BI. Altijd op zoek naar wereldhits Joop van den Ende: musicalkoning van Europa ZATERDAG 10 AUGUSTU 2002 Joop van den Ende blijft ver bazen. Zijn bedrijf Stage Hol ding is in drie jaar tijd opge klommen tot een toppositie in de internationale theater wereld. Het verhaal van een winkelier in feestartikelen die het schopte tot musical koning van Europa. door Martin Hermens In het buitenland kijken ze met verbazing naar wat er in het klei ne Nederland gebeurt. Bijna 12 procent van de bevolking gaat er minstens één keer per jaar naar een musicalvoorstelling. In absolute aantallen scoren New York en Lon den beter, met de aantekening dat die steden zwaar leunen op de toe- ristenstroom. Dat percentage van 12 wordt nergens in de wereld geëve naard. Is Nederland musicalgek geworden? Dat kun'je wel zeggen. Bussen vol liefhebbers reizen richting Scheve- ningen en Utrecht om er te genieten van Aida of Saturday night fever. De voorstellingen die elk seizoen door het land reizen, hebben in de regel ook niet te klagen over belangstel ling. Vooral niet als de naam van Joop van den Ende eraan hangt. Die staat voor veel mensen gelijk aan vermaak van hoge kwaliteit. Sterren in spectaculaire decors en oogver blindende belichting, dus een aan genaam avondje uit. Maar in Nederland zijn voor Stage Holding, het theaterbedrijf van Van den Ende, met twee miljoen musi calbezoekers per jaar de grenzen be reikt. Het volume is niet verder op te pompen. Anders gezegd: een nog groter musicalaanbod betekent overkill. En dus richt het bedrijf zijn expansiedrift op het buitenland. In New York en Londen bouwde Van den Ende al stevig aan zijn reputatie. Met de recente aankoop van vier theaters in Duitsland verstevigt de producent zijn internationaal niet te onderschatten rol op musicalgebied. Vechtersbaas In veel overzichtsverhalen van zijn carrière wordt een beetje venijnig gemeld dat Van den Ende als mis lukt artiest begon. Laten we het erop houden dat er voor de jongeman uit Amsterdam destijds geen rol op de planken was weggelegd. Achter de schermen wel. Van den Ende debu teerde in het najaar van 1970 als vrije theaterproducent met de eerste An- dré van Duin-revue Lach in de ruim te. Al snel volgden toneelstukken, shows en theaterconcerten. Veel van wat hij produceerde, had groot succes bij het publiek. Maar in financieel opzicht moest hij zware tegenvallers incasseren. In die geval len bleek de voormalige winkelier in feestartikelen een vechtersbaas te zijn. Zijn credo: nooit opgeven en el ke financiële tegenvaller na verloop van tijd omzetten in winst. Fameus is zijn verlies van circa zeven miljoen euro op Broadway met de musical Cyrano. „Ik heb mijn verlies geno men, heb er kantoor gehouden", zegt Van den Ende. „Als we ons ver loren geld wilden terugverdienen, moesten we er blijven." Met die aanpak vergaarde de Neder landse producent al snel aanzien in de gesloten Amerikaanse theaterwe reld. „Ik heb er respect afgedwongen door er te blijven en door gewoon mijn rekeningen te betalen." Inmid dels is zijn bedrijf voor 60 procent eigenaar van het gerenommeerde Amerikaanse productiebedrijf Dod ger Stage Holding NY Inc. dat een reeks succesvolle musicals op zijn naam heeft staan. Doorbraak Terug naar Nederland. De eerste Cats-voorstelling ter gelegenheid van het honderdjarig bestaan van Thea ter Carré in Amsterdam opende voor Van den Ende de ogen voor het mu sicalgenre. In 1988 nam hij Barnum in productie. Niet meteen een com mercieel succes, maar wel een goede leerschool. Cabaret, een jaar later met de onweerstaanbare Willem Nij- holt in de hoofdrol, was echter een schot in de roos. Les misérables zorg de in 1991 voor de definitieve door braak van de musical in ons land. De ontwikkeling van de theateracti viteiten van Van den Ende loopt pa rallel aan die van zijn tv-producties. De televisie bleek een goede geldma- chine waarmee Van den Ende zijn 'Les misérables' zorgde in 1991 voor de definitieve doorbraak van de musical in Nederland. Op de foto een scène met Danny de Munk en Vera Mann. Foto: Ar chief/ANP Joop van den Ende: „Ik ben het niet eens met critici die stellen dat er momen teel sprake is van te veel eenheidsworst." Foto: ANP/Robert Vos theaterliefde kon betalen. Na de fu sie met John de Mol werden de thea teractiviteiten en de afdeling live en tertainment ondergebracht bij Ende- mol. Eenmaal aan de beurs genoteerd bleek dat voor Endemol geen geluk kige combinatie. De risico's in de theaterwereld waren voor de beleg gers te groot. En dus werd de divisie five entertainment na twee jaar al weer afgestoten. Op 9 februari 1999 kwam de bedrijfstak opnieuw geheel in handen van Van den Ende. De 77 miljoen euro die met de overname gemoeid waren, betaalde hij uit ei gen zak. De beleggers van Endemol moeten spijt als haren op hun hoofd hebben gekregen. Terwijl de televisieprodu cent momenteel zware tijden door maakt, floreert het theaterbedrijf Stage Holding. Meteen na de verzelf standiging breidde Stage Holding haar activiteiten in het buitenland uit. En hoe. In Amerika behoort het bedrijf tot de top drie van grootste theaterprodu centen, in Engeland gaat het vanaf dit jaar op eigen kracht aan de slag en in Duitsland is Van den Ende met een overname van een deel van de failliete inboedel van de voormalige marktleider Stella voortaan heer en meester. Sindsdien heeft 'Koning Joop' de Europese musicalmarkt ste vig in handen. De omzetcijfers zijn indrukwekkend. In het theaterseizoen 2001/2002 is er ruim 200 miljoen euro omgezet. Ko mend seizoen stijgt dat bedrag naar verwachting tot 350 miljoen euro. Van dat bedrag komt 40 procent uit Duitsland. „Ik zag het in Duitsland fout gaan", vertelt Van den Ende. „Ik heb prioriteit gegeven aan het ver werven van een plek op die grote markt. In Essen kocht ik een theater dat aan het verpauperen was. Na een opknapbeurt zette ik daar Elisa beth in. Een groot succes." Kaskrakers De definitieve doorslag gaf The lion king in Hamburg, de musicalstad bij uitstek in Duitsland. Dankzij een deal met de Amerikaanse entertain- ment-gigant Disney mag Van den Ende die voorstelling op het vaste land van Europa brengen. Zo is ook Aida in Scheveningen het directe ge volg van die samenwerking. Beide producties zijn kaskrakers. „Daar mee maakte ik Stage Holding tot een betrouwbare partner voor interna tionaal opererende theaterprodu centen, die niet wisten wat ze aan moesten met dat rare Europa met een eigen taal en cultuur in elk land. We hebben de kennis in huis en bie den de partners financiële zeker heid." Zeven theaters heeft Van den Ende tot nu toe tot zijn beschikking in Duitsland. In totaal gaat het om 11.903 stoelen die elke avond bezet moeten worden. De komende jaren gaan er grote producties draaien. Dankzij goede contacten met inter nationaal opererende collega's kan Stage Holding vooralsnog een geva rieerd aanbod garanderen. Van den Ende's voormalige concur rent Stella ging in drie jaar tijd twee keer failliet Dat leek de doodsteek voor de musical in Duitsland. „Ik heb een bod gedaan op wat er nog over was van dat bedrijf', zegt Van den Ende. „Het was een teleurstel ling om te zien dat er alleen grote schulden waren. Uiteindelijk heb ben wij alleen de theaters die wij goed vonden, overgenomen." In Nederland beschikt de producent over twee eigen theaters: in Scheve ningen (1793 stoelen) en Utrecht (1213 stoelen). Een derde verrijst binnenkort in Amsterdam nabij de RAI en opent naar verwachting eind 2005 de deuren. Er is plaats voor 1700 bezoekers. In New York is Stage Holding de initiatiefnemer van de ombouw van een voormalig bio scoopcomplex tot een theater met vijf kleine zalen en in totaal 2095 zit plaatsen. Volgend jaar moeten daar de eerste producties te zien zijn. Daarmee houdt de verovering van de internationale musicalmarkt niet op. Exploitatie en werving van thea ters blijft één van de topactiviteiten van Stage Holding. Deze zomer opende het bedrijf een kantoor in Londen. In oktober gaat er de eerste eigen productie draaien. De zoek tocht naar een theater is ook al in gang gezet. Verder heeft het bedrijf zijn vizier op Spanje gericht. „We praten er met een producent die er twee theaters bezit", aldus Van den Ende. „Ik ken de Spaanse markt erg goed; er liggen daar prima kansen. Komend half jaar moet duidelijk worden of die sa menwerking er komt." Ook andere Europese landen wach ten op de invasie van Stage Holding. De mogelijkheden zijn in talloze marktverkenningen naar boven ge komen. De behoefte aan goed ge produceerde musicals is blijkbaar overal groot. Maar als het aan Van den Ende ligt, maakt zijn bedrijf even een pas op de plaats. „In Duitsland is het snel gegaan. We moeten er de zaken organisatorisch, financieel en artistiek goed op orde zien te krijgen. Dat kost tijd. Maar dankzij Holiday on Ice (onderdeel van Stage Holding, MH) heb ik veel inzicht gekregen in de situatie in veel landen. Ik weet dan ook een hoop mogelijkheden om Stage Holding verder uit te breiden." Werkmaatschappijen Stage Holding is met de recente aan kopen in Duitsland uitgegroeid tot een bedrijf van grote omvang. Er werken internationaal momenteel ruim drieduizend mensen. Naast het hoofdkantoor in Amsterdam kent het bedrijf vestigingen in New York, Hamburg en Londen. De moeder maatschappij in Amsterdam telt tien werkmaatschappijen. Daaronder vallen weer talrijke BV'tjes waarin onder meer het beheer van de diver se theaters is ondergebracht. Op die manier wordt voorkomen dat het hele bedrijf in de problemen belandt wanneer bijvoorbeeld een van de onderdelen failliet zou gaan. Het internationale succes is geba seerd op een formule die Van den Ende in eigen land ontwikkelde: breng grote musicalproducties in een theater waarin mensen het ge voel hebben een avondje uit te zijn. Daarnaast: houdt kaartverkoop, pr en marketing zoveel mogelijk in ei gen hand. Die formule wordt in het buitenland gekopieerd en staat on der de hoede van een lokaal mana gement. „Je moet als Nederlander niet denken dat je over de grens kunt gaan vertellen hoe het moet." Het theaterbedrijf steunt op vier pij lers: het brengen van het klassieke musical-repertoire, het zo snel mo gelijk verwerven van de rechten van nieuwe shows, het aankopen van theaters waar je die voorstellingen kunt neerzetten en het ontwikkelen van eigen musicals die je internatio naal aan de man kunt brengen. Een dergelijke strategie is nodig om de positie van Van den Ende op de in ternationale musicalmarkt te behou den. Insiders voorspellen dat het met de groei van Stage Holding nog lang niet gedaan is. Zij vragen zich tegelij kertijd af wat er gebeurt als de markt zich stabiliseert. In Hamburg produ ceert Van den Ende binnenkort drie verschillende musicals. De vraag is of een dergelijke variëteit in het aan bod in de toekomst mogelijk blijft. Risico's Dat Van den Ende zo massaal inzet op het fenomeen musical brengt dus risico's met zich mee. De producent erkent dat. „Maar het is een theater genre dat zichzelf vernieuwt. Ik ben het niet eens met critici die stellen dat er momenteel sprake is van te veel eenheidsworst. De muziek die voor musicals geschreven wordt, verandert. Er wordt ook gezocht naar nieuwe vormen. Dat is naar mijn mening bij de operette nooit gebeurd. Daarom is dat genre zo goed als uitgestorven." Om toch een beetje aan risicosprei ding te doen, is een nieuwe tak aan Stage Holding toegevoegd: Stage Touring. „Theaterspektakels die ik zie en goed vind en waarvan ik ver wacht dat ze een groot publiek aan spreken, kan ik via dat bedrijfson derdeel op tournee sturen", legt Van den Ende uit. „We beginnen met La Guardia, een avant-garde achtige voorstelling uit Argentinië. Daarmee proberen we een nieuw publiek te bereiken." De inmiddels zestigjarige producent heeft zich dan een stevige positie verworven in de internationale thea terwereld, echt meetellen doet Van den Ende pas wanneer hij in staat is nieuwe musicals tot een succes te maken. Dat blijkt vooralsnog de meest moeilijke opdracht te zijn. Tot nu toe heeft Van den Ende drie ei gen voorstellingen gelanceerd waar van alleen Cyrano in eigen land tot de categorie theaterhits gerekend mag worden. Of zo'n internationale musicalhit van Hollandse bodem er ooit gaat komen? Als zelfs de Fransen daarin slagen Les misérables begon zijn ze getocht in Parijs), waarom niet? De musical mag dan bij uitstek een Amerikaans theatergenre zijn, de wortels ervan liggen in het oude Eu ropa. De technische kennis is bij Stage Holding in huis. Nu is het wachten op de creatieve talenten die er aan kloppen. Van den Ende, de eeuwige optimist, ziet het op korte termijn een keer lukken: „Er zijn negen pro jecten in ontwikkeling. Hopelijk zit ten daar een of twee wereldhits bij." De spektakelopera (meer dan 500 figuranten!) Aida werd een kaskraker. Foto: Archief/ANP 'Generale repetitie (In Juni) van het programma 'Musicals in Ahoy", een mix van Joop van den Ende- producties. Foto: Archief/GPD

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 2002 | | pagina 30