LEIDENS ONTZET
ien paar kerken en
een kleine ketel
1
Dorp loopt niet meer uit voor dame zonder hoofd
Oproep
Recept 5
Hutspot koken als
vorm van verzet
R1
Willem van
Duyvenbode
WOENSDAG 2 OKTOBER 2002
ir uw beste (digitale) foto's van 2
oktober van dit jaar op naar het
sch Dagblad. De mooiste inzen-
en zullen op 4 oktober in deze
t worden opgenomen,
ail: redactie.ld@damiate.hdc.nl.
ndingen dienen vóór 4 oktober
uur binnen te zijn.
Het kermisdorp is 's middags een
spookdorp. De kermisbazen zijn aan
het opbouwen en er is geen mens te
bekennen in de slaapstad van kermis
exploitanten aan de Wassenaarseweg.
Alleen een hond en een kind zwerven
tussen de enorme caravans. Urine
druipt uit een oplegger met het op
schrift 'rijdende school'.
Het is een onwerkelijke verzameling
versleepbare huizen aan de rand van -
het Bio Science Park. Kip-caravans van
gangbaar campingformaat staan ver
stopt tussen immense uitklapbare pa
leizen, glanzende opleggers met aan
weerszijden een uitschuifbare zijvleu
gel. Was hangt te drogen aan de lijnen,
een stroomaggregaat bromt, een satel
lietschotel is aan de overkant van het
pad in het gras geprikt voor een betere
ontvangst.
's Avonds is het al niet veel anders.
Wie verwacht dat de kermisklanten
hier na het opbouwen knakworsten
braden, sterke verhalen vertellen en
samen zitten te verbroederen achter
een pot bier komt bedrogen uit. Ach
ter de ruiten van de woonwagens flik
keren televisieschermen. Een enkeling
loopt buiten om nog wat te rommelen
aan een vrachtwagen, maar volgens de
man van spookhuis Halloween ligt ie
dereen al op bed. Hard gewerkt, mor
gen vroeg weer op.
„Volgende week gaan we feesten. Wij
komen hier alleen voor de knaken",
zegt Piet Janvier van Patricia's oliebol
lentent. Ook in zijn wagen staat de tv
aan.„Dit zijn de vermoeiendste da
gen", verklaart Christiana Janvier.
„Het zijn allemaal harde werkers.
Feesten doen we pas vrijdagavond
weer."
s Winters is dat anders, zegt haar
moeder Hilda (59). „Dan vieren ker
misexploitanten hun bruiloften: fees
ten met twee-, driehonderd man. En
de begrafenissen. Want dan gaan ze
allemaal dood, hè?" Hilda zit al haar
hele leven in het kermisvak. Toen had
je een rups, een zweefmolen, een
schommel, een lachspiegel. Misschien
een stoomcarrousel en een hoog rad,
dan had je het wel gehad. Nu zijn de
achtbanen hoger en steiler, maar is het
kermisleven harder. Vooral sinds een
paar jaar. Personeel is moeilijker te
krijgen en moet zich opeens aan de ar-
bo-wet houden. Dat kan niet op de
kermis, vindt de familie Janvier. Chris
tiana: „Je moet het toch in je bloed
hebben zitten, anders kom je niet
ver."
Piet „De romantiek is wel wat verwa
terd. Vroeger waren we voor meer dan
de helft familie van elkaar. Het is nu
meer een harde zakenwereld. Als ik
mijn vrachtwagen aft ank, ben ik al
weer 750 euro verder. En dan je verze
keringen."
Piet komt uit de wereld van de stoom-
molens en de lunaparken. Hilde uit de
kijkattracties, het kermistheater.
Het kermisdorp van
de exploitanten aan
de Wassenaarseweg.
Foto; Henk Bouwman
„Maar dat zie je tegenwoordig niet
meer. Voor de oorlog had je nog de
dikke dame en het rariteitenkabinet
De dame zonder hoofd. Dat was ro
mantiek. Als je er zo over zit te praten
komt het allemaal weer boven, hè? Nu
zijn het allemaal grote vermaakzaken.
Vroeger was het geheimzinniger Dan
liep een heel dorp nog uit, voor het
zwemwonder bijvoorbeeld: dat was
een dame die kon breien en roken on
der water. Jaren hebben we daarmee
rondgereisd. Nu kun je het allemaal
gewoon op tv zien."
Silvan Schoonhoven
eel is er niet over uit de tijd van de Spaanse bezetting
jetsie. Niks verdwenen. Er
nog wel het een en an-
het voor Leiden zo magi-
ir 1574 bewaard geble-
uit de jaren daarvoor, de
de Leienaars de Spanjo
lachter de stadsmuren
ekten en verwensten. Toe-
i, veel is het niet wat de
5 tijd heeft doorstaan,
iet is uit historisch oog-
rel interessant. En met
etje fantasie zie je het ou
den zo voor je. De Leidse
en stegen, de hongerige
eteerde meute die daar
schuifelde.
met de deur in huis te
„Een paar kerken zijn er
jubelt bouwhistoricus Jan
„De Pieterskerk, de
andse kerk... restanten
kapel van het Elisabeth-
dshof. Het Academiège-
wat toen nog de kapel
Witte Nonnenklooster
Burcht was er toen al, al
en daar destijds niet zo
komen. Het Graven-
natuurlijk, dat is ook mid-
vs. En de kapel van de
kerk is overgebleven. De
wel vernieuwd, maar de
rit daar nog achter."
is nou net het punt.
„Openbare gebouwen, die staan
er voor een deel nog wel. Maar
woonhuizen in het zicht niet. Ik
bedoel, huizen van die tijd en
van vóór die tijd zitten achter
nieuwere gevels. Na 1574 gaat
het een hele tijd goed met de
stad. Elk open plekje wordt be
bouwd - tegenwoordig zouden
we dat inbreiden noemen - en
veel bestaande gebouwen en
panden krijgen nieuwe gevels.
Het stadhuis bijvoorbeeld, en
het Rijnlandhuis, ook in de
Breestraat. In die buurt kan ik
tientallen huizen aanwijzen die
uit die tijd stammen, maar die
een nieuwe gevel hebben gekre
gen. Niet altijd hele huizen
hoor, maar structuren en kap
constructies. Tja, veel meer kan
ik er niet van maken."
Ja, het kruithuisje Oistenrijk aan
de Jan van Houtkade stamt ook
uit die tijd. Net als Bourgondië
dat iets verderop in het talud
nog wel gedeeltelijk zichtbaar is
(vooral vanaf het water). „Maar
de stadspoorten juist weer niet.
Die zijn allebei van Van der
Helm, zeventiende eeuw. Tja,
het is niet anders."
Kom, kom, niet zo somber. Berg
de zakdoek maar weer op. Er is
nog meer. Kijk maar eens in de
de overlevering vond de Leidse weesjongen Cornells Jop-
p 3 oktober in een verlaten Spaans kampement een ketel
itspot. Of het verhaal helemaal klopt, is de vraag. In elk geval
deze jongen een heel andere hutspot gevonden dan wij van-
de dag eten. Al was het maar omdat de aardappel ten tijde van
itzet van Leiden nog geen gemeengoed was in deze contreien,
toe het ook zij, op 3 oktober eet heel Leiden hutspot.
Lakenhal. Daar, aan de Oude
Singel, staan en liggen nog een
paar stille getuigen van het Be
leg en Ontzet In een vitrinekast
op een bovenverdieping. Meest
in het oog springend, en ook het
bekendst, is de ketel die de dap
pere weesjongen Comelis Jop-
pensz aantrof nadat de Span
jaarden waren opgehoepeld.
Het is nog steeds een populaire
pot. „Zeker op 3 oktober komen
er veel mensen naar kijken",
zegt In grid Moerman van de La
kenhal. „Soms zijn ze dan een
beetje teleurgesteld. Want hij is
veel kleiner dan ze dachten. Ze
hadden een pot verwacht van
het formaat waarin vroeger mis
sionarissen werden gekookt."
En missionarissen, die aten de
katholieke Spanjaarden natuur
lijk niet.
Verder te zien in die vitrinekast
kaarten die de Spanjaarden in
de haast hadden achtergelaten.
Geen gewone speelkaarten,
maar tarotkaarten (oeps, zou
den ze hun eigen ondergang in
die plaatjes hebben gezien?).
Een paar zwarte stukjes turf uit
die tijd liggen er ook. Brandstof
van toen. En hé, dat is aardig, de
brieven van Willem Comelisz
Speelman, alias Willem Come
lisz van Duyvenbode. Ook een
van de hoofdrolspelers tijdens
de omsingeling van onze medi
terrane tegenstrever, zoals el
ders op deze pagina valt te le
zen. Hier en daar zitten een paar
gaatjes op de plaatsen waar Wil
lem het papier aan de poten van
de postduiven heeft bevestigd.
Maar voor de bevrijders was het
allemaal nog prima te lezen.
Ja, als je het goed beschouwt
heeft Leiden veel aan deze grijze
fladderaars te danken. Kent uw
geschiedenis stadsgenoten, eet
geen duif!
Herman Joustra
Erg, heel erg moeilijk moet het
zijn geweest voor de uitgemer
gelde Leidenaren. Terwijl de
zwarte hongervlekken op het
netvlies dansen, landt een dik
ke vette duif op het Rapen
burg. De verleiding is groot om
het dier in de pan te hakken en
in de smachtende slokdarm te
duwen, maar elke inwoner van
Leiden weet wie een duif pakt
zal 'mitten coorde opgehangen
ende aan den lijve gestraft
werden. Elck segget den ande
ren voort'. Duiven vormen na
melijk de enige verbindingslijn
met de bevrijders.
Grote man achter de duiven is
Willem Comelis Speelman,
van beroep speelman oftewel
stadsmuzikant Zijn duiven
zijn uitgerust met een zo dege
lijk inwendig kompas dat ze
'van overzee 't huis weten te
komen'. Een aantal van de
beesten wordt de stad uitge
smokkeld door boden. Het
doek admiraal Boisot en zijn
watergeuzen.
De duif die op 23 september
1574 op Speelmans huis aan
het Rapenburg 94 neerstrijkt,
draagt een zwaar perkament
bij zich van de prins van Oran
je. Hij roept de Leidenaars op
om vol te houden. 'Zoodra het
water iet of wat rijzen wilde'
zou de prins 'alles in het werk
stellen om hen te helpen en
ontzetten'.
Een dag later verschijnt er
weer een duif boven de stad,
weer van de prins, 'die ons
hertelycken doet groeten'. De
al flink afgevallen stadsbewo
ners moeten er niet aan twijfe
len 'of wy en sullen van de je-
genwoordige ellende, calamite,
ende miserie, metter hulp
Gods ontset werden'. Wel blijft
het nodig om 'te bidden, dat
Syne Goddelycke Majesteit be
lieve ons mit Syne barmhertige
oogen aen te sien ende van de
tegenwoordige belegeringe en
de ellende te verlossen.'
Na het Ontzet onderscheidt
het stadsbestuur de duiven
melker met de erenaam Van
Duyvenbode'. Dit omdat ook
hij de verleiding had kunnen
weerstaan zijn duiven in de
kookpot te stoppen en in de
strot te doen glijden. Ondanks
het feit dat Van Duyvenbode
een hoogbejaarde moeder had,
'voor wier behoeften hij dien
onschatbaren voorraad had
kunnen bewaren'.
Het kruithuisje Oistenrijk aan de Jan van Houtkade heeft de Watergeuzen in de vroege ochtend van 3 ok
tober 1574 nog langs zien varen. Foto; Henk Bouwman
Sinds de oprichting van de 3
October Vereeniging in 1886, is
Leidens Ontzet slechts in twee
perioden niet feestelijk gevierd.
Tijdens de Eerste en Tweede
wereldoorlog. Werd tijdens WO
I slechts sober bij de herdenking
stilgestaan uit piëteit met de
verschrikkingen elders in Euro
pa, tijdens de Tweede Wereld
oorlog toonde de Duitse bezet
ter zich niet erg gecharmeerd
van dit soort nationalistische ui
tingen van vrijheidsbesef.
Wel vonden gedurende de hele
oorlog de traditionele herden
kingsdiensten in de Pieterskerk
plaats. Het Leidsch Dagblad
kopte naar aanleiding van 3 ok
tober 1940 met 'Indrukwekken
de reden van ds. Ottenvanger',
die predikte over het beleg en
ontzet van Leiden. Leidenaar H.
de Wilde, die tijdens de oorlogs
jaren een dagboek bijhield,
schreef dat 3 oktober in alle stil
te voorbij was gegaan. Behalve
in de Pieterskerk 'waar men
stoelen tekort kwam'.
'De geschiedenis van de Span
jaarden en glibbers kan zo wor
den getransporteerd in die van
de Moffen en NSB-ers', merkt
De Wilde in zijn dagboek op.
Een van die 'moderne' glibbers'
is de Leidse fabrikant Krantz.
Uitgerekend op deze dag richt
hij de Stichting tot bestudering
van het Nationaal Socialisme
op.
Elk jaar weer grepen dominees
de herdenkingsdienst in de Pie
terskerk aan om vanaf de kansel
de burgers een hart onder de
riem te steken. In 1941 besluit
dominee Touw zijn preek met
twee coupletten van het Wilhel
mus. In 1944 verzorgde domi
nee Kelder de herdenkings
dienst „Ik zal dat nooit verge
ten", zegt Ansje Links-Nieuwen-
huysen die tijdens de oorlog in
de Nieuwstraat woonde. „Met
een stem als een poortklok bul
derde hij door de kerk Vrijheid
is voor geen geld te koop'. De
bomvolle kerk was muisstil."
„Voorin de Pieterskerk had je
speciale banken met een luifel
erboven. Daar zat het kerkbe
stuur, het bestuur van de 3 Oc- 5
tober Vereeniging, wat hoogle
raren en leden van sociëteit Mi
nerva. Ook NSB-burgemeester
De Ruyter van Steveninck be
vindt zich onder deze notabe-
len. „Maar hij greep niet in. Die
gasten waren doodsbang", weet
Links nog. „En hij moest eens
weten dat het op de zolder van
de Pieterskerk wemelde van de
onderduikers."
De herdenkingsdienst in de Pie
terskerk was het enige officiële
herdenkingspunt van Leidens
Ontzet tijdens de oorlog. Maar
illegaal gebeurde er ook nog het
een en ander. Zo werd elk jaar
weer in de nacht voorafgaand
aan 3 oktober heel stiekem een
grote bloemenkrans met rode,
witte en blauwe linten om het
standbeeld van burgemeester
Van der Werff gehangen.
„Die krans werd altijd gemaakt
door een medewerker van de
Hortus. Als je de krans wilde
zien, moest je er wel vroeg bij
zijn want de Duitsers haalden
dat ding 's ochtends heel vroeg
al weer weg", herinnert Links
zich. Een mildere vorm van ver
zet was hutspot koken. Op 1 ok
tober adverteerde café-restau-
rant De Harmonie in het
Leidsch Dagblad: hutspot voor f
0,75 per portie.
Optochten waren eveneens ver
boden door de Duitsers. Op 2
oktober 1942 noteert Karstens in
zijn dagboek 'Om negen uur
komen enige zware escadrilles
bommenwerpers met zwaar ge-
dreun over Leiden in oostwaart-
se richting. Toch taptoe voor 3
october'. Alsof de Engelsen het
erom doen, trekken op 3 okto
ber 1943 ruim honderd bom-
menwerpers en jagers over de
stad.
In datzelfde jaar schrijft De Wil
de: 'Zullen volgend jaar de fees-
telijkheden, de toeters en de
draaimolens weer opgeld doen?
Laten we het hopen'. Hij moest
een jaartje langer wachten.
Maar op 3 oktober 1945 was het
weer feest als vanouds.
Timoteus Waarsenburg
ög het recept voor hutspot
keehuis De Leidse Hout
loomweg van Theehuis
idse Hout maakt hutspot
as een
»s re-
Voor
ortie
lier per-
ige-
thij een
rocu-
ipek,
afkom-
B de var-
bek „Zeg
schou-
ibonade
ibot"
neert het
in met
t, zout
tfepesto
BI dat
fegin-
■ttveg roostert het vlees.
I binnen mag het best roze
Verder gebruikt hij een kilo ui
en, een pond rode uien en een
kilo winterpeen. Deze worden
geschild, gesneden en versnip
perd en gebakken en gekookt.
Pas op de dag
dat de huts
pot wordt ge
geten, schilt,
Gilles de Geus
door Hanco Kolk
VJe hebben de dijken
doorgestoken om de
Spanjaarden te
\ierjagen 1
plakken, los van de hutspot, op
tafel. Mosterd erbij. En smullen