Levenslang
E
B
De Antwerpse Zoo: een monument in beweging
'Met mezelf heb ik geen medelijden'
Verborgen levenslang
Bepalingen
Si
De afgelopen zeven jaar nam
het aantal levenslang
gestraften in Nederland toe
van vier tot negentien (een
officieus aantal) mannen,
uitbehandelde tbs'ers niet
meegerekend. 'Levenslang'
is in Nederland de zwaarste
sanctie sinds in 1870 de
doodstraf verdween. In de
vorige eeuw werden
ongeveer vijftig mensen
daartoe veroordeeld. In de
Scheveningse gevangenis zit
Jan (48) deze hoogste straf
uit. Hij is depressief. „Ik heb
een kind vermoord en ik
weet niet wat ik er mee aan
moet."
door Truus Duisterwinkel
Met toiletpapier heeft hij
de telefoon in Unit 4 van
de Scheveningse gevan
genis minutieus gepoetst. Niet één
keer, maar vele, vele malen. Jan
heeft sinds twee maanden smet
vrees. Hij ziet overal bloed. Op de
kraan, op zijn koffiezetapparaat, op
de krant, zijn pakje shag en op zijn
klompen. Alles is vies, ook al maakt
Jan het zevenentwintig keer schoon.
„De psycholoog en psychiater zeg
gen dat het met mijn delict te maken
heeft."
In juli 1999 verkrachtte en ver
moordde Jan in Assen Chanel Nao
mi Eleveld (7). „Ik was bang dat ze
zouden ontdekken dat ik seksuele
handelingen bij haar had gedaan."
Levenslang, luidde op 11 februari
2000 het vonnis van de rechtbank in
Assen en op 20 juli 2000 het arrest
van het Leeuwarder gerechtshof. Jan
komt in principe nooit meer vrij.
Al 2] jaar cel
In Nederland zitten, voor zover valt
na te gaan, negentien mensen een
levenslange gevangenisstraf uit.
Langstzittende is Koos uit Den Haag.
De nachtclubportier verblijft inmid
dels 23 jaar in de cel voor de moor
den op drie meisjes. Gratie zit er
voorlopig niet in. Koos is nog niet
toe aan zijn eerste wandeling buiten,
vinden zijn tbs-begeleiders van de
Van Mesdagkliniek in Groningen.
Op een wandeling hoeft Jan de eer
ste jaren helemaal niet te rekenen.
Hij zit sinds 22 februari in de gevan
genis in Scheveningen. Op de 'Biba',
de beveiligde individuele begelei
dingsafdeling, in Unit 4, bij andere
langgestraften. Advocaat Wim Anker
staat hem bij. Jan kreeg het adres
van de Friese advocaat via Michel
(59). Deze voor drie kindermoorden
veroordeelde vrachtwagenchauffeur
overleed vorig jaar aan de brand
wonden die hij opliep in zijn cel. Jan
hielp met blussen. „Toen had ik nog
geen smetvrees."
Jan gaat niet naar 'crea' vandaag.
Gisteren ook niet en morgen slaat hij
opnieuw over. Jan doet niet meer
mee aan activiteiten in Unit 4 en met
zijn baantje als reiniger is hij ge
stopt. .Alles blijft vies." Hij loopt
van de stoel naar de kraan, van de
kraan naar de stoel en van de stoel
weer naar de wasautomaat. „Mijn
leven bestaat uit handen wassen."
Met zachte zeep, anders gaan zijn
knokkels stuk.
Bezoek krijgt hij niet. „De spanning
is te groot. Het zweet loopt nu al uit
mijn oksels." Een keer in de twee
weken krijgt Jan post. Van de Jeho
va-vrienden van medegedetineerde
Ab of van zijn moeder. Sinds zijn va
der vorig jaar overleed, heeft hij weer
contact met haar. „Ik durfde mijn
ouders niet te bellen omdat ik zoiets
ergs had gedaan."
Hij draagt nu de kleren van zijn va
der. Een blauwe korte broek en een
blauw shirt met spikkeltjes en een v-
hals. Zijn moeder stuurde ze op.
„Mooi goed. Mijn vader heeft het
niet kunnen dragen. Ik hoorde pas
toen hij al begraven was, dat hij ziek
was. Kanker. Mijn moeder vertelt mij
stapsgewijs hoe het allemaal is ge
gaan in de kerk en op de begrafe
nis."
Besef
Twee keer per week praat Jan met
een psychiater. Over zijn ouders,
over die irritante smetvrees, over het
boorplatform waar hij vroeger werk
te, over zijn vrouw en zijn drié kin
deren. En over het meisje en haar
ouders. „Het heeft lang geduurd
voor ik besefte wat ik heb gedaan.
Wat ik heb gedaan, kan absoluut
niet. Iemand die een kind ver
moordt, heeft zelf ook geen recht
meer om te leven."
Soms slaat hij zichzelf, dan denkt hij
aan het meisje dat hij ombracht. „Ik
sla dan zo hard in mijn gezicht dat ik
duizelig word. Appie hoort me dan
en tikt tegen de muur." Appie zit in
de cel naast Jan en heeft ook levens
lang. Voor de overval die hij op 14
mei 1990 pleegde op de Albert Heijn
in Oosterbeek. Hij schoot twee win
kelmedewerkers dood.
Aan de muur van zijn cel hangen
naast trouwfoto's en foto's van Jans
ouders een paar schilderijen van Ap
pie. Bloemen en zeilboten. „Hij kan
heel mooi schilderen. Appie heeft
mijn cel wat aangekleed." Jan had
daar zelf geen zin in.
Hij is de afgelopen twee maanden 16
kilo afgevallen. „Ik krijg geen eten
binnen. Ben bang dat er bloed in zit.
Vandaag aten we bami." Jan zag een
stukje kip met iets roods erop.
„Man, Jan, Jan, Jan, verdorie, eet op,
zeg ik dan." Maar meer dan droog
brood en koffie krijgt hij niet naar
binnen.
Na het eten gaat 's avonds om half
tien de deur van zijn cel dicht. Jan zit
op de rand van zijn bed. Lezen doet
hij amper, ook de krant niet. .Ande
ren hebben hem in handen gehad.
Er zit bloed aan." Hij kijkt televisie,
Nederland 1. Naar het Journaal en
Netwerk en nog eens naar het Jour
naal. Daarna neemt hij een slaappil,
een van de tien dagelijkse tabletten.
Nachtmerries
Dromen heeft Jan niet meer. Wel
nachtmerries. „Dat kleine kind, haar
ouders en haar familie. Mijn kinde
ren, mijn familie. Hoeveel mensen
heb ik geen verdriet gedaan, heb ik
teleurgesteld? Ik heb een kind ver
moord en ik weet niet wat ik er mee
aan moet. Jan, Jan, Jan, Jan. Waar
heb je in godsnaam je verstand ge
had?! Met mezelf heb ik geen mede
lijden. Ik vind mezelf een waardelo
ze klootzak. Zo is het en niet anders.
Misschien is het voor iedereen het
beste dat ik er niet meer ben. Maar
ik ben geen held, ik durf mezelf niet
op te hangen. Mijn moeder is gek
met me, maar zij denkt ook dat het
beter voor me is dat ik er niet meer
ben. Ik heb aan Appie verteld dat ze
dat heeft gezegd. We vertellen alles
aan elkaar. De jongens zeiden van
avond nog 'Jan probeer eens een
stukje muziek. Misschien word je
daar vrolijker van'." Het boeit hem
niet. „Wat kan mij muziek schelen.
Ik heb geen vooruitzicht meer."
De kans dat Jan op vrije voeten
komt, is klein. Volgens het vonnis
van de de Asser rechtbank moet hij
voorgoed uit de samenleving ver
dwijnen.
„Daarmee geven ze nu al een nega
tief advies voor de gratie die mijn cli
ënt over misschien twintig jaar aan
zou kunnen vragen. Je neemt voor
goed afscheid van een mens", aldus
advocaat Anker.
Een zorgwekkende ontwikkeling,
vindt de Tilburgse hoogleraar Mare
Groenhuijsen. „Mensen horen niet
in de gevangenis te sterven. In prak
tijk moet een levenslange straf wor
den omgezet in een tijdelijke. Na
twintig jaar van opsluiting zou de sa
menleving een streep onder zo'n
zaak moeten kunnen zetten. Dit
geeft de gedetineerde weer uitzicht
op een terugkeer in de samenleving.
Dat geeft zin aan de straf."
In de agenda van strafadvocaat Wim
Anker staan vlaggetjes bij de verjaar
dagen van Koos en Jan. „Ik bel of ik
ga naar ze toe. Levenslangen hebben
geen horizon. Zij kunnen geen
streepjes op hun celdeur zetten, zij
hebben geen punt om naai- toe te
werken. Ik wil mijn cliënten toch uit
zicht proberen te bieden. Zij hebben
behoefte aan perspectief, hoe ver
weg ook."
Langstzittende Koos heeft zijn dro
men - zich vrij voelen, op het strand
kunnen rennen of reizen zonder dat
iemand hem herinnert aan zijn ver
leden - in de cel gezet. Zijn doel is
nu om op termijn begeleid te wo
nen. Koos vertrouwt op zijn raads
man: „Ik hou wel vol. Ik weet dat u
er bent en dat het uiteindelijk wel
goed komt."
Jan is depressief, Jan wil zijn handen
wassen, een ander doel heeft Jan
niet. „Ik weet heel goed dat ik nooit
meer vrij kom, dat ik nooit meer een
leven buiten heb. Ik heb niets te ver
liezen. Maar ook niets te winnen."
Ook al is het aantal levenslanggestraften in Nederland de laatste jaren
toegenomen, vergeleken met het buitenland is het aantal relatief ge
ring. De meest recente cijfers van het International Centre for Prison
Studies in Londen dateren van 1998. In Engeland en Wales zaten toen
3.934 mensen een levenslange straf uit. In Turkije waren dat er 1.713
en in Frankrijk 525.
„Maar het Nederlandse strafklimaat is niet zo mild als het lijkt", stelt
advocaat Wim Anker uit Leeuwarden. „De 'verborgen' levenslangen
worden vergeten. Zij tellen in ons land niet mee." Anker doelt op men
sen als zijn cliënt Theo.
Theo was zeventien toen hij zich in de zomer van 1960 vergreep aan
een elfjarig meisje. Naast een jaar gevangenisstraf kreeg hij tbs opge
legd. Theo zou een behandeling krijgen met als doel: terugkeer in de
maatschappij. Theo is inmiddels 59 jaar en zit nog altijd vast. Zonder
begeleiding komt hij de tbs-inrichting Van Mesdagkliniek in Gronin
gen niet uit Hij is volgens de mensen van de kliniek nog 'onvermin
derd delictgevaarlijk'.
De rechter heeft Theo's 'terbeschikkingstelling van de regering' (tbs) In
juni met twee jaar verlengd. Als Theo volgens de kliniek onbehandel
baar blijkt en niet meer terug kan keren in de maatschappij, kan hij
op een 'long stafafdeling worden geplaatst. Levenslang achter de
deur.
Volgens het SCO Kohnstamm Instituut komen 250 tot 300 uitbehan
delde tbs'ers voor plaatsing op zo'n afdeling in aanmerking. De men
sen van tbs-kliniek 'Veldzicht' spreken over zo'n 100 tot 150 patiënten
die in de toekomst op de 'long stay4 zullen verblijven. Desnoods voor
de rest van hun leven.
„In Nederland elimineren wij vrij geruisloos gevaarlijke mensen uit de
maatschappij", zegt de Tilburgse hoogleraar strafrecht Mare Groen
huijsen. „Bij tbs'ers kan ik me dat voorstellen. Je moet de samenleving
beveiligen tegen levensgevaarlijke, onbehandelbare mensen."
Dat niet Theo met zijn ongeveer veertig jaar gevangenschap wordt aan
gemerkt als de langstzittende veroordeelde, maar de Haagse nachtclub
portier Koos (23 jaar opgesloten) komt voort uit het feit dat Theo tbs
heeft Levenslang wordt aangemerkt als straf, tbs geldt als maatregeL
Levenslang kan worden opgelegd als de rechtbank een van de volgen
de drie artikelen van het Wetboek van Strafrecht bewezen acht:
1). Artikel 289: moord.
2). Artikel 288: doodslag met verzwarende omstandigheden.
3). Artikel 157: opzettelijke brandstichting met de dood van iemand
tot gevolg.
In principe bepaalt de dood van de veroordeelde het einde van de
straf. Wel kan de gedetineerde gratie aanvragen bij de minister van
justitie.
De minister wint advies in bij de rechtbank die de verdachte eerder
veroordeelde en eventueel bij de koningin. Gratie wordt alleen ver
leend in zwaarwegende gevallen. Bijvoorbeeld bij ernstige ziekte of ho
ge leeftijd van de gedetineerde.
De eerste vijftien jaar na de veroordeling is gratie vrijwel kansloos. Het
laatste verzoek is - voor zover bekend - in 1986 ingewilligd. Een tot le
venslang veroordeelde man kwam na twintig jaar cel vrij.
Hoeveel mensen een levenslange straf uitzitten, kunnen officiële in
stanties niet exact vertellen. Navraag bij het Wetenschappelijk Onder
zoek- en Documentatie Centrum van Justitie, het Centraal Bureau
voor de Statistiek en de Dienst Justitiële Inrichtingen levert geen actu
ele gegevens op. Hoogleraar strafrecht Mare Groenhuijsen: „Dat was
vijf jaar geleden zo en zo is het nu nog. Verbazingwekkend. Een niet
echt verantwoorde manier van werken."
Tellingen op basis van krantenartikelen en rechtbankuitspraken leve
ren een aantal op van negentien levenslang gestraften. In 1997 waren
dat er vier. In juni van dit jaar veroordeelde de rechtbank in Dor
drecht drie mannen tot een levenslange celstraf. „Dat zijn er evenveel
als in de periode tussen 1970 en 1985", schrijft Jeroen ten Voorde van
de Rotterdamse Erasmus Universiteit in het Nederlands Juristenblad.
Dokter O. is de enige Nederlander die twee keer levenslang kreeg. De
arts uit Berkel werd in de jaren vijftig veroordeeld voor de gilmoord
op zijn vrouw. Toen hij zijn levenslange straf uitzat in Leeuwarden,
heeft hij volgens de rechters een medegevangene vergiftigd. Nog eens
levenslang. Dokter O. kreeg na drieëntwintig jaar cel in 1975 gratie. Hij
is inmiddels overleden.
I
De Antwerpse Zoo is een grote toeristische trekpleister, jaarlijks
goed voor twee miij'oen bezoekers. Op zondag komt ongeveer
veertig procent van de bezoekers uit Nederland. Die enorme
belangstelling wil de Zoo graag zo houden. Vandaar een
investering van vijftig miij'oen euro. Om bij de tijd te blijven.
door Romain van Damme
„Hé, ik mis wat", zegt algemeen di
recteur Rudy van Eysendyck van de
Antwerpse Zoo als hij de pas ge
opende moerasbiotoop betreedt.
Ah, er is geen mist. Nou ja, mist.
We zorgen voor een constante nevel,
net boven de grond. Zoals het wer
kelijk in een moeras is. Maar het is
pas een week open en wellicht is de
aannemer nog met wat zaken be
zig."
De moerasbiotoop is een van de
nieuwe attracties waarmee de Ant
werpse dierentuin de bezoekers ook
in de 21ste eeuw binnen de poorten
wil lokken. Maar liefst 50 miljoen eu
ro kan er aangewend worden om de
twaalf hectare in de Antwerpse bin
nenstad een nieuw jasje aan te me
ten.
„Dat geld is ook bedoeld voor die
rentuin Planckendael in het dorpje
Muizen bij Mechelen", zegt direc
teur Van Eysendyck. „Planckendael
is eigenlijk onze uitwijkmogelijkheid.
In Antwerpen kunnen we nou een
maal niet uitbreiden. We kunnen
geen kant op."
Het is woekeren met de ruimte in de
bijna 160-jarige dierentuin. Een van
de oudste in de wereld. Eysendyck:
„Maar niet dé oudste. Dat is Schön-
brun in Wenen die al 250 jaar be
staat. Ook Artis in Amsterdam is een
paar jaar ouder dan onze Zoo."
Eysendyck wijst naar de terrasvloer
waarop hij zit, meer dan honderd
jaar oud. „Prachtige vloer van moza
ïeksteentjes. Met de hand gelegd.
Die vloer moet hoognodig gerestau
reerd worden. Beginnen we volgend
jaar aan. Ja, alles moet met de hand
gebeuren. Dat kost dus een vermo
gen."
Achter hem staat een van de monu
mentale gebouwen waarin de groot
ste concertzaal van Vlaanderen is
verstopt: de Elisabethzaal, goed voor
2.100 plaatsen. Eysendyck: „Mooi,
maai" het kóst me een geld...
Wandelend door de dierentuin, staat
de directeur stil bij de kooien waarin
roofvogels huizen. „We mogen dus
absoluut niets afbreken. Ook deze
kooien niet. Want de gehele dieren
tuin is geklasseerd als monument.
Leuk, maar soms lastig."
„Deze kooien vergen ontzettend veel
onderhoud. Die zijn wel honderd
jaar oud. We willen in de toekomst
de kooien zodanig inrichten dat de
bezoekers erin kunnen wandelen.
Uiteraard goed beschermd. Ze lopen
als het ware zelf door een kooi en de
vogels vliegen boven en naast hen."
Het is een van de vele plannen die
momenteel uitgebroed worden. „We
willen de dierentuin verdelen in bio
topen, die moerasbiotoop is het be
gin. In een biotoop wonen dieren uit
de diverse continenten. In het moe
rasbiotoop lopen straks Afrikaanse
nijlpaarden, Maleisische tapirs en
Roemeense kroeskoppelikanen."
Op het lijstje van voorzieningen die
hoognodig opgeknapt moeten wor
den, staat ook het honderd jaar oude
aquarium. Eysendyck: „Het is nog
altijd mooi, maar mensen verwach
ten meer spektakel. Ze willen nieuwe
dingen. Ze willen de dieren in grote
ruimtes zien. Dat zijn trouwens ook
de nieuwe Europese regels waar We
ons aan moeten houden."
De nieuwe moerasbiotoop ziet er
nog een beetje kaal uit. Nijlpaard
Hermien, een van de bewoners, is
op vakantie in Planckendael en haar
toekomstige echtgenoot Hein staat
binnen in het gloednieuwe onderko
men. Drietonner Hein komt uit Tsje
chië en moet nog tot eind van de
maand in quarantaine blijven.
Eysendyck: „We gaan de biotoop
nog groter maken met een volière
voor moerasvogels en een nieuw
huis voor de tapirs. Als het straks be
groeid is, hebben we een schitterend
stukje moeras liggen."
Eysendyck heeft het al gezegd: in
Antwerpen is het woekeren met de
ruimte. „We hebben hier schitteren
de grasvelden liggen met fraaie bo
men. Mogen we niets aan doen.
Destijds was dit echt een tuin voor
de rijken. Ze hielden de dieren als
statussymbool. Het was zien en ge
zien worden. Rijke families flaneer
den met huwbare dochters door het
park. Als er een dier dood ging, haal
den ze in Afrika een ander dier." Dat
gebeurt dus al jaren niet meer. Het is
nu de omgekeerde wereld. In die
rentuinen gefokte dieren worden
uitgezet in de wildernis. In Mongolië
lopen sinds 1997 de Przwalskipaar-
den weer rond in het natuurpark
Hustain Nuruu, honderd kilometer
ten zuidwesten van de hoofdstad
Ulan Bator.
Eysendyck: „Iedere dierentuin is ge
specialiseerd in het fokken van be
paalde dieren. Wij hebben veel ken-
nis in huis over de okapi, de bonobo,
Congopauw en het goudskopleeuw-
aapje. De dierentuin in San Diego
weet alles over de koala. Laatst is in
Antwerpen een koala geboren. Dan
bepaalt San Diego wat er met het
diertje gebeurt. Hier blijven of naar
een andere dierentuin."
Inmiddels hebben de Europese die
rentuinen de handen ineen geslagen
en proberen ze onder andere in Bra
zilië stukken regenwoud te kopen.
„Om verbindingen, corridors, tussen
de regenwouden te behouden. Want
wat gebeurt er nu: door het kappen
van regenwoud krijg je op zichzelf
staande stukken en kunnen de die
ren niet van het ene naar het andere
stuk. Met als gevolg kleinere groepen
dieren, inteelt en uiteindelijk uitster
ven."
Terug naai- Antwerpen, naar de Zoo.
„We hebben tot nu toe een goed jaar
achter de mg. Dertig procent meer
dagkaartjes verkocht dan vorig jaar
dat, eerlijk is eerlijk, uitermate slecht
was. Een nat voorjaar en en dan ook
nog eens de mkz-crisis.
We zijn met de huidige bezoekers
aantallen weer terug op het niveau
van 1997. Dat willen we vasthouden.
Om dat voor elkaar te krijgen moe
ten we constant vernieuwen, mee
gaan met de tijd. De tralies moeten
bijvoorbeeld wijken voor omheinin
gen die nauwelijks te zien zijn."
In de moerasbiotoop staan rond het
verblijf van de nijlpaarden palen die
straks niet meer te zien zijn door de
begroeiing. Eysendyck:Als je dit zo
ziet, denk je: moet dat een nijlpaard
tegenhouden? Wees gemst, daar
komt een nijlpaard niet doorheen.
Dat is uitvoerig getest, want veilig
heid staat natuurlijk altijd voorop."