'D h* Val dood! Zo slecht gaat het niet met de pretparken 'Alleen maar sensatie' nadert z'n einde e dokters zeggen dat hij het wel zal redden. De eerste 36 uur is het goed ge gaan. Het was een klein hartinfarct. Daarna gaat hij naar het zeehospitium in Katwijk om te revalideren." „En dan?" „Tja dan komt hij weer naar huis. En dan gaan we gewoon op de oude voet verder." Mevrouw Groen was een keurige dame van net over de zestig. Altijd prima gezond geweest. Wel slikte ze regelmatig seresta. Waarom Een zieke moeder?" „Nee hoor, dat is het niet.„Problemen met de kinderen of de kleinkin deren, dan?" Ook niet, want die waren gelukkig getrouwd en woonden in het buiten land. „Je man, hoe gaat het thuis?" „Ach dokter, u kent hem toch. Wat moet ik u nu nog meer vertellen. We hebben het er al zo vaak overgehad, ik red me wel Geef mij nou maar die pilletjes. Ze begon onbedaarlijk te huilen. „De hele dag zit -ie thuis. Of hij zit de godganse dag tv te kij ken, of hij leest de krant voor de tiende keer. Niks doet hij, helemaal niks. Zitten, zitten en nog eens zitten. En zeuren. En....", ze haperde, „en mij uitschelden. Mijnheer Groen was een gezet mannetje met rode wangen en flaporen. Een subtopper op een ministerie waar strooien met subsides de mode was. Hij schreef regelmatig een werkstuk voor de minister. Op mijn vraag of er iets met zijn schrijfsels gebeurde, luidde het antwoord steevast: „Ach, dokter, ambte naren schrijven voor de prullenbak." Of hij nog plezier in zijn werk had? „Ja, als ik in de kantine de juffrouw van de koffie zie. Ha, ha, ha." Hij bloosde bij deze opmerking. Hij slikte tabletten voor de hoge bloeddruk, die regelmatig te hoog was. „Komt door de stress op mijn werk. Dat gaat wel over als ik met pensioen ben. Nog een paar jaar Meijer, die zitten we wel uit." „En dan, wat gaat u dan doen?" „Lekker niks, helemaal niks." „Hij slaapt op zolder omdat hij zo vreselijk snurkt. Zelfben ik al om 8 uur op, de fijnste momenten van de dag. Hij komt er pas om half tien uit en dan moet het ontbijt klaar staan. Hij krijgt altijd vers brood, een gekookt eitje en jus d'orange. „Dat is toch fantastisch mevrouw Groen. En wat gebeurt er verder? Doet hij de bood Praktijkverhalen van de Leidse huisarts Har Meijer (aflevering 23) HOC 931 schappen?De tuin?" „Kom nou toch, dokter. De laatste jaren voor zijn pensionering zei hij altijd: „Ik heb mijn leven lang voor je gewerkt, nu is het jouw beurt. U kent het resultaat: hij doet niks. He lemaal niks." De dag voor oudjaar kwam hij op het spreekuur. Hij was opgetogen. „Ik mag er uit met 75 procent van mijn laatste salaris en dat tot mijn vijfenzestigste." Zijn eerst door hem verketterde, corpulente vrouwelijke minister was nu 'het beste wijf van de wereld'. „Ik moest gisteren bij haar komen. Mijnheer Groen, na dertig jaar trouwe dienst heb ik een fantastische vut-regeling voor u. Ik kon haar wel zoenen." „Ja, ja, ik kan het me voorstellen", dacht ik. Een innige knuffel van deze minister had meer weg van wurgseks. Hij grijnsde, waarbij alleen twee hoektanden in zijn verder tandenloze mond zichtbaar werden. Heeft hij vrienden?" Vrienden? Hij weet alles beter. „Doet hij aan sport?" „Sporten is voor mensen die niet kunnen le zen, zegt hij altijd. „En de collega's op zijn werk, hoe ging hij daarmee om? Hoe was zijn afscheid?" Nou ja, u kent dat wel... Een toespraak van de directeur-generaal en een bos bloemen. Ze waren voor mij, maar hij gaf ze aan de kof fiejuffrouw. Na zijn pensionering kwam hij iedere maand keurig op het spreekuur. Hij werd dikker en dikker. Kreeg mollige armen en een bolrond knalrood gezicht. Hij leek wel negen maanden zwanger, zo'n dikke buik had-ie. Zijn bloeddruk vloog omhoog, maar zijn medicijnen gebruikte hij niet meer. Was niet meer nodig, de stress van zijn werk was immers voorbij. Mevrouw Groen kwam steeds meer seresta halen. Hoe gaat het thuis?" Straks heb ik een kilo van die pillen nodig. Verschrikkelijk". Hij knipt met zijn vingers voor koffie en thee. Dat had hij ook altijd op het ministerie gedaan en het personeel vloog voor die ambtenaartjes. „En waar spreken jullie thuis dan over?" „Meestal houdt hij de hele dag z'n mond. Soms maakte hij mij uit voor alles wat mooi en lelijk is. En als ik dan vraag waarom hij dat doet, zwijgt hij dagen achtereen. Eten, tv kijken en de krant lezen. „En drinkt hij veel?" „Soms een fles wijn, helemaal in z'n eentje. „Maar waarom blijft u in 's hemelsnaam bij hem?" „Heel simpel, dokter. Ik heb het vroeger thuis altijd heel arm gehad, en dat wil ik nooit, nooit meer meemaken. En ach, ik ben in de loop der jaren aan veel gewend geraakt. Maar zelfs de gewenning is nu weg. Zijn bloeddruk bleef maar stijgen. Hij wei gerde zijn pillen te nemen. „Hoe gaat het thuis, mijnheer Groen?" „Fantastisch, fantastisch." „En met uw vrouw?" „Uitstekend. Hoezo, heeft u haar gesproken? Ze is laatst toch bij u geweest, heeft ze nog wat verteld?" „Nee, nee, niets bijzonders." „Dokter, ik geniet van iedere dag." „Fietst u nog wel eens, zoals we hadden af gesproken?" „Nee, want ik heb geen fiets." „Maar die zou u toch kopen?" „Ik heb het na mijn pensionering zo druk, dat het er nog steeds niet van is gekomen." Wat is er nou precies gebeurt op die bewuste middag van zijn hartinfarct, mevrouw Groen?" „Hij had al drie dagen niets tegen mij ge- zegd." „Waarom niet?" „Hij was een stukje gaan wandelen en kwam thuis. Op mijn vraag waar hij was geweest, gaf hij geen antwoord. Hij pakte de wijnfles en schonk zichzelf een glas wijn in. God, hoor ik er ook nog bij?, vroeg ik. Geen antwoord. Hij ging de krant zitten lezen. Ik pakte de wijnfles en schonk mezelf ook een glas in. Hij draaide de krant weg: Stom wijf, ga koken. „En toen?" „Toen ging ik maar koken. Nou dokter Meij er, als ik iets goed kan dan is het koken." Het was haar aan te zien. „Toen ik het eten op tafel zette, zag ik dat de hele fles leeg was. Moet dat nou?, vroeg ik. Hij zei weer helemaal niets. Nadat hij werke lijk alles had opgegeten, zei hij dat het lekker was geweest. Het ijs leek gebroken. Ik vroeg: koffie? Graag, zei hij en hij ging achter de tv zitten. Toen hij Jorritsma, de minister op het scherm zag, riep hij: 'Dat wijf heeft netzo weinig hersens als jij.Hoe bedoel je, vroeg ik. Hij zei verder helemaal niets. Wil je nog kof fie? Ja. Hij liep de tuin in, het was prachtig Tekening: Bert van der Meij weer. Bijna direct kwam hij woedend weer binnen. Hij wees op zijn grijze broek waar op zijn zitvlak enkele modderspatjes zaten. Maak verdomme die tuinstoelen schoon, k..wijf, kan je dan helemaal niks." Ze viel stil. „En toen?" „Toen heb ik geroepen: VAL DOOD, vent, VAL DOOD! Hij staarde mij alleen maar aan en greep naar zijn borst. Hij werd asgrauw, het zweet gutste van zijn kop en hij ging voorover op een stoel zitten. Hij kreunde en mompelde maar: 'Daar gaat mijn pensioen, daar gaat mijn pensioen'. Ik heb direct 1-1-2 gebeld. Ze waren er zo. Een hartinfarct. De rest weet u. „Hoe voelt u zich nu?" Heerlijkik heb de hele dag de radio aan. Al leen dat VAL DOOD, dat zit me dwars. „Dat kan ik begrijpen. „Ja, en weet u wat nog het ergste is?" Ze keek mij recht in het gezicht aan. „Ik wou dat het nog gebeurd was ook." Goliath, de reuzenachtbaan in Six Flags te Biddinghuizen. Rechts: Langnek in De Efteling. Foto's: Ton Kastermans/GPD Vijftien procent meer omzet voor de Efteling, tien procent in de plus bij het Land van Ooit en vijftien procent hogere omzet voor Dierenpark Amersfoort. Het Dolfinarium in Harderwijk wordt gemoderniseerd en avonturenpark Hellendoorn krijgt een opknapbeurt. Wie zei er ook al weer dat het slecht ging met de attractieparken in ons land? door Gerard Chel Echter, meer bezoekers en een hogere omzet is natuurlijk maar één deel van het verhaal. Wat je daarvoor allemaal uit de kast moet halen, is de andere kant. En dat ligt iets ingewikkelder. De IAAPA, een internationale organisatie waarbij 5.600 bedrijven in de amusementsindustrie zijn aange sloten, vergaderde daarover deze week in de jubilerende De Efte ling. Zo'n tweehonderd managers uit de toerismesector waren naar Kaatsheuvel getogen om daar over de uniforme pretparken die tot een internationale keten behoren en die zomaar lukraak in een land worden neergezet zonder roots met dat land te hebben en in de tweede plaats de parken die alleen maar gokken op sensatie. Want 'thrillrides' en 'rollercoasters' schijnen langzaam maar zeker de toekomst van hun bedrijfstak te praten. Daarvoor werd onder andere de hulp ingeroepen van 'trendwat- cher-goeroe' mevrouw Li Edel- koort uit Eindhoven. Maar het re laas waarop zij de directieleden trakteerde, was dermate onsa menhangend dat na afloop viel te beluisteren dat haar inbreng niet echt indruk maakte. Zo stelde me vrouw Edelkoort dat 'grootouders veel in hun kleinkinderen investe ren'. Maar dat wisten ze bij De Ef teling en Duinrell al een paar jaar geleden. Ook de 'trend' dat meisjes weer prinsesjes willen zijn, klinken het Land van Ooit en speel goedfabrikant Mattel bekend in de oren. De Amerikaan Bob Rogers, die veel vi sualisaties maakt voor amusements parken, sneerde dan ook: „Ik hecht meer aan creativiteit dan aan trends." En Olivier de Bosredon, hoogste baas van Grévin Cie - onder meer eigenaar van park Astérix nabij Parijs en in ons land van Avonturenpark Hellendoorn en het Dolfinarium in Harderwijk - merkte fijntjes op dat 'trends twee of drie jaar duren, ik praat over investeringen die 25 jaar mee moeten'. Kopiëren Ondanks het optimisme over de cijfers viel hier en daar in Kaats heuvel toch ook enig pessimisme waar te nemen. De komende jaren zullen steeds meer kleinere fami lieparken het loodje leggen of op gaan in ketens. De Bosredon: „Van de tien parken zullen er vijf onderdeel van een groep worden, twee overleven en drie vliegen er uit." Een ontwikkeling die overi gens volgens hem 'niet snel ge noeg kan gaan'. „Geen opvolger? Wij zijn altijd geïnteresseerd." Twee soorten parken lijken hun beste tijd gehad te hebben, zo viel te beluisteren. In de eerste plaats hun einde te naderen. „Het gaat om het verhaal, om de originaliteit", zei Rogers, die ter zijde opmerkte dat de industrie de laatste jaren te weinig aan innova tie heeft gedaan. „Er wordt te veel naar elkaar gekeken en van elkaar gekopieerd", spiegelde hij voor. „En dan blijft er maar één ding over om te concurreren: de prijs." Uitgaanscentrum Rogers, en met hem diverse ande ren, zien wel een toekomst weg gelegd voor een amusements park dat diverse zaken com bineert: een goed verhaal, wat sensatie, een vleugje museum, een terugke rend thema en dat dan vervolgens, in combinatie met leuke winkeltjes, uiteraard eethuis jes maar ook bij voorbeeld een ho tel en een theater. Geen pretpark sec, maar een uitgaans centrum dat alles in huis heeft. Een oord waar je met je familie langer dan een dag door kunt brengen. En ook vaker terugkomt. Een ontwikkeling die overigens nu al gaande is, zie bij voorbeeld in eigen land de hotel- en golfacti- viteiten van De Efteling, de cam pingarrangementen van het Land van Ooit of het pakket dat Duin rell biedt. Maar je zou nog een stapje verder kunnen gaan: diverse attracties concentreren op een en dezelfde plaats. Een ondeugend proefbal lonnetje dat directeur Antoine van Daele van Dierenpark Amersfoort lanceert: „Waarom niet én Six Fla gs én het Dolfinarium én het die renpark bij elkaar op één plek in de polder?" Het publiek vaart er wel bij en de parken zijn in een keer van al hun problemen - uit breiding, parkeren, vergunningen, bestemmingsplannen - af. Utopie of profetie? Van Daele: „Ik denk dat het dichterbij is dan je denkt."

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 2002 | | pagina 36