SPORT Gerard Bosch van Drakesteiny een hard rijdende edelman Hardlopen LINKS BUITEN Deportivo Jalapa heeft triest record new york - Deportivo Arabe Unido uit Panama heeft een opmerkelijk record in het voet bal gevestigd. De ploeg won in de eerste ronde van de Con- cacaf-cup - het bekertoernooi in Noord-Amerika, Midden- Amerika en de Caribische eilan den - met 19-0 van Deportivo Jalapa uit Nicaragua. Dat is de grootste uitslag ooit in een in ternationale clubcompetitie, zo bevestigt de internationale fe deratie van voetbalhistorie. Het oude record stond op naam van Suwon Bluewings. Deze Zuid-Koreaanse club won vorig jaar in het toernooi van de Azi atische landskampioenen met 18-0 van Saunders SC uit Sri Lanka. In Europa heeft Ajax in een intemationele clubcompe titie nog altijd de grootste uit slag geboekt. In 1984 overrom pelden de Ajacieden in de eer ste ronde van de UEFA-beker Red Boys Differdange uit Luxemburg met 14-0. ac 21 oktober J' onkheer Gerard Dagobert Hendrik Bosch van Dra- estein (1887-1972) was, zoals zijn naam aangeeft, een telg van zeer goede huize. Al vanaf zijn eerste fiets die hij op elfjarige leeftijd kreeg, ontwikkelde hij een niet te blussen liefde voor de wielersport Dat stuitte bij zijn ouders op grote, jarenlange weerzin. Fietsen was een aardi ge bezigheid, maar het rijden van zoiets ordinairs als wedstrij den, 'slagersjongensgedoe', pas te een jonkheer niet. Om discus sies in eigen kring verder te ont lopen, reed hij jarenlang onder tal van pseudoniemen, waarvan 'Ulysses' de bekendste was. Bosch' grote kracht lag op de baan. Als sprinter, tijdLrijder en achtervolger behoorde hij, ook internationaal, tot de besten. Hij werd in een periode die zich uit strekte van 1908 tot 1928 negen keer sprintkampioen van Neder land en zes keer baankampioen op de 25 kilometer. Zijn tragiek was dat wereldtitels hem ont gingen omdat in zijn beste jaren de Eerste Wereldoorlog woedde en er geen internationale kam pioenschappen werden gehou den. Het zat hem vaker niet mee. Tijdens de tandemfinale met Fransen en Denen tijdens de Olympische Spelen van 1924 in Parijs lagen Bosch en zijn partner Peeters in gewonnen positie toen de Fransen plotse ling een harde schreeuw gaven. Kopman Peeters schrok daar zo van dat hij begon te slingeren en niet uitgeslingerd raakte. Slechts de bronzen medaille viel hun nu ten deel. Terug in het renners kwartier merkte Bosch dat het geslinger nog een oorzaak had. Om zijn zenuwen te kalmeren dronk Peeters voor een belang rijke race altijd een glaasje cog nac. Dit keer bleek hij een hele flacon te hebben leeggedron ken. Bosch besloot zijn carrière in 1926, maar ging in 1928 op nieuw in training om aan de Spelen van Amsterdam deel te nemen. Hij was toen al 41 jaar en het zou zijn mooiste seizoen worden. Door een even verras sende als overtuigende overwin ning op de 14 jaar jongere Ma- zairac werd hij nationaal sprint kampioen. Bij de selecties bleek hij veruit de beste tijdrijder en reed hij zich ook met gemak in de nationale achtervolgings- ploeg. Op de Spelen had hij dus op drie nummers kunnen uitko men. Hij liet het bij twee, de duizend meter tijdrit en de ploegachtervolging. Op de dui zend meter tijdrit veroverde hij de zilveren medaille. Hij had de handicap dat hij met zware wind moest rijden anders was het vermoedelijk goud geweest. Op diezelfde avond moest hij ook twee keer vol aan de bak voor de ploegachtervolging. Die krachtsinspanningen braken hem 's nachts lelijk op. De vol gende ochtend constateerde de dokter bronchitis. Bosch moest zich laten vervangen. Een tegen valler voor de Nederlandse ploeg want zijn vervanger bracht er in de finale weinig van terecht. Bosch bleef zijn hele wielerleven amateur. Met het professionalis me wilde hij niets te maken hebben. Hij gedroeg zich ook als een ware gentleman op de baan. Op gemene streken of dubieuze trucjes zou men hem nimmer betrappen. Fairheid, zuiverheid en respect voor de tegenstander stonden bij hem voorop. Als bestuurder van de wieler- unie en als redacteur van het blad Wielerecho ging hij later stevig tekeer tegen alles wat in zijn ogen niet deugde. Maar zo als dat vaker met idealisten gaat: op zeker moment worden ze aan de kant geschoven. Dat ge- Jonkheer Gerard Bosch van Drakestein. Archieffoto beurde ook met Bosch. Daniël Rewijk die een biografie over hem schreef, betitelt hem als grensfiguur: 'Hij had zich los moeten maken van zijn familie en vrienden om in de wieler sport verder te kunnen. In de wielerwereld was hij een relict uit een vervlogen periode'. Dit is de 37ste aflevering van een serie over de geschiedenis van de sport UIT GESPROI Marathonloj Krotwaar in fl week: niet zo veel. fiets gestolen wordt, vei me gewoon weer op het\ van een nieuwe. Volendam-speler F in het Algemeen Da^ „Het is zó bekrompen. S rechters weten niet hoe A een duel moeten staken persoonlijk worden beleI Maar roept een heel trih dat die 'zwartjoekel varm moet oprotten naar zijn\ nenland' dan doen ze n Idem: Bij het begin van het si noteer ik alvast de data f ik mijn familie bij u thuis moet laten. Het is 1 dels een routinehandeli§ worden. Je laat je vriei dochter niet meemaken jou voor kutneger uiti Go Ahead Eagles, Cambl ADO Den Haag. Bij die cj ik elke keer weer door e hun stadions is het het ei Idem: „Het is de cultuur u baar is geaccepteerd a donkere speler word venI Je leert ermee leven, mam nen doen racistische leim nooit. Wat er wordt ge-1 schreeuwd, raakt me ella weer vol in mijn hart. Oud-hockeyer Tom v in Sportweek: „Ik sprak laatst iemand dat zijn hockeyloopbai lukt was doordat hij bij A het elftal kwam. Ik zal If zijn geweest voor jonge a Hoorde bij het tijdsbeehl was als jochie lastig tegm dus vond ik dat ik dat a re speler ook moest zijn jonkies. Idem: Van André Bolhuis heb I l van scheidsrechta l. Hij zei dat ik nol moest protesteren t lijke beslissingen en afn\ wachten tot het eerste tl val. Zei ik: 'Scheids, je z niet helemaal goed. Maa was ook wel lastig om U hoor.Ik kreeg ontzettend corners mee. Tev FC Twente-speler Patr huizen in VI: „Na de wedstrijd drink A ik in het openbaar altijtÊ wat, dat is geen probleem dere spelers doen het thikf maar niets te horen vanL en sponsors. Ik ben nietM schijnheilig." Feyenoorder Sebasti; in VI: „Als je in Chili op de trt mand schopt, krijg je bij "3 van spreken klappen. En het de normaalste zciak\ wereld. RBC-speler Henk Vos Ij AE Misschien hebben de m wel gelijk als ze zeggen met mijn talent veel ven ian kunnen komen. Sterken op is gewoon zo. Maar daai pn< niet blind genoeg voor. I 1 aï genieten van het leven e edt doe ik. Als ik lekker aan o wijntje zit, staat de tijd I Ajacied Mido in VI: „Als je het aan mij vrat Ajax onverslaanbaar ah n t« (Mido en Ibrahimovic, i ch' men in de aanval spelerSn d Idem: „Ik heb vrienden die zót lm dat ze Ajax zouden kunt pen. Ze hebben miljarde I-1 lde« Louis van Gaal in Sport n 1 „WelkeNederlandse trai 'sti heeft gepresteerd watik\ igs teerd heb? Qua titels, qu ring van een bepaalde taal, qua visie, qua man spelen? Michels misschit ben ik een goede tweede. Idem: „Kluivert is van een and 1 veau dan Bergkamp en I Ne Ik heb ooit wel eens geze rca ie beter zou worden dan Basten. Dat wil ik nogsl zien. Kluiven heeft alles 1 om de beste van de were 'et zijn. Maar daarvoor mo je kwaliteiten als mens maal aanspreken. Daat ie nog een weg te gaan. Idem: „Ik had graag tot juli do f gaan als technisch direc de KNVB. Om de bondsc te werken. Heb ik ook ven, maar dat was kenn niet nodig. De geest moe fl® Nou, dan gaat de geest tt1 weg? Het is alleen een Ai dubbel. Ik had zogenaat veel petten op. Daarna i111 een bondscoach be- noerqd, die ook nog eens directeur bij Rangers was en een assistent heeft die voor de televisie werkt. u ■n het veertigers of vijftigers. Niet dat je meteen zegt dikke veertigers of vijftigers. Maar toch iets te dik voor het goede. Die ervoor verantwoordelijk zijn dat u als auto mobilist voor het rode licht moet wachten en hardlopend de weg oversteken. Nou ja, hardlopend. Ze lopen eigenlijk niet hard genoeg om het hard lopen te noemen, maar zweten als een echte hardloper doen ze wel, de trimmers en de joggers. In hun flitsende maar aan hun lijf niet bestede aërodynamische looppakjes. Waarvan die strakke, model ber muda, hardloopbroeken een doorn in het oog van elke zichzelf serieus nemende schoonheids commissie zouden moeten zijn. Ik weet er alles van. Ik erger me er ook groen en geel aan. Aan die automobilisten die getergd door het rode licht naar hun voorhoofd wijzen als ik hier toe in staat gesteld door het groe- I ne voetgangerslichtzo hard lo pend als ik kan oversteek in mijn flitsende maar misschien aan mijn lijf niet helemaal bestede aërodynamische looppak, met daarbij inderdaad een bermuda model hardloopbroek aan mijn kont die - dat sluit ik niet uit - hoogst waarschijnlijk beter zit dan ziet. En noem het trouwens geen trimmen of joggen wat ik doe. Wij hardlopers lopen hard. Drie verschillende door mijzelf vastgestelde par- coursen staan mij ten dienste bij het hardlopen. Ik zal maar eerlijk zijn. Het kortste parcours loop ik het vaakst en het langste parcours het minst. Aan het langste parcours kleeft behalve dat het 't langste parcours is nóg een nadeel: de kans dat ik quasi-lollige grappen naar mijn hoofd geslingerd krijg is rekenkundig op het langste parcours het grootst. Maar aan het kortste parcours kleven ook grote nadelen. Honden. Dit parcours voert halverwege langs de idyllische Westbroekerplas, een waterpartij die naast hard lopers door nog een bevolkingsgroep als idyllisch wordt ervaren: de hondenuitlaters. Twee keer in de afgelopen zes jaar was ik daar wat je noemt de gebeten hond, wat in dit geval een contradictio in termini is. Niet de hond maar ik was de gebeten partij. Een kleine vijftig keer wist ik in doodsangst met een Maradona-achtige manoeuvre de hond op het verkeerde been te zetten en de overige zesdui zend honden die mijn pad kruisten blaften slechts. En beten dus niet. Erger dan honden zijn mensen die zichzelf uitla ten. Laatst ontviel mij na 8 kilometer hardlopen tij dens het uithijgen (de vakterm 'coolingdown'is voor mij te veel eet) na enig gerochel een milli gram of wat slijm. „Dat komt er nou van, van dat trimmen", zei een toevallige pas sant. Ongetwijfeld bedoelde de man het goed. Maar van alle commentaren zijn de goed be doelde commentaren de op één na ergste commentaren. Ten eerste trim ik niet, maar loop ik hard en ten tweede ver lies ik dat slijm niet vanwege het hardlopen maar vanwege het roken, wat ik voor en na het hardlopen doe. Erger dan de goed bedoelde commentaren zijn de lollig be doelde commentaren. U zou eens moeten weten hoeveel ge mankeerde cabaretiers er onder u schuilgaan. Er zijn onder u nog altijd reserve-Seth Gaaike- ma's die hardlopers denken te verrassen met de one-liner: „Stop maar, ze hebben hem all" Of de variant hierop: „Hij ging die kant op, hoor. Wat dacht u van de zelfverklaarde Wim Sonne- velden op de fiets die ternauwernood en in hoge ademnood de hardloper voorbijfietsen en dan bijna de macht over het stuur verliezend omkij ken en uitroepen: „Met de fiets gaat het sneller, hoor!" Van de zomer werd ik, tenvijl ik op het schema van een persoonlijk record liep, door een iets te corpulente en ook overigens in niets op Katja Schuurman gelijkende fietsster bedreigd met de naar ik vreesde gemeende uitnodiging: „Spring maar achterop!" 'Dat nóóit', dacht ik nog en minderde bewust vaart. Maar ddt was dan ook werkelijk de enige keer dat ik mij tijdens het hardlopen aan trim men heb bezondigd. Frank Snoeks Tribune AGOW is reddeloos verloren Apeldoorn - In een laatste po ging de historische houten tri bune van voetbalclub AGOW overeind te houden heeft de Stichting Apeldoomse Monu menten (SAM) het college van burgemeester en wethouders verzocht het bouwwerk op de monumentenlijst te plaatsen. Het lijkt een kansloze missie: sportwethouder Jaap Wortman en AGOW zijn tegen. De SAM wil de tribune hoe dan ook red den. Dat AGOW de tribune niet in het tijdelijk stadion wil opne men, omdat het houten bouw werk in de ogen van de prof club in spé brandgevaarlijk en sterk verouderd is en dus geen grote aantallen toeschouwers verdraagt, wijst de SAM af. Wortman zit op de lijn van AGOW: „We hebben het jaren geleden in het Engelse Bradford gezien. Een volgepakte houten tribune vloog in brand. Ik moet er niet aan denken." Film over familie Van der Geest abensberg - Productiemaat schappij IDTV maakt een film over het leven van de familie Van der Geest. Het is de bedoe ling dat de film over de judoën- de zoons Elco en Dennis, hun vader Cor en moeder Els eind volgend jaar uitkomt. Produ cent Piet Erkelens kwam op het idee toen hij in mei van dit jaar beelden zag van de Europese kampioenschappen in het Slo veense Maribor. Daar verover de zowel Elco als Dennis de gouden medaille. „Cor zat tus sen zijn zoons in, terwijl Dennis zat te huilen omdat zijn broer Europees kampioen was gewor den. Van deze familie moet een film worden gemaakt, was toen mijn eerste gedachte." Erkelens benaderde documentairemaker Roel van Dalen, die bekend werd door de Ajax-film 'Daar hoorden ze engelen zingen'. Foto: AP/Denis Doyle UIT HET OOG moordrecht/leiden - Aan het Leidse korfballeven van Jan Wil lem Meijer kwam vier jaar gele den een einde toen hij verhuisde naar Moordrecht. De inmiddels 34-jarige ex-Leidenaar speelde bij Fides Pacta en na de fusie met De Algemeene bij Sporting Trigon. Jan Willem Meijer is ge trouwd met Lilian en samen heb ben zij een zoontje van 2,5 jaar, Sam. In Moordrecht heeft Meijer een administratiekantoor. „Het gaat niet zo goed nu met Sporting Trigon, nee. Erg jam mer. Maar dat zat er ook wel een beetje in. Toen Fides Pacta en De Algemeene samengin gen, een jaar of zeven geleden, werd er een nieuw team ge vormd met de beste spelers van de twee clubs. Dat werd een heel leuk team, het klikte goed. Iedereen was net na de fusie erg enthousiast en alle factoren waren aanwezig om er iets leuks van te maken. En dat is ook gebeurd. Beide verenigingen zaten op dood spoor en de fusie was een geweldige impuls voor het korf bal in Leiden. Dat zie je nu weer verdwijnen, dus mis schien is het tijd voor een vol gende fusie. Na zeven vette ja ren komen zeven magere jaren en ik hoop dat Trigon die ma gere jaren kan beperken tot twee, en met een jong team weer kan gaan bouwen aan nieuwe successen. Het is wel jammer dat ik de hoofdklasse niet heb meege maakt. Ik ben gestopt in het jaar voordat Sporting Trigon naar de hoofdklasse promo veerde. Maar ik heb het altijd erg leuk gehad. Vooral de com petitie in de zaal in de altijd goed gevulde Vijf Meihal vond ik leuk. Het eerste jaar na de fu sie werden we zowel in de zaal als op het veld kampioen in de eerste klasse. Het spelen in de overgangsklasse wasteen hëtè belevenis. Dan speel je toch landelijk korfbal. Het waren spannende wedstrijden en er kwam veel publiek, dat gaf veel voldoening. Misschien was ik wel een beetje eigenwijs of eigenzinnig. Ik ging altijd een beetje mijn eigen gang en wat andere mensen daarvan vonden, vond ik niet zo belangrijk. Als ik niet was verhuisd, dan was ik nog wel een paar jaartjes doorgegaan. Maar we woonden in een flat in de Mahlerstraat en we wilden een leuk huisje. Er was niet zo veel keus, en de huizen waren vier jaar geleden ontzettend duur. Hier waren leuke huizen waar we ons voor in konden schrijven en we wer den wonderwel ingeloot. De keuze was snel gemaakt, maar je leven staat wel op z'n kop. Ik heb er nooit spijt van gehad. Mijn vrouw heeft ook in Leiden gewoond, maar toen ze een jaar of zeven, acht was zijn haar ou ders naar Moordrecht verhuisd. Vandaar ook dat we hier terecht zijn gekomen. Hier is het allemaal wat rusti ger. Er is een supermarkt en een Dorpsstraat en dan houdt het qua voorzieningen op. En er is een heel grote korfbalver eniging, IJsselvogels, waar we beiden lid van zijn. We spelen in een veteranenteam, een soort vriendenteam, met mijn zwager en nog wat andere mensen die vroeger hoger heb ben gekorfbald. In het eerste jaar dat we hier woonden, ben ik nog wel eens bij Sporting Trigon gaan kijken. Dat werd steeds minder. Ik moet nu hard nadenken of er nog mensen in het eerste spe len met wie ik samen heb ge korfbald, maar volgens mij is dat niet zo. Ik hou het nog wel bij. Ik ben nog steeds niet-spelend lid en ^ik krijg elke week het blaadje, en dan moet ik toch altijd even Jan Willem Meijer namens Trigon in actie in een wedstrijd in 1996. Archieffoto: Loek Zuyderduin kijken wat er is gebeurd. Het is niet zo dat ik nog weke lijks bij oude teamgenoten over de vloer kom. Het zijn geen goede vrienden gebleven. Ik had altijd al een hoop andere vrienden. Als je drie keer in de week met elkaar traint en daar naast ook wedstrijden speelt dan ben je blij als je eens een ander gezicht ziet. Ik kom nog wel geregeld in Lei den. Mijn ouders wonen er en mijn zus woont in Oegstgeest, we hebben er ook nog aardig wat vrienden. En op 3 oktober ben ik ook nog in Leiden ge weest." Andre Agassi serveert. Madrid. Oktober 2002.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 2002 | | pagina 24