Hebbes!
Europa's meest
agressieve slang
'Hij heeft drie levens
in één geleefd'
Jongensdroom wordt
werkelijkheid in Franse Jura
'.JWj
Elvis' lievelingsontbijt
Bijna niemand heeft er ooit
van gehoord, maar hij is de
meest agressieve van alle
Europese slangen: de
geelgroene toornslang. Niet
giftig, niet gevaarlijk. Maar
wel fel, snel, fors en bijzonder
mooi van kleur. Onze
redacteur Bart Siebelink op
zoek naar geelgroene
toornslangen in de Franse
Jura. Hebbes!
door Bart Siebelink
Een jongensdroom, dat is het.
Om ooit nog eens een mooie
foto te maken van een geel
groene toornslang. Die scherp afge
tekende gele sproetjes op de git
zwarte kop. Die temperamentvolle
blik in de ogen. Dat beeld ben ik blij
ven najagen, sinds ik 22 jaar geleden
als jochie voor het eerst een geel
groene toornslang van dichtbij zag.
Het dier lag stilletjes opgerold in een
mandje van een Duitse hippie op de
Piazza Navona in Rome. Wat een
beauty! 'Aai hem maar niet', zei de
Duitser, terwijl hij snel het deksel
weer op het mandje deed. Hij had
hem eigenhandig gevangen en wist
dus als geen ander hoe opvliegend
en bijtgraag deze slangen zijn. Niet
voor niets vernoemd naar hun
'toom', wat woede betekent. En dus
was het: poppetje gezien, kastje
dicht.
Zelden heb ik daarna nog zo fraai
een geelgroene toornslang waarge
nomen. In geen enkel boek en ook
niet op het internet. Zoek op coluber
viridiflavus (de wetenschappelijke
naam van deze soort, waarvan te
vens de Franse benaming couleuvre
verte et jaune is afgeleid, alsmede het
Spaanse culebra en het Portugese
woord cobraen je ziet individuen
van de egaal zwarte variant die in de
meeste delen van Italië algemeen
voorkomt. En éls je al een mooi
zwartgeel exemplaar afgebeeld ziet,
is het van veraf. Alsof de fotograaf er
niet dichtbij durfde te komen. Jam
mer hoor, want op dat soort foto's
zie je de karakteristieke kop niet.
Dan kun je beter zelf zo'n dier gaan
zoeken en je eigen foto's maken.
Waarom? In de eerste plaats voor
mezelf natuurlijk, maar ook om
mensen ervan bewust te maken dat
dit soort spectaculaire dieren ge
woon in ons eigen Europa voor
komt. Dat besef wordt je in natuur
films maar zelden bijgebracht. Die
gaan bijna altijd over verre landen.
Alsof wilde natuur minstens een
dagreis per vliegtuig van ons verwij
derd is.
Onzin: een paar uur rijden is ver ge
noeg voor een tot de verbeelding
sprekend beest zoals de geelgroene
toornslang. Hij komt in heel Frank
rijk ten zuiden van de lijn Parijs-
Metz voor en wordt naar het zuiden
toe steeds algemener. In de directe
omgeving van elke camping in de
Dordogne, de Franse Pyreneeën, de
Provence en alle streken die daar
tussen liggen, kunnen geelgroene
toornslangen zitten. Datzelfde geldt
v v v
ook voor heel Italië, van de Zwitserse
grens tot het zuidelijkste puntje van
Sicilië. Mits er maar een verwilderd
stukje landschap is, waar de zon
goed bij kan en waar genoeg schuil
plaatsen zijn. Ruïnes, braakliggende
velden, ruigtes met wat braamstrui
ken. Kortom: plekken waar niemand
komt.
Dat is een van de twee hoofdrede
nen waarom mensen op hun vakan
tie bijna nooit slangen zien. De an
dere reden is dat de vakantiemaan
den juli en augustus te heet zijn voor
de meeste slangen. De dieren krui
pen dan weg voor de hitte en beper
ken hun activiteit tot de schemering
of de vroege ochtend. Je kunt beter
in het (koelere) voorjaar gaan. En
dan nog moet je ernaar zoeken.
Ik probeer het in de omgeving van
het dorpje Le Frasnois in de Franse
Jura. In deze streek valt immers zo
veel regen dat het in de vroege zo
mer ook nog wel moet lukken met
de slangen. Maar helaas: laat het uit
gerekend nu een hittegolf zijn. Vanaf
negen uur 's ochtends al een graad
of dertig. Veel te heet om dieren te
kunnen fotograferen. Zelfs (koud-
bloedige)vlinders lukken niet. Bij dit
soort luchttemperaturen zitten ze
geen moment stil en blijven ze maar
nerveus rondfladderen. Bijzondere
soorten met welklinkende namen,
zoals roodstreephooibeestje, kroon-
kruidblauwtje en ook de zeer zeldza
me boszandoog, waarvan in Europa
er nog maar een paar vliegplekken
over zijn.
's Nachts is het gelukkig wat koeler.
Goed weer om met de auto zoogdie
ren te gaan kijken. In de bundel van
Foto boven: Een geelgroene toornslang is slank. Dit exemplaar is 1,43 meter lang. De Engelse benaming 'zweepslang'
(whipsnake) benadrukt deze lichaamsbouw treffend. Foto links boven: Hoewel ongevaarlijk, is de slang altijd klaar om
gevoelig te bijten. Daarom moeten er stevige leren handschoenen worden gebruikt. Foto's: Bart Siebelink
de koplampen zien we meer dan
twintig keer een vos, spelende jonge
vosjes, veel reeën, een stuk of tien
bunzingen, twee steenmarters en
zelfs enkele jonge dassen. Dit alles
zegt veel over de kwaliteit van het
landschap. Het is er kleinschalig.
Met houtwallen in plaats van prik
keldraad. Er is ruimte voor rommel-
hoekjes, er is reliëf en veel velden
liggen aan een bosrand.
Maar waar blijft nu de geelgroene
toornslang? Het is een dagelijks te
rugkerende vraag, sinds we er op de
eerste dag een hebben zien weg
schieten. Het enorme beest stoof
tussen de natrillende graspollen
door onder een stapel rotsblokken
waar geen beweging in te krijgen
was. Twee keer zijn we er achteraan
gedoken, beide keren mis. We waren
kansloos. De alerte slang had ons
eerder in de gaten dan omgekeerd
en kiest - zoals elke slang! - liever
voor de vlucht dan voor de aanval.
Wanneer we vier dagen later tegen
de avond op deze plek terug komen,
beleef ik bij het keren van een enor
me steen alsnog mijn topmoment.
In grote kronkels ligt daar een enor
me geelgroene toornslang. Een vol
wassen - en dus volledig uitgekleurd
- exemplaar met veel geel. Aarzel je
op zo'n moment, dan schiet-ie er
vandoor. Dus gaat het van hopla,
kiezen op elkaar. Meteen vastgrijpen
en jezelf gewoon maar laten bijten.
Het is de enige manier om zo'n
prachtige coluber te pakken te krij
gen en echt goed te bekijken.
Toegegeven, het blijft griezelig: een
twee duimen dikke slang die, bla
zend als een dreigende kater, telkens
naar je uitvalt. Zeker als je ook nog
weet dat deze soort de gewoonte
heeft om zich als een pitbull vast te
klampen. Waar de meeste andere
slangensoorten direct na de beet de
kop terugtrekken, gaat de toornslang
tot bloedens toe in je huid kauwen.
Natuurlijk doet dat zeer, daarom
dragen we ook stevige leren hand
schoenen.
Toch zit de angst voornamelijk tus
sen de oren. Want de pijn van een
beet is niet wezenlijk erger dan wan
neer je blijft haken aan een braam
struik. En giftig zijn de toornslangen
niet. Ze zijn volkomen ongevaarlijk.
Zelfs tetanusgevaar is niet reëel. We
treffen het. Na meting blijken we een
volwassen mannetje te hebben van
precies 1,43 meter lang, wat maar
krap onder het Franse record van
1,60 meter ligt.
Geelgroene toornslangeri leVeri van
muizen, vogels, hagedissen en ook
andere slangen zijn niet veilig voor
ze. Ze hebben geen gif om hun
prooien te doden, en passen ook de
beruchte wurggreep niet toe. In
plaats daarvan drukken colubers
hun prooi dood tegen de grond of
een steen. Ze hebben dan ook een
gespierd lichaam dat krachtig aan
voelt. Dat is een groot verschil met
de adders die, dankzij hun gif, dit
soort spieren kunnen missen en wier
lijf dan ook slap aanvoelt.
Nou maakt een vangst nog geen fo
to. Daarvoor moet eerst een truc
toegepast worden om de wild spar
telende en uitvallende toornslang
rustig te krijgen. Het grote, overzich
telijke gazon van de camping biedt
uitkomst. Ik laat het dier net zolang
in zijn eigen tempo over het gras
kruipen totdat de haast eruit is. En
dan schiet ik m'n plaatjes. Om de
coluber viridiflavus uiteindelijk weer
vrij te laten op precies dezelfde plek
waar hij gevangen was. Zijn af
scheidsgroet: een onder heftig gerit
sel wegschietende staart.
Het graf van The King, die in een wit pak met een blauwe das naar de hemel reisde.
Foto: GPD/Ans Bouwmans
vervolg voorpagina
Hoe kort hij er ook gewoond heeft, Elvis heeft
zijn stempel gedrukt op het huis, zegt Cindy, die
net als haar man een en al Elvis is. Trots showt
ze het behangetje met notenbalken op de gang,
dat ze zo ongeveer met haar vingernagels onder
vier andere lagen vandaan heeft moeten halen
om het niet te beschadigen.
Voor tien dollar mag je overal in het huis ko
men. Zelfs de deuren van de klerenkast gaan
open. En wie hoge nood heeft, kan naar het toi
let dat Elvis heeft laten installeren met zeegroen
formica, een spiegelwand en een onhandige
pot. Zittend op de bril begrijp je al snel dat hier
een vent aan het werk is geweest. Wel een tele
foonstekker, maar je knieën stoten tegen de
wastafelkast.
Door naar Graceland, het huis waarin Elvis van
af 1957 zijn toevlucht zoekt. Dit is de villa waar
naar hij terugkeert als zijn dienstplicht in Duits
land erop zit. Zijn moeder is dan al overleden.
„Dat was een dame. Haar dood veranderde al
les", zegt Bernard Lansky. Hier woont Elvis met
Priscilla met wie hij na een lange verkering in
1967 trouwt.
Elvis' graf, de geel/blauwe TCB-kamer met de
drie tv"s - afgekeken van president Lyndon B.
Johnson - en de jungleroom met groen hoogpo
lig tapijt (het shagcarpet) zijn de afgelopen jaren
uitgegroeid van pelgrimsplaats tot toeristische
attractie. De collectie met juwelen beladen cat
suits (35 kilo zwaar) is indrukwekkend. Een rood
leren kindeijasje herinnert je aan de rode lak-
laarzen die je eigen vader ook eens voor je
kocht. Hier stoeit Elvis met zijn dochter Lisa
Marie, maar ook met wapens.
In tien jaar tijd geeft hij voor 2,2 miljoen dollar
aan auto's weg. Hij heeft geen idee hoe hij met
zijn succes moet omgaan en raakt aan de drugs.
Zou het anders zijn gelopen als Priscilla in 1973
niet van Elvis was gescheiden? „Zou jij zijn ge
bleven als je man tweehonderd avonden van
huis was en elke avond een ander had?", kaatst
Bill Burk terug.
De journalist, piloot en 'vriend van Elvis' houdt
residentie in zijn Kantoor Zuid, restaurant Mar
lowe's. Vanaf het begin heeft hij Elvis Presley
gevolgd voor de Memphis Press-Scimitar; 386
stukken in twintig jaar. De krant bestaat niet
meer, maar Bill heeft een nieuw bestaan gevon
den als uitgever van Elvis World.
Burk spreekt bitter over Tom Parker. „Zonder
Tom Parker was er geen Elvis Presley geweest.
Maar Parker kreeg veel te veel geld, de helft van
het gage van Elvis. Zijn beslissingen waren inge
geven door het geld, met slechte films en veel te
veel optredens", zegt Burk. Elvis heeft de 'kolo
nel' nimmer geloosd. „Parker wist hoe onzeker
Elvis was. Elvis was altijd bang, op het paranoï
de af, dat het afgelopen zou zijn."
In mei 1977 ziet Burk de zieke zanger voor het
laatst, op verzoek van Elvis. Ze ontmoeten el
kaar op het parkeerterrein achter de Dunkin'
Donuts. Burk heeft een optreden in Las Vegas
afgekraakt, en Elvis wil weten waarom hij zo
naar over 'm schrijft. „Ik heb tegen hem gezegd
dat hij een jaar vrijaf moest nemen, dat het goed
voor hem zou zijn het rustiger aan te doen, op
te knappen. 'Dat kan ik niet doen', zei hij, 'mijn
fans rekenen op me'. En ik wist niet dat het zo
slecht gesteld was met zijn financiën."
En dan is er ineens die warme zomermiddag
van 16 augustus 1977. Het door pillen geruï
neerde, veel te zware lichaam van Elvis Presley
geeft het op. Zijn hart valt stil na een dodelijke
medicijncocktail. Bezweken onder de druk van
het Elvis-zijn. Honderdnegenenveertig hits.
Eenendertig films. „Hij heeft drie levens in één
geleefd", zegt de Nederlandse Ria Flake, al twin
tig jaar behorend tot het personeel van Grace
land.
Bernard Lansky gaat nog dezelfde dag naar het
huis van Elvis. Zijn hele leven heeft hij ervoor
gezorgd dat Elvis er snel en flitsend uitziet. „De
man was dynamiet, maar ook een gentleman."
Lansky besluit welk kostuum Elvis meeneemt in
het graf. „Een wit pak, met een blauwe das, om
naar de hemel te reizen." En niemand hoeft te
twijfelen. „Ik heb hem zijn pak aangetrokken.
Geloof me, de man is dood."
Tosti's met banaan en pindakaas waren een
favoriet ontbijt van Elvis Presley.
Ingrediënten:
1/3 pot pindakaas (ongeveer 75 ml)
2 rijpe geprakte bananen
8 sneetjes witbrood, aan beide zijden beboterd
Maak vier dubbele boterhammen met pindakaas
en banaan ertussen en bak ze aan beide zijden in
grill- of koekenpan.