Leidsche Boys is 'een grote familie'
'Alsof ik
een halve
getikte met
driejaar lagere
school ben'
zaterdag 19 oktober 2002
SPORT
RDSINA
WACpTMBSim
Hfillem Spierdijk
De kantines en de meeste kleedka-
Dgen ven/a|lejT^Syrnbolisch voor de
waarin ook de clubs aan de Boshuizer-
H'ch bevinden. Ze zijn klein, hebben
if nauwelijks jeugd en kunnen met
het hoofd boven water houden. Voor
ie Boys geldt dat laatste niet. Leidsche
lojaar oud, een club die groeit en
Hoe dat komt? „We zijn hier één grote
dinsdagavond in de provisorische be-
kamer, een soort 'portocabin'. Leid-
oys heeft een belangrijke vergadering
Dor niet alleen het bestuur, maar ook
gdcommissie, enkele oudere leden en
;hter van de kantine zijn aangescho-
p de agenda staan de plannen van de
waarin wordt voorgesteld om Leid-
loys te verplaatsen naar sportpark De
vaar De Sleutels en VCL al spelen,
er is gemoedelijk, pijpie Heineken op
iet zaaltje staat blauw van de rook. De
jzigen lijken het met elkaar eens te
eidsche Boys wil niet naar een ander
ark. Het bestuur en consorten stralen
trouwen uit. „We zijn hier de grootste
iet tien seniorenelftallen, een grote
ifdeling en een zaalvoetbalteam. Alle
aan de Boshuizerkade willen met ons
iwerken. Daar zijn we trots op."
dsche Boys wel naar sportpark De
irhuist, wordt de club een kunstgras-
het vooruitzicht gesteld. „Een 'rub-
»estrooid kunstgrasveld van 1,2 mil-
ïro." De mannen van Leidsche Boys
n er hartelijk om lachen. „Dat is nog
eld over de balk gooien. Wij hoeven
stgrasveld, we willen een fatsoen-
immodatie."
van der Laan, de secretaris, beklaagt
;r de veldensituatie voor zijn club.
eerste buitje staat ons trainingsveld
iter. We moeten wedstrijden spelen
1, een paar honderd meter verderop.
len niet verder groeien, er is ons wel
lossing beloofd."
het de vereniging goed. In de
;jaar dat de club bestaat, speelde
Boys de meeste tijd in de afdeling
en later in de vijfde en zesde klasse,
rig seizoen werd de club kampioen
it nu uit in de vierde klasse. „We zijn
rjaar geleden begonnen met 'plan
re hebben alle oud-jeugdspelers be-
die naar andere clubs waren ge
lat heeft een elftal nieuwe leden op-
:d." Promotie naar de vierde klasse
niet onder leiding vah trainer Er
as, de ambitieuze trainer die later bij
|d van Feyenoord ging werken. „Hij
niet goed dat onze spelers na een
Het bestuur van Leidsche Boys, van links naar rechts: Aad van der Hoogt (penningmeester), Ron Boekkooi (lid), Michel van der Laan (secretaris) en Thijs Neuteboom (voorzitter).
Foto: Taco van der Eb
dag hard werken in de bouw, 's avonds geen
zin hadden in een Cooper-test." Het lukte
afgelopen seizoen onder leiding van oud
speler Marcel Groenendijk wel. „Hij zag in
dat de boog niet altijd gespannen kan zijn."
Voor de kampioenswedstrijd in Den Haag
tegen sv Erasmus reisden driehonderd sup
porters het elftal achterna.
Voor de sfeer in de club maakt het niet veel
uit op welk niveau er wordt gevoetbald.
Toen Leidsche Boys vijf jaar geleden in de
zesde klasse speelde, nam voorzitter Thijs
Neuteboom dat nuchter op.Als er weer
eens een partijtje in winst wordt omgezet
dan gaat het van: hup de kantine in en fees
ten maar. Da's nou Leidsche Boys."
Dat gold vijfjaar geleden, en het geldt nog
steeds. Zeker nu de club twee klassen hoger
speelt en veel derby's heeft tegen Leidse ver
enigingen. Bij thuiswedstrijden staan er 400
tot 500 mensen langs de kant. De kantine is
dan zo vol, dat bezoekers hun toevlucht
zoeken tot het clubhuis van buurman VNA
„Voor Studio Sport gaat iedereen weer naar
huis, tenminste, voor de uitzending van
maandag", lacht de bestuurskamer
Maar niet alleen op zondagavond is het
feest in de kantine. Ook op andere avonden
bruist het in het kleine clubhuis aan de Bos
huizerkade. Vrijdagavond sluiting om 2.00
uur' staat er op een bordje boven de bar.
Dat moet wel, dan kan de boel tenminste
worden opgeruimd als op zaterdagochtend
de jeugd weer op de stoep staat.
Aan de bar zit Cor Siera, 73 jaar. Hij is er va
ker, bijvoorbeeld op vrijdagavond. „Dan is
het hier altijd feest, het eerste elftal heeft ge
traind, er wordt gedart. Siera, die doorde
weeks en in de weekeinden hand- en
spanddiensten verricht, maakt zich zorgen
over een mogelijke verhuizing van zijn club.
„Ik woon aan de Boshuizerkade, De Vliet is
voor mij te ver. Wat moet ik verder doen?
Hij denkt ook aan Henk. „Wat gaat hij
doen als de club fuseert."
'Henk' is Henk de Faber, de uitbater van de
kantine. Als één van de weinige voetbal
clubs in Nederland heeft Leidsche Boys de
kantine verpacht. Dat is al 22 jaar zo en vol
gens voorzitter Thijs Neuteboom heeft 'nie
mand er ook maar een seconde spijt van ge
had'. „Het is altijd moeilijk om vrijwilligers
te vinden voor de kantine. Nu heeft Leid
sche Boys er geen omkijken naar, de boel
wordt netjes schoongemaakt en goed be
heerd. We zouden het nu weer doen." De
Faber is uitgegroeid tot een spil binnen de
club. Behalve het vullen van de glazen zorgt
hij namelijk ook voor de training en coa
ching van de Al en hij was jarenlang jeugd-
voorzitter.
Sem Nazloomian, 39 jaar oud en al 22 jaar
lid van Leidsche Boys, wijst De Faber en
Harry Luiten aan als de mannen die de
jeugd een impuls hebben gegeven en zo be
langrijk zijn voor de vereniging. Daar moet
de club zuinig op zijn, denkt Nazloomian.
Daarom wijst hij een verhuizing naar sport
park De Vliet af. „Je knipt de banden door
met de Boshuizerkade. Leidsche Boys heeft
veel jeugd, gaan die allemaal mee?" Ook hij
plaatst kanttekeningen bij de vooruitzichten
op een nieuwe accommodatie. „Er zijn
clubs met prachtige kantines die problemen
hebben om een goed elftal op de been te
brengen."
Nazloomian begrijpt niets van de plannen
om clubs te dwingen een fusie aan te gaan.
De Leidenaar heeft een mooie vergelijking
in huis. „Omdat m'n buurman moeite heeft
de huur te betalen, moet ik naar de Stevens
hof verhuizen? Ik dacht het niet."
Het zou niet de eerste keer zijn in de tach
tigjarige historie dat Leidsche Boys moet
verhuizen. De club werd in 1921 opgericht
door een groep ontevreden UVS'ers en
heette toen Hercules. Dat stuitte op bezwa
ren van een club uit Utrecht met dezelfde
naam. Dan maar een naam waarvan we ze
ker weten dat we de enige zijn, dachten de
oprichters en ze kozen voor 'Leidsche Boys'.
Die club speelde aan de Roomburgerlaan en
verhuisde later naar Maaldrift, op de grens
tussen Leiden en Wassenaar. Er volgden
meer verplaatsingen: naar de Wassenaarse-
weg, terug naar Maaldrift, naar het Zwarte
Pad. In 1954 belandde Leidsche Boys op de
Boshuizerkade, waar de vereniging al weer
twee keer is verplaatst
Wat het bestuur betreft blijft Leidsche Boys
aan de Boshuizerkade. „We begrijpen dat er
hier iets moet gebeuren. Daar denken we
ook over mee", vertelt secretaris Van der
Laan. Leidsche Boys presenteert binnenkort
een plan aan wethouder Pechthold van
sport over de toekomst van de 'Kade', een
toekomst met Leidsche Boys.
'Leidsche Boys is synoniem voor Boshuizer
kade', schalt het nog eens luid door de be
stuurskamer.
RANDJE BUITENSPEL
Met m'n hakken over de
sloot. Zojuist meegedaan
aan de Fair Play Quiz op inter
net en door een beetje vals te
spelen nog nét aan de positieve
kant van de score gebleven. De
quiz, een verzinsel van NOC
*NSF, moet ons, heetgebakerde
wedstrijdsporters, tot bezinning
brengen. Wij schieten te kort in
het respecteren van onze tegen
stander, in het naleven van de
spelregels en in het netjes ach
terlaten van de kleedkamer.
Ons moeten normen en waar
den worden bijgebracht. Van
daar die quiz, onderdeel van
het fatsoensoffensief van onze
nationale sportkoepel. Heeft
het zin? Ben je gek. Zonde van
de moeite en nog meer zonde
van het geld. Net als dat ethisch
reveil van de club van premier
Balkenellende zal ook deze mo
rele revolutie van NOC'NSF op
niks uitdraaien.
Terwijl men van de week op het
Binnenhof druk doende was el
kaar een loer te draaien, trof ik
op mijn bureau een vergeten
knipseltje uit De Volkskrant
aan. De kop: 'Normen en waar
den, ook in de sport'. Het ging
over de start van de operatie
'Sportiviteit en respect', brééd
gedragen door de landelijke
sportfederatie, de Olympische
beweging en tal van individuele
bonden. Het betreft hier de
lang verwachte opvolger van de
campagne 'Het is weer fijn
langs de lijn', een lachertje uit
de jaren tachtig. Destijds leefde
bij ons nog de misvatting dat
het er alleen op en rond het
voetbalveld onsportief aan toe
ging. Maar inmiddels heeft het
geweldsvirus ook tennissers,
hockeyers, ja zelfs cricketers te
pakken. Vals spel, ongehoor
zaamheid en agressie zijn on
deugden die zich in alle gele
dingen openbaren. Niet uitslui
tend in de onderwereld van het
voetbal.
Afijn, in het normen en waar
den-stukje uit De Volkskrant
stond de website: www.zwarte-
kaart.nl vermeld. Meteen even
gaan kijken natuurlijk. Mijn he
mel wat een flauwe, infantiele
bende. Ik werd me daar toch
met een neerbuigendheid van
heb ik jou daar op mijn plaats
gezet. M'n adrenaline begon op
te spelen. Alsof ik tegenover een
hoogst irritante, verwaande te
genstander op het voetbalveld
stond. Of ik mee wilde doen
aan Fair Play Quiz, werd mij op
de website zwartekaart ge
vraagd. Tuurlijk, geen pro
bleem. Van spelregels weet ik
wel het een en ander. En als het
om sportfeitenkennis gaat, ben
ik vrijwel onverslaanbaar. Dus
kom maar op met ie vragen.
Ho, ho, werd ik door 'big bro
ther' NOC'NSF tot enige kalmte
gemaand. Eerst even naam en
woonplaats opgeven. Waarom?
Nou daarom, voor onze admi
nistratie en voor het geval u in
de quiz boven de vijftig procent
scoort. Als u dan de afdruktoets
van uw computer beroert, zor
gen wij er voor dat er een
mooie oorkonde uit uw printer
glijdt. Mijn naam opgeven en
dan zeker in een databank wor
den gekieperd waarin allerlei
onderzoekers en enquêteurs
naar believen kunnen grasdui
nen. Doei. Maar dan komt u die
quiz niet in. Nou goed dan: Bo
ris Kapotjeplof uit Broek op
Langendijk, leeftijd 67 jaar.
Ik weet het. ik weet het, het is
net zo kinderachtig als het
toontje waarop die pseudo-pe-
dagogen van 's lands hoofdbu
reau voor sportbeleid ons aan
spreken. Maar ik kan er niets
aan doen. Boris Kapotjeplof
speelde de hoofdrol in een
mopje uit mijn kinderjaren dat
ik al lang en breed ben verge
ten. Alleen die naam is blijven
hangen en elke keer als ik, te
gen mijn zin, mijn naam moet
opgeven, schiet hij me te bin
nen. Sorry.
De quiz dan. Vraag: het is lo
gisch dat de regels eerder wor
den overtreden in een wedstrijd
waarin een kampioenschap op
het spel staat. Bent u het daar
mee eens of oneens? Eens na
tuurlijk. Hoe groter de belangen
des te eerder grijp je naar het
shirtje van een tegenstander die
je dreigt te ontglippen. Fout,
helemaal fout. Ik had de cursor
nog niet in het vakje eens ge
plaatst of er verscheen een te
kening van een scheidsrechter
met een rode kaart op het
scherm. Wat ben jij onsportief
zeg, zei het koddig getekende
mannetje er ook nog bij. Ik heb
me heel erg moeten beheersen.
Het liefst had ik die eikel een
kopstoot gegeven.
De heer KapotjejAf uit Broek
op Langendijk neeft de Fair
Play Quiz (geen test van spelre
gel- en feitenkennis, maar een
spervuur van gewetenswagen)
afgemaakt en zich onderweg zo
veel leugentjes veroorloofd dat
de printer er nog net een certifi
caat uit kon persen. Als oorkon-
dehóuder roept hij al die we
reldvreemde ambtenaren van
de iSportqverheid op hun tijd en
geld te besteden aan accommo
datieverbetering en aan de wer
ving' van behoorlijke scheids
rechters. Want dat scheelt me
een ergernis (en blessures).
Over normen en waarden wil
hij niets meer horen (of lezen).
Jaap Visser
Reacties: sportredactie.ld^damia-
te.hdc.nl
aco van der Eb
ben op mijn veertiende begon-
waterpolo. Ik zwom al erg veel
van sporten waar een bal in
im. De keuze was simpel. Ik ging
>loën. Als er in die tijd vrouwen-
was geweest, dan was ik dat
iSjloen hoor. Dat weet ik honderd
ml»t zeker."
(eijAl vanaf mijn vijfde speel ik bij
ben bij de F-jes begonnen en
teams doorlopen. Ik was nooit
•linker totdat ik in de Al terecht-
Ik heb daar drie jaar gespeeld en
ht ik naar het eerste.
ga naar bijna alle wedstrijden
jeri kijken, zowel thuis als uit. Ik
n#l fanatiek ja. Ga niet schreeuwen,
9jaat wel weten dat ik er ben."
|Ja, dat laat ze zeker weten. Ik
leiden - De Leidse familie Onderwater kan niet zonder sport. Het hele gezin doet er
aan. Moeder Ria (50) en zoon Joeri (21) weten allebei hoe het is om sport op een hoog
niveau te beoefenen. Ria is een fervent waterpololiefhebster. Ze heeft meer dan
twintig jaar op het hoogste niveau gespeeld bij De Zijl. Joeri speelt in de hoofdmacht
van eersteklasser UVS. Hij studeert sportmanagement in Tilburg. Ria geeft bijna da
gelijks zwemles aan kinderen en volwassenen.
hoor haar meestal wel vanaf de tribune.
Vmd ik trouwens helemaal niet erg hoor.
Je hoort voetballers vaak genoeg zeggen
dat ze het publiek niet horen tijdens een
wedstrijd. Ik wil ze juist horen. Als ik ze
niet hoor, word ik juist nerveus."
Ria: „Sporten doe je ook voornamelijk
voor de gezelligheid. Saaie supporters
zijn maar niks."
Joeri: „Ik heb het geluk dat mijn team
grotendeels bestaat uit jongens met wie
ik vroeger gespeeld heb. Na de wedstrijd
blijven we altijd hangen en op vrijdag
avond gaan we uit. Als ik dan hoor hoe
het bij andere clubs gaat, ben ik erg blij
met mijn team. Ik zou de club niet wil
len verlaten."
Ria: „De naam van de club zegt het ei
genlijk al: Uit Vriendschap Saam."
Joeri: „Ik scoor er misschien één of twee
per seizoen. Dan ben ik blij hoor! Ik haal
meer voldoening uit een assist. Als ver
dedigende middenvelder krijg je daar
naast niet veel mogelijkheden. Plus, als
we winnen ben ik sowieso tevreden."
Ria: „Met waterpolo wilde ik altijd sco
ren. Voorin blijven om vervolgens af te
maken. Ik had een erg sterk schot, dus
scoorde genoeg. Ik wilde net als Joeri al
tijd erg graag winnen. Wat dat betreft
kunnen wij allemaal slecht tegen ons
verlies. Ik heb toen Joeri klein was nogal
wat therapeutische hulp moeten verle
nen. Dan stond hij met de tranen in het
gezicht in het veld."
Joeri: „Ik ben erg zelfkritisch. Zie de din
gen graag zo gaan zoals ik ze in gedach
ten heb. Als dat dan niet lukt, baal ik en
begin ik tegen mezelf te zeuren.
Ria: „Zolang je het maar naar je zin
hebt, dan is alles goed. Ik geniet nog da
gelijks van alle sporten die ik beoefen. Ik
ga door tot ik erbij neer val."