'Mijn vrienden moeten
tegen een stootje kunnen'
0 —O
OOG in OOG
f
De vragen
De regels
ZATERDAG
3 AUGUSTUS
2002
ER
BU
Margriet Brandsma, van
17 juli 1957, was ten tijde
van het interview bezig
met een verhuizing van
Haarlem naar Berlijn. Ze
is journalist van beroep.
Begon haar loopbaan bij
het Noordhollands Dag
blad in Alkmaar. Stapte
over naar de IKON-radio
en vervolgens naar
'Hier en Nu'. Na
een uitstapje
van een jaar
naar NRC Han
delsblad, werk
te ze voor Hier
en Nu, 'Met het
oog op morgen' en het
NOS-journaal in Den
Haag. Is sinds 1 juli cor
respondent in Duitsland
voor het NOS-journaal.
Margriet Brandsma is
overtuigd ongehuwd.
door Renee de Borst
11. Als u vandaag ineens alles zou
durven, wat zou u dan als eerste
doen?
„Parachutespringen. Met andere woorden:
mijn hoogtevrees overwinnen. Dat is soms
zo lastig. Ik was eind vorig jaar in Eritrea.
Nederlandse militairen wilden ons hun ob
servatiepost laten zien. Ze waren erg en
thousiast en beloofden ons een geweldig
uitzicht over Eritrea en Ethiopië. Toen ik
ontdekte waar die plek was, moest ik wel
heel erg doorbijten. Een tocht over rots
blokken en als je even opzij keek enorme
dieptes. Ik heb doodsangsten uitgestaan.
Toen we boven waren, was er niks meer
dan een grote steen waar we allemaal op
moesten. De cameraman ging helemaal op
de rand staan om mooie opnames te ma
ken. Ik heb hem wel tien keer zien vallen
Maar het uitzicht was inderdaad adembe
nemend. Het was de moeite waard."
20. Wat is uw slechtste eigenschap?
„Er zijn wel een paar zaken waar ik zelf een
hekel aan heb. Ik vergeet vaak dingen, ook
afspraken. Dat doe ik niet bewust, het ge
beurt gewoon omdat ik te veel aan mijn
hoofd heb. Ik heb een selectief geheugen.
Ik ken hele dossiers uit mijn hoofd en kan
je precies vertellen hoe de kabinetsformatie
in 19-zoveel ging. Maar privé-toezeggingen
kan ik zo vergeten. Nogmaals: ik doe dat
niet bewust.
Mensen in mijn omgeving zien het feit dat
ik ambitieus ben als slechte eigenschap. Ik
vind dat zelf niet, ik vind het niet erg om
hard te werken. Maar ik ben er misschien
te makkelijk in om privé-afspraken af te
zeggen. Ik zou er beter aan doen een stapje
minder hard te gaan, anders krijg ik nog
echt ruzie."
37. Wat zou u graag beter kunnen?
„Tennissen. Ik doe verwoede pogingen,
maar het lukt niet echt. Ik wil altijd alles
heel goed doen en ik ben een fanatieke
sporter, dus het steekt nogal dat ik het niet
goed kan. Iets anders dat ik beter zou wil
len kunnen is vroeg naar bed gaan. Ik ga al
tijd te laat. Ik houd mezelf voor dat ik er
goed tegen kan, maar hoor van anderen dat
dat niet zo is. Dan ben ik stikchagrijnig."
7. Gaat u liever om met mannen of
met vrouwen?
„Over het algemeen toch wel met vrouwen,
zowel in het werk als privé.
Ik werk beter met vrouwelijke collega's, al
moet ik zeggen dat ik er niet heel veel heb
gehad. Toen ik begon in de journalistiek,
werkte ik alleen met mannen. Tja, ik weet
het niet, maar ik heb het gevoel dat man-
Margriet Brandsma: „Ik kan je precies vertellen hoe de kabinetsformatie in 19-zoveel ging. Maar privé-toezeggingen kan ik zo vergeten."
Foto: United Photos De Boer/Poppe de Boer
nen zich makkelijker aan de minder leuke
klussen onttrekken en makkelijker dingen
voor zichzelf regelen. Als een man een vrije
dag wil, staat het bij wijze van spreken zo
op het rooster, terwijl een vrouw eerst uit
gebreid gaat overleggen en toestemming
vragen. Ik wil mannen hiermee niet demo
niseren, om dat non-woord nog maar eens
te gebruiken. Mijn beste vrienden zijn
mannen en ik heb ook heel plezierig met
mannen gewerkt. Maar ja, ik moet in ait
antwoord een keuze maken."
22. Waar geeft u het meeste geld
aan uit? (Woning en auto buiten
beschouwing gelaten)
„Buiten de deur eten. Ik heb vaak geen zin
om te koken of niks in huis. Dan is de be
slissing om buiten de deur te eten makke
lijk genomen. Ook door mijn beroep eet ik
vaak in restaurants. Als je in Den Haag
werkt, maak je met politici en voorlichters
al gauw een lunch-afspraak. Bovendien
eindigt mijn werkdag vaak laat. Ik denk dat
ik gemiddeld niet vaker dan één keer per
week thuis eet. Ook met vrienden is het al
snel: 'Laten we wat gaan eten'."
30. Wat was de gelukkigste fase van
uw leven?
„Dat was toen ik in de journalistiek begon,
ruim twintig jaar geleden. Ik had een hekel
aan school. Niet aan het leren op zich,
maar wel aan het schoolse. En ik vond - ik
klink misschien als een arrogante tante -
mijn klasgenoten nogal kinderachtig. Ik
heb dus altijd heel hard gewerkt, want ik
wilde niet langer dan strikt noodzakelijk op
school zitten. Ik had al heel lang het idee
dat ik journalist wilde worden, maar wist
niet of ik het kon. Bij het Noordhollands
Dagblad viel alles op zijn plek. Ik was blij
dat ik van school af was en wist meteen dat
ik het goede vak had gekozen. Ik vond het
allemaal erg leuk. Ik kon alles doen. Het
was heel leerzaam. Regionale journalistiek
is de basis. Ik deed bijvoorbeeld de ge
meenteraad, daar heb ik later in Den Haag
veel aan gehad, het komt op hetzelfde neer.
Maar ik deed ook grote interviews, korte
berichten, vijftigjarige huwelijken. Er was
heel veel vrijheid.
Ik geef nu af en toe college bij journalistie
ke opleidingen en raad leerlingen dan altijd
aan te beginnen in de regionale journalis
tiek. Maar ja, dat wordt er ook niet makke
lijker op, het gaat niet best met de regionale
dagbladen. Je komt er niet meer tussen."
35. Bent u trouw?
„Ja. Als ik eenmaal bevriend ben met ie
mand, is het wel voor het leven. Dan moet
het wel heel bont worden, wil ik zeggen dat
het mooi geweest is. Maar mijn vrienden
moeten tegen een stootje kunnen. Ik heb
vaak geen tijd. Mijn werk gaat altijd voor. Je
komt vaak later thuis dan je gezegd hebt.
En ik heb veel gereisd voor mijn werk. Al
tijd op het laatste moment, want rampen
kondigen zich zelden aan. Dat betekent dat
mijn vrienden ook aan mij trouw moeten
zijn. Ze moeten er tegen kunnen dat ik vaak
afspraken afzeg. Soms gewoon voor een
etentje, maar het kan ook wel dat ik een al
geregelde vakantie afzeg. Mijn privé-leven
is belangrijk, behalve als de regering op
springen staat. Al gaat in kwesties van leven
en dood privé natuurlijk voor. Ach, journa
listiek is een verslaving. Dit werk in veertig
uur proppen, kan niet."
38. Wat mist u in het buitenland het
meest aan Nederland?
„Ik woon nog maar net in Berlijn en heb
het eigenlijk te druk gehad om ook maar
iets of iemand te kunnen missen. De eerste
week was het hier ongelooflijk heet, toen
heb ik verlangd naar de koele, natte zomers
in Nederland. Maar die hittegolf werd ab
rupt afgebroken door noodweer, een cy
cloon raasde door de stad. Fascinerend om
mee te maken.
Ik mis de gemoedelijkheid van de Boter
markt wel een beetje, Berlijn is toch net een
tikkeltje groter dein Haarlem. Met alle con
sequenties van dien. En o ja, wat ik ook ze
ker mis is de vrij eenvoudige manier waar
op je zaken kunt regelen in Nederland. Om
hier als journalist de juiste accreditaties te
krijgen, is een regelrechte bezoeking. Drie
keer ben ik nu bijvoorbeeld bij het Bundes-
presseambt geweest, de persdienst van de
Duitse regering, en nog steeds heb ik niet
alle stempels. Om nog maar te zwijgen van
de moeite die je hier moet doen om iets
simpels geregeld te krijgen als telefoon, in
ternet. Als je er niet voortdurend achteraan
zit, duurt het weken voordat je aangesloten
bent. Ik heb er dus voortdurend achteraan
gezeten en dat resulteerde in een wachttijd
van tweeënhalve week. Volgens kenners in
Berlijn een prestatie."
39. U mag vier mensen - onder wie
ook overleden personen - uitnodi
gen voor een dinertje. Wie kiest u?
„Mijn moeder en mijn oudste broer. Tja,
het is lastig. Ik kan kiezen tussen twee din
gen. Dit is privé. Mensen die ik heel graag
nog eens zou zien, omdat ik ze mis. Ik kan
natuurlijk ook kiezen voor mensen die ik
anders nooit zou ontmoeten.
Maar ik neem vooralsnog de eerste moge
lijkheid. De derde zou dan mijn vader zijn
en de vierde mijn partner. Het is wel bela
den en emotioneel. Mijn moeder en mijn
oudste broer zijn overleden. Dat heeft zijn
sporen getrokken in de familie. Het zou
voor mijn vader geweldig zijn mijn moeder
en broer weer eens te zien. En mijn partner
heeft hen nooit gekend, dus het zou een
bijzondere gelegenheid zijn om kennis te
maken.
Zou ik voor de beroemdheden gaan, dan
kom ik in elk geval op Mandela en Méxima,
dat vind ik een intrigerend mens. Ik denk
dat het met die twee heel interessant kan
worden. De derde wordt dan Navratilova,
ook al omdat ze heel goed kan tennissen.
De laatste is dan Job Cohen, daar heb ik erg
veel bewondering voor. Hoe hij bij dat hu
welijk die toespraak hield waar alles in zat.
Dat moet je maar kunnen en durven. Het
knappe was dat er geen moment was dat je
dacht dat hij te ver ging. Zo zonder span
ning, een teken van autoriteit en gave.
Maar met deze opsomming hou ik wel twee
tafels bezet, dat zal wel een probleem ople
veren."
46. Wat was uw angstigste moment?
„Daar heb ik er wel een paar van. Een van
de keren dat ik echt dacht dat ik het niet
zou overleven was in Kosovo, in 1999. De
NAVO zou Kosovo bevrijden en Milosevic
had tien dagen om zijn troepen terug te
trekken. In die periode was je er vogelvrij,
je kon er wel in, maar ook de KFOR nam
geen verantwoordelijkheid.
Ik reed met een cameraman en een tolk
van Pristina naar een stadje 50,60 kilome
ter verderop. We werden twee keer aange
houden door de UQK. De eerste keer lieten
ze ons door, de tweede keer was echt heel
vervelend. We moesten uit de auto en voor
overgebogen over de motorkap gaan staan.
Ze deden net of ze ons niet verstonden, ze
waren ronduit agressief en op onze spullen
uit. Ik kreeg een paar keer een geweer in
mijn rug. Het heeft een dik kwartier ge
duurd en het liep gelukkig goed af. Maar
het was heel angstig.
Later hoorde ik van een Nederlander dat de
dag ervoor op die plek vier Duitse journa
listen waren neergeknald. Toen stond ik
echt te trillen op mijn benen. Het besef dat
je zó door het oog van de naald bent gekro
pen...
Ik herinner me een andere situatie, die niet
zozeer angstig was, maar waar ik nog wel
van wakker kan schieten. Dat was twee jaar
geleden in India, toen in Orissa - een heel
arm gebied met veel ellende - een cycloon
had gewoed. We kwamen in de havenstad
Paradip en ik rook het meteen. Maar wat ik
zag toen we bij de haven aankwamen, had
ik niet verwacht. De haven lag vol met lij
ken, die omdat ze in het water dreven
enorm opgeblazen waren. Echt vreselijk.
Dat beeld vergeet ik nooit."
finish
1.
2.
3.
4.
5.
6.
7.
8.
9.
10.
11.
12.
13.
14.
15.
16.
17.
18.
19.
20.
21.
22.
23.
24.
25.
26.
27.
28.
29.
30.
31.
32.
Wanneer bent u voor het laatst enorm boos
geweest?
Op welke plek buiten Nederland zou u een
jaar willen wonen?
Als u nu een ander beroep zou mogen
kiezen, wat zou u dan worden?
Wat zult u nooit weggooien?
Welk kunstwerk (boek, schilderij, beeld, lied,
cd) zou u gemaakt willen hebben?
Waarover heeft u in uw leven het meeste
verdriet gehad?
Gaat u liever om met mannen
of met vrouwen?
Wordt u met het ouder worden
optimistischer of pessimistischer?
Van welk bedrijf of welke instelling zou u
directeur willen zijn?
Wanneer was u voor het laatst
zenuwachtig?
Als u vandaag ineens alles zou durven, wat
zou u dan als eerste doen?
Wat zou u willen veranderen
aan uw jeugd?
Gelooft u in liefde op het eerste gezicht?
Wat kan u in mensen vreselijk ergeren?
Wanneer heeft u voor het laatst te veel
gedronken?
Welke rol in welke film had
u willen spelen?
Van wie zou u een toegestoken hand
weigeren?
Wat vindt u opwindend?
Vindt u zichzelf aantrekkelijk?
Wat is uw slechtste eigenschap?
Heeft u een euthanasieverklaring getekend?
Waar geeft u het meeste geld aan uit?
(Woning en auto buiten beschouwing
gelaten)
Heeft u wel eens een
belangrijke vriendschap verbroken?
Op welke terreinen heeft volgens u de
andere sekse het gemakkelijker?
Zijn er onderwerpen waarover tegen u geen
grappen gemaakt mogen worden?
Is seksualiteit belangrijk in het leven?
Welk tv-programma moet meteen van het
scherm worden gehaald?
Mogen partners geheimen
voor elkaar hebben?
Van welke beroemdheid greep de dood u
het meest aan?
Wat was de gelukkigste fase
van uw leven?
Welke dag zou u willen overdoen?
Wat is de karaktertrek waarvan u wilt dat
mensen zich u erom herinneren?
In welke andere periode had u graag
geleefd?
Wanneer was u voor het laatst verliefd?
Bent u trouw?
Bent u gelovig?
Wat zou u graag beter kunnen?
Wat mist u in het buitenland het
meest aan Nederland?
U mag vier mensen - onder wie ook
overleden personen - uitnodigen voor een
dinertje. Wie kiest u?
Welke kus zou u willen overdoen?
Waar krijgt u kippenvel van?
Wie bewondert u?
Gaat u wel eens alleen uit?
Wat was uw slechtste beslissing?
Wat is in uw werk uw grootste frustratie?
Wat was uw angstigste moment?
Wanneer hebt u voor het laatst ceiHcugen
(tje) gebruikt?
Wat is de grootste wetsovertreding die u
heeft begaan?
Denkt u te weten wat uw partner in u ziet?
Wanneer beschouwde u zichzelf
als volwassen?
De geïnterviewde gooit telkens een dobbelsteen
met twintig vlakken, om te bepalen welke vraag
hij (of zij) krijgt voorgelegd. Voor de eerste vraag
wordt gerekend vanaf nul. Bij de volgende
negen worpen wordt er doorgeteld, waarbij na
vraag 50 weer vraag 1 volgt. Komt iemand op
een vraag die hij al heeft beantwoord, dan moet
die worp over.