Stofjas
De opmars van de privé-kliniek
t HDC931
nu in een rolstoel zat.
Haar beroerte werd helemaal vergeten.
Haar CARA was door de hoogleraar long
ziekten ernstig onderschat, waardoor zij nu
een ernstig emfyseem had. De sigaretten
hadden er echt niets mee te maken. „Dat
zo'n lummel hier in Leiden hoogleraar mag
spelen. Schande."
Ten slotte werd triomfantelijk het doosje
met het antidepressivum 'Trijptizol' ge
toond. Daarbij werd mij op hoge toon mede
gedeeld dat deze depressie door haar ex-
echtgenoot teweeg was gebracht.
Stofjas stond bij dit alles bewegingsloos
naast haar, wachtend op bevelen van zijn
'bazin'. Het zweet gutste van zijn voorhoofd
en zijn overhemd toonde op okselhoogte
grote vochtplekken. Onze vriend stonk ook
nog vreselijk naar alles wat maar ranzig was.
De situatie was ronduit triest.
„U begrijpt", begon ze, „dat ik zeer intensie
ve begeleiding nodig heb en ik zou het zeer
op prijs stellen als u iedere week bij mij een
visite zou maken."
Ze legde de nadruk op het woord 'mij', stof
jas volledig negerend. „En verder wil ik uw
privénummer voor noodgevallen."
Stofjas keek mij smekend aan om toch voor
al aan haar verlangens te voldoen. Ik maakte
haar duidelijk dat mijn privénummer te veel
van het goede was, maar ik zou haar wel we
kelijks bezoeken.
„U neemt dan toch wel uw bloeddrukmeter
mee", zei ze, weer een nieuwe ziekte aan
haar medische boom toevoegend.
Het klinkt nu raar, maar een wekelijkse visite
bij een particuliere patiënt was zo'n dertig
jaar geleden voor de jonge dokter de ham op
het brood. Dus ging ik iedere week netjes
langs bij mevrouw. De jaren ema knapte ze
tot mijn stomme verbazing redelijk op. De
fysiotherapeut en de logopediste had ze niet
meer nodig, ze deed alles zelf wel. Zelfs kon
ze af en toe haar rolstoel verlaten.
En stofjas? Hij verpieterde tot een hoopje el
lende. Niets deugde meer aan de brave man,
die in mijn nabijheid de ene na de andere
schimpscheut moest incasseren. Zijn weten
schappelijke ideeën waren volgens mevrouw
goed voor de prullenbak en zijn inspiratie
was tot nul gereduceerd. Zijn hele leven
stond in dienst van deze ijzeren dame. Hij
werd bleek en zo mager dat zijn bril van zijn
neus afgleed. Bij ieder bezoek vroeg hij mij
bij het uitlaten om slaappillen.
Op zekere dag zei hij met tranen in zijn ogen
dat het zo niet langer kon. „Dokter, ik heb
zielsveel van haar gehouden, maar nu is het
leven een hel." Hij zei het op bittere toon
met een koude blik in zijn ogen.
De betekenis van zijn woorden werd mij en
kele maanden later duidelijk. Op een woens
dagmiddag in november werd ik door stofjas
gebeld of ik na het spreekuur langs wilde ko
men, omdat zijn vrouw was gevallen. Verde
re discussie was niet mogelijk aangezien hij
na dit verzoek direct de verbinding had ver
broken. Iets in zijn stem had mijn nieuws
gierigheid gewekt en ik besloot zo snel mo
gelijk te gaan.
Op mijn aanbellen werd de deur meteen
ZATERDAG
28 SEPTEMI
2002
ij was mollig en haar door tegenslag
en verdriet geteisterde gezicht vertoonde
zelden nog een lachje. Gedumpt door een
eertijds beroemde hoogleraar, die er na zijn
emeritaat met zijn secretaresse vandoor was
gegaan, was het leven voor haar weinig zin
vol meer. Tot overmaat van ramp was zij
door een lichte beroerte nog aan een rolstoel
gekluisterd ook.
Haar zoon woonde in Amerika en haar
dochter leefde met een vriendin in Parijs.
Van het thuisfront was er dus weinig of geen
steun te verwachten.
Wel werd er regelmatig
uit het buitenland ge
beld of ik bij moeder
langs wilde gaan. „U be
grijpt dokter, dat wij niet
in de positie zijn om
haar te verzorgen, hoe
graag wij dat ook zou
den willen. En als u
Praktijkverhalen van
de Leidse huisarts
Har Meijer (aflevering 21)
nu...
Het was duidelijk. Af
schuiven van de verant
woordelijkheid heet dat
in goed Nederlands.
Hij was lector in de na
tuurkunde. Hoog voor
hoofd, fletse ogen in een
saai, moedeloos gezicht.
Briljante ideeën had hij
legio, maar de uitvoering
verzandde in een voor
velen onbegrijpelijk ge
zwam. Maar 'op ieder
potje past een dekseltje'
en dus hadden ook deze
mensen elkaar gevonden
en besloten verder lief
en leed te delen.
Een doorzonwoning in
de Merenwijk werd hun stulpje en ik werd
als nieuwe huisarts voor een kennismakings
gesprek uitgenodigd. Aangezien ik een gren
zeloze bewondering voor haar gewezen
echtgenoot had gekoesterd, voelde ik mij
zeer vereerd dat zij in de praktijk wilde ko
men.
Bij binnenkomst werd ik getroffen door een
enorme rotzooi. Kranten, tijdschriften, lege
kopjes, sigarettenpeuken, alles kriskras door
elkaar. Midden in de woonkamer troonde zij
in haar rolstoel, geflankeerd door haar stoffi
ge vriend met bezweet gelaat. Een peuk hing
uit haar verlamde mondhoek. Ze kwijlde
lichtjes. Ik kon mijn ogen niet geloven.
Was dit de vroeger zo mooie vrouw, van wie
ik de dochter minstens zo betoverend had
gevonden? Helaas kwam de liefde maar van
één kant. Ze zou eens op haar moeder gaan
lijken. Alleen de gedachte al deed mij veel
deugd. Maar ter zake: zij hadden mij voor
hun medisch probleem ontboden. Het was
vooral 'aanhoren' en nog eens 'aanhoren'.
Een stortvloed van ziekten, verwijten aan
specialisten en persoonlijke rancunes den
derde over mij heen.
Een wijd en zijd bekend orthopedisch chi
rurg had haar heup verknald, waardoor zij
opengedaan. Stofjas trok mij naar binnen en
deed de deur direct weer dicht. Het was half
duister. Voor mij onder aan de trap lag me
vrouw. Haar gezicht lag plat op de grond en
uit haar verlamde mondhoek kwam een
straaltje geronnen bloed.
Ik draaide haar wat bij.
Haar kille ogen straalden doorgemaakte
angst uit. Ik pakte een lampje uit mijn tas en
scheen in haar ogen. Puur een routinege-
baar. Ze had licht stijve pupillen en voelde al
koud aan. Ze was dood.
Stofjas stond daar maar bewegingsloos. Zijn
harde blik van de laatste tijd was milder ge
worden. Verbeeldde ik het mij of had hij de
saaiheid en de grauwsluier van zich af ge
worpen?
Minutenlang keken wij elkaar aan. Ik keek
naar de trap, de dode vrouw en naar stofjas.
Ik wilde vragen wat er was gebeurd.
„U begrijpt het wel", zei hij mompelend en
liep de trap op, zich totaal niet om het lijk
bekommerend.
Ik liep achter hem aan de trap op. In de ka
mer zag het er perfect opgeruimd uit. Op ta
fel stonden een fles jenever en een halfleeg
glaasje. „Ook één, dokter?"
„Nee dank u."
„Het ging echt niet langer", begon hij. „Echt,
meneer Meijer, het ging niet meer. Het leven
was een hel. Nee, erger dan de hel. Wat gaat
u nu doen? Belt u de politie?"
Allerlei gedachten spookten door mijn
hoofd. „Ik zal de gemeentelijke lijkschouwer
bellen, die handelt het verder wel afzei ik.
„En dan?"
Tekening: Bert van der Meij
„Het was een hersenbloeding met dit fatale
gevolg, denk ik."
Hij knikte instemmend. „En verder?"
„Dan beslist die dokter wat er daarna met
het lijk gebeurt. Uw vrouw heeft toch al eer
der een ernstige beroerte gehad, hè?"
Hij ontspande zich en ik belde de verant
woordelijke instanties: de GGD en de politie.
Dokter en agenten waren snel ter plaatse.
„Wat denkt u collega?, vroeg een vrouwelijke
GGD- arts, die het lijk bestudeerde.
„Ik weet het niet, maar gezien haar voorge
schiedenis..."
Drie dagen later werd ze begraven.
Noch van de zoon noch van de dochter heb
ik ooit iets gehoord. Stofjas verhuisde naar
Den Haag, bloeide op en beoefende de we
tenschap als nooit tevoren.
Onder het motto 'Sneller en leuker genezen' is de
privé-kliniek in opmars. Als Haarlemmerolie voor
de wachtlijsten en als voorbeeld voor ziekenhuizen
die in geldproblemen blijven steken. Menig patiënt
is er blij mee en artsen willen er aan de slag. Maar
kritiek is er ook. De klinieken zouden leegstand
van het ziekenhuis in de hand werken. En de In
spectie voor de Gezondheidszorg maakt zich zor
gen over de kwaliteit.
door Helma van den Berg
Het uitzicht is uitdagend sportief: op
de tennisbanen van het Amster
damse sportcentrum Amstelpark.
In de lichte, comfortabel ingerichte wacht
kamer bladeren twee vrouwen in alle rust in
de nieuwste weekbladen. Een goedlachse re
ceptioniste biedt een kop espresso aan. Het
kleine particulier medisch centrum Alant
Cardio vertoont niets van de hectiek van een
doorsnee ziekenhuis. Toch worden ook hier
patiënten door medisch specialisten behan
deld. Met dit verschil, dat zij er maar voor
één soort aandoeningen terechtkunnen:
voor hart- en vaatproblemen.
Voor Claudia de Rooy (49) blijkt dat juist een
uitkomst: „Ik heb een vaatziekte, ze noemen
het ook wel etalagebenen, en had veel pijn.
Deze kliniek is in dit soort ziektes gespeciali
seerd. Ze gaan hier verder dan het voor
schrijven van medicijnen, zoals mij dat vier
jaar lang in het ziekenhuis is overkomen.
Hier hebben dokters meer tijd voor je en ik
word hier ook begeleid door een psycholoog
en fysiotherapeut."
De Rooy heeft baat bij deze gerichte behan
delingen, zegt ze. „Ik heb minder pijn en kan
beter lopen. Bovendien zie ik hier lotgeno
ten. Geen doodzieke mensen, zoals je in het
ziekenhuis ziet. Maar mensen zoals ik, die
wat minder kunnen. En dat is ook heel ple
zierig."
Alant Cardio is de eerste vestiging van Alant
Medical. Een bedrijf van de Amsterdamse
arts Jaap Maljers (41), die de komende drie
jaar een landelijk netwerk van privé-klinie-
ken wil opbouwen. Het eerste zusje van
Alant Cardio heet Alant Vrouw en wordt in
november in Zeist geopend. Dit centrum is
bedoeld voor vrouwen met overgangsklach
ten en bekkenbodemproblemen als inconti
nentie. De kliniek gaat nauw samenwerken
met het Universitair Medisch Centrum
Utrecht.
De privé-klinieken zijn flink in opmars. Aan
Een patiënt in het kleine particulier centrum 'Alant Cardio'. Publiciteitsfoto
vankelijk alleen als instituut voor facelifts en
andere cosmetische ingrepen die patiënten
zelf moeten betalen. Sinds de jaren tachtig
ook als kliniek die in het Haagse jargon 'zelf
standig behandelcentrum' (ZBC) wordt ge
noemd. In deze klinieken worden gewone,
medische behandelingen gegeven die deels
of helemaal door de verzekeringen worden
vergoed. Met als kenmerk dat zo'n kliniek
een eigen specialisme voert, als oogheelkun
de, cardiologie of algemene geneeskunde
(orthopedische ingrepen, spataderen, lies-
en navelbreuken) met louter routinematige,
eenvoudige ingrepen zodat de patiënt nog
dezelfde dag naar huis kan.
Hoeveel privé-klinieken er inmiddels in Ne
derland zijn, is de grote vraag. Feit is wel dat
steeds meer zorgverzekeraars met privé-kli
nieken in zee gaan. Vooral om de wachtlijs
ten in de zorg weg te werken, maar ook om
met de privé-klinieken de ziekenhuizen een
voorbeeld te geven. Want als het in een kli
niek lukt om patiënten in aandoeningen in
te delen en met een soort lopendebandwerk
vlugger en goedkoper te helpen, zelfs nog
wat extra service te verlenen, waarom lukt
dat de ziekenhuizen dan niet?
Volgens directeur Rob van der Plank van de
NVZ (de vereniging van ziekenhuizen) om
dat de overheid productie afstraft: „Een zie
kenhuis krijgt per opname betaald. Als je
mensen meer in dagbehandeling helpt en
minder opneemt, komt er minder geld bin
nen. Dat is niet bepaald een aanmoediging
voor ziekenhuizen. Bovendien krijgen speci
alisten maar voor een beperkt aantal afge
sproken behandelingen per jaar betaald."
Van der Plank heeft zijn hoop gevestigd op
de maatregelen die minister Bomhoff heeft
aangekondigd om deze situatie aan te pak
ken: „Wanneer de overmacht aan regelge
ving tegen het licht wordt gehouden, kun
nen ziekenhuizen en specialisten meer en
ook flexibeler werken. En ze zullen dan ook
de kostprijs betaald krijgen."
Daarentegen is Bomhoff tot dusver opmer
kelijk stil gebleven over het grote tekort aan
medisch specialisten, verpleegkundigen en
OK-personeel, dat door jarenlange bezuini
gingen is ontstaan en mede de oorzaak is
van de wachtlijsten. Toch zijn het juist de
wachtlijsten, de frustratie om geen of onvol
doende tijd aan de patiënt te kunnen beste
den, die artsen naar de privé-kliniek doen
overstappen.
Cardioloog I. Hellemans zag een grote groep
hart- en vaatpatiënten tussen wal en schip
raken en zegt het 'ontzettend leuk' te vinden
om met een klein team van louter gemoti
veerde mensen iets nieuws op te zetten. En
leden van de Nederlandse Vereniging voor
Endoscopische Chirurgen (NVEC) overwe
gen nu ook om kijkbuisoperaties (voor on
der meer liesbreuken en blindedarmopera
ties) in privé-klinieken te gaan uitvoeren.
De patiënt kan er wel bij varen. De privé-kli
niek heeft geen wachtlijst, biedt naast een
vlot behandelingsplan in een kleine, vaak
knusse omgeving wat meer service en per
soonlijke aandacht. Groot voordeel is tevens
de kortdurende dagopname in een omge
ving waar geen ernstig zieke mensen zijn.
Dat maakt het risico op besmetting met een
(ziekenhuis-)bacterie ook nog eens uiterst
gering.
Maar niets is perfect. Aan de privé-kliniek
kleven ook nadelen. De beperkte mogelijk
heden bijvoorbeeld. De artsen die er werken,
zijn vooral deskundig in het eigen vakgebied,
andere aandoeningen kunnen wel eens over
het hoofd worden gezien. Elke kliniek is dan
ook verplicht om de patiënt bij complicaties
alsnog naar een ziekenhuis te brengen. En
lang niet alle zorgverzekeraars of zieken
fondsen vergoeden (alle) kosten, zodat een
patiënt nog wel eens voor verrassingen kan
komen te staan.
Ernstiger zijn de risico's die patiënten kun
nen lopen, zegt de Inspectie voor de Ge
zondheidszorg die zich zorgen maakt over
de kwaliteit van de klinieken. Vooral omdat
standaardcontrole van de klinieken ont
breekt. De laatste tijd zouden er regelmatig
klachten bij de Inspectie binnenkomen.
Zelfs over onhygiënische toestanden op de
OK, waarvoor de Rotterdamse kliniek Beau
tiful People onlangs de deuren moest slui
ten. Reden voor de Inspectie om een lande
lijk onderzoek naar de activiteiten van de kli
nieken te beginnen.
Tegelijk buigt het College Tarieven Gezond
heidszorg (CTG) zich over een onderzoek
naar de gemaakte kosten. Volgens het CTG
zouden privé-klinieken nog wel eens te veel
geld voor ingrepen vragen. Maar bij de
dochters van Alant Medical is van dat alles
geen sprake, zegt directeur Maljers: „Wij we
ten hoe kwetsbaar we met onze nieuwe initi
atieven zijn. Elke overheidsinstantie is hier
welkom. Voor controle en voor een gesprek
over behandelingen en standaardprotocol."
Terecht of niet, de bedenkingen zijn voor
menige huisarts en specialist wel reden om
patiënten (nog) niet naar een privé-kliniek te
verwijzen. Uit de praktijk blijkt dat vooral
mondige mensen, deels via internet of door
vragen, bij een privé-kliniek terechtkomen.
Een probleem dat nieuwe klinieken, als
Alant Vrouw, nu willen ondervangen door
ziekenhuizen en huisartsen uit te nodigen
voor informerende kennismakingsgesprek
ken.
Over één aspect zijn de particuliere onder
nemers het roerend eens met de reguliere
zorg: de ziekenhuizen zullen in Nederland
noodzakelijk zijn en blijven. Voor de spoed
gevallen en ernstige aandoeningen, voor
mensen met zeldzame ziektes en kostbare
onderzoeken. En niet minder voor weten
schappelijke research en onderwijs. Om die
reden is CTG-voorzitter Rob Scheerder tegen
privé-klinieken. „Met klinieken investeer je
in de leegstand van ziekenhuizen. De opera
tiekamers worden nog minder benut, omdat
het personeel liever van negen tot vijf in een
kliniek werkt. In plaats daarvan zou je speci
alisten juist moeten prikkelen. Meer loon
naar werken moeten geven om in het zie
kenhuis harder te werken."
Volgens koepelorganisatie Zorgverzekeraars
Nederland (ZN) is dat een kwestie van tijd.
ZN heeft Den Haag geadviseerd om zieken
huizen en specialisten 'boter bij de vis' te ge
ven. Bovendien vergoedt ZN geen opnamen
in privé-klinieken om te voorkomen dat nog
meer ziekenhuispersoneel naar de klinieken
overstapt.
Ondertussen verwacht het bedrijfsleven veel
van de particuliere medische zorg. Geld
schieters als Nesbic, de Rabobank, Vendex-
KBB en Achmea-dochter Residex, investeren
fors in privé-klinieken als van Alant Medical.
De ziekenhuizen hebben daar nu wel wat
van geleerd, zegt NVZ-directeur Van der
Plank: „Wat Jaap Maljers kan, kunnen wij
ook. Veel ziekenhuizen staan te trappelen
om dezelfde initiatieven te ontplooien. Om
binnen hun muren en elders ook zelf zulke
klinieken te starten. Of, zoals het UMC
Utrecht, een belang in een particuliere on
derneming te nemen."
De Socialistische Partij is mordicus tegen
dergelijke plannen. Volgens de SP wordt
hiermee de tweedeling in de zorg ingeluid.
Hoe rijker de mensen, hoe beter de behan
deling. Claudia de Rooy kan de tweedeling
niets schelen: „Geld er bij of niet. Als een
ziekenhuis je niet of onvoldoende kan hel
pen, zoals bij mij vier jaar het geval was, dan
ben je op het laatst zó ten einde raad dat je
vanzelf wel naar een privé-kliniek gaat. Ik
heb er nog geen dag spijt van gehad.