REGIO A Is ze een gaatje in me prikken komt er Rijnwater uit9 R7 I 20( HDC 945 ZATERDAG 28 SEPTEMBER 2002 i versiteit, afspraken maken was makkelijk. Maar dat regenteske was ook schijn. Ik althans heb mij nooit een notabele gevoeld. Als secretaris van de 3 October Vereeniging heb ik altijd twee zaken sterk benadrukt. Aller eerst: er moeten vertegenwoor digers van het midden- en klein bedrijf in. Leiden is een stad van winkeliers! Ten tweede moet de Vereeniging onafhankelijk zijn van de gemeente. Er mogen dus geen ambtenaren in het be stuur, althans geen ambtenaren die op het stadhuis zitten. Daar over hebben we wel eens dis cussies gehad. Kees Hugens was bijvoorbeeld ambtenaar, maar hij werd directeur van de VW, dus die wilden we toch graag hebben. En André de Jong, die was directeur van de Groenoordhallen. Dat was wel iswaar een gemeentelijke dienst, maar op afstand van het ge meentebestuur, dus dat kon ook. Ik heb het bestuur van de 3 Oc tober Vereeniging altijd erg leuk gevonden. Je organiseert een feest en dat is altijd leuk. Wie is er nou tegen een feest? Ik heb mij ook erg ingespannen voor jongerenhuisvesting en dat was toch vaak zorgelijk. Hoe knoop je de eindjes aan elkaar, hoe zorg je voor die woningen? Dat probleem had je met de organi satie van 3 Oktober nooit. Wel was het secretariaat altijd veel werk. Je voerde zo door het jaar een flinke correspondentie. Mijn vrouw Rini deed altijd veel. Maar ik had ook mijn kantoor en kon dus een beroep doen op mijn medewerkers. In 1986, voor de viering van het eeuw feest van de vereniging, had ik een jaar lang zelfs een betaalde secretaresse. Tegen 3 oktober namen mijn mederwerkers de telefoon wel eens op met: 'Met het secretariaat van de 3 Octo ber Vereeniging' in plaats van met 'met notariskantoor Kar stens'. In de jaren '80 kreeg de 3 Octo ber Vereeniging te maken met felle kritiek van journalist Wil lem Spierdijk van het Leidsch Dagblad. Hij verweet ons 'sja- bloonwerk', elk jaar hetzelfde feest. Hij vond dat we meer kon den doen met ons geld en onze mensen, een hoger ambitieni veau. Daar hebben we het bin nen het bestuur uitgebreid over gehad. Voor vernieuwing van het feest hebben we nooit ge voeld. Het moet altijd hetzelfde zijn: de taptoe, het haring en het wittebrood, de aubade, de ko- raalmuziek, de optocht. Dat moet, als dat er niet meer is, valt het hart eruit. Een hoger ambi tieniveau hebben we in de loop van de jaren wel gekregen, ook door verjonging in het bestuur. Toen ik in 1970 aantrad, was ik pas de zevende secretaris in 84 jaar. Die secretarissen deden het zó lang - dertig, veertig jaar en ze werden zó oud! Ik zei toen al tegen mijn vrouw: 'Als secretaris van de 3 October Vereeniging heb je geen levensverzekering nodig'. In 1995 deed ik het een kwart eeuw en ik begon die ja ren te voelen. Ik vond het nog altijd leuk, maar ik vond dat ik toch ooit een keer moest stop pen. Ik was bang dat er achter mijn rug om over me gemop perd zou worden: wanneer stapt-ie nou 'ns op? Dat is van sommige leden wel eens gezegd en dat is vervelend. In 1998 heb ik het notariskan toor, dat toen al twintig jaar ge vestigd was in het Plantsoen, overgedaan aan Nico Cusell en aan Rik Kamps. Daarna heb ik er nog twee jaar gewerkt, als waarnemer en om de over dracht te vergemakkelijken. Heerlijk was dal - lekker werken zonder zorgen. Nu werk ik niet meer, maar ik ben nog erg ac tief, onder meer als voorzitter van de Stichting Ronald MacDo- naldhuis Leiden en de Stichting Vrienden van de Pieterskerk. Dat gaat zó: al mijn bestuursac- tiviteiten stop ik in één week en dan heb drie weken om zorge loos te golfen en te hardlopen. Wees efficiënt, anders ren je je rot." Wilfred Simons uit de Leidsch DagbladARCHIEVlïN ANNO 1902 Maandag 29 September LEIDEN - Van de commissie van beheer van het ge sticht 'Endegeest' ontvingen B. en Ws. een concept verordening, 'houdende Reglement op het beheer en bestuur van het krankzinnigengesticht 'Endegeest' en van 't sanatorium voor zenuwlijders 'Rhyngeest'. Zooals toch door den gemeenteraad bij de oprichting van het sanatorium 'Rhyngeest' werd besloten, zul len dat sanatorium en het gesticht 'Endegeest' oeco- nomisch één geheel uitmaken. De commissie van beheer van 'Endegeest' zal ook 'Rhyngeest' bestu ren, de geneesheer-directeur van 'Endegeest' zal ook met de administratieve en huishoudelijke lei ding van 'Rhyngeest' zijn belast, de spijzen voorde bewoners van 'Rhyngeest' zullen in de keuken van 'Endegeest' worden bereid, de wasch aldaar worden behandeld, in één woord, één gemeenschappelijk huishouding zal beide inrichtingen besturen. Van daar dat het noch noodig noch wenschelijk werd ge acht voor het sanatorium afzonderlijke verordenin gen te ontwerpen. ANNO 1977 Foto's In deze rubriek kunnen worden nabesteld door binnen veertien dagen na plaatsing 2,50 (voor een exemplaar van 13 bi) 18 in zwart wit) over te maken op gironummer 57055 t.iuv. Dagbladuitgever!) Domiate b.v. Postbus 507, 2003 PA Haarlem, onder vermelding van Leidsch Dagblad, ANNO d.d. (datum van plaatsing) of door contante betaling aan de balie van hei Leidsch Dagblad, Rooacveltstraat 82 te leiden. U krijgt de foto binnen drie weken thuisgestuurd. Woensdag 28 september LISSE - Zesentwintighonderd handtekeningen heb ben de vraag opnieuw actueel gemaakt: Is Lisse rijp voor een bioscoop? Mevrouw Groenen - de Lissese verzamelde de handtekeningen - vindt van wel. De aanwas van Lisse met Poelpolder geeft haar grond voor die mening. Vooralsnog valt de wedergeboorte van een filmzaal sinds het afsterven van 'De Witte Zwaan', waar vroe ger nog wel eens een rolprent werd vertoond, echter zeer te betwijfelen. De provincie mag Lisse dan wel tot centrum van de bollenstreek hebben gebombar deerd; de versgebakken streekplannen reppen geen woord over een voorziening als een bioscoop. Dat soort recreatie is door de plannenmakers in de eer ste plaats toebedacht aan de wat grotere kernen als Leiden, Delft, Zoetermeer en Den Haag. En van de gemeente valt voorlopig ook niets te verwachten. Dat is ook mevrouw Groenen duidelijk geworden toen zij met de handtekeningen richting raadhuis trok. 'Par ticulier initiatief' was het antwoord van de plaatselij ke overheid. Op zich geen reden om 'een hipscoop in Lisse' maar meteen naar het land der toelwnstdro- men te verwijzen. Een ondernemer die het aandurft is nog niet opgestaan en tot zolang valt er niets te verwachten. Valt er iets te verwachten? Woordvoerder Pieters van de bioscoopbond in Amsterdam ziet er zo van een af standje niet al te veel in. "De bollenstreek heeft niet een erg gunstige naam voor bioscoophouders", is zijn eerste reactie. "Met Leiden en Haarlem in de buurt wordt al een deel van de klanten weggezogen en de bevolkingsaantallen in de bollenstreek bieden nu ook geen florisante perspectieven". Waarna het volgende rekensommetje volgt: Een gemiddelde bioscoop trekt jaarlijks ruim anderhalf keer zoveel bezoekers als er inwoners zijn. Stel Lisse op 20.000 inwoners dan krijg je ongeveer 30.000 bezoekers. Met een toegangsprijs van zes d zeven gulden kom je dan op een omzet van nog geen twee ton. Niet veel, zeker niet als de bioscoop nog ge bouwd moet worden. Derde Helmersstraat 88 drie hoog. Bij juffrouw Gimbel, die was toen al over de tachtig, zo iets vergeet je nooit. Toen ik aan mijn studie begon, dacht ik: ik ga wel studeren, maar ik word geen notaris. Om dat je vader dat is, je hebt de neiging om je daartegen te ver zetten. Maar gaande de studie begon ik er toch aardigheid in te krijgen. Het notariaat was in 1958 als nieuwe studierichting aan de universiteit begonnen en er waren goede hoogleraren, zo als Bas de Gaay Fortman. Dat was stimulerende docenten. En daar kwam bij dat ik het notari aat praktischer vond dan bij voorbeeld burgerlijk recht. Zo ben ik ernaar toegegroeid. Na mijn studie moest ik nog 23 maanden mijn dienstplicht ver vullen. Eerst een half jaar naar de officiersopleiding in Breda, en toen als comet, dat was mijn rang, naar Seedorf. Ik zat bij de veldartillerie. Nu had je daar nogal veel jongens met heim wee en er werd ook flink ge dronken. Omdat ik al wat ouder was, ontwikkelde ik me daar tot een soort vaderfiguur. Ik vond de diensttijd wel zonde van mijn tijd. Ik had al zes jaar niets ge daan. Ik wilde eigenlijk aan de slag. Vanuit mijn diensttijd heb ik toen gesolliciteerd naar een baan in Rotterdam, bij Nauta, Lambert en Schadé. Dat was een echt Leids kantoor, dat wil zeggen: alle advocaten en nota rissen die daar werkten, hadden in Leiden gestudeerd. En ik, die een échte Leidenaar was, had in Amsterdam gestudeerd! Ik zei dat ook wel eens: jullie doen wel zo Leids, maar ik ben de enige echte Leidenaar hier. Het was een leuk kantoor, ik heb er veel geleerd. Het was er ook erg internationaal. Ik had daar nog wel een of twee jaar willen blijven, maar mijn vader begon aan me te trekken. Het aantal klanten en akten groeide enorm, maar hij had eenmanskantoor. Hij zat omhoog, hij had hulp nodig. In 1969 was ik toen weer terug aan de Apothekersdijk. Ik was net een jaar in Leiden aan het werk, toen penning meester Jo Laman mij vroeg voor het bestuur van de 3 Octo ber Vereeniging. Ik twijfelde wel, hoor. Ik had ook dat gevoel, als zoveel Leidenaren, van een re genteske club notabelen die dat feest organiseerden. Ik was 29 en een generatie jonger dan de andere bestuursleden. Het wa ren allemaal mannen in driede lige pakken. Hans de Ruyter de Wildt bijvoorbeeld was een man met een regenteske uitstraling, hij sprak op een manier die af stand schiep. En natuurlijk, de 3 October Vereeniging biedt het bestuur wel een podium op te netwerken. De leden komen uit het bedrijfsleven en uit de uni- LISSE - Een week feest, twee dagen schoolvrij en ie dere avond laat naar bed. Dat zijn de voorrech ten die de Lisse se jeugd tijdens de Lissese jaar feesten geniet. Gisteravond moest in ruil daarvoor wél getrommeld worden. Het he le dorp door on der leiding van drumfanfare 'Trou Moet Blijcken'. Foto.- Archief Leidsch Dagblad of aan de Vrije Universiteit in Amsterdam, want zo gerefor meerd waren wij wel. Ik heb toen geen moment geaarzeld en Amsterdam gekozen. Ik dacht: als ik ook zo ga uitspatten, dan heb ik liever niet dat mijn ou ders dat zien. Studenten werden eind jaren vijftig in Amsterdam zeer geac cepteerd. Na een nacht op de sociëteit zat ik dan 's morgens vroeg in de tram op weg naar huis. Met mensen die naar hun werk gingen, heel merkwaardig. Studenten waren maatschappe lijk vrijgesteld, maar stond te genover dat je je nergens mee bemoeide. Het waren interes sante tijden. Provo kwam op, je had 'antirookmagiër Jasper Grootveld, president Kennedy werd vermoord. We stonden er bij en we keken ernaar. Mee doen was ondenkbaar. Ik heb intens van mijn studententijd genoten. Ik woonde eerst in oost, in een klein kamertje aan de Alexanderkade, later in de notaris Jan Karstens (62) is 'hartstikke Leids'. „Als ze 's nachts een in me prikken, komt er Rijnwater uit." Getogen is hij op de Apo- waar zijn vader van 1942 tot 1977 ook al een notarispraktijk ,Wij woonden boven de zaak." Zijn hele leven speelde zich in Lei- f, behalve zijn studie rechten, die deed hij van 1958 tot 1964 aan je Universiteit in Amsterdam. In 1970 vroeg penningmeester Jo n van de 3 October Vereeniging hem als secretaris. „Ik heb daar en over getwijfeld, want ik had diepe eerbied voor het bestuur. echte notabelen." Maar hij zei ja en heeft dat besluit vijfen ig jaar lang geen moment betreurd. Je organiseert een feest en altijd leuk. Wie is er nu tegen een feest?" Pas in 1995 ging hij uit vooral omdat hij vond dat hij toch ooit eens moest stop- was bang dat er achter mijn rug om over me gemopperd zou wanneer stapt-ie nou 'ns op?" ite ;even ie mi Leidse, tja, wat is dat... het n ve,'bondenheid met je mëeving' met Je jeugd. Na ble stuc^e werkte ik drie jaar in Notariskantoor in Rotter- Dat was best een leuke k heb er vreselijk veel ge- maar toen ik in 1969 in de nj pi md on Y311 vac^er kwam, e ve scli'1 we ïter: lar w blij dat ik weer terug was. im uit een Leidse familie, Dudsher al. Mijn vader wilde jn notarisstudie in Leiden de slag, maar tijdens de cri- nlheten vonc* kij hier geen werk. v om ging hij naar Voorburg laar ben ik in 1939 geboren, r toen er in 1942 een nota- aktijk in Leiden vrijkwam is ïeteen verhuisd en nooit r weggegaan. Ik heb dat n in mijn rechtenstudie heb ik |1 in Leiden gedaan. Wij nden pal achter Sociëteit ïrva, dus ik wist wel zo'n ver je hoe dat daar ging. Mijn he r liet mij de keuze: of aan eidse universiteit studeren, t( Jan Karstens. „Ik was bang dat er achter mijn rug om over me gemopperd zou worden: 'wanneer stapt-ie nou 'ns op'?" Foto: Mark Lamers

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 2002 | | pagina 19