Vleermuizen volgen Duitse soldaten op F" Een zeestermonster houdt niet van pesten Baby's eerste stranddag MAANDAG 29 JULI 2002 door Timoteus Waarsenburg - De Wassenaarse Slag is een ge liefde plek voor bezoekers van de zee. in de zomermaanden is het strand bij een beetje redelijk weer bevolkt door hele volks stammen zonaanbidders. Uit de buurt of uit het buitenland. In de herfst, winter en het voorjaar is de Wassenaarse Slag het domein van surfers, wandelaars en hon denbezitters. Een mooi strand achter een im posante duinenrij. En wat maar weinig mensen weten, is dat on der die fraaie duinen een immens bunkercomplex uit de tweede wereldoorlog ligt. Ooit een on neembare vesting, onderdeel van de beruchte Atlantikwall, thans het winterverblijf van vleermui zen. En in de zomer toegankelijk voor het publiek. Alleen onder begeleiding na tuurlijk. Want je verdwaalt zo in die tunnels", zegt Peter van Deursen. Opgegroeid aan de rand van de duinen en inmid dels alweer bijna dertig jaar in dienst bij Staatsbosbeheer, kent hij het duingebied als geen an der. Ook de bunkers hebben geen geheimen voor hem. „Dit complex bestaat uit zo'n tien bunkers die met ruim twee kilo meter tunnel onderling verbon den zijn. En is het is er ook nog eens aardedonker. Als je daar al leen naar binnengaat, kan het wel eens heel lang duren voor dat je weer bij de uitgang bent." De ingang van de vleermuis bunker, zoals het complex te genwoordig genoemd wordt, ligt slechts een meter of vijfden van de parkeerplaats verwijderd. Maar doordat de ingang wat la ger ligt, is vanaf de parkeerplaats bij het strand niets zichtbaar. Slechts een bordje van Staats bosbeheer verraadt het bestaan van de bunker. Van Deursen steekt de sleutel in het hek - te genwoordig gaat de bunker op slot - en stapt naar binnen. Zak lamp in de aanslag. „Kijk uit voor je hoofd, want het is laag." En dan begint de tour. „Eigenlijk valt er niets te zien, 0€ BUI itrc essi Dbilj iaat gronds. Voor de geallieerd tter was het dus vrijwel onmoj am om op de hoogte te zijn V5 bestaan van deze bunkers En dat waren ze ook niet jje 1944 landden precies vooi bunkercomplex zes Fransi vari commando's. Verkenners en een rustig stukje kust mee <je e te hebben uitgezocht. Get allen heeft het avontuur k - a navertellen. Wat rest van 1 ye] bliksemactie is een geden 0p( op de parkeerplaats. Als de tour er weer op zit, Van Deursen nog even na koepeltje dat van buitenal baar is. Temidden van hel #L vende duingras is het bijn voor te stellen dat daarom 0 een vrijwel onbeschadigd !£je kercomplex ligt. Van Deui jie( „Ik hoorde wel eens van 11 kers dat ze de bouw van d pe bunkers in de oorlog gesa ,e tr teerd hebben. Dat ze met jjSi dan cement gebruikten. I r h kijk nou eens naar deze b n p Die staat al zestig jaar ma n kop in de wind. En geen s ian tje te zien." nüj te F Waan Rotonde bij het sb taaj aan de Wassenaarse Slag et p Plaats: Wassenaar oop Duinwachter Van Deursen betreedt de donkere bunkergangen onder de Wassenaarse Slag. Foto: Taco van der Eb want de bunkers zijn na de oor log volledig gestript. Het gaat vooral om de sfeer, om de uit straling van zo'n tunnelstelsel. In de wintermaanden hangen her en der in de gangen vleer muizen in winterslaap. De bunker is dan dicht. Die beestjes zijn in het voorjaar en najaar ook nog te zien. In de zomer maanden krijg ik vooral bezoekers die het fascinerend vinden om de bunkers uit de oorlog te bekij ken. Er zijn niet veel van dit soort grote tunnelsystemen ge opend voor het publiek." De gangen van de tunnels zijn wat trechtervormig gebouwd: van boven iets breder dan van onderen. „Op die manier kun nen soldaten met bepakking en een geweer op hun schouder el kaar makkelijker passeren", weet Van Deursen. De muren zijn overal van andere materia len gemaakt. Stukken van rode bak steen, witte kalkstenen en betonpla ten. „Wat voorhanden was, werd gebruikt. Dit zijn slechts de gangen. De bunkers zelf zijn stuk voor stuk van mas sief gewapend beton." Aan elke gang zitten weer meerdere ver takkingen/Op sommige kruis punten van gangen staat de ori ginele Duitse 'bewegwijzering' nog geschilderd. 'Ausgang*, 'Bunker Zwei'. Vlak na de oorlog zijn veel bun kers gesloopt. Wat bleef staan, werd volgestort met zand. Nie mand zat toen te wachten op die grijze betonpuisten langs de Nederlandse kust. Midden jaren zeventig wilde Staatsbosbeheer alle overgebleven bunkers in de Nederlandse kusstrook slopen. „Maar dat bleek te duur. En daarmee verdween dat plan in de ijskast. Inmiddels zijn alle Nederlandse bunkers op de mo numentenlijst gezet. En dan kun je er maar beter iets nuttigs mee doen. We zijn daarom begin ja ren tachtig begonnen met het uitgraven van de bunkers en gangen. Studenten die in het ka der van hun ontgroening een weekje kwamen graven. En jon ge boefjes die als alternatieve straf een werktaak kregen heb ben hier zand geruimd." Inmid dels is het overgrote deel van het complex en de bunkers weer toegankelijk. Niet allemaal, want restaurant St. Moritz aan Zee is op een bunker gebouwd. „En de onderliggende bunker is in ge bruik als voorraadkelder. Die is dus ook niet toegankelijk voor het publiek." Na een half uur de gangen en verschillende ondergrondse bunkers te hebben afgelopen, leidt Van Deursen zijn gevolg mee naar een uitkijkpost. Via een smalle, steile ladder gaat hij vanuit een diepliggende tunnel omhoog. Een nauwe opening in de ronde koepel biedt een schit terend uitzicht over de Noord zee. Hier stonden in de oorlog dag en nacht Duitse soldaten de kustlijn af te speuren op zoek naar vijandelijke schepen. Hitier was er immers van overtuigd dat de geallieerden een invasie zouden uitvoeren op de Neder landse kust. „Dit uitiajkbunker- tje is het enige stuk van het complex dat boven de grond uitsteekt. Verder ligt alles onder- Wanneer: De vleermuis!) [ja's is geopend van 1 april to »n n tober. In juni, juli en aug organiseert Staatsbosbei elke zaterdag rondleidin F*' van ongeveer 1 uur lang m» vertrektijden zijn 10.00, 14.00 en 16.00 uur. Voor NCE pen tot twintig personem én buiten deze openingstijd^ spraken te maken. |e [pro Prijs: 3,50 per volwasse%,ij voor kinderen. Groepen (vol! len 45 euro. Rei kunnen telefonisch g worden: 071 - 36138C Indrukwekkend plex, historisch cj Leuk om eens i hebben. Wie z'nf1 de vrije loop laat, waant^ Met grote passen beent hij door het rulle zand, op weg naar het water. Tientallen kinderen rennen opgewonden achter hem aan. Het zeestermonster gaat de zee in, gil len ze naar hun ouders. Hij komt van het Katwijkse strandplein af, dit rode monster, van het evenement van Kubus 85. De jon gerenorganisatie gebruikt de steltloper om een beetje leven in de brouwerij te brengen op het strand en dat lukt hem. De kinderen zijn uitzinnig en ook de ou ders kijken hun ogen uit. Hij is zo hoog, kan zo snel lopen, en dan al die rare piep jes en geluiden die hij maakt Het is alle maal heel spannend, vinden de kinderen. Zeker omdat niet helemaal duidelijk is of het wel een lief monster is, dit grote, rode ding. Het heeft wel een vriendelijke kop, met grote, dikke, hooggekrulde lippen en hele grote, zelfs een beetje bange ogen. Maar ondertussen is het wel vijf keer zo groot als de kinderen om hem heen. Of het nu echt een zeestermonster is of ei genlijk een heel ander ding, is in het begin nog onderwerp van discussie. Eentje vindt het gewoon een blurb en een ander kind is er van overtuigd dat het een stranddraak is. Dat ziet ze aan zijn rode kleur, vertelt ze met grote ogen en rode wangen aan eenie der die het wil horen. En, zo weet ze, die zijn niet allemaal even aardig. Er zitten goede tussen, maar ook slechte. Ze denkt dat dit een lieve is, maar voor alle zeker heid aanschouwt ze het tafereeltje op een veilige afstand, liefst een beetje tussen de' grote mensen in die tweede rang staan. Het monster zelf geeft geen antwoord op de vraag naar zijn aard. Uiteindelijk houdt een meerderheid het dan maar op een 'zeestermonster'. Het staat tenslotte niet voor niks bij de branding en je hoeft geen zeebioloog te zijn om de overeenkomsten te zien. Het loopt op vier hoge stokken en uit zijn rug steken drie lange staketsels die hij naar voren kan laten klappen als hij naar bene den buigt Maar als het dat niet doet en zijn poten wat uit elkaar zet, is de gelijkenis met een ster treffend. En daarmee is het vergeven dat die rustige pianomuziek die uit zijn buik klinkt, en die schelle sirenes en hoge piepjes misschien niet helemaal 'des zeesters' zijn. Want wie weet dat nu, hoe een zeester praat? „Heb jij er wel eens een gezien dan?", vraagt een meisje aan haar vriendinnetje. En daarmee is de kous af. Het zeestermonster houdt niet van blub ber. Het kan daar zelfs erg boos van wor den. Daar komt de groep al snel achter. De aanvankelijk wat schuchtere kinderen blij ven namelijk niet lang bang voor de zee ster. En al snel staan een paar ventjes hem uit te dagen. Handen vol nat zand gaan de richting van het monster op. En een jon gen durft zelfs aan een van zijn poten te schudden. Dat laat het monster niet op zich zitten. Met gillende sirene aan stuift hij op van de pestventjes af. Die deinzen verschrikt terug en zetten het op een lo pen. Maar niet voor lang. De plaaggeesten ko men weer terug en het monster krijgt nog meer blubber om zijn oren. Als ook nog een paar kinderen tussen zijn benen door rennen is het monster het zat. Een van zijn lange stelten schiet naar voren tot vlak voor een van de jongens en uit het rode pak klinkt plots een hele strenge mannen stem die de kinderen tot de orde roept. De betovering is verbroken. De jongens kijken schuldbewust naar het strand. De boze uitbarsting maakt ook grote in druk op de andere kinderen. Een enkel kindje barst in huilen uit en zoekt zijn ou ders op. De rest wacht beduusd af of er nog een vervolg komt De stilte wordt ver broken door een paar jongere kinderen die het voor het zeestermonster opnemen. „Je moet 'm ook niet pesten. Daar houden monsters niet van. Je moet 'm aaien," zegt een klein manneke terwijl hij met zijn knuistje over de met rode stof omwikkelde stok wrijft. „Dat vindt hij fijn. En dan blijft hij heel lief." Een man stapt fier met zijn baby door de voorzee. Of beter; de man stapt fier. Baby Joey kan dat nog hele maal niet. Hij wordt door pappa omhoog gehouden. Hij draait hem naar links en naar rechts en de kromme beentjes die uit zijn grote luier steken, bewegen mee. Maar echt steunen op zijn voeten die in de paar centi meter diepe plas steken, doet hij niet. Daar is hij nog veel te jong voor. Hij begrijpt er nog maar weinig van. Van dat zand, en dat water, en dat gesjouw van pappa. Volgend jaar zal dat anders zijn. Maar nu is het er nog te vroeg voor. Voor pappa ligt dat anders. Aan zijn trot se uitdrukking te zien kon hij niet wachten op de dag dat hij lekker met zijn zoon op het strand kon spelen. Hij neemt het er dan ook van. Wijst zijn baby schelpjes aan, legt het verschil tussen catamarans en zeilboten uit, laat hem zeewier zien 'sommige soorten kun je eten' en bouwt een zandkasteel voor hem. „Mooi, hè", besluit hij elke keer zijn verhaaltje. Even verderop in de voorzee zit de iets oudere Chantal (foto). Deze tien maanden jonge Rijnsburgse draait zo te zien al iets langer mee op het strand dan Joey. Met een zeef, emmer en schep speelt ze in het water. Een roze petje en factor 20 beschermen haar tegen de zon. Ze is net terug van een strandvakantie in Frankrijk, ver telt moeder De Mooij trots. En daar heeft ze twee we ken lang kunnen wennen aan het water. Ze blijkt een echte waterrat, net als haar grote broer. Wat wil je ook, met ouders die bij de eerste zonnestralen op het strand te vinden zijn. Foto: Eric Taal ledereen hoopt op een onverge telijke tijd op vakantie. Maar een maal op pad kan veel misgaan. Gemiste vluchten, enge ziektes, natuurrampen: ze kunnen die heerlijke vakantie behoorlijk ver stieren. Alfons Groenendijk, oud profvoetballer en tegenwoordig trainer van W Katwijk, hoeft niet lang na te denken als hem ge vraagd wordt naar zijn naarste vakantieherinnering. „Ik heb dankzij het voetbal veel van de wereld gezien. En als je met een stel voetballers tien da gen in het verre buitenland zit, maak je ook altijd wel gekke dingen mee. Maar het meest bi zarre dat ik ooit op vakantie meemaakte, gebeurde tijdens een verblijf met mijn vrouw in Amerika. We zaten in Florida. Een prach tige vakantie: de ene dag naar het park, de andere dag een stuk rijden, geweldig weer... Perfect. Op een dag lagen we te zonnen op Daytona Beach, een be roemd strand daar. Het is een mooi strand, maar ook wel apart: je mag er namelijk met de auto op. En daar wordt veel ge bruik van gemaakt. Het was die dag bijzonder druk. Op een bepaald moment reed zo'n tien meter van de piekwaar wij lagen te zonnen, een grote Amenkaanse bak het strand op. Die werd vlak naast ons gepar keerd. We gniffelden even, en sloten onze ogen weer. Totdat we plotseling een vreselijk gegil hoorden. Het ging door merg en been, we wisten meteen dat er iets heel ergs was gebeurd. De chauffeur van de auto had niet gezien dat op de plek waar hij wilde parkeren, al een meisje lag te zonnen. Op het moment dat wij opkeken, lag zij precies onder het voorwiel van de auto. Het was een vreselijk gezicht en ze bleef maar gillen. Ze had dui delijk vreselijke pijn. Meteen kwamen overal mensen vandaan gerend. Ikzelf holde er ook naartoe. We probeerden met z'n allen de auto van het iosc meisje af te tillen, maar Iks niet. Zij bleef het uitgille»ld-( de pijn. Plotseling lukte har! toch, op een moment d^usti eigenlijk al had opgegeva-to] blijkbaar komen er dan fc af tra krachten in een menHer boven. We tilden het bal coi van haar af. Ze zag er slewas gelukkig was er snel eenn va lance ter plaatse. 1 h De volgende dag kwam andi legatie van de politie nafivei zelfde plek op het strandks, 1 le mensen te bedanken opei hun hulpvaardigheid. Hl ont je had haar bekken gebitetei maar, zo zei men, het has er erger kunnen aflopen. Oi eu kantie ging gewoon venteen, kan moeilijk blijven sipjkan zoiets. id m Inmiddels is het acht, nè Bn geleden. Maar het is on£ vai bijgebleven." bt 2 elijk ld v

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 2002 | | pagina 10