'De geest van Cuypers blijft leven' G_„ Renovatie zonder geheimen Woubruggenaar Jan Veraart geeft leiding aan gigantische restauratie Rijksmuseum ruimte, eetgelegenheid en garderobes waar ook rugzakken kunnen worden gestald om maar eens wat te noemen. Kantoren en bi bliotheken worden helemaal buiten het hoofdgebouw geplaatst." Dat renovatie en restauratie van het hoofd gebouw Rijksmuseum in Amsterdam hard nodig is, kan volgens Veraart geen bezoeker zijn ontgaan. „Dit karakteristieke gebouw, vooral bekend vanwege de onderdoorgang, die overigens niet weggaat, is absoluut niet meer berekend op het bezoe kersaantal van ruim een mil joen per jaar. De schattingen voor de toekomst liggen zelfs op twee miljoen." Aan de karakteristieke buiten kant van het gebouw zal niet zoveel veranderen De grootste ingrepen hebben binnen plaats. „Het interieur is ver stikt geraakt. Vooral door het dicht bouwen van de beide binnenplaatsen zijn licht en lucht uit het museum geperst, terwijl Cuypers juist de man was van natuurlijke ventilatie en natuurlijke verlichting", al dus Veraart. Op het ontwerp van de toe komst wijst hij aan hoe de binnenplaatsen worden opengemaakt. En de vleugels weer met elkaar in verbinding komen te staan. „In de tun nels komen liften en roltrap pen. Kijk hier: de snellift voor de bustoeristen die even de Nachtwacht willen bewonde ren. In het ondergrondse en treeplein wordt het publiek ontvangen, daar kunnen keu zes worden gemaakt voor een zaal, een periode of een ten toonstelling die men wil be zoeken." Door alle aanpassingen van de afgelopen decennia is er volgens Veraart een onover zichtelijk circuit ontstaan. Zo liggen er overal verschillende soorten vloeren en is nergens de hoogte van de plafonds ge lijk. Het heeft absoluut geen heldere structuur meer. Naast de esthetische punten voldoet het museum ook niet aan de normen als het gaat om brandveiligheid en werkom standigheden. Topmuseum „Over esthetiek gesproken. Het is zaak om aUe technische installaties zoveel mogelijk aan het oog te onttrekken." Maar dat is niet wat Veraart zo leuk vindt aan zijn op dracht. „Wat het allemaal zo boeiend maakt, is dat er heel veel mensen zijn die oneindig veel verstand van zaken heb ben. Er worden heel veel zin nige opmerkingen gemaakt door heel veel partijen en par ticipanten. Van deelraad tot fietsersbond, van rijksdienst tot kunstkenner. De kunst is nu om ervoor te zorgen dat ie dereen betrokken is bij een gebouw dat zeker weer een eeuw mee kan. Een toonaan gevend gebouw met schatka mers die zich kunnen meten met andere topmusea in de wereld." „Het mooie is, dat je ziet dat de meningen steeds meer naar elkaar toekomen. Er moet een gemeen schappelijk beeld komen: wat restaureer je, wat kun je missen, wat moet worden aange duid. Wel of geen ruimte voor studiecollec ties? Nieuw soort ordening, per periode bij elkaar of een meer geïntegreerde opstelling? Nieuw paviljoen voor Aziatische kunst en een andere inrichting voor het zilver en het porselein? Er zullen trends worden doorbroken. In de tijd van Cuypers was kunst iets verhevens. Ie mocht niet dalen. Straks gaan de bezoekers eerst naar beneden en dan pas mogen ze stijgen. In eerste instantie zei ik: het wordt onherkenbaar veel mooier, misschien moet ik nu zeggen: het wordt herkenbaar veel mooier. Cuypers' geest blijft immers leven." Als het Rijksmuseum in Am sterdam begin volgend jaar dichtgaat, blijft de in 1980 door Wim Quist gerenoveer de Zuidvleugel open. De Zuid vleugel, tegenwoordig wel Philipsvleugel genoemd, kan haast als een apart museum worden gezien. Ook deze vleugel was ooit volgestopt, dichtgeslibd en moeilijk vind baar. Tijdens de verbouwing van hoofdgebouw krijgt deze vleugel aan de Hobbema- straat zijn eigen ruim opge zette ingang met kassa's, ont vangstruimte en museum winkel. Hier zullen 250 top stukken worden tentoonge steld. Niet alleen de Nacht wacht, maar ook werken van Vermeer en gerenommeerde stukken Delfts blauw zullen er te zien zijn. „Belangrijk is dat tijdens de renovatie het museum niet dichtgaat", aldus Jan Veraart. Bezoek en verkoop gaat ge woon door. Ook zal er steeds naar mogelijkheden worden gezocht om exposities in an dere musea te houden. „We zijn heel bewust bezig. Net zoals er een paviljoen is voor de HSL in Leiderdorp waar men zich kan vergapen aan de nieuwe hogesnel heidstrein in Nederland, komt er binnenkort bij het museum ook een paviljoen over het vernieuwde Rijksmuseum in Amsterdam. Hier kan men zien of het geld goed wordt besteed, de ardgtectonische plannen bekijken, en zich van de vorderingen en geplande tentoonstellingen op de hoogte stellen. Er zijn dus geen geheimen." door Saskia Stoelinga ZATERDAG 5 OKTOBER 2002 Terwijl de gemoederen over renovatie of nieuwbouw van het Stedelijk Museum in Amsterdam deze week nog hoog oplaaiden, staat het Rijks museum van Amsterdam aan de vooravond van een gigantische opera tie. Dit museum wordt verbouwd. Daar is geen speld meer tussen te krij gen. De plannen zijn nagenoeg klaar. Het karakteristieke hoofdgebouw van de vermaarde architect Cuypers gaat over een paar maanden voor vijfjaar dicht. Woubruggenaar Jan Veraart is de aangewezen man die er voor moet zorgen dat dit indrukwekkende bolwerk aan het Museum plein de komende honderd jaar weer tot de topmusea van de wereld gaat behoren. gracieuze man die perfect koffie zet en van chocolade houdt. Misschien is Jan Veraart (63) daarom wel gevraagd om voorzitter te worden van de stuurgroep voor de groot scheepse renovatie van het Rijksmuseum in Amsterdam. Hij vindt het een geweldige klus. „Heel bijzonder. Ik hou ervan om aller lei verschillende mensen met hun gedachten en deskundigheid op één lijn te brengen. En - ik zal het vast verklappen - het museum wordt onherkenbaar veel mooier." In het Rijksmusem Amsterdam, vooral be roemd om zijn zeventiende-eeuwse schil ders Rembrandt, Vermeer, Frans Hals, Jan Steen en Ruysdael, moet de komende jaren heel wat gebeuren. Als geen ander beseft Jan Veraart dat. „Een museum verhuis en sluit je niet zomaar", zegt hij rustig. „Je kunt niet aan een museum gaan timmeren als de schilderijen nog hangen. Kortom, deze ver huizing is iets heel anders dan je eigen nachtkastje verplaatsen. Eigenlijk kun je niets aan het toeval overlaten. In deze opera tie volgt alles op elkaar." Een voorbeeld. „Als wij hebben bedacht dat een gedeelte van de schilderijen kan worden opgeborgen in de voormalige kluizen waar de euro's hebben gelegen in Lelystad is dat een mooi plan. Die kluizen zijn veilig, maar klimatologisch on geschikt. Verf van eeuwen geleden doorstaat dat niet. Dus moeten we daar weer iets op vinden." „Ook de 350 mensen die er werken - van conservatoren tot suppoosten - moeten er gens blijven. Voor hen is tijdelijke huisves ting voor gezocht. Dat geldt ook voor het Prentenkabinet en de bibliotheek. Die zullen verhuizen naar de Vijzelstraat." Voor de gigantische verbouwing, die van 2003 tot 2008 gaat duren, is ruim 200 mil joen euro beschikbaar. Inmiddels zijn de voorbereidingen in volle gang. De stuur groep, met Veraart als voorzitter, is een stu rend orgaan dat namens drie opdrachtge vers de renovatie in goede banen moet lei den. Die opdrachtgevers zijn: de Rijksgebou wendienst (ministerie van VROM), de initia tiefnemer het Rijksmuseum Amsterdam en het ministerie van OCW (Cultuur) dat voor een groot deel eigenaar is van de collectie. De dagelijkse leiding rust bij de programma directie die onder meer de Spaanse architec ten Cruz Ortiz en het Amersfoortse archi tectenbureau Van Hoogevest aanstuurt. Ideeën Voorzitter Veraart reist tenminste eenmaal in de week van Woubrugge naar zijn tijdelijk kantoor aan de Van Luijkenstraat in de hoofdstad om meer dan alleen de vinger aan de pols te houden. „De eerste jaren zijn vooral ideeën aangebracht. Nu hebben we een programma van eisen, de financiering en een tijdpad met elkaar samengebracht. Het voorlopige bestek is klaar. Het voorlopi ge ontwerp van het hoofdgebouw komt dit jaar gereed." Hij snelt naar zijn studeerkamer die ergens op de bovenverdieping van zijn riante wo ning ligt en komt terug met een stapel pa pier. Programma van eisen, futuristische schetsen en boeken over het Rijksmuseum worden op tafel uitgespreid. Voordat ze opengaan zet hij opnieuw koffie. Jan Veraart is enthousiast over de plannen van alle mu seumdeskundigen „Het is interessant om te horen wat iedereen weet in deze wereld. Ik ben niet onmiddellijk een grote kunstken ner, maar de verhalen boeien mij enorm." Midden in de polder tussen Ter Aar en Wou brugge ligt verscholen tussen de bosschages een huis. Het is het huis van Veraart, waar aan je wel kunt zien dat hij veel van bouwen weet. Het ziet er smaakvol uit, geen opsmuk of tierelantijnen. Een transparant huis, zou den de tegenwoordige architecten zeggen. van Amsterdam staat aan de vooravond van een gigantische verbouwing die vijfjaar gaat duren. In die periode gaat het museum dicht. Foto- Capital Photos/Schiphol Amsterdam Jan Veraart bij zijn huis in Woubrugge. Je kunt niet aan een museum timmeren als de schilderijen nog hangen." Foto: Henk Bouwman Alles is zicht- en tastbaar. In 1977 trof de familie Veraart dit pand - het is niet echt een boerderij - aan in een omge ploegd polderlandschap. Daar is nu niets meer van te merken. Het lijkt of de tijd hier heeft stilgestaan. Of het er al eeuwen zo staat. Er hangt een serene rust. We zitten in een soort opkamer met een tafel aan het raam en kijken op de beginnende herfstkleu ren van een deel van de stijlvolle tuin. Gekscherend: „Ik heb hier 25 jaar geslapen en twee jaar gewoond." Toen Veraart met pensioen ging, ontdekte hij deze plek en zijn omgeving pas goed. Ook andere mensen hadden in de gaten dat Veraart gezellig thuis zat. „En iedereen nam eigenlijk zo maar aan dat ik naast de tuin nog wel iets anders wilde doen. Zo is het gekomen", zegt hij droog. Zijn laatste functie was voorzitter van de raad voor bestuur van de Holland Beton Groep (HBG). Daarvoor reisde de Delftse ingenieur in de weg- en waterbouw de wereld over voor klei ne en grote klussen. Voor aanleg van havens, kades, en waterbouwwerken. En zelfs de res tauratie van Windsor Castle, nadat een ge deelte van dit beroemde kasteel door brand was verwoest, paste in zijn programma. In Nederland was hij betroldcen bij de Maas landkering in de Nieuwe Waterweg en om in de lijn van dit verhaal te blijven het museum Naturalis in Leiden. „Ik weet wat er komt kijken bij deze tak van sport. Toen ik werd gevraagd voor het Rijks museum hoefde ik dan ook niet lang na te denken." Het neogotische gebouw van de bekende architect P.J.H. Cuypers uit 1885 had voor hem als museumbezoeker al een enorme aantrekkingskracht. „Ik vind het net een kathedraal. Niet vreemd natuurlijk als je weet dat deze man is begonnen met kerkelij ke bouwwerken: de St Lambertus in Veghel en de St. Willibrordus en de H. Hartkerk in Amsterdam." Andere bekende gebouwen van Cuypers zijn het Amsterdamse Centraal Station en het kasteel Haarzuilens. Toegankelijker Als je Jan Veraart gedreven hoort praten, kun je niets anders constateren dan dat hij zich heeft vastgebeten in dit project. Met kennis van zaken probeert hij aan te geven waarom we niet terug met Cuypers willen, maar ver dergaan met Cuypers. „Het hele plan is ge baseerd op herstel van het ruimtelijk con cept van Cuypers in combinatie met een ei gentijdse uitstraling. Dat is absoluut geen holle kreet. Het wordt een veel toegankelij ker gebouw. Het is beter voor de collectie en de bezoekers, met meer tentoonstellings

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 2002 | | pagina 39