'Ik heb nu eenmaal geen pokerface' <b -© a> a-a OOG in OOG De vragen De regels Jack van der Voorn is de man met de kenmerkende stem die jarenlang voor de Avro klassiekers als 'De sterkste man van de we reld', 'Survival of the fit test' en de alternatieve elf stedentochten versloeg. De geboren Hoogmadenaar was tevens één van de ma kers van de bekroonde do cumentaire over marathonschaat- jKr ser Jan Roelof Kruithof. Tegen- woordig is de 63-jari- ge G,Die leeftijd doet er eigenlijk helemaal niet toe") huispresenta tor van bijna alle Neder landse tennistoernooien. Hij is getrouwd met Jeanet te en heeft zijn hart ver pand aan Noordwijk. Jack van der Voorn: „Na sport vind ik muziek de meest fascinerende cultuuruiting." Foto: Hielco Kuipers 3. Als u nu een ander beroep zou mogen kiezen, wat zou u dan worden? „Daar heb ik vaak over nagedacht. Ik denk dat ik muzikant zou willen worden. Maar ik weet niet waarvoor ik dan als muzikant zou kiezen. Een plaats in een symfonieorkest lijkt me prachtig, maar ik zou misschien ook wel pianist willen zijn, gitarist of dirigent. Een heldentenor als Pavarotti, Domingo, of Carreras te mogen zijn, lijkt me ook fantas tisch. En wat me fascineert zijn dixieland- bands. Ja, daar zou ik wel eens in willen spelen. Ik heb er vaak aan gedacht, maar het is er nooit van gekomen. Als ik vroeger in Meerrust, dé uitgaansgelegenheid bij ons, op de versiertoer ging, dan vergat ik vaak te dansen als er een dbaelandband speelde. Als het Meteoor Kwartet optrad, luisterde ik alleen maar, dan ging ik zo dicht mogelijk bij de muzikanten staan. Het nadeel van musiceren is alleen dat het voornamelijk binnen plaatsvindt, in het kunstlicht. En ik ben een buitenmens. Mis schien ben ik daarom wel geen muzikant geworden. Bij muziek kun je zo heerlijk wegzwijmelen, zo goed nadenken. Je kunt je helemaal ver plaatsen in wat wordt uitgebeeld. Ik word aangetrokken door componisten als Mozart en Schubert. Ik denk wel eens dat ik vroeger in de achttiende of negentiende eeuw moet hebben geleefd, zo raakt die muziek me. Ik heb me er ook echt in verdiept, er veel over gelezen. Na sport vind ik muziek de meest fascine rende cultuuruiting." 4. Wat zult u nooit weggooien? „Mijn herinneringen aan wat ik allemaal ge daan heb in mijn leven. Ik heb een paar winters geleden mijn hele verleden in fo toalbums geplakt. Van de tijd dat ik bij Pho nogram werkte tot en met mijn periode bij de Avro. Alle gedenkwaardige momenten staan erin en daar heb ik teksten bij ge schreven. Ik wilde het eens allemaal op een rijtje hebben. Van 1965 tot 1972 werkte ik bij Phonogram als talentenjachtpresentator en als labelmanager. Ik stelde platen samen, schreef hoesteksten, liet hoesontwerpen maken voor de labels Decca en Mercury. Via de presentaties in het land ben ik bij de Avro terechtgekomen. Mijn toenmalige chef, Gerrit den Braber, heeft daar voor ge zorgd. Bij de Avro heb ik van 1972 tot 1996 gezeten. Wat me vooral verraste, toen ik alles zo bij elkaar zag, was de ongelooflijke gevarieerd heid van de dingen die ik in die jaren heb meegemaakt. Ik zag nu pas hoe vaak en hoe ver ik van huis ben geweest. En het verraste me ook om te zien hoe ver ik soms weg was voor een televisie-itempje van een paar mi nuutjes. Voor een filmpje van 12 minuten over Johan Cruijff ben ik eens helemaal naar Califomië gevlogen! Ik ben die dingen trouwens pas later gaan bewaren. Ik ben gegroeid van lichtelijk cha otisch naar georganiseerd. Ik heb al mijn vi deobanden gerubriceerd in de kast staan. Ik kijk er zelf nooit naar, maar het is prettig om te weten dat ze er zijn. Misschien wil mijn familie er later nog iets mee doen. Vroeger gooide ik dingen makkelijker weg. Toen hoefde je niets te bewaren, want je had nog zo'n lang leven voor je. Wat moest je met al die rommel? Nu je terug kan kij ken, koester je het. 20. Wat is uw slechtste eigenschap? „Hmm. Ik leg een zekere naïviteit aan de dag. Ik ga er altijd vanuit dat de dingen wel goed zitten. Ik geloof altijd wat mensen te gen mij zeggen, ik reken er altijd op dat an deren het beste met mij voor hebben. Ter wijl ik argwanender zou moeten zijn, meer op m'n qui vive. Ik weet niet of je dat kan kwalificeren als echt 'slechte eigenschap', want ik heb er voornamelijk zelf last van. Maar het is zeker onpraktisch in het heden daagse leven. Iedereen kan mijn gemoeds toestand eenvoudig van mij aflezen, die staat gebeiteld in mijn gezicht. Ik zie dat mensen die argwanender zijn en die een pokerface kunnen opzetten, daar profijt van hebben. Ik weet overigens niet wat op men selijk gebied op de lange termijn beter is, maar toch... Ik ben vaak te open, ik geef te snel mijn gevoelens bloot. Een andere slechte eigenschap is misschien dat ik vroeger erg gericht was op mijn vak. Dat was soms een beetje egocentrisch, want er moest veel voor wijken, ook mijn gezin. Maar ik deed het, omdat ik het leuk vond. Ik draag altijd een papiertje bij me met een spreuk van Mahatma Ghandi: 'Als je doet wat je leuk vindt en waarin je goed bent, hoefje nooit meer te werken.' In al mijn broeken zit zo'n blaadje. Daarom werk ik nog graag. Dat hoeft natuurlijk niet slecht te zijn." 38. Wat mist u in het buitenland het meest aan Nederland? „Tja, als ik lange tijd in Nederland ben, ver lang ik naar een reisje naar het buitenland. Maar na een paar dagen in het buitenland, wil ik wel weer terug. Ik houd heel veel van reizen, maar ik blijf altijd in Nederland wo nen. Ik heb lang overwogen om naar Au stralië te verhuizen, vanwege het sportieve karakter van dat land. De natuur, de surfers, noem maar op. Maar ik ben een echte Ne derlander. Ik houd van de wisseling van de seizoenen. Ik heb voor de poolsurvival in Lapland, Spitsbergen en Canada gezeten. Die kou ben ik na een paar dagen zat. Ook in de tropen heb ik het al snel gehad met de warmte. Geef mij maar de Hollandse afwis seling. Ik ben ook een enorme haringeter. Ik eet er wel twee per dag, het hele jaar door. Dat mis ik ook in het buitenland. Bovendien ben ik de jongen van een 'kopstootje', bier met een jonge jenever. Een goed biertje is in het buitenland wel te vinden, maar die jon ge borrel mis ik dan. Studio Sport op zon dagavond is ook zoiets. Om zeven uur zit ik voor de televisie, dat vind ik zo traditioneel, zo gezellig, ik verzet er veel voor. Maar bovenal mis ik Noordwijk. Ik heb er altijd alles aan gedaan om in Noordwijk te blijven. Ik heb het dorp ontdekt op m'n achttiende, negentiende door het stappen en ik ben het altijd trouw gebleven. Ik wil el ke dag even de boulevard gezien hebben. Ik ben hier elke dag op vakantie. En echte Noordwijkers hebben een mooi soort hu mor. Het dialect is doorspekt met uitspra ken uit de bijbel, waar ze dan een humoris tische draai aan weten te geven. Daarom eet ik ook graag mijn harinkje. Het is meer dan een visje happen bij zo'n haringkar, er zit een sociaal aspect aan." 47. Wanneer hebt u voor het laatst een leugen (tje) gebruikt? „Als ik lieg, is het altijd een leugentje om bestwil. Zoals ik al zei, is er veel van mijn gezicht te lezen, ik heb nu eenmaal geen pokerface. Uitgesproken liegen ook, dus al leen daarom al kan ik het beter niet doen. Een echte leugen staat me dan ook niet bij. Als je echt liegt, moet je zoveel onthouden, dat je vanzelf een keer in de problemen komt. Dan is de waarheid makkelijker. Maar als je met een leugentje om bestwil voorkomt dat je iemand kwetst, vind ik zelfs dat je goed werk verricht." 14. Wat kan u in mensen vreselijk ergeren? „Te laat komen, want dat doe ik zelf nooit. Ik moest afgelopen woensdag om tien uur 's ochtends in Best zijn voor een clinic en toen ben ik al om zes uur vertrokken. Je weet nooit wat je onderweg tegenkomt aan files en andere narigheid. Ik was veel te vroeg. Ik ben altijd te vroeg, ik houd er niet van om te jagen. Ik erger me ook aan mensen met een non chalante houding. Ik kom wel eens collega's tegen die zich niet voorbereiden, maar die dan achteraf wel dezelfde waardering krij gen. Dat steekt me. Ik bereid me altijd tot in de puntjes voor, dat is mijn houvast. En stardom vind ik ook vervelend. Als men sen buiten hun oevers treden van belang rijkheid. Dan denk ik: doe toch gewoon. Ik kom er in mijn vak genoeg van tegen. Niet eens de sporters, trouwens, want sporters die écht goed zijn hebben niet zo vaak last van sterallures. Het is meer wat er omheen loopt, dat zichzelf zo belangrijk maakt. Maar ik kan er wel mee omgaan, ondanks het feit dat ik het niet leuk vind. Dat moet ook wel, anders zou ik mijn vak niet kunnen uitoefe nen." 32. Wat is de karaktertrek waarvan u wilt dat mensen zich u erom herinneren? „Ik zou herinnerd willen worden als iemand die met plezier heeft geleefd. Die niet als zwaarmoedig man het hoofd te rusten heeft gelegd. Niet dat ik als een Bourgondiër be kend wil staan, maar gewoon als iemand die het naar z'n zin heeft gehad. Ik geniet van het leven. Dat kan ik wel makkelijk zeggen, natuurlijk: ik ben gezond, kan sporten en ben nog gevraagd in m'n werk. Ik heb dan ook alle reden om gelukkig te zijn. Ja, ik wil herinnerd worden als een tevreden 49. Denkt u te weten wat uw partner in u ziet? „Moet ik haar even bellen? Zou dat niet makkelijker zijn? Nee, ik denk dat mijn vrouw Jeanette mij ziet zoals ik de vragen net heb beantwoord. Zo ben ik. Bij mij geen stille wateren, diepe gronden. Het zou na tuurlijk wel heel raar zijn als zij in dit ver haal een heel ander mens ziet dan de man die met haar de echtelijke sponde deelt." 50. Wanneer beschouwde u zichzelf als volwassen? Laat. Ik heb lang gepuberd en heb lang in onzekerheid verkeerd over welke richting ik mijn leven wilde geven. Militaire dienst heeft van mij wel een man gemaakt. Ik ben daar gekneed, heb discipline geleerd en dat vind ik goed. Daarna was mijn leven ge- structureerder. Van mij zou die dienstplicht nu ook nog mogen. Het hoeft niet per se in het leger te zijn, maar een jaartje na de mid delbare school iets nuttigs doen voor de ge meenschap, onder gezag, zoals Fortuyn het voorstelde, dat lijkt me wel wat. Temeer daar volgens mij de discipline op scholen ook verminderd is. 'Volwassen' is overigens een rotuitdrukking. Je kan dat op zoveel manieren uitleggen. Ik ben een kerel geworden in dienst, maar de vorming van mijn verdere leven, dat ik wist wat ik wilde, die kwam pas toen ik bij Pho nogram werkte, op m'n zesentwintigste." 13. Gelooft u in liefde op het eerste gezicht? „Liefde niet. Ik geloof wel in interesse op het eerste gezicht. Dat heb ik nog steeds, dat je een blik uitwisselt met iemand en denkt: goh, wat leuk. Maar liefde, nee. Ofschoon het mij wel min of meer is over komen. Jeanette werd na de kaping van het KLM-vliegtuig Mississippi, waarop zij ste wardess was, in 1973 geïnterviewd voor het journaal door Harmen Siezen. Ik keek tele visie en dacht meteen: leuk meisje, daar moet ik werk van maken. Twee maanden la ter waren we getrouwd. Dus eigenlijk spreek ik mezelf tegen. Maar toch: nu geloof ik daar niet meer in. Het was zo ongelooflijk, dat ik in mijn gedachten misschien wel heb uitge sloten dat zoiets ooit nog mogelijk is. Daar voor en daarna heb ik nooit in liefde op het eerste gezicht geloofd. Nee, ik spreek mezelf niet tegen, nu ik er zo over nadenk. Het klopt wat ik zeg. Toen ik haar zag, was ik geïnteresseerd, nog niet verliefd. Later heb ik met haar afgesproken en toen werd het liefde. Het begint met in teresse op het eerste gezicht, dan moet je er nog iets mee doen, dan moet de vonk nog overspringen. Zo zit het." ZATERDAG 19 OKTOBER 2002 ER BIJ finish 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 12. 13. 14. 15. 16. 17. 18. 19. 20. 21. 22. 23. 24. 25. 26. 27. 28. 29. 30. 31. 32. Wanneer bent u voor het laatst enorm boos geweest? Op welke plek buiten Nederland zou u een jaar willen wonen? Als u nu een ander beroep zou mogen kiezen, wat zou u dan worden? Wat zult u nooit weggooien? Welk kunstwerk (boek, schilderij, beeld, lied, cd) zou u gemaakt willen hebben? Waarover heeft u in uw leven het meeste verdriet gehad? Gaat u liever om met mannen of met vrouwen? Wordt u met het ouder worden optimistischer of pessimistischer? Van welk bedrijf of welke instelling zou u directeur willen zijn? Wanneer was u voor het laatst zenuwachtig? Als u vandaag ineens alles zou durven, wat zou u dan als eerste doen? Wat zou u willen veranderen aan uw jeugd? Gelooft u in liefde op het eerste gezicht? Wat kan u in mensen vreselijk ergeren? Wanneer heeft u voor het laatst te veel gedronken? Welke rol in welke film had u willen spelen? Van wie zou u een toegestoken hand weigeren? Wat vindt u opwindend? Vindt u zichzelf aantrekkelijk? Wat is uw slechtste eigenschap? Heeft u een euthanasieverklaring getekend? Waar geeft u het meeste geld aan uit? (Woning en auto buiten beschouwing gelaten) Heeft u wel eens een belangrijke vriendschap verbroken? Op welke terreinen heeft volgens u de andere sekse het gemakkelijker? Zijn er onderwerpen waarover tegen u geen grappen gemaakt mogen worden? Is seksualiteit belangrijk in het leven? Welk tv-programma moet meteen van het scherm worden gehaald? Mogen partners geheimen voor elkaar hebben? Van welke beroemdheid greep de dood u het meest aan? Wat was de gelukkigste fase van uw leven? Welke dag zou u willen overdoen? Wat is de karaktertrek waarvan u wilt dat mensen zich u erom herinneren? In welke andere periode had u graag geleefd? Wanneer was u voor het laatst verliefd? Bent u trouw? Bent u gelovig? Wat zou u graag beter kunnen? Wat mist u in het buitenland het meest aan Nederland? U mag vier mensen - onder wie ook overleden personen - uitnodigen voor een dinertje. Wie kiest u? Welke kus zou u willen overdoen? Waar krijgt u kippenvel van? Wie bewondert u? Gaat u wel eens alleen uit? Wat was uw slechtste beslissing? Wat is in uw werk uw grootste frustratie? Wat was uw angstigste moment? Wanneer hebt u voor het laatst een leugen (tje) gebruikt? Wat is de grootste wetsovertreding die u heeft begaan? Denkt u te weten wat uw partner in u ziet? Wanneer beschouwde u zichzelf als volwassen? O De geïnterviewde gooit telkens een dobbelsteen met twintig vlakken, om te bepalen welke vraag hij (of zij) krijgt voorgelegd. Voor de eerste vraag wordt gerekend vanaf nul. Bij de volgende negen worpen wordt er doorgetekJ, waarbij na vraag 50 weer vraag 1 volgt. Komt iemand op een vraag die hij al heeft beantwoord, dan moet die worp over.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 2002 | | pagina 41