'Ik doe precies wat ik wil' O O O O 0 0 diid OOG in OOG O De vragen De regels Kees van Beijnum, van 21 maart 1954 te Amsterdam, is roman- en scenarioschrij ver. Hij had allerlei baantjes tot hij ging schrijven, de eerste tien jaar als journa list voor onder meer Nieu we Revu. Zijn doorbraak als schrijver kwam in 1995 met 'Dichter op de Zeedijk'. De verfilming van zijn laatste roman, 'De oesters van Nam Kee', gaat donderdag in première. In oktober ver schijnt zijn nieuwe 2^^ boek, 'De vrouw die les Van j Beijnum woont sinds twee jaar in Bloemendaal, met zijn vrouw, een zoontje van zes en een dochter van ander half. door Job de Kruiff Kees van Beijnum: „Wat me als schrijver alleen maar interesseert, is dat ik door mijn boeken voor een paar mensen iets betekend heb. Dat die zich, als ze later oud zijn, een boek of een bepaald personage of een passage urt een boek herinneren." Foto: United Photos De Boer 3. Als u nu een ander beroep zou mogen kiezen, wat zou u dan worden? „Vooropgesteld: ik heb die behoefte niet. Dit heb ik altijd gewild en ik ben een ont zettend tevreden mens, omdat ik met het schrijven ook nog kan voorzien in mijn le vensonderhoud. Maar als ik gedwongen word iets anders te kiezen: ik heb een enorme bewondering voor mensen die heel fijn werk met hun handen kunnen doen, en daarvan is de vi oolbouwer de kampioen. Niet dat ik de vi ool nou zo'n prachtig instrument vind of dat ik zo ontzettend muzikaal ben inge steld, maar omdat ik een grenzeloze be wondering heb voor mensen die zoiets am bachtelijks kunnen maken. Het dienstbare spreekt me ook aan: dat jij zo virtuoos bent met je handen, zodat een ander, de violist dus, daar iets nog mooiers mee kan maken. Binnen het schrijven heb ik ook geen ande re wensen: ik doe precies wat ik wil. Ik ga van project naar project en ik raak iedere keer weer verliefd op de mogelijkheden van mijn volgende roman. Ik maak nu voor het eerst mee dat een boek van mij in de bio scoop komt, ik ben mijn nieuwe roman aan het afronden, maar wat me het meest be zighoudt, is het idee voor de volgende ro man. Anderhalve maand geleden, op va kantie in Bretagne, wist ik van het ene op het andere moment: dit ga ik maken. Bin nen twee dagen had ik allerlei aantekenin gen. Die zitten nu in een map en zodra ik tijd heb ga ik eraan beginnen. Op het gebied van filmscenario's heb ik wel eens één keer iets geschreven omdat ik het geld nodig had, en ook als vingeroefening. Maar verder zijn het allemaal ontdekkingen geweest en dingen die ik zelf ook wflde ma ken. Mijn hele schrijverschap ligt dus in het verlengde van mijn eigen verlangens en in teresses." 22. Waar geeft u het meeste geld aan uit? (woningen auto buiten beschouwing gelaten) „Ik ben totaal geen spender. Het klinkt zo cliché, de schrijver die niet om materiële dingen geeft, ik weet het. Maar ik heb geen dure hobby's, ik geef niet om mooie kleren, en ik neem me al jaren voor om eens een mooi schilderij te kopen, maar dat neem ik me dus alleen voor. Als ik het mooi vind, en mijn vrouw ook, dan kan ik me voorstellen dat ik daar een groot bedrag aan uitgeef. Het is niet dat ik het niet kan uitgeven. Vroeger leefden mijn vrouw en ik heel veel buiten de deur. Uit eten gaan, wat drinken, naar de bioscoop. Als je een gezin hebt, valt dat weg, dus nu zijn het waarschijnlijk toch spullen voor de kinderen en kleren waar het meeste geld heen gaat. Maar als ik naar de stad ga om voor mezelf eens mooie schoenen te kopen, kom ik thuis met gym pen voor mijn zoon of een leuk jasje voor mijn dochter. En mijn vrouw heeft precies hetzelfde. Al mijn geld zit in het huis, ja. Ik zou ook altijd tot aan de grens van mijn vermogen investeren in een leuk huis. Ik zou al mijn geld aan een groot landgoed kunnen uitge ven, tot en met een kinderboerderij en een zwembad, als ik het me zou kunnen ver oorloven. Je eigen plek is het allerbelang rijkste. Maar dan hoef ik geen champagne te drinken. Met een kopje koffie aan het strand is voor mij de hele dag goed." 24. Op welke terreinen heeft volgens u de andere sekse het gemakkelijker? „Ik denk dat het te maken heeft met orga nisatietalent. Vrouwen zijn beter in staat het leven te organiseren. Mannen zijn altijd druk en aan het bellen, vrouwen pakken dat veel relaxter aan en hebben in een oog wenk het overzicht van de hele week. Eerlijk gezegd zie ik ook veel terreinen waar vrouwen het een stuk moeilijker hebben. Als je als vrouw er goed uitziet en intelli gent bent en ook nog een beetje ambitie hebt, dan loop je tegen een muur op van afwijzing. Mannen in de zakenwereld den ken nog steeds dat een vrouw óf knap is, óf goed in haar werk. Allebei, dat kan niet, is het stereotiepe beeld. Dat is een groot na deel voor vrouwen. Voor vrouwelijke schrijvers kan het een voordeel zijn dat de gemiddelde lezer een vrouw tussen de 40 en 55 is. Dat kan je hel pen om een publiek te vinden. Al zal een goede uitgever toch, zeker bij een eerste boek, vooral op de overtuigingskracht van het manuscript afgaan." 44. Wat was uw slechtste beslissing? „Ik denk niet erg in zulke termen, maar wat zich op een hele platte manier laat herken nen als een stommiteit: de verleiding niet kunnen weerstaan van aandelen. Op het hoogtepunt van de koersen, dacht ik: ik laat mijn spaarcentjes niet langer verpieteren tegen tweeënhalf procent. Al mijn vrienden hadden dikke verhalen over grote winsten en versleten me voor sukkel. Terecht, want toen ik er eenmaal insprong, bleek ik de grootste sukkel van iedereen te zijn. Dat had ik nooit moeten doen. Maar ik ben er niet ziek van, hoor. Ik kan er hartelijk om lachen." 13. Gelooft u in liefde op het eerste gezicht? „Ja, en ik ben er een treffend bewijs van. Toen ik mijn vrouw ontmoette, voelde ik me onmiddellijk tot haar aangetrokken. Ik begon met haar te praten en per seconde ontwikkelde die verliefdheid zich. Al zet je er natuurlijk een rem op, want je weet niet of je ermee uit de voeten kunt en of de an dere kant ook maar iéts in je ziet. Dat bleek mee te vallen. En er kan dus een bestendig gevoel uit voortkomen. Je bent nooit meer zo verliefd als die eerste secon de, of. die eerste weken, maar wat daar be gonnen is, met een chemische ontploffing bijna, is nog steeds gaande. Het is tien jaar geleden, tijdens een avondje uit in Amsterdam. Er werd wat gedanst en gedronken. En ik keek naar haar terwijl ze danste. Maar ik werd pas echt verliefd toen ik haar op gympjes zag lopen. Toen wist ik: het is niet alleen dat moment, dat disco- licht en dat uitgaanssfeertje, op deze vrouw ben ik totaal verliefd. Wat de firma Nike al niet op zijn geweten heeft, hè?" 19. Vindt u zichzelf aantrekkelijk? „Ik heb wel eens een periode dat ik eigen lijk al drie weken naar de kapper moet, een nieuw hemd moet kopen en een dagje in de zon zitten. Dan ben ik dus niet zo tevre den. Maar soms is dat allemaal net ge beurd, kijk ik in de spiegel en denk ik: hele maal niet gek. Ik ben vrij lang en mager, en als jongen van 14, 15 jaar wilde ik dolgraag een echte bo dybuilder zijn. Inmiddels ben ik natuurlijk veel minder bezig met hoe ik eruitzie. Het zijn vooral andere mensen die er tegenaan moeten kijken. Al wil ik niet zeggen dat ik helemaal niet ijdel ben. Mijn vak brengt dat ook een beetje met zich mee. Als ik mezelf terugzie op foto's, schrik ik soms wel even." 32. Wat is de karaktertrek waarvan u wilt dat mensen zich u erom herinneren? „Zonder nou te zeggen dat ik meegaand heid bedoel, hoop ik dat ik andere mensen de ruimte geef. Dat ik ze niet mijn wil en ideeën opleg, maar dat ik nieuwsgierig ben naar wat ze zelf willen en kunnen. En dat ik een stapje terug doe om ze die ruimte te geven. Wat me als schrijver alleen maar interes seert, is dat ik door mijn boeken voor een paar mensen iets betekend heb. Dat die zich, als ze later oud zijn, een boek of een bepaald personage of een passage uit een boek herinneren. Of dat al gelukt is, weet je niet. De kans wordt groter en groter, omdat mijn boeken nu door grote aantallen mensen worden gelezen. Daar zullen er best een paar bij zit ten die misschien onbewust naar een van die verhalen gezocht hebben, omdat het iets onder woorden bracht wat ze zelf ook voelden. Dat zou ik heel prettig vinden. Het hoeven er niet veel te zijn." 37. Wat zou u graag beter kunnen? „Wat ik mooi vind, zijn mensen die tegen de tijdgeest in en onder alle omstandighe den bijvoorbeeld geitenwollensokkentypes blijven. We waren in Bretagne op vakantie en daar op de camping was een groep neergestreken met kinderen die in een te huis zaten. Daar waren drie begeleiders bij, die gingen de hele dag voetballen met die kinderen, schelpen zoeken aan het strand, voor ze koken in de tentjes. Als ik dat dan zie, denk ik: kijk eens even; dit is geweldig. Ik zou dat niet kunnen. Je zo in het belang van die ander opstellen, zoveel geduld heb ben. Het is ook helemaal uit geraakt, hè? Twintig jaar geleden wilde bijna iedereen het welzijnswerk in, terwijl maar weinigen dat van nature in huis hebben. Nu wil bijna niemand dat. Ik zag die kerels in de stro mende regen dagen achter elkaar die kin deren vermaken. Dat is wel mooi, hoor. Me dienstbaar maken aan een groter be lang dan dat van mezelf of mijn gezin, dat zou ik graag wel beter kunnen. Niet in de zin van politiek engagement en ook niet via mijn literatuur. Gewoon zo kleinschalig als ik het nu schets. Twintig jongens en meis jes uit gebroken gezinnen een leuke vakan tie bezorgen. Ik wou dat ik dat kon. Als ze me zouden bellen? Ja, dan zou ik het zo doen, om het te proberen." 47. Wanneer heeft u voor het laatst een leugen (tje) gebruikt? „Waarschijnlijk een minuut of drie geleden. Ik stileer de werkelijkheid natuurlijk voort durend, ook in dit vraaggesprek. Ik vertel een waarheid, maar ik kan niet garanderen dat het de waarheid en niets dan de waar heid is. Ik heb ook niets tegen kleine leugentjes. En ik ga er vanuit dat andere mensen mij ook de hele dag kleine leugentjes vertellen. Als ik maar weet dat ze me geen grote leugens vertellen. Ik vind het helemaal niet erg als iemand mij belt en zegt 'Kees, kom je morgen nog langs?' en ik heb daar geen zin in, dat ik zeg 'Ik kan niet weg, want ik moet op de kinde ren passen.' Ik denk dan niet later 'O, dat had ik nooit mogen zeggen.' Ik zorg alleen wel dat mijn zoontje het niet hoort, want ik wil hem niet opvoeden als leugenaar." 48. Wat is de grootste wetsovertreding die u heeft begaan? „Ik was een jaar of achttien en had een vriend van een vriend leren kennen, die me vertelde dat hij bezig was met het slopen van een kerk. Hij was bezig om het lood van het dak te halen en dat te verkopen. Hij had volledig de suggestie gewekt dat hij het sloopbedrijf kende en dat het allemaal bo na fide was. Hij had iemand nodig om hem te helpen. Ik zou in een dag honderd gul den verdienen en dat kon ik goed gebrui ken voor mijn vakantie. Dus ik met die knaap mee naar die kerk. Ik heb hoogtevrees en ik ontdekte daar pas hoe erg: het was een gi-gan-ti-sche kerk. Maar ja, ik was helemaal meegegaan, met gereedschap en handschoenen, en hij stond al op het dak. Dus ik er ook op. We zijn nog geen half uur bezig en er komt een politieauto, met sirene aan. Die jongen riep 'snel, het dak af. Ik zei 'hoezo dan?' En toen begreep ik pas wat er gaande was. Maar ik kon dat dak niet meer af, ik stond verstijfd. Dus ik ben met een bleek koppie en trillend van de zenuwen van dat dak ge haald. Ik moest mee naar het bureau, een halve dag de cel in. Het bleek dat ze al een week naar die gast op zoek waren. Maar ik heb ze kunnen uitleggen dat ik er ook maar ingetuind was. En ik heb gezegd dat ik zijn naam niet kende. Ik kan het me allemaal nog levendig heu gen, misschien nog het meest door de angst vanwege die hoogte. Ik was eigenlijk wel blij dat ik van dat dak werd gehaald. Ik kon die agenten wel in de armen vallen." ZATERDAG BI AUGUSTUS 2002 ER BIJ finish 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 12. 13. 14. 15. 16. 17. 18. 19. 20. 21. 22. 23. 24. 25. 26. 27. 28. 29. 30. 31. 32. Wanneer bent u voor het laatst enorm boos geweest? Op welke plek buiten Nederland zou u een jaar willen wonen? Als u nu een ander beroep zou mogen kiezen, wat zou u dan worden? Wat zult u nooit weggooien? Welk kunstwerk (boek, schilderij, beeld, lied, cd) zou u gemaakt willen hebben? Waarover heeft u in uw leven het meeste verdriet gehad? Gaat u liever om met mannen of met vrouwen? Wordt u met het ouder worden optimistischer of pessimistischer? Van welk bedrijf of welke instelling zou u directeur willen zijn? Wanneer was u voor het laatst zenuwachtig? Als u vandaag ineens alles zou durven, wat zou u dan als eerste doen? Wat zou u willen veranderen aan uw jeugd? Gelooft u in liefde op het eerste gezicht? Wat kan u in mensen vreselijk ergeren? Wanneer heeft u voor het laatst te veel gedronken? Welke rol in welke film had u willen spelen? Van wie zou u een toegestoken hand weigeren? Wat vindt u opwindend? Vindt u zichzelf aantrekkelijk? Wat is uw slechtste eigenschap? Heeft u een euthanasieverklaring getekend? Waar geeft u het meeste geld aan uit? (Woning en auto buiten beschouwing gelaten) Heeft u wel eens een belangrijke vriendschap verbroken? Op welke terreinen heeft volgens u de andere sekse het gemakkelijker? Zijn er onderwerpen waarover tegen u geen grappen gemaakt mogen worden? Is seksualiteit belangrijk in het leven? Welk tv-programma moet meteen van het scherm worden gehaald? Mogen partners geheimen voor elkaar hebben? Van welke beroemdheid greep de dood u het meest aan? Wat was de gelukkigste fase van uw leven? Welke dag zou u willen overdoen? Wat is de karaktertrek waarvan u wilt dat mensen zich u erom herinneren? In welke andere periode had u graag geleefd? Wanneer was u voor het laatst verliefd? Bent u trouw? Bent u gelovig? Wat zou u graag beter kunnen? Wat mist u in het buitenland het meest aan Nederland? U mag vier mensen - onder wie ook overleden personen - uitnodigen voor een dinertje. Wie kiest u? Welke kus zou u willen overdoen? Waar krijgt u kippenvel van? Wie bewondert u? Gaat u wel eens alleen uit? Wat was uw slechtste beslissing? Wat is in uw werk uw grootste frustratie? Wat was uw angstigste moment? Wanneer hebt u voor het laatst een leugen (tje) gebruikt? Wat is de grootste wetsovertreding die u heeft begaan? Denkt u te weten wat uw partner in u ziet? Wanneer beschouwde u zichzelf als volwassen? De geïnterviewde gooit telkens een dobbelsteen met twintig vlakken, om te bepalen welke vraag hij (of zij) krijgt voorgelegd. Voor de eerste vraag wordt gerekend vanaf nul. Bij de volgende negen worpen wordt er doorgeteld, waarbij na vraag 50 weer vraag 1 volgt. Komt iemand op een vraag die hij al heeft beantwoord, dan moet die worp over.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 2002 | | pagina 36