£vn99liu bH
-nelladgi 92n99i2)9j2T Jqsoi
gib[isn99 v9iBD9oO idbi9l
.Jiu bi9rw(il9>lnErtt£no
9in9|2J9(eT Übv bfislzufl
.irermid
ri9tJ9S9d ngq90il 9rb2i22ufl
.ynsoiD b£)abloori
-J9>Iei [id mo Jmo>l V9j£b900
fl919V019V I19ll9d91 JfivnEB
bn6J2lil2n9qBw .ynsoiD
.ri9>l>l9ih9v n922ufl .tglov
Jn9bi29iq vob£fb2EM
blOO)l>lE29b91V ;9in9[2j9[2T
.n9ll9d9i ri9 UO>l20M fl922Ul
uoteoM ni n9§Bl2nBBmo8
00E nfib i99m n92i9
19391 rb2i22llfl .219tio)fbfil2
l99b 10013 wu9inqo l9X9d
n9>l)l9iJ nslledafl .9in9[2j9[2T
.n93i9d 9b ni 3V19I rbis
.99ll9V029b91V mi9fl9D
n9l9inD2 n9ll9d9i :2ul2U3uA
19lqO>lil9ril989l 9fb2i22Ufl
.n9bob 00r nsb 199m mn
n9l9s[i§ n9lbd9i :i9dol>IO
i9t69rtl ni n92ri9m n9bi9bnori
,uo)l2oM nfiv muilnsD ni
li)l\ng2\qtfi :noid - qnt
Onafhankelijkheid is misschien niet
realistisch op dit moment, maar niet
iedereen zal er zo over denken."
Moegestreden
De 37-jarige rebel geeft toe dat hij
'moe, ontzettend moe' is. „Russi
sche soldaten mogen na drie maan
den vechten in Tsjetsjenië een paar
maanden revalideren in Rusland.
Wij vechten al drie jaar onafgebro
ken." En de Russen hebben bijge
leerd, beaamt de commandant. „Ze
kopiëren onze tactiek. Ze verplaat
sen zich alleen nog in kleine eenhe
den. Dat maakt het voor ons moeilij
ker."
Verder levert het harde optreden te
gen de burgerbevolking problemen
op voor de strijders. Na iedere aan
slag van de rebellen voeren troepen
zatsjistki (razzia's) uit in de directe
omgeving. Jonge mannen verdwij
nen, huizen worden geplunderd,
vrouwen aangerand. „Natuurlijk zijn
veel mensen daardoor bang gewor
den ons te helpen", zegt Zavgajev.
„Maar er bestaat zoiets als de Tsje
tsjeense psychologie. Als het mo
ment komt, zal geen Tsjetsjeen de
Russen te hulp schieten."
Probleem is alleen dat 'het moment'
niet komt. De rebellen vechten al
drie jaar, maar de kans dat ze een
stad of dorp heroveren op de Russen
is miniem. „In feite zijn we er nu
slechter aan toe dan de Palestijnen",
zegt Zavgajev. „Het Palestijnse volk
bestaat uit zeven miljoen mensen,
terwijl er maar één miljoen Tsjetsje
nen zijn. En de Palestijnen hebben
steun van buurlanden. Wij hebben
steun van niemand." Maar de Rus
sen zullen deze oorlog niet winnen,
meent Zavgajev. „Er zullen altijd
Tsjetsjenen zijn die voor hun land
vechten."
Vanaf volgend jaar willen Nederlandse klinieken
reageerbuisembryo's controleren op afwijkingen, zodat nog
alleen normale embryo's worden teruggeplaatst en de kans op
een gezonde baby hoger is.
Uit een zeer jong embryo, waarvan reeds enkele gedeelde cellen zichtbaar zijn,
wordt één cel gehaald voor controle op afwijkingen. Foto: GPD/AMC
door Henk Hellema
Steeds meer vrouwen beginnen laat
aan kinderen. Wellicht goed voor
hun loopbaan, maar ze hebben op
oudere leeftijd wel steeds meer
moeite om zwanger te raken. Wan
neer dat niet lukt, zoeken velen hun
toevlucht tot een reageerbuisbe
vruchting. Vorig jaar werden in Ne
derland veertienduizend van derge
lijke in-vitro fertilisaties (IVF) uitge
voerd.
Bij een reageerbuisbevruchting of
IVF wordt in het laboratorium in een
kweekbakje een eicel met tiendui
zenden zaadcellen bij elkaar ge
bracht in de hoop dat één van de
zaadcellen met de eicel versmelt en
een embryo vormt. Een groot aantal
van de embryo's die in het laborato
rium ontstaan, blijkt echter afwijkin
gen in het aantal chromosomen te
hebben.
De chromosomen zijn de dragers
van de erfelijke eigenschappen. Nor
maal bevat een cel 22 paar chromo
somen en twee geslachtschromoso
men. In totaal dus 46. Het relatief
grote aantal embryo's met een niet-
normaal aantal chromosomen heeft
onder meer te maken met de leeftijd
van de vrouw. Al haar eicellen wor
den immers al vóór de geboorte aan
gelegd.
Embryo's met chromosomale afwij
kingen hebben veel minder kans
zich in de baarmoederwand in te
nestelen. Gebeurt dat wel dan leidt
dit in veel gevallen toch tot een
miskraam. Gelukkig maar, zou je
zeggen. Op deze manier komen er
maar relatief weinig kinderen met
een ernstige erfelijke afwijking ter
wereld. Maar voor vrouwen die een
belastende behandeling voor een
reageerbuisbevruchting moeten on
dergaan, en gezien hun leeftijd
meestal ook enige haast hebben, lijkt
het voorkómen van een miskraam
een aantrekkelijke optie.
Achtcellig embryo
Embryo's die niet regelmatig delen,
waarvan niet alle cellen niet even
groot zijn of waarin kernloze frag
menten voorkomen, worden liever
niet teruggeplaatst.
Het opsporen van reageerbuisem
bryo's met chromosomale afwijkin
gen is echter niet eenvoudig. Aan de
buitenkant van deze embryo's is
maar weinig te zien.
„Maar bij zestig procent van de op
het oog normale embryo's vinden
we toch te veel of te weinig chromo
somen," aldus dr. Jan de Vries,
hoofd van het Fertiliteitslaboratori-
um van het AMC.
Voor het vaststellen van het juiste
aantal chromosomen wordt van een
achtcellig embryo één cel verwij
derd. Vervolgens worden de chro
mosomen gekleurd en onder de mi
croscoop gelegd. In zowel het AMC
als het Groninger AZ heeft men zich
deze technieken eigen gemaakt. Nog
niet alle 46 chromosomen kunnen
woren aangekleurd, maar wel de
beide geslachtschromosomen X en Y
en zes andere, die bij embryo's de
meeste afwijkingen vertonen.
Dit jaar hebben het AMC en het AZG
van de Centrale Commissie Mensge
bonden Onderzoek (CCMO) toe
stemming gekregen om bij 50 vrou
wen een voorstudie naar embryos-
creening uit te voeren. Tot nu toe
zijn 47 van hen gescreend. Acht van
hen zijn zwanger. Aan het eind van
dit jaar wordt een aantal geboorten
verwacht. De Vries: „Gebleken is dat
de screening in elk geval niet tot een
kleinere kans op zwangerschap leidt.
Het weghalen van één cel uit het
achtcellige embryo heeft, lijkt het,
geen nadelige gevolgen."
Kosten en baten
Naar verwachting begin volgend jaar
zal in een groter onderzoek naar de
kosten en baten van de embryos-
creening worden gekeken. Over een
periode van drie jaar willen beide
ziekenhuizen 186 vrouwen van 35
jaar en ouder, die voor IVF in aan
merking komen, deze screening aan
bieden. Het aantal gezonde kinderen
dat bij deze vrouwen wordt geboren,
zal vergeleken worden met dat bij
eenzelfde aantal vrouwen van tussen
de 35 en 41 jaar, van wie de em
bryo's niet worden gescreend.
De onderzoekers hopen het percen
tage doorgaande zwangerschappen
na IVF - nu zo'n 40 procent na drie
behandelingen - op te kunnen
schroeven naar 55 procent.
Ook op de afdeling voortplantings-
geneeskunde van het Erasmus Me
disch Centrum in Rotterdam wordt
in onderzoeksverband bij embryo's
na een reageerbuisbevruchting naar
het aantal chromosomen gekeken.
Niet bij één, maar bij twee cellen van
het achtcellige embryo. „Bij heel
jonge embryo's komt het namelijk
vrij vaak voor, dat niet alle cellen
hetzelfde aantal chromosomen heb
ben," zegt hoogleraar gynaecologie
prof. Bart Fauser.
De reden voor het Rotterdamse on
derzoek is overigens een andere dan
in Amsterdam en Groningen. Fau
ser: „Vrouwen die voor een reageer
buisbevruchting in aanmerking ko
men, worden met hormonen gesti
muleerd om zoveel mogelijk eicellen
te kunnen oogsten. Op deze manier
hoopt men met zaadcellen van de
partner zoveel mogelijk embryo's te
doen ontstaan. Dan is er immers
meer keus om de op het oog beste
twee in de baarmoeder terug te
plaatsen."
„Maar wat is het effect van de hor
monale behandeling op de kwaliteit
van de embryo's? Ontstaan er na het
toedienen van een relatief hoge do
sis hormonen meer embiyo's met
een afwijkend aantal chromosomen?
Dat is niet goed bekend. Ons onder
zoek is er nu op gericht om dat uit te
zoeken." Het door het CCMO goed
gekeurde onderzoek dat in totaal 200
vrouwen tot 38 jaar zal omvatten, is
ongeveer een maand geleden van
start gegaan.