Verliefd E BI Geweld raakt docenten Leerkrachten geslagen, bedreigd en beledigd Praktijkverhalen van de Leidse huisarts Har Meijer (aflevering 24) J unt u niets aan mijn incontinen- i% tie doen?' Het was het eerste wat I ze zei. Zwaar hijgend en steu nend op haai' stok was ze de spreekkamer binnengekomen. Fraai gekapt hoofd, wat ver ouderde bril, maar een supermodern mantel pak van Meddens uit Den Haag. Ze had me eens in vertrouwen verteld dat dat haar huiscouturier was. 'Goedemorgen, mevrouw Paars.' 'Dag meneer Meijer. U moet echt iets aan mijn inconti nentie doen.' 'Ho, ho, mevrouw Paars, hoe gaat het na uw heupopera tie?' 'Prima. Kunt u niets aan dat plassen doen, aan dat lucht- je?' Ik begreep er niets van. Ik had haar steeds thuis be zocht en nu zat ze ineens voor mij. Knap gezicht op een sterk lichaam met helaas versleten heupen en knieën. Kort geleden had ze in het Rijnland Ziekenhuis een nieuwe heup gekregen en na enkele maanden revalideren in Leythenrode mocht ze weer de grote wereld in, weer genieten van het leven, wat ze altijd volop had gedaan. Na de plotselinge dood van haai' man was ze eerst als een dood vogeltje thuis blij ven zitten, maar al snel pakte ze de draad weer op, niet in het minst door de steun van haar vriendin Toos Zwart. Ook Toos was weduwe maar de dood van haar man was een zegen voor haar geweest. Meer dronken dan nuchter had hij haar leven verpest. Om de kinderen was ze gebleven, maar direct na zijn dood had ze al een kaarsje in de Hartebrugkerk opgestoken. En nu laat u iedere maand zeker ook een heilige mis lé zen, had ik gekscherend gezegd. Ze ontmoet ten elkaar na de zondagsmis van twaalf uur achter in de kerk en het had direct geklikt. Wat wil je ook, vriendschap sluiten in het huis van God. Beiden flink boven de zestig was het geen be lemmering om het er goed van te nemen. Mevrouw Paars had een paar centen en liet mevrouw Zwart volop meegenieten. De taxi was hun beste vriend en met de 65+ kaait doorkruisten ze het hele land. Musea, lun chen en winkelen voor de kleinkinderen maakten het leven in hun nadagen tot een feest. Tot een jaar geleden Toos vergeetachtig werd. Binnen de kortste keren sloeg Alzhei mer genadeloos toe. Totaal onthand beland de ze in Mariënhaven in Warmond. Twee maal heb ik haar daar bezocht, maar ze wist absoluut niet wie ik was. Bep Paars bezocht haar iedere dag. Ze ne geerde de pijnen in haar gewrichten en liet zich iedere middag om kwart voor twee thuis ophalen en naar Warmond brengen. Om drie uur haalde de trouwe taxichauffeur Jan haar weer op. Bij weer en wind had ze haar vrien din bezocht. Ze had thee met haar gedron ken, haar over haar pluiswitte haar gestreeld en haar een afscheidskus gegeven. Was er toch een spoor van herkenning? 'Ik weet ze ker dat zij mij herkent en dat houdt mij op de been.' Zo'n drie maanden geleden konden de ont stekingsremmers haar pijn in de linkerheup niet meer bedwingen. Ondanks de grote wachttijden voor een nieuwe heup ritselde ik een operatie. Binnen twee weken had zij een mooie nieuwe porseleinen, gecementeerde heup. Wilskrachtig revalideerde zij in Ley thenrode en liet zich van daar op mooie da gen met krukken en al naar mooie restau rants brengen waar zij in haar eentje flink uit pakte. Altijd terzijde gestaan door chauffeur Jan, die keurig op haar wachtte. Haar dochter belde mij namens de familie herhaaldelijk op of moeder het niet wat kalmer aan moest doen met haar nieuwe heup. Na mijn ant woord dat haai' heup prima was aangeslagen werd mij fijntjes meegedeeld dat moeder wel een hele fles Fleury en andere dessertwijntjes tot zich nam en wat dat allemaal niet kostte. 'Prima toch. De taxi brengt haar keurig tot voor de deur temg en dan kan ze tenminste lekker slapen,' had ik geantwoord. De slinkende erfenis was de familie een doom in het oog. Toos bezocht zij wat min der, maar haai' liefde en tederheid voor haar waren er niet minder om. 'Kunt u nou echt niets aan dat plassen doen?' 'Ik zal uw ring verschonen en de verzakking nog eens inspecteren.' Bij onderzoek bleek haar blaas weer fors uit gezakt, maar met de ring zat hij weer keurig op zijn plaats. Bij persen kwam er slechts een enkel spatje urine. Een Tena-lady-luier absor beerde deze hinderlijke druppels. 'Het zit fantastisch, mevrouw Paars. Hier doen we niets aan.' Ze kleedde zich moeizaam aan en ging tegen over mij zitten. 'Luister eens goed, meneer Meijer, en ga in godsnaam niet lachen. Ik ben verliefd, ik heb vlinders in mijn buik.' Ik keek in het stralende gezicht van een vrouw van tweeënzeventig. 'Ik heb vlinders in mijn buik, hoor je dat?' Ik glimlachte, beduusd maar ook vertederd. Tweeënzeventig en dan nog verliefd. "Wil je verder niets weten?' 'Zeker, zeker, maai' u geeft mij de tijd niet.' 'Zo'n heerlijk gevoel, jongen.' Fantastisch toch? Een vrouw van tweeënze ventig die 'jongen' zegt tegen haar huisarts van zestig. 'Je kent hem vast wel, zo'n heer. Hij heeft een restaurant in Noordwijk en als ik hem zie, word ik helemaal blij van binnen.' Zij bleef maar stralen. 'Een hele knappe man, met krachtig vol grijs haar.' Verbeeldde ik het mij of keek zij afkeurend naar mijn kale kop? 'Hoe oud?' 'Tegen de zestig, denk ik. Misschien is hij wel van de andere soort maar dat interesseert me totaal niet. Als ik kom lunchen, komt hij steeds bij mij zitten en drinken we samen een fles wijn. Een echte heer is het.' Wat was ze met hem bezig. Ze keek dromerig voor zich uit. 'Twee weken geleden heeft Jan mij met Toos naar zijn restaurant gebracht. Toos vond het geweldig en hij heeft samen met mij haar hand vastgehouden. Een echte heer, dokter. Wat ben ik verliefd.' Mevrouw Paars was bepaald niet onbemid deld, maar een toespeling mijnerzijds op eventuele mindere bedoelingen van haar vriend liet ik achterwege. 'Je moet mij van dat vreselijke plassen afhel pen en vooral van dat piasluchtje.' 'Maar het gaat toch prima?' 'Nee, ik wil wel weer eens een arm om mij heen en ik wil niet dat hij dat nare luchtje ruikt. En trouwens, misschien wil hij wel een keer blijven slapen.' Zonder blikken of blozen vertelde zij mij haar intiemste verlangens. 'Maar welk restaurant heeft hij dan?' 'Hij is baas van een groot restaurant aan de boulevard en hij kent jou van het voetballen.' ZATERDAG 19 OKTOBEl 2002 Tekening: Bert van der Meij 'U bedoelt Henk?' 'Ja, die bedoel ik.' Henk was net vijftig en een bruinverbrande homoseksueel met vele vriendjes. 'Maar mevrouw Paars, die is pas vijftig.' 'Prima toch. Kun je nou echt niks aan die in continentie doen?' 'Nee, zo'n zware operatie moet u op uw leef tijd niet meer doen.' 'Nou, dan niet'. Ze hees zich overeind, pakte haar stok en liep naar de deur. 'Ik hou je op de hoogte.' Agressieve leerlingen, steekpartijen, boze ouders die hun gelijk halen. Het is allang geen uitzondering meer dat leerkrachten slachtoffer worden van geweld op school. 'De ene keer een mes, de andere keer een stoel'. Schrijnende voorbeelden, te lezen in 'Lesje geleerd?' Hoog tijd - zegt deskundige Huub Buijssen - voor discussies tussen betrokkenen. 'Die stap is in veel scholen nog niet gezet'. door Taco van der Mark Als een rat in de val. Dat flitst hem door het hoofd als hij twee jongens voor de in gang van zijn klaslokaal ziet staan. De le raar grafische vormgeving heeft net zijn tas uitgepakt en bereidt zich voor op zijn les. Dan ziet hij het duo staan. De ene jongen zit bij hem in de klas, de andere kent hij niet. Ze zeggen niets, maar er gaat een onheilspellende dreiging van de twee uit. De leraar herinnert zich de bitse opmerking die zijn leerling hem toebeet toen hij hem vlak voor het weekeinde de klas uitstuurde: „Ik krijg je nog wel." En nu, op deze maandagochtend, houdt de jongen woord. Zijn houding straalt één ding uit: wraak. De leraar probeert een opening te vinden en vertelt hem dat hij zich bij de directie moet melden voor het akkefietje van vrij dag. De jongens halen hun schouders op. De daarop volgende vluchtpoging is te vergeefs. De leraar heeft geen uitweg, hij valt en wordt vervolgens getrapt en gesla gen. Eén van de twee jongens probeert een monitor te pakken en naar het kans loze slachtoffer te gooien. Dat lukt niet omdat het apparaat met een ketting is vastgemaakt. Maar het betekent niet het einde van de mishandeling. Het schop pen en beuken gaat door, de leraar ver liest het bewustzijn. Het is een van de voorbeelden van ge weld tegen docenten uit het boekje 'Lesje geleerd?' van Huub Buijssen en Mathilde Bos. De aangehaalde geweldsuitingen zijn schrijnend: de leraar en oud-com mando die wordt aangevallen en uitge scholden tijdens een schoolfeest ('Vieze vuile kankerjood'), de docente die ruw uit haar stoel wordt geschopt op een terras en de docent die ruzie krijgt met een al coholist wiens kind brood steelt van zijn medeleerlingen ('Dan maak ik u nu dood'). Een docent in het boek haalt met ironisch genoegen de campagne van de overheid aan: 'Leraar elke dag anders'. Inderdaad: „De ene dag een mes, de volgende dag een stoel. Ik had zelfs een leerling die met zijn kunstbeen begon te slaan. Elke dag anders!" Het zijn schrikbarende voorbeelden, er kent co-auteur Huub Buijssen. Maar of het geweld de laatste jaren is toegeno men? „Dat is moeilijk te zeggen. Ik denk dat agressie op school de afgelopen tien jaar is gestabiliseerd. De grootste toena me van geweldsuitingen kun je ruwweg toespitsen op de periode van eind jaren zestig tot begin jaren negentig. Maar het probleem is dat er nooit echt uitgebreid onderzoek op dit terrein is verricht." Een van de weinige onderzoeken naar ge weld tegen docenten werd vorig jaar ver richt door het Katholiek Pedagogisch Stu diecentrum. Duizend docenten in het voortgezet onderwijs, van wie eenderde reageerde, werden benaderd. Ruim de helft, 52 procent, gaf aan in het vooraf gaande jaar met geweld te zijn geconfron teerd. Vooral in de steden lopen docenten kans op klappen en intimiderend gedrag. Verder viel op dat bijna alle docenten in het praktijkgerichte onderwijs met ge weld in aanraking waren gekomen. Hoe hoger de onderwijsvorm, hoe minder ge weld, zo bleek. Eenderde van de havo- en vwo-docenten kreeg met geweld te ma ken, van de vmbo-docenten tweederde. Een andere opvallende uitkomst was dat het merendeel van de agressieve uitingen niet fysiek van aard was. Schelden en inti midatie kwamen vaker voor. „Maar dat wil niet zeggen dat het met geweld dus wel meevalt. De uitdrukking 'Schelden doet geen pijn' gaat wat mij betreft niet op. Dat kan wel degelijk hard aankomen en bedreigend zijn", zegt traumadeskun- dige Buijssen. Straf Wat hem betreft geldt er één gulden regel bij de aanpak van geweld op school: dui delijkheid. Terug naar de pedagogische tik van weleer - waar LPF-minister Heins- broek warm voorstander van is - is wat Buijssen betreft geen goed idee. „Straffen helpt geen gedragsverandering te be werkstelligen. Kijk maar naar de landen die de strengste straffen hanteren. Daar zitten de gevangenissen overvol. Gewenst gedrag belonen is beter. Op school geldt, dat je duidelijk moet zijn over de regels die je stelt. Welk gedrag stellen we wel en niet op prijs? En wat gebeurt er wanneer je de grens passeert van wat toelaatbaar is? Die duidelijkheid biedt voor iedereen op school veiligheid." Juist op stadsscholen, waar de leerling samenstelling divers is, is het onduidelijk wat de waarden en normen zijn..Anders dan vroeger liggen die niet meer vast. Waar meerdere culturen bij elkaar ko men, worden de eigen waarden en nor men automatisch ter discussie gesteld. Dus moet je met elkaar praten over wat je welen niet wil." Duidelijkheid is zeker ook gewenst wan neer een leerling, of een ouder, over de grens gaat. „Iedereen moet weten wat voor straf er staat op uitschelden of slaan. Daar moet geen misverstand over be staan. Ook is het belangrijk dat een do cent betrokken is bij de sanctie die een leerling wordt opgelegd. De docent moet zich erin kunnen vinden. Gebeurt dat niet, dan komt de klap dubbel zo hard aan." In het geval van de docent grafische vormgeving die door de twee jongens werd mishandeld, steunde de leiding de docent niet. De directie beloofde hem de leerling van school te verwijderen. Maar een paar maanden later bleek dat de jon gen toch weer welkom was op school. „Een klap in mijn gezicht", aldus de le raar, die nóg een tik te verwerken kreeg. De aanval had hem zo aangegrepen dat hij een tijd in de ziektewet belandde. Toen hij na een aantal weken weer op school kwam en een kijkje nam in zijn lo kaal, zag hij de kapotte monitor staan als stille getuige van de mishandeling. Een typerend voorbeeld van hoe het nu juist niet moet, vindt Buijssen. „Agressie kan een traumatische ervaring zijn. Het is belangrijk dat een school dan praktische steun biedt. Door bijvoorbeeld die kapot te monitor te laten staan, geef je als schoolleiding onbewust te kennen dat het voorval je weinig interesseert. Een school moet niet met de mond belijden begaan te zijn met een aangevallen docent, maar ze moet dat in haar gedrag laten zien. Kleding vergoeden als een docent kapotte kleren heeft overgehouden aan het inci dent of aangifte doen. Dat zijn zichtbare bewijzen van betrokkenheid." Vaak ook probeert de school een ernstig incident te sussen. Geen publiciteit, want dat is slecht voor het imago. En het is geen uitzondering dat de school uiteinde lijk de leerling toch weer in genade aan neemt. Buijssen: „Schuld- en schaamte gevoelens spelen niet alleen een leraar parten. Hij of zij slaat vaak dicht. Op ho ger niveau zie je hetzelfde. Daar spelen dat soort gevoelens ook een rol met als gevolg een neiging tot verdoezelen. Dat is een psychologische wet." Maar goed is het niet, vindt Buijssen. Bo vendien: „Open kaart spelen is voor ie dereen het beste Proberen het incident te verdoezelen en omslachtig optreden ver groot bij iedereen juist een gevoel van on zekerheid en onveiligheid. Veilig De overheid begon medio jaren negentig, mede naar aanleiding van agressieve inci denten, met de landelijke campagne 'De veilige school'. Scholen moesten samen werken met politie, justitie en jeugdzorg. En er moest een protocol komen met daarin verboden op pesten, wapens, sek suele intimidatie en geweld. Een goed initiatief, vindt Buijssen. „De meeste scholen hebben het project wel opgepakt. Maar het probleem is, dat het vooral is blijven hangen op management niveau. De laatste stap, de discussies met leerlingen, leraren en ouders over wat je als school wilt, is op veel scholen niet ge zet." Dat geldt niet voor het Haagse Thomas More Overvoorde College in Den Haag, al is de aanpak anders, vertelt locatiedirec teur Joke Henskens. Het college heeft de Amerikaanse methode Herstel Recht in gevoerd, gebaseerd op een dialoog tussen dader en slachtoffer. Een aanpak die op Amerikaanse probleemscholen werkt, zo constateerde Henskens twee jaar geleden zelf. „Langzamerhand dringt het ook hier in Nederland door dat de curatieve aanpak, domweg sriaffen, niet helpt. Vroeger, als je stout was geweest, kreeg je een etiket op je kop geplakt en daar kwam je vervol gens nooit meer van af. Bij ons wordt een leerling die fout is geweest ook gecon fronteerd met wat hij heeft gedaan en wat de effecten daarvan zijn geweest op ande ren. Maar we zijn gericht op zijn herstel. Hij wordt gewezen op zijn eigen verant woordelijkheid., zodat hij in een volgende situatie iets langer nadenkt voordat hij zich weer laat gaan. Vertrouwen Henskens heeft volop vertrouwen in de aanpak. Ook nog nadat zij door een leer ling met een stok in elkaar werd geslagen. „Natuurlijk was ik teleurgesteld in die jongen. Maar het heeft me gesterkt in de opvatting hoe belangrijk het klimaat op onze school is." Van een softe aanpak is geen sprake. „Het is niet zo dat we ieder een over de bol strijken en niet straffen." Natuurlijk gebeurt het dat een leerling uit de les wordt gestuurd en dat er leerlingen worden bestraft of geschorst. Maar daar blijft het niet bij. Zo'n leerling krijgt een 'time-out formulier' mee, waarop hij zijn rol in het gebeuren aangeeft, wat de ef fecten daarvan op anderen zijn geweest en hoe hij de situatie denkt te herstellen. In de klas vindt vervolgens een bespre king plaats. Henskens: „Kinderen moeten elkaar gaan aanspreken op hun gedrag." Gedragsregels die door iedere klas samen met de mentor worden vastgesteld, die nen daarbij als uitgangspunt. „Aan het begin van het schooljaar wordt vastge steld welk gedrag wel en niet wordt geto lereerd. Dat schept duidelijkheid." Ook als een leerling van school wordt ver wijderd, zoals met de jongen die haar in elkaar sloeg, moet er een dialoog op gang komen, vindt Henskens. „Er wordt dan een bijeenkomst gehouden waarbij da der, slachtoffer, hun families en eventuele andere partijen zoals politie en justitie zijn betrokken. Vaak blijkt hoeveel zoiets doet voor beide partijen. Het tonen van woede, angst en soms ook begrip zodat beide partijen weer verder kunnen. Ik wil de dat ook met de leerling die mij sloeg. Maar dat ging niet door, omdat justitie dat geen goed idee vond." Huub Buijssen, specialist in traumaop- vang in zorg en onderwijs, juicht het TMO-initiatief toe. „Vooral ook omdat agressie op school nooit helemaal valt uit te bannen. Hoe graag we dat ook willen."

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 2002 | | pagina 36