Mijnheer Blom
Vasten als teken van godsvrucht
'Kopstoot en andere praktijkverhalen'
2002
Praktijkverhalen van
de Leidse huisarts
Har Meijer
(aflevering 26)
Het duurde lang voor er werd open
gedaan. Een bleke jongeman met
pukkeltjes en viezig vet blond haar
stond voor me, in driedelig grijs. Daaronder
een wit overhemd, dat door het vele wassen,
nog net het predikaat wit kon dragen. Een
rode stropdas met vetvlekken en daarboven
een gezicht waar de arrogantie, maar meer
nog de sulligheid vanaf droop.
Die vent mocht ik meteen al niet en dat
bleek wederzijds te zijn.
'Bent u daar eindelijk?', begon hij. 'Ik heb u
een uur geleden al gebeld dat mijn vrouw
weeën heeft gekregen.' 'Klopt', zei ik.
'Waarom komt u dan niet direct?'
Ik negeerde zijn vraag, keek naar zijn vrouw
en liep naar haar toe. 'Goedenavond Anne-
tje, hoe is het?'
'Ik vroeg u wat', zei hij.
'Waarom ik niet direct
gekomen ben?' 'Jazeker'.
Inwendig begon het bij
mij te borrelen en ik had
hem verbaal graag ver
morzeld, maar dan was
de sfeer totaal verziekt.
En van de sfeer hing de
komende uren heel veel
af, nu zijn vrouw Anne-
tje Blom op het punt
stond haar eerste kind te
baren. Dus richtte ik me
weer tot haar. 'Om de
hoeveel tijd heb je wee-
en?'
'Na het eten heb ik om
zeven uur een paar
krampjes gehad en daar
na nog twee keer.'
Ik keek op mijn horloge,
het was negen uur. 'Dus
heb ik u gebeld en dan
verwacht ik dat u direct
komt', brieste Blom.
'Pardon?', reageerde ik.
De situatie werd gered
door mevrouw Blom:
'Joop, rustig, de dokter
heeft meer te doen.'
Ik ging zitten, Blom en zijn vrouw tegenover
mij op een echte Chesterfieldbank. Hard
rood leer met veel knoppen. 'Dus sinds ze
ven uur heb je drie weeën gehad?' 'Jawel.'
'Maar ik heb je toch uitgelegd, dat je pas
moest bellen als de weeën om de twee mi
nuten kwamen? Of als er bloed in je slipje
zou zitten en je kleine krampjes zou heb
ben.'
'Dat weet ik wel, maar toen ik tegen Joop zei
dat ik een krampje had, heeft hij gelijk ge
beld.'
'Waarom zo vlug, mijnheer Blom?'
'Daar bent u toch voor', klonk het agressief.
'Maar die krampjes geven aan, dat de beval
ling gaat beginnen.'
'Juist en dus moest u komen.'
'Hoe bedoelt u, komen?'
'Jullie worden er toch best voor betaald.'
'Ja, ja, we worden er best voor betaald.' Het
cynisme droop er vanaf, maar Blom was
schijnbaar tevreden gesteld.
'Wilt u koffie?', vroeg Annetje
'Graag'. De sfeer was duidelijk wat meer ont
spannen. Knabbelend aan een koekje, ver
telde ik dat ze weer moesten bellen wanneer
de weeën er om de twee minuten waren of
als ze begon te tekenen.
'Tekenen?'
'O, sorry mijn fout, als er weer wat bloed in
je slipje zit.'
'Eerder niet?'
'Nee, dat heeft geen zin'.
'En wanneer moeten we dan naar het zie
kenhuis?'
'Wanneer ik geweest ben, en ik vind dat het
zover is.'
Ik stond op om te vertrekken. 'Begrepen
mijnheer Blom? Dag Annetje.
Hij liet mij uit. Bij de deur gaf hij mij een
natte hand. Verdorie, wat stonk die man
naar zweet. Zijn voorhoofd was drijfnat en
zijn pukkels waren nog meer gezwollen, dan
bij mijn binnenkomst.
Tegen half zeven de volgende ochtend ging
de telefoon. 'Met mijnheer Blom, de weeën
zijn er nu om de twee minuten.'
'Ik kom voor het spreekuur nog wel even kij
ken', zei ik.
De Dreven, de Koekoek en de Merelstraat
waren in de jaren zeventig het drama van de
nieuwbouw in Leiderdorp. Langs de Enge-
lendaal waren ze wel gemakkelijk te berei
ken, maar ze waren van een mateloze saai
heid. De Blommen woonden op vier hoog.
Ik was er tegen kwart over zeven. En weer
volgde het ritueel van mijn eerste bezoek.
Weer dat viezige mannetje, weer die neer
buigende houding die duidelijk maakte dat
ik als personeel werd beschouwd.
'Bent u daar eindelijk?'
'Hoezo, eindelijk?'
'Ik heb u', hij keek op zijn horloge, 'al bijna
een uur geleden gebeld.'
Uit de slaapkamer klonk licht gekreun. Ik
liep langs hem en zag dat Annetje al flink be
zig was.
Blom besloot ik verder maar te laten voor
wie hij was. De weeën waren er duidelijk om
de tweeënhalve minuut, en er was wat lichte
afscheiding. 'We gaan naar het ziekenhuis, ik
zal even bellen', zei ik. 'Mijnheer Blom, u
gaat met uw vrouw naar de verloskamer van
het Elisabeth Ziekenhuis, ik kom er ook zo
aan.'
'Gaat u nu direct mee?'
'Nee ik moet nog naar de praktijk om het
spreekuur te regelen.'
'Maar daarna komt u direct?"
'Ik kom zo snel mogelijk.'
'Maar moet ik nu dan alleen met Annetje
naar het ziekenhuis?'
'Jazeker, neemt u haar maar mee in de auto.
Bij het ziekenhuis meldt u zich bij de portier,
die geeft u een rolstoel en dan gaat u naar de
verloskamer op de vierde verdieping.'
Ik kreeg opeens medelijden met hem. Hij
kon de situatie helemaal niet aan. Het zweet
gutste van zijn voorhoofd en liep in kleine
straaltjes op zijn smoezelige overhemd. Het
vest van zijn driedelig grijs zat strak om zijn
borst geklemd. 'Nou, tot straks,' zei ik.
Dokter Meijer, komt u direct?'
'Zo snel mogelijk, maar het kan nog wel een
paar uur duren voor het komt.'
'Een paar uur?', vroeg hij geschrokken.
'Ja, dit is pas het begin.'
Op de gang naar de kraamkamer heerste een
serene rust. 'Op welke kamer ligt mevrouw
Blom?', vroeg ik aan de dienstdoende zus
ter.'
'Kamer 2. U bent haar huisarts en u doet de
bevalling? Ik zal u assisteren.'
'Har Meijer', ik gaf haar een hand.
'Merel Ligtvoet.'
'Zijn ze allang binnen?'
'Al meer dan een half uur. Mag ik u wat vra
gen? Die mijnheer...'
'Mijnheer Blom.'
'Ja, die mijnheer Blom, die vroeg ik of hij een
kopje koffie wilde en toen begon hij toch uit
te varen... Of ik niet wat beters te doen had
dan koffie zetten.'
'En toen?'
'Toen ik de koffie bracht, zat er geen suiker
in. Toen ging dat mannetje toch te keer.'
'Ja Merel, dat heb jë met die mannetjes in
die dure pakken.'
Ze begon te lachen. 'Dure pakken, hebt u dat
gezien?'
'Ik denk dat wij het samen wel zullen red
den', zei ik. 'Heb je mevrouw al geschoren
en schiet het een beetje op?'
'Alles staat klaar.'
Ik liep naar binnen. Annetje had duidelijk
persweeën. Onze vriend was een drama. Hij
zat naast het bed, hoofd in zijn handen.
'Gaat het Annetje?', vroeg ik.
'Met mij wel, maar met Joop niet', ant
woordde ze.'Hoe is het, mijnheer Blom?'
Hij richtte zich op en moest direct overge
ven. Het braaksel flitste rakelings langs het
bed en bevuilde nog net mijn schoenen.
Zuster Merel kwam binnen. 'Wat zijn we
nou aan het doen, mijnheer Blom? Nou
moet ik dat allemaal opruimen en kan ik niet
eens met dokter Meijer een kop koffie drin
ken', zei ze met een knipoog naar mij.
Merel ruimde de rommel op en ik toucheer
de Annetje. Volkomen ontsluiting. 'Mooi, we
gaan beginnen. Gaat het, mijnheer Blom?'
Blom zat bleekjes op de stoel, nog steeds in
pak, met hooggesloten overhemd en strop
das. Zou ik hem vragen zich wat makkelijker
te kleden? Vergeefse moeite, dus niet doen.
'Ik moet persen', klonk het uit het bed. An
netje, had op haar eentje keurig de ontslui
tingsweeën verwerkt en kon aan het grote
werk beginnen.
'Je mag persen. Zuster Merel, mevrouw mag
persen.'
Merel nam direct de leiding. 'Mevrouw, u
gaat nu persen met de handen onder de be
nen. Hier staat de dokter, en u, mijnheer
Blom, gaat daar naast het bed zitten, en
houdt de hand van uw vrouw vast.'
'Hoezo vasthouden', klonk het benepen.
'Ja, hallo, dat weet u toch wel. Gewoon een
beetje steun geven.' Merel keek van Blom
naar mij en gaf weer een vette knipoog.
'Juist, mijnheer Blom, zo is het goed.'
Het was werkelijk een fantastisch gezicht.
Onze held in driedelig grijs, de hand van zijn
vrouw vasthoudend als een schoothondje.
'Perst u maar', mevrouw Blom. 'Fantastisch,
daar is het hoofdje al. Kijk eens, mijnheer
Blom, daar komt uw kindje.'
Een doffe bons volgde. Blom lag naast het
bed.
'Die ligt, daar hebben we voorlopig geen last
meer van', zei Merel.
'Ik moet persen', klonk het uit het bed.
'Perst u maar door', mevrouw Blom.
Er was enige beweging op de grond. Een
hoofd kwam boven de bedrand uit. Annetje
deed het intussen fantastisch. 'Uw kind
wordt geboren, mijnheer Blom. Vooruit, nu
moet u kijken.' Merel negeerde alle regels
van het ziekenhuisfatsoen tegenover de pati
ent. Ik vond het fantastisch.
Een jongetje werd snel geboren. Blom had
zich hervonden en zat naast het bed. Terwijl
Merel het ventje op de buik van de moeder
legde, kwam haar uitsmijter: 'Datje maar
net zo'n grote jongen mag worden als je va
der.' Weer was er die vette knipoog. Ik stikte
van het lachen en vertrok, met het 'tot de
volgende bevalling' van Merel in mijn oren.
De nacontroles verliepen fantastisch. De en
kele keren dat Blom thuis was in zijn driede
lig grijs, viel het mij op hoe onaardig hij te
gen zijn vrouw was. Neerbuigend, tegen het
onbeschofte aan.
Bij mijn laatste controle sprak hij mij aan
over de betaling. Nou was het in die jaren
wel eens usance om een bevalling contant af
te rekenen. Dus zei ik: 'Nou mijnheer Blom,
als u zo betaalt, is het 400 gulden en met een
Tekening: Bert van der Meij
bonnetje 500.'
'Dokter Meijer, ik ben mijnheer Blom, ont
vanger der Rijksbelastingen.'
Ik droop af.
Enkele weken later belde een huilende An
netje Blom op, dat ze van haar man een an
dere huisarts moest nemen.
Drie maanden later kreeg ik een spoedbelas-
tingcontrole. Geen enkel probleem.
Ik was alles al weer vergeten, toen enkele ja
ren later ene Annetje mij belde of zij patiënt
kon worden. 'Annetje, u weet wel, ik was ge
trouwd met Joop Blom van de Belasting
dienst.'
'Die klootzak.'
'Ik ben gescheiden en heb een nieuwe
vriend, mag ik nu weer in de praktijk ko
men?'
'Natuurlijk. Werkt hij ook bij de belasting?'
'Kopstoot en andere praktijk
verhalen', is de titel van het
boek van Har Meijer, dat zater
dag 9 november wordt gepre
senteerd. Dat gebeurt tijdens
de Podiumdag van historische
verenigingen uit Leiden en om
geving in de Hooglandse Kerk.
Tijdens het evenement, in het
kader van de viering van het
eeuwfeest van Oud Leiden,
leest Meijer tussen 13.00 en
13.30 uur voor uit eigen werk.
Daarna overhandigt hij het eer
ste exemplaar aan professor
Piet van Sterkenburg, hoogle
raar lexicologie in Leiden. Later
die middag signeert hij zijn
boeken in de stand van het
Leidsch Dagblad.
'Kopstoot en andere praktijk
verhalen' is een bundeling van
de Meijer-verhalen die eerder
in deze krant verschenen, aan
gevuld met nog niet eerder ge
publiceerd werk. Net als bij de
verhalen in de krant leverde de
Katwijkse tekenaar Bert van
der Meij de illustraties.
De gehele opbrengst van 'Kop
stoot en andere praktijkverha
len' is bestemd voor de stich
ting Kindertelevisie van het
LUMC. Het boek kost 11,95 eur0
en is tijdens de Podiumdag te
koop bij de stands van de
boekhandels De Kier, Kooyker
en het LD. In de Uit-bijlage van
komende donderdag staat een
bon waarmee lezers van het
Leidsch Dagblad korting krijgen
op de uitgave.
Het is voor de moslims overal ter wereld het
religieuze hoogtepunt van het jaar: de
ramadan. Vasten tijdens de ramadan is een
van de vijf religieuze verplichtingen van de
islam. Een maand lang onthouden moslims
zich tussen zonsopgang en zonsondergang
van eten, drinken en seksuele contacten. Ter
afsluiting van de ramadan vieren de moslims
een speciaal feest, ied-al-fitr, wat in het
Arabisch letterlijk 'het feest van de
verbreking van de vasten' betekent. Dat
feest, ook wel aangeduid met het
Suikerfeest, is met het Offerfeest en het
feest van de Geboorte van de Profeet
Mohammed het belangrijkste feest in de
islam. Opgetogen over het goed volbrengen
van de vasten bezoeken moslims familie,
vrienden en kennissen en geven ze hun
verplichte vastenaalmoezen aan de armen.
Meestal duurt dit Suikerfeest zo'n drie
dagen. Het toeval wil dat dit jaar het
Suikerfeest op 5 december valt, precies op de
dag van dat typisch Nederlandse feest van
suikergoed bij uitstek: sinterklaas.
door Theo Krabbe
Het Suikerfeest van de moslims heeft wel wat weg van sinterklaas: cadeutjes krijgen en veel snoepen. Dit jaar vallen
beide feesten op dezelfde dag. Foto: Eric Taal
Als het aan imam Abdullah Hasel-
hoef uit het Zeeuwse Krabbendijke
ligt, komt er daarom een gezamenlij
ke viering van christenen en mos
lims. Al enige tijd geleden lanceerde
de Nederlandse 'knuffelimam' een
wel bijzonder origineel idee: „Ik stel
me zo voor dat sinterklaas op 6 de
cember zijn mijter voor een tulband
inwisselt, en er moeten een paar
blanke pieten bij", zo heeft Hasel-
hoef bedacht om de interreligieuze
dialoog al op zeer jonge leeftijd te la
ten beginnen. „Tijdens beide feesten
worden kinderen verwend met
snoepgoed en cadeautjes. Het is dus
een mooie gelegenheid om er op
school één groot kinderfeest van te
maken voor moslims en andere ge
lovigen."
Het islamitische geloof wordt door
gaans voorgesteld als een gebouw
dat rust op vijf pijlers. Vijf zuilen, die
bestaan uit de geloofsbelijdenis en
vier devotionele verplichtingen. Al
lereerst is er de geloofsbelijdenis: „Er
is geen god dan God en Mohammed
is Zijn profeet." De vier devotionele
voorschriften zijn de salat, het vijf
maal daags te verrichten gebed. De
zakat, de aalmoezen of godsdiensti
ge belasting. Het vasten tijdens de
maand ramadan. En de hadj, de pel
grimstocht naar Mekka die een mos
lim, als hij daartoe in staat is, een
maal in zijn leven dient te volbren
gen.
Vasten tijdens de maand ramadan -
de maand ook waarin God de koran
als leidraad voor het leven aan men
sen gaf - heeft voor de moslims een
speciale betekenis: het is bij uitstek
het teken van godsvrucht. Menig
moslim voldoet in het dagelijks le
ven niet volledig aan de vier devotio
nele verplichtingen. „Ik ben er nog
niet aan toe", is vaak de veront
schuldiging, waarbij wel het voorne
men om in de toekomst aan de ver
plichten te voldoen wordt bena
drukt.
Precies zoals in het christendom,
heeft ook in de islam de secularisatie
(terugdringing van de invloed van de
godsdienst op het openbare leven)
en de 'moskeeverlating' toegeslagen.
Zeker bij moslims van de tweede en
de derde generatie in de westerse sa
menleving.
Maar hoe sterk of zwak de band met
de islam ook is, moslims wensen de
ramadan in ere te houden, als teken
van hun identiteit.
Het vasten heeft in de islam naast de
lichamelijke reiniging nog een die
pere betekenis: het is ook een loute
ring van de ziel. Door het versterken
van de godsvrucht en het geduld bij
de gelovigen hopen moslims beter
bestand te zijn tegen aardse ramp
spoed en moeilijkheden, die hen
nog te wachten staan.
Het gaat derhalve in het vasten niet
alleen om het afzien van de lichame
lijke genoegens: voedsel, drank en
seksueel verkeer. De gelovige be
hoort zich tevens los te maken van
elke zondige gedachte, zich innerlijk
te ontdoen van het kwaad en zo zijn
hart te 'reinigen'.
Anders gezegd, met het vasten be
oogt de islam het geestelijk leven en
de spiritualiteit van de moslims te
verdiepen. Dat zal tevens zijn vruch
ten afwerpen voor de kwaliteit van
de samenleving. Vandaar ook de ver
plichting om tijdens de ramadan
aalmoezen aan de armen te geven.
Zo wordt tevens de band met de
oemma, de wereldwijde islamitische
gemeenschap van moslims, aange
haald.
„O gij die gelooft! Het vasten is u
voorgeschreven, zoals het was voor
geschreven aan hen die vóór u wa
ren, opdat gij godvrezend wordt", zo
luidt het begin van de koranverzen
over de vasten (soera2:183-185).
Toch is niet iedere moslim verplicht
om te vasten. Zieken of reizigers die
in de maand ramadan beslist niet
kunnen vasten, mogen dit onderbre
ken, maar moeten het later, na de
genezing of na de thuiskomst, inha
len.
Ook voor gezonde mensen, zoals
ouden van dagen, zwangere en zo
gende vrouwen, wordt een uitzon
dering gemaakt. Zij kunnen volstaan
met het 'spijzigen' van één arme
voor elke dag dat ze niet hebben ge
vast. Immers, „God heeft met u het
gemakkelijke voor, Hij vergt van u
niet het moeilijke", meent de koran.
De ramadan valt dit jaar in de perio
de van 5 november tot 4 december.
Deze data kunnen met één dag naar
voren of naar achteren schuiven.
Want moslims moeten volgens de
traditie het verschijnen van de volle
maan als teken van het begin of het
einde van de vastenperiode zelf met
het blote oog constateren.
De Raad van Kerken in Nederland
stelt christenen een ramadangroet
ter beschikking, die ze moslims bij
het einde van de vastenperiode kun
nen aanbieden. „Dagelijks bidden
wij, moslims en christenen, om
Gods vrede. Mogen wij die vrede
koesteren en bevorderen", aldus de
oprechte wens in het Nederlands,
Turks en Arabisch.