t 'Er zit zó veel voetbal in deze ploeg' De Gier hoeft niet langer spits te zijn SPORT Kenny van Grootveld voelt zich na twee seizoenen ARC weer op zijn gemak bij UVS Amateurvoetbal bekijk| looptrainer met argwaaj 720 euro per speelminuut Storm? zaterdag 2 november 2002, door Gertjan van Geen leiden - Twee seizoenen ARC brachten geen sportieve hoogte punten, maar Kenny van Groot veld werd er wel een betere voet baller van. Terug bij UVS is hij in eens de centrale man op het mid denveld. De 24-jarige Hoofddor per groeide als vanzelf in die rol. Vooralsnog nog tuffen de Leide- naars anoniem mee in de eerste klasse, maar Van Grootveld heeft de titel nog niet uit zijn hoofd ge zet. „We moeten een keer een serietje neerzetten, om te begin nen bij SJC." Van Grootveld rolde na twee jaar Alphen aan den Rijn terug in een warm nest. Hij had er tenslotte al twee jaar in de jeugd gespeeld en na zijn periode bij Telstar was het weer de Kikker polder waar hij als vanzelf aan schoof. „Het is leuk om weer met oude bekenden te voetbal len. De sfeer was nog precies hetzelfde als toen ik vertrok", zegt Van Grootveld, bijna afge studeerd als weg- en water bouwkundige aan de HTS in Den Haag. Hij begon bij Nieuw-Vennep, maar toen de familie naar Lis- serbroek verhuisde wist zijn va der niet hoe snel hij hem bij FC Lisse moest aanmelden. Pa Van Grootveld, aanvoerder van het eerste elftal van RCH dat eind jaren tachtig landskampioen bij de amateurs werd, zag wel dat zijn zoon aardig tegen een bal kon trappen. Als tweedejaars B vertrok hij naar UVS en weer twee jaar later ging hij naar Tel star. In de B kwamen UVS en Telstar nog op hetzelfde niveau uit, maar de A-jeugd van Telstar speelde een klasse hoger. Zoals menige jongen droomde hij van een profloopbaan, ook al was de ambiance in IJmuiden niet echt veel professioneler dan bij UVS. Van Grootveld: „Wat zal ik zeg gen. Er was een stadion, maar verder?" Eenmaal als senior zonder con tract in het tweede elftal zat er weinig schot meer in. „De con tractspelers moeten altijd spe len, aan hen valt nog geld aan te verdienen. Ik was het snel zat. Ik zat op de MTS in Leiden en moest dinsdagavond met het tweede mee. Als je dan niet speelt, is het niet leuk meer om steeds naar IJmuiden te rijden." Terug bij UVS kwam hij na een korte periode in het eerste elftal in het tweede terecht. Van Grootveld leerde er de andere kant van het leven kennen. „Ik 'Bij een vierdeklasser is het onzin' j geld en tijd ontbreken." Dat hoeft volgens Warmonde j" Ben Christen, een fervent vot j* stander van specifieke looptr ningen bij voetbalclubs, niet probleem te zijn. „Al is het m twee keer een kwartier per we. dan garandeer ik al resultaat zes tot acht weken, keihard. maar vragen bij Foreholte en Gravenzandse SV, waar ik nu actief ben. En het geld kan og jv{ geen excuus zijn. Als ik hoor hoofdtrainers bij voetbalclub verdienen dan zijn wij pure hobbyisten." Christen nam onlangs de w Katwijk onder de loep. Niet t( vallig, want trainer Alfons Gr< nendijk staat bekend als een t£ natiek hardloper die in zijn ti t als prof bij FC Utrecht met de bekende looptrainer Rob Dru^ pers werkte. Christen was te leurgesteld. „Groenendijk zal zich wel in de materie hebbei verdiept, maar er zit geen filo fie achter. Als je de warming- zag, zonde van de tijd, terwijl een warming-up juist zo belaf rijk is." Groenendijk reageert een tikk f tje geïrriteerd op de uitlatinge van Christen. „Laat die man zich eerst eens keurig voorste len. Ik zit bij een amateurclul^ en ik heb maar drie avonden j week waarop ik me met belai rijker zaken bezighoud. Ik zal j niet ontkennen dat er best w< winst te boeken valt door looj c training en zijn visie zal best j ma zijn. Maar als we aan loop scholing gaan doen dan komt tL binnen twee maanden nog maar de halve selectie opdagf Daar schiet ik niets mee op." ging daarvoor nooit stappen, maar kreeg er de leeftijd voor. Die gasten in het tweede waren ook wel fanatiek, maar ze had den niet de instelling om het eerste te halen. In het begin vond ik dat niet erg. Het plezier was terug. Maar op een gegeven moment kon ik weer in het eer ste komen en ging ik er weer naar leven." Zijn overgang naar ARC bood perspectieven. Twee jaar na de titel van de Alphenaren leek ARC een stabiele hoofdklasser te zijn. Het werd degradatievoet bal, maar wel een treetje hoger. „Van week tot week was het knokken. Elke training leek wel een wedstrijd. Het was elke week volle bak want er zat geen makkelijke tegenstander bij. Qua sfeer was het iets minder, want iedereen ging meteen na de training weg. Bij UVS zitten we op vrijdagavond met 25 tot 30 man in de kantine. Maar ik heb geen spijt van die jaren bij ARC. Ik ben een veel betere voetballer geworden. Het gaat me nu een stuk makkelijker af." Voetballen in de eerste klasse is een verademing, al is de ambi ance een stuk minder. Voor zijn verdere ontwikkeling acht Van Grootveld een niveautje lager spelen geen slechte zaak. Was hij bij ARC als verdedigende middenvelder gewend dat alle ballen over hem vlogen, bij UVS is hij het middelpunt van de aanvalsopzet. Hij wende makke lijk aan de rol van belangrijke man. „De trainer heeft vertrou wen in mij en de jonge jongens luisteren naar me. Bij ARC was er weinig acceptatie onderling, hier speel ik met jongens die veel willen leren. Dat vind ik top." De club die vorig jaar tot de laatste dag meedeed om de titel, staat inmiddels op flinke achter stand. UVS heeft zeven punten minder dan koploper EBOH en vijf verliespunten meer dan eer- steklassedebutant SJC, de tegen stander van morgen. Toch voelt Van Grootveld dat de blauwwit- ten bij de topploegen horen. „We waren afgelopen zondag twee klassen beter dan EBOH, maar we scoren te weinig. Met een iets beter gemiddelde had den we vijf punten meer gehad. Er zit zó veel voetbal in deze ploeg: dat wil je niet weten. Maar de tegenstanders spelen tegen ons erg verdedigend, zo dat scoren gewoon heel moeilijk is. Ook SJC weet dat UVS voet ballend veel sterker is." Heel UVS moet zich verbeteren, Van Grootveld dus ook. Daartoe luistert hij goed naar zijn vader, die altijd langs de lijn te vinden is. „Hij heeft vaak kritiek, ook als dat niet terecht is. Als ik goed gespeeld heb, zegt hij dat het re delijk was. Die gesprekken zijn voor hem leuker dan voor mij. Maar ik accepteer het wel. Ik merk dat hij er veel verstand van heeft. Ik kijk ook vaak met een schuin oog naar hem als ik in het veld sta. Dan geeft hij kleine aanwijzingen en dat helpt." door Loman Leefmans leiden - De looptrainer. Bij prof clubs al jaren een bekend feno meen dat nu ook bij amateurver enigingen steeds vaker opduikt. Is de inzet van een looptrainer een welkome aanvulling op de oefenstof of gaat het om een uit de atletiekwereld overgewaaide modegril? De meningen zijn sterk verdeeld. Looptrainer Henk van Driel uit Leiderdorp heeft er een hele studie van gemaakt. „Looptrai- ners hebben meer kennis van periodisering en spierbelasting. Dat komt omdat de atletiek nu eenmaal voorloopt op het punt van inspanningsfysiologie. Maar atletiek is recht vooruit lopen terwijl hockey en voetbal meer om wenden, keren en aanzetten gaat. Steeds meer looptrainers zijn zich daarop gaan toeleg gen." Toch verbaast het Van Driel dat er - een paar verenigingen daar gelaten - weinig voetbalclubs zijn die over een looptrainer be schikken. „Zelfs bij de voetbal cursus Oefenmeester I is loop training een ondergeschoven kindje. Voetballers hebben een broertje dood aan lopen, maar je kan het ook voor hen echt leuk maken. Je mag de bal niet uit het oog verliezen. Ik wil echt geen duuratleten van ze ma ken." Van Driel traint bij de hockey clubs Alecto en Roomburg, naar volle tevredenheid van de be trokkenen. De hockeysport staat volgens de Leiderdorper meer open voor vernieuwingen dan het conservatieve voetbal. Voetbalcoach Ruud de Groot, docent op de trainerscursus, is wel overtuigd van de toegevoeg de waarde van looptrainers.Al vijftien jaar geleden bij UVS zijn we daarmee begonnen en later bij WSB hadden we aan Willem van Gerven een hele goede. Ik heb er goede ervaringen mee." De Groot ziet ook nadelen. „Bij een amateurclub zie je de spe lers maar twee a drie keer in de week. Dan kan je niet een hele training aan loopoefeningen op offeren." Als ik momenteel bij Lugdu- num sommige jongens over het veld zie lopen, dan weet ik zeker dat het een verbetering zou zijn. Je kan er een metertje extra op de tegenstander door pakken. Dat we bij Lugdunum geen looptrainer hebben, is omdat Veel trainers reageren volgen! Van Driel net als Groenendijk „Een trainer moet er écht voo open staan anders wórdt het ook niets." Als de fitste traine uit de hoofdklasse, die in het taalde voetbal looponderwijs heeft genoten, er al weinig he in ziet, dan is er weinig hoop voor de lagere klassen. Christ^ en Van Driel hebben nog een hele missie voor de boeg, geti ge ook de mening van Cees v< e Tongeren. De trainer van FC r Rijnland was een paar jaar ge ji den de beste, maar zeker niet snelste amateurvoetballer var Leiden. „Ik heb bij Lugdunun noch bij RKAW ooit met een looptrainer te maken gehad e ik denk niet dat het een meerjl waarde heeft. Misschien dat techniek van het lopen kan den verbeterd, maar conditio neel heeft het weinig effect al; zo beperkt in je tijd zit. Bij eei s. vierdeklasser is het echt onzir 1; at dL i w door Leon ten Voorde enschede - Nog geen jaar gele den werd hij als de verlosser bin nengehaald bij FC Twente. Nu mag Jack de Gier alweer weg. Er gens onderweg is het fout ge gaan, maar waar? „Ik heb in ieder geval niets verkeerd gedaan", meent de spits. Het is een merkwaardig verhaal. Zo ben je de man die een club in nood aan doelpunten moet helpen, en zo ben je weer afge schreven. En dat in nog geen twaalf maanden tijd. Jack de Gier mag weg bij FC Twente en wel per direct. Vorige week vrij dag werd hij samen met Tom mie van der Leegte en Björn van der Doelen zelfs uit de selectie gezet voor de wedstrijd tegen AZ, omdat trainer René Vand- ereycken niet tevreden was over het gedrag en de instelling van het drietal. „Een overtrokken verhaal", vindt De Gier. „Ik heb onlangs van de trainer gehoord dat hij me vooral wil gebruiken als pinchhitter bij thuiswedstrij den. Daarom ben ik ook ver baasd hoe het naar buiten is ge komen. Het lijkt nu wel of ik ik weet niet wat met de trainer heb gedaan, maar zo is het dus niet. Ik heb niets verkeerd gedaan, het enige wat ik heb gedaan, is mijn best. Dat kan wel zo zijn, maar Vand- ereycken neemt zo n beslissing toch niet voor niets? De Gier kan niet ontkennen dat hij de repu tatie heeft van een levenskun stenaar. Als het goed gaat met een club hoor je daar nooit wat over, maar als het slecht gaat komen de wildste verhalen los. Ik heb me bij FC Twente niet anders gedragen, dan ik in mijn hele carrière heb gedaan. Ster ker nog, ik ben in mijn Twente- tijd zelfs heel, héél, héééél rus tig. De keren dat ik in Enschede in de binnenstad ben geweest kun je echt op de vingers van één hand tellen. Weet je dat ik helemaal geen tijd heb om veel op stap te gaan? Ik volg op dit Jack de Gier: „Ik wil mijn loopbaan niet op de tribune afsluiten." Foto: GPD/Carlo ter Ellen moment ondermeer een trai nerscursus en ben veel te druk met allerlei zaken." Volgens De Gier heeft zijn bijrol helemaal niets te maken met zijn manier van leven. Dat het Twentse avontuur op een mis lukking is uitgedraaid, wijt de aanvaller aan verschillende bles sures. „Ik ben heel goed begon nen bij FC Twente, maar daarna begonnen de problemen. Ik kreeg last van mijn knie en en kel, maar in het belang van de club heb ik toen doorgespeeld. Ik ging echter steeds slechter spelen en werd bijna wekelijks afgemaakt in de pers. Het diep tepunt was de verloren wed strijd tegen Fortuna Sittard toen ik door die blessure geen bal goed raakte. Die wedstrijd was voor mij de druppel: ik dacht toen echt: waar doe ik het eigen lijk nog allemaal voor? Ik heb vervolgens aangegeven dat ik eerst volledig fit wilde worden." In de voorbereiding op het nieu we seizoen leek hij hersteld te zijn, maar al snel kreeg hij last van een lies. De Gier speelde wel gewoon door, maar aan alles was te zien dat hij niet fit was. „Na de bekerwedstrijd tegen Putten heb ik gezegd, dat dit geen zin meer had. Ik hield niet alleen mezelf voor de gek, maar eigenlijk iedereen bij de club. Ik heb rust gepakt, ben gaan reva lideren en daarna kwam Jurgen Cavens. De rest van het verhaal is bekend." De Gier traint op dit moment gewoon mee met de selectie, maar hij weet dat zijn tijd erop zit bij FC Twente. De spits hoeft niet langer spits te zijn. Hij is in middels derde keus, achter Ca vens en Thijs Houwing. „Ik wil mijn loopbaan niet op de tribu ne afsluiten." Drie clubs uit de eerste divisie hebben zich al ge meld bij zijn zaakwaarnemer. „Maar de kans is niet groot dat ik op één van die aanbiedingen in ga. Laat ik er geen doekjes om winden: als ik naai- de eerste di visie ga doe ik dat puur voor het voetbal, want financieel zal ik dan flink moeten inleveren." De Op 4 november 2001 maakte Jack de Gier tegen FC Utrecht zijn debuut voor FC Twente. Hij brak meteen een record, want hij werd de snelst sco rende debutant ooit. Al na 57 seconden schoot hij de bal in het Utrechtse net. Een klein jaar verder - als hij zijn congé krijgt - vestigt de Brabander vrijwel zeker opnieuw een re cord. Want had FC Twente ooit eerder zo'n dure speler in huis? Ga maar na. De Gier speelde in het vorige seizoen 20 wedstrijden, waarvan acht volledig. De aanvaller voet balde 1501 minuten van de 1800 die mogelijk waren ge weest. Hij scoorde daarin zes keer. In het huidige seizoen deed De Gier in totaal 35 mi nuten mee zonder te scoren. Twente betaalde vorig jaar aan het Schotse Dunfermline 900.000 gulden (ruim 400.000 euro) voor De Gier. Daar komt zijn salaris nog bij. Dat is naar verluidt ook ruim 400.000 euro per seizoen. De afgelopen voetbaljaargang kreeg De Gier daar tweederde van. Mocht de speler dit sei zoen niet meer wegkomen bij FC Twente, dan is de salaris last totaal 680.000 euro. De hele transactie kost de club derhalve circa 1.1 miljoen eu ro. De Gier speelde tot nu toe 1536 minuten. Per speelmi nuut kostte hij de vereniging zo een kleine 720 euro. Gier heeft zijn hoop gevestigd op het buitenland. Op Schot land bijvoorbeeld, het land waar hij voor zijn transfer naar FC Twente speelde. „Maar er speelt ook nog iets uit een land ver weg. Ik zie wel. Ik wacht voorlo pig rustig af en doe ondertussen gewoon mijn best voor FC Twente." DE KWESTIE Wind mee, altijd lekker. Toch zeker voor een sporter die het moet hebben van de snelheid. Tijdens de storm van zondag bereikte de wind snelheden van zo'n dertig meter per seconde. Veel wedstrijden werden afgelast, terwijl sommige sporters juist dromen van zo'n fikse bries. Nelli Cooman, ex-atlete en met 11.08 seconde Nederlands recordhoudster op de 100 meten „Tijdens een wedstrijd heb ik nog nooit extreme wind mee gehad. Weieens een beetje te veel, waardoor mijn tijd niet telde en ik me niet kwali ficeerde voor de Olympische Spelen in Los An geles. Tijdens een training wel, toen vlogen de hoogspringmatten door de lucht. Dat is gewoon kicken, die wind mee, dat geeft zo'n lekker ge voel. Het lijkt alsof je vliegt. Het is vergelijkbaar met van een heuvel rennen. Het is leldcer, mits je spieren het aankunnen, want anders kost het erg veel kracht. Of ik was gaan trainen met deze wind? Ik heb toevallig gisteren gejogd. Dat was heerlijk. Gevaarlijk? Dat viel wel mee." Zeezeilster Carolijn Brouwer heeft voor heter vuren gestaan: „In de Volvo Ocean Race, die te boek staat als de zwaarste zeilrace ter wereld, ben ik met extreme re situaties geconfronteerd. Afgelopen jaar kre gen wij in de Zuidelijke Oceaan met golven te maken die de golven van afgelopen weekeinde in Nederland tot niets doen verbleken. Op de route van Nieuw-Zeeland naar Brazilië kregen wij vanuit Chili de informatie dat we een storm van 70 knopen tegen zouden komen. Dat bleek niet uit te komen, maar je moet desondanks toch goed voorbereid zijn. We kunnen in ieder geval genoeg maatregelen treffen om een storm te doorstaan. De zeilen reven, naar beneden ha len of gewoon de stormzeilen opzetten. Gevaar lijk is het altijd. Als je overboord slaat, is het ge daan. Maar ja, ik zoek het avontuur op, want wat is een leven zonder risico's?" Servais Knaven, wielrenner uit Meerle: „In mijn eerste Ronde van Spanje stond er bij La Coruna een soortgelijke wind als die van zondag. Wij, de Nederlanders, hadden er nog een beetje ervaring mee. Maar die kleine klimmers, als Vi- renque, waaiden zo van de weg af. Met alle geva ren van dien. In je eentje gaat het nog, maar in een groep is het geen doen. Vooral bij zijwind. In een waaier is het dan link fietsen. De koers werd dus stilgelegd. Het was dezelfde etappe als waar in die twee kleine Spanjaarden voor de camera met elkaar op de vuist gingen. Dat had trouwens niets met de wind te maken. Maar alles met een vrouw, hoorde ik later. Mijn hoogst gemeten snelheid op het vlakke, is zo'n 75 km per uur. Dit jaar in Gent-Wevelgem hadden we windkracht f in de rug. Reden we op het gemakkie toch vlot zeventig per uur. Pal op kop kun je niet veel meer hebben dan windkracht 7. Harder dan twintig per uur haal je dan niet." Irene van de Zwam van de Kennemer Zweef- vliegclub uit Noordwijk: „Een dag als afgelopen zondag is voor zweefvdie gers vrij kansloos. Boven windkracht 6 gaan wij niet meer het strand op. In de periode 15 okto ber tot en met 15 mei gaan we regelmatig het strand op om te profiteren van de noordwester- wind die op de kust staat. De lucht raakt lood recht de duinen. Wij maken gebruik van de op stijgende luchtstroom. Gelukkig is het wettelijk toegestaan dat wij het strand afeetten om op te landen. Zeker met de grote aantallen mensen is dat een groot voordeel. Helaas kunnen we geen records meer breken, want 's nachts vliegen mg helaas niet meer. De rest van de tijd zijn we op het strand te vinden, neem dat maar van me Reinier Paping, winnaar van de stormachtige Elfstedentocht in 1963: „Nou, of het waaide! Bijna een orkaan. En altijd wind op kop, hè. Alleen het stukje tussen Dok- kum en Bartlehiem had ik wind mee, kon ik eve£ ontspannen. Maar al met al heb ik toch al gauw honderd kilometer in mijn eentje tegen die storm opgebokst. Niet dat ik dat erg vond, hoor. Ik was in goede conditie, had het niet koud en het ijs was eigenlijk te slecht om in een groepje te rijden. Daarbij vond ik wind tegen altijd een uitdaging. Op training zocht ik het altijd op. Maar ik geef toe: bijna honderd kilometer in je eentje wind op, dat was geen pretje. Dat laatste stuk naar Leeuwarden. Reinier Paping wint i" 1963 de Elfstedentocht. „El f altijd wind op kop. "iè." Archieffoto: ANP Kenny van Grootveld: „Ik heb geen spijt van die jaren bij ARC. Ik ben een veel betere voetballer geworden. Het gaat me nu een stuk makkelijker af." Foto: Mark Lamers

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 2002 | | pagina 22