'Ik vertoon een kunstje op hun verzoek'
Alphenaar Fons Veraart is gevangenistandarts in de Bijlmerbajes
krachtsexplosie bracht. Ze stond, tijdens de
weeën, naast de patiënte, een plaats die zij
pas op het 'moment supreme' aan de dokter
afstond. Ze haalde je alleen uit bed als het
echt spannend werd, maar als ze je riep,
moest je er binnen de kortste keren zijn. Zo
ook in die voor mij historische nacht in
1981.
Hoewel zij zeker niet de schoonheidsprijs
verdient, zal ik deze 'verlossing' nooit verge
ten. Het was een vrijdagavond eind augustus
en ik was naar een afstudeerborrel op het
Rapenburg geweest. Tegen drieën fietste ik
met Maureen zwalkend en stuiterend huis
waarts. Op het station pikten we een och-
tendkrantje mee. Niemand op straat, een
prachtige heldere nacht en we genoten. Na
een langdurige, door vele plaspauzes onder
broken rit vielen we als een blok in slaap.
De telefoon ging. 'Ja, met Meijer.'
'O, gelukkig dokter. Ik heb al drie keer ge
beld maar er werd niet opgenomen Dokter
Meijer, bent u daar nog?'
Ik had de haak weer neergelegd en was weer
in slaap gevallen. Weer de telefoon.
'Bent u daar nog? Met Jan Strand, mijn
vrouw gaat bevallen.'Goede God, net nu,
bonsde het door mijn hoofd. Het was het
vierde kind van de Strandjes en de andere
drie waren soepel en vlot ter wereld geko
men. Vooruit, aandacht er bij, sprak ik mij
zelf toe.
'Ja meneer Strand, is het zo ver?'
'Mijn vrouw heeft weeën om de vijf minuten
en aangezien het de vorige keer zo snel is ge
gaan, bel ik nu maar wat eerder. Bent u daar
nog?'
Het geluid kwam van de grond naast het bed
waar de hoorn van de telefoon terecht was
gekomen.
'Hallo, dokter Meijer, hallo!'
Ik raapte de hoorn weer op. Eén ding spook
te door mijn hoofd, bij de les blijven, con
centreren. 'Ja meneer Strand, zegt u het
maar.'
'Zal ik maar direct naar het ziekenhuis
gaan?'
'Doet u dat maar.'
'Belt u dan nu het ziekenhuis?'
'Dat zal ik doen.'
'Tot zo, dokter.'
'Dag meneer..."Strand, dokter Meijer,' klonk
het aan de andere kant.
Maureen was wakker geworden. 'Wat maak
je toch een pestherrie.'
'Ikïheb een bevalling. Hoe laat is het?'
Gesnurk verraadde dat ik ook van die kant
weinig hulp kon verwachten. Ik zat op de
rand van het bed. Eerst bellen, nee eerst
plassen. Een biertje of vijf verlieten weer het
lichaam. De telefoon ging.
'Met Fien van Schie, waar blijf je nou?'
Ik lag weer in bed. 'Hoe laat is het?'
'Half vijf.'
'Zijn die mensen er al?'
'De familie Strand is er, maar de man zei dat
je zo slaperig door de telefoon klonk.'
'Ik ben naar een borrel geweest, snap je.'
'Ja, ik snap het, maar je moet nu echt ko
men, ik zal sterke koffie zetten.'
HHI ij was de koningin van de verloska
mer van het St. Elisabeth Ziekenhuis. Zij
stond aan de wieg van duizenden Leienaar
tjes. De verloskamer was haar territorium.
Iedere in barensnood verkerende moeder
werd met haar no-nonsense-aanpak gecon
fronteerd. 'Goedenavond mevrouw, meneer,
ik ben Fien van Schie van de Verloskamer.
Komt u maar mee, mevrouw en kleedt u zich
maar uit; hemdje aanhouden, hoor. Kopje
koffie, meneer? Zuster,
geef jij meneer een kopje
koffie.'
De leerling-verpleegster
rende al. Het was het
vaste scenario en het
liep altijd gesmeerd. Na
de moeder, in verband
met infecties, rondom
de vagina geschoren te
hebben, legde zij haar
hand op haar buik en
telde de weeën. Vervol
gens pakte ze de hand
van de moeder ten teken
dat zij in deze zware
uurtjes op haar kon re
kenen. Ofschoon ze niet
inwendig mocht touche
ren voelde zij feilloos
aan hoever de partus
was gevorderd. Zij was
de baas en bepaalde ver-
Praktijkverhalen van der de regie van deze be
de Leidse huisarts Na een vlotte bevalling
in 1970 in het ziekenhuis
Har Meijer (aflevering 19) aan de Hooigracht zat ik
voldaan met de ouders
nog wat na te babbelen
toen ze binnenstoof: 'Maakt u altijd zo n rot
zooi en kijkt u de placenta nooit na? Zeker je
opleiding in het Academisch Ziekenhuis ge
had waar de zusters de rommel achter de
kont van de dokter opruimen.'
De placenta was met flink wat stolsels gebo
ren, waarna ik hem vluchtig had nagekeken
en op de aanrecht van de keuken had gezet;
maar rotzooi?
'En schrijft u niet eerst een baringsverslag
voordat u hier aan het bed gaat zitten?'
Ze keek me doordringend aan. Dit waren de
huisregels, dat was me wel duidelijk. Ik heb
haar protocol nadien altijd keurig afgewerkt
en we werden beste vrienden. Ze deed alleen
maar nachtdienst en kwam elke avond van
uit Oud Ade met de fiets naar de Hooigracht.
In de ochtendspits fietste ze weer huis
waarts.
Ze was altijd op tijd en nooit ziek. Ze had het
struise van het polderland, maar de inborst
van Florence Nightingale. Wanneer ze de
kleintjes voor het eerst in het lauwe water
onderdompelde en ze daarna lekker warm
droogde, straalde ze van oor tot oor. De ont
sluitingsweeën werden draaglijk door haar
luide aanmoedigingen. 'Zuchten, zuchten,'
schalde het door de stille nacht, waama tij
dens het persen haar 'doordruk, doordruk',
de uitgeputte moeders tot een uiterste
ZATERI
14 SEPl
2002
'Fijn zuster Van Schie, ik kom er aan.'
Gegrinnik aan de andere kant van de lijn.
Een nieuwe lading biertjes verdween in de
pot Ik dronk water, gulzig en veel. Het ging
al wat beter. Luchtig aangekleed hobbelde ik
de trap af. Dochter Kiek van twaalf was wak
ker en riep 'Dag pap.' Buiten was het al licht,
volmaakt blauw, dat hele lichte zachte
blauw. Auto in en voorzichtig rijden. Ik was
redelijk bij de mensen. Veel visvolk op straat,
hengels langs de stang van de fiets. Auto pal
voor het ziekenhuis. De portier groette
vriendelijk: 'U weet de weg.'
De gang door, de trap op, de afdeling Verlos
kunde. Voor de deur van de verloskamer
stond ze in volle glorie, de koningin uit Oud
Ade.
'Kom mee,' zei ze en leidde me naar haar
kantoortje. 'Ga zitten, je hebt nog wel even.
Ik heb valium 5 gegeven en ze slaapt.'
Ze liep naar een volle kan koffie en schonk
een grote beker vol met het donkerbruine
vocht. 'Suiker en melk?'
'Graag, Fien.'
'Drink op.' Het klonk als een bevel. Na het
bier smaakte de warme koffie voortreffelijk.
Zij schonk mij weer in. 'Schiet op, het kan zo
beginnen.' Ze zei het lachend. Volgens mij
genoot ze van de situatie. Vele nachtelijke
bevallingen hadden een speciale band tus
sen ons geschapen. 'Nog een kop?'
In de deuropening verscheen mijnheer
Strand. 'O, wat fijn dokter Meijer dat u er
bent, mijn vrouw moet persen.'
Fien schoot overeind en trok meneer Strand
naar de verloskamer. Even later kwam ze te
rug. 'Het is zo ver. Hier is je witte jas. Maat
acht hè? Je gaat naast mij staan en ik zal je
wel coachen. Handschoenen en doek liggen
klaar. En luister, je houdt je mond dicht
want je stinkt van hier naar Oud Ade naar
het bier. Kom mee.'
We waren super geconcentreerd en gemoti
veerd. Een klein plukje haar verscheen. Fien
gaf de handschoenen.
'Perst u maar zachtjes, mevrouw.'
Ze gaf me de doek. Het kind viel probleem
loos in het katoen, een jongetje.'Let op, daar
is de nageboorte al.'
Normaal knipt de vader samen met mij de
navelstreng door, maar Fien klaarde dat
klusje razendsnel zelf en legde het kind op
de buik van de moeder. Ik stond er bij en
keek er naar. De ouders waren volmaakt ge
lukkig. Ik inspecteerde de vagina, geen
scheurtjes, mooi zo. Ze nam de po met de
Tekening: Bert van der Meij
nageboorte op: 'Kom mee, Meijer, we gaan
de navelstreng bekijken.'
Ik volgde gedwee. De placenta was volledig
en had mooie bloedvaten, tenminste dat zei
Fien. Terug in het kantoortje pakte zij het
baringsverslag, dat zij intussen al had ge
schreven. Ze las het voor: 'Normale partus in
achterhoofdsligging. Placenta volgt vlot.
Geen ruptuur, apgarscore kind: negen.' Hier
tekenen, Har. Nog koffie?'
'Graag, Fien.'
Ze zat tegenover me en keek me aan. 'Toen
die mijnheer vertelde dat je zo slaperig rea
geerde en jij vertelde dat je een borrel had
gehad, wist ik al hoe laat het was. Het is fan
tastisch afgelopen, maar dat doen we niet
meer hè.'
'Sorry, Fien.'
'Ga nog even bij die mensen langs en dan
naar huis.'
'Ja Fien.'
'Bedankt dokter', zei de trotse moeder, 'het
ging nog beter dan de vorige keer. En wat is
die dokter Van Schie een schat.'
Toen ik moeder en kind op zaterdagmiddag
bezocht stond er een grote fles champagne
op tafel. 'U hebt het zo druk en bent 's
nachts zo moe, dus die zal wel smaken.'
Kiezen trekken en gaatjes boren in
de Amsterdamse Bijlmerbajes. Het
is op het eerste gezicht niet de
meest aantrekkelijk tijdsbesteding
tijdens je VUT. Toch is de Alphense
tandarts Fons Veraart (62) er aan
begonnen en krijgt hij in plaats van
Alphenaren nog louter criminelen
in zijn behandelstoel. „Mijn omge
ving zei ook: datje daaraan begint.
Maar ik vind het vak veel te leuk."
door Jelle Settels
Veraart runde jarenlang een praktijk in Al
phen aan den Rijn totdat hij er in 2000 de
brui aangaf. Hij was het zat om alles in de
praktijk te organiseren en deed hem over
aan een jongere collega. „Toch kon ik niet
stilzitten en ging op zoek naar werk waar ik
alleen met het échte tandartswerk bezig kon
zijn", zegt Veraart. „Eerst wilde ik naar Israël
of Nepal, maar toen de intifada uitbrak en de
Nepalese koninklijke familie werd vermoord,
was het mij te onrustig in die landen. Uitein
delijk kon ik vorig jaar mei in de Amster
damse gevangenis aan de slag."
Bang voor zijn patiënten is Veraart niet. „Ik
geef toe dat het niet de meest aantrekkelijke
plek is om te werken, maar het valt me reuze
mee. De mensen komen allemaal onder be
geleiding naar mij toe. En ze komen omdat
ze iets van me willen: een verzorgd gebit. De
patiënten hebben er totaal geen belang bij
om mij nerveus te maken en gedragen zich
heel normaal. Eigenlijk interesseert het mij
niet zoveel wat ze op hun kerfstok hebben.
Ik doe een kunstje op hun verzoek."
De Bijlmerbajes profiteert van de ervaring en
kennis van Veraart. „Ik heb alles wel gezien
en meegemaakt. Daardoor hoeft iemand van
wie bijvoorbeeld de verstandskies moet wor
den getrokken niet meer naar de kaakchi-
rurg in het ziekenhuis. Hiermee wordt een
heleboel rompslomp met vervoer en bewa
kers voorkomen."
De praktijkruimte is net zoals die van nor
male tandartsen maar dat betekent niet dat
Veraart alles doet. „Het is en blijft de gevan
genis. We bieden een standaarffimkket aan
Gevangenistandarts Fons Veraart: „We bieden een standaardpakket aan met het eenvoudige gaatjes vullen en kiezen trekken. Een kroon
zetten we zelden. Want de mensen zitten daar wel op kosten van de belastingbetaler." Foto: United Photos De Boer/Milan de Bie
met het eenvoudige gaatjes vullen en kiezen
trekken. Een kroon zetten we zelden. Want
de mensen zitten daar wel op kosten van de
belastingbetaler. En de hulp moet van twee
kanten komen. Ik zeg vaak tegen zo'n gevan
gene: 'poets je tanden dan toch eens', of:
'stop met roken'. Als ze dat niet doen, dan
houdt het voor mij ook op. Ook in de gevan
genis ga je vrijwillig naar de tandarts."
De beperkte tandartsregeling is een bewuste
keuze van de Bijlmerbajes. „Je ziet vaak
mensen binnenkomen die van alles willen
met hun gebit. Dan denken ze te kunnen
profiteren van een goedkope gevangeni
standarts. Je moet dan erg goed opletten dat
je niet wordt misbruikt. Meestal druipen ze
dan met een beteuterd gezicht weer af."
Dat de meeste gevangenen een goed gebit
belangrijk vinden, is niet vreemd. Volgens
Veraart betekent een goed gebit dat je er re
presentatiever uitziet. Daardoor is de kans
om op een goede manier terug te keren in de
samenleving groter. Maar soms is het gebit
te slecht om nog te herstellen. „Dan zie je
zo'n afbraak dat een kunstgebit de enige op
lossing is. Vooral drugsverslaafden hebben
vaak een slecht gebit. Het is soms onvoor
stelbaar wat een verwoestende werking
drugs kunnen hebben op tanden en kiezen.
Ondanks het vreemde decor en de opvallen
de patiënten heeft Veraart regelmatig moeite
zijn lach in te houden om situaties die zich
voordoen in de praktijk. „Vaak wordt een
mannetje vooruit gestuurd door een afdeling
om tq kijken of ik er wat van kan. Als het dan
bevalt zie je rest van de afdeling ook. Ze vin
den het ook niet vervelend om naar me toe
te komen. Het doorbreekt toch de sleur van
de dag. Vooral met Antillianen kun je vaak
enorm lachen."
„Soms krijg ik mensen in mijn stoel die to
taal me^rewend zijn om naar de tandarts te
gaan. Ze kennen de westerse tandarts niet
en raken behoorlijk van slag van de behan
deling. Laatst moest ik iemand een verdo
vend prikje geven en het kostte heel veel
moeite om hem aan zijn verstand te brengen
dat een verdoving geen narcose is. Als ie
mand dan vraagt of hij gaat slapen bij het
spuitje schiet ik in de lach."
Maar het werk mag dan in grote lijnen het
zelfde zijn als vroeger in de praktijk, de om
standigheden zijn totaal anders. „Vroeger in
Alphen plande je zo dat je constant kon
doorwerken en dus ook voldoende verdien
de. Nu moet je wel eens even wachten totdat
de patiënt er is. Dat komt vooral doordat het
nog behoorlijk complex is om de gevange
nen op de stoel te krijgen. Je moet bewakers
regelen en bovendien moeten de gevange
nen zoveel mogelijk van elkaar gescheiden
blijven. Doordat je niet voordurend patiën
ten behandelt, verdien je wat minder. Maar
ach, de financiële prikkel is er voor mij niet
meer. Ik vind het niet erg om even te wach
ten."
Terugkijkend naar zijn loopbaan lijkt Veraart
patent te hebben op het behandelen van
niet-alledaagse patiënten. Hij heeft in een
internationale tandartswerkgroep gezeten
van de Wereld Gezondheidsorganisatie,
WHO. „Ik ben overal geweest om de plaatse
lijke tandartsen te adviseren over de tand
heelkunde en het materiaal. Zo hebben we
het lesmateriaal van een tandartsenoplei
ding in Utrecht overgebracht naar Indone
sië. De spullen kwamen beschikbaar omdat
de opleiding ermee stopte.
De reis naar Albanië vergeet hij nooit meer.
„Ik ging vlak na het bewind van dictator
Hoxha met een aantal Nederlandse collega's
naar het land toe. Wat we daar aantroffen,
was echt ongelofelijk. De situatie was daar
nog slechter dan in menig Afrikaans land.
Vriendjespolitiek was aan de orde van de
dag bij de Albanese tandartsen. Ze hadden
smerige Chinese apparatuur van veertig jaar
oud die volledig kapot was. Steriliseren de
den ze niet en van hygiëne hadden ze geen
begrip. Zelfs een dweil over de 'vloer slaan
was al te veel gevraagd."
De Nederlandse delegatie wilde graag de
problemen aanpakken, maar stuitte op on
begrip en een cultuurverschil met hun Alba
nese collega's. „Ze wilden alleen maar gou
den kronen. Hun eerste wens waren implan
taten, dat is voor hun echt hightech. Wij zei
den dat ze eerst eens de middelen moesten
krijgen om fatsoenlijk te boren en kiezen te
trekken, want de tandheelkundige situatie
was echt middeleeuws. Maar dat wilden ze
niet, ze wilden alleen het mooiste. Gelukkig
hebben Italiaanse tandartsen meer voet aan
de grond gekregen in Albanië door een klei
ner cultuurverschil. Kennelijk konden zij
hen wel overtuigen van de slechte situatie."
Naast alle buitenlandse reizen behandelde
Veraart ook Alphense verstandelijk gehandi
capten. „Lijkt het of ik bijzondere mensen
aantrek? Tja, ik weet ook niet hoe dat komt.
Kennelijk trekt het mij om de zwakkeren in
de samenleving te helpen. Toen ik mij eind
jaren zestig in Alphen vestigde, kwam het
aanbod om mijn praktijk uit te breiden met
de verstandelijk gehandicapten in de ge
meente. Die mensen behandelen is behoor
lijk anders dan anders. Je moet een heleboel
trucjes beheersen om hen een goede behan
deling te kunnen geven. Het is wel voorgeko
men dat ik vechtend op de grond lag met
een patiënt. De kennis die ik daardoor heb
opgedaan, gebruik ik nu in de gevangenis.
Eigenlijk leer ik nog iedere dag bij."
Hoe lang Veraart nog blijft werken, weet hij
niet. „Ik heb meer dan voldoende vrije tijd
en doe het werk nog met heel veel plezier.
Toch ben ik altijd weer blij de frisse lucht op
te snuiven als ik klaar ben met werken.'