BINNEN- BUITENLAND
Jan Pronk voelt zich passé en in de steek gelaten
Geld verdienen met
VS zijn toch een beetje bang voor China
viool en tamboerijn
firn Ruesink
q3*ag - Sinds een paar maan-
rerspoelen vooral Roe-
ie en Bulgaarse muzikan-
i Nederlandse terrassen en
n. Uitgerust met accordeon,
!n tamboerijn proberen ze
rterham te verdienen. Een
igje achter de muziek aan.
nen sjokken achter el-
jaar een Haags plein vol
;en. Bij iedere geparkeerde
kelen ze verveeld de
H. Hier zijn de straatmuzi-
i uit de Balkan: gebruind,
ielig hoofd, slecht gebit en
ten colbertje. De oudste,
4n accordeon op de rug, is
«er vijftig. De jongste, een
leftist, zal ergens in de der-
L Een snor met ingedeuk-
|foon en een klein dik
net tamboerijn maken
iziekgezelschap compleet,
ji teken van het kleine dik-
blijven ze staan, in de
iivv van een boom. Ze
in over de terrasjes, die op
larme zomermiddag goed
Jen. Hun blik blijft steken
terrasje tjokvol grijze
vrouwen. Déar moeten ze zijn.
Op een respectabele vijf meter
van de tafeltjes stellen ze zich op
in een rechte lijn. De man met
de accordeon zet in voor een
soort Slavische versie van de
lambada. „Gezellig zeg, leuk
hoor", roepen de dames. „Dat is
nog eens geluk hebben."
Terwijl de lambada in een droe
viger melodie overgaat, rijden
even verderop twee andere zi
geunermuzikanten op een scoo
tertje voorbij. Op weg naar een
nog niet veroverd terras.
De kleine dikkerd met tamboe
rijn maakt zich na drie num
mers van het groepje los en
wurmt zich tussen de terrasgas-
ten door. De tamboerijn dient
nu als geldbakje. De opbrengst
is goed, aan bijna alle tafeltjes
kan hij rekenen op een paar
muntjes.
Als alle omaatjes de zakken heb
ben geleegd speelt het viertal
nog één kort liedje. Daarna be
nen ze met flinke pas weg. Zin
in een praatje hebben ze niet.
Op de, in het Duits gestelde,
vraag waar ze vandaan komen
haalt de kleine met de tamboe
rijn zijn schouders op. Ze draai
en zich om en lopen verder. Er
moet gewerkt worden.
rJaco van Lambalgen
janne Sleufjes
fe^ haag - Opeens trok Jan Pronk (62) zich
n g uit de actieve politiek. Het linkse boeg-
se ld van de PvdA voelde zich door zijn partij
e steek gelaten. Premier Kok had een
ind eerder zijn ontslagbrief vanwege Sre-
15 lica niet willen accepteren. Daags na de
[iezingen meldde Pronk de fractie dat hij
ou stappen. Pas daarna vertelde hij het
11 vrouw. Nu kan hij eindelijk eens romans
•C einde van zijn ministersbestaan zei hem
iig deze week. Jan Pronk droeg de dos-
over aan opvolger WD'er Henk Kamp
rok de deur van VROM achter zich dicht.
je ziet het aankomen, het is onom-
baar. Bovendien, je hebt al wat laatste
in gehad. Het laatste overleg met de
idspersonen, die laatste vergadering,
ik had natuurlijk al een paar keer af
genomen van een departement."
werd hij lid van de PvdA, zes jaar la-
hij Kamerlid. Drie keer was hij mi-
ir van ontwikkelingssamenwerking. In
dü aatste paarse kabinet bedankte hij hier-
De bezuinigingen 'op het budget kon
iet verenigen met zijn geweten. Op ver-
;van Wim Kok ging hij naar VROM.
;en z'n kabinetsjaren door was hij in
st van de Verenigde Naties of doceerde
ïog is hij speciaal gezant voor de Duur-
2 nheidsconferentie van de Verenigde Na-
jie in augustus in Johannesburg wordt
luden. Daarna gaat hij niet veel doen,
n zijn archief ordenen. Per 1 januari
hij weer aan de slag. Wellicht colleges
n, stukken schrijven. „Kalm beginnen.
3 lliciteer niet, ik vind mijn weg wel."
week voor de verkiezingen, keek Pronk
>g naar uit om in de Kamer te gaan zit-
,Ik wil rekenschap afleggen. Ik heb iets
elden. Juist nu", zei hij toen. De PvdA
jeerde echter. Pronk stapte na de verkie-
fen op. Om de jonge garde een kans te
jn, want met de behaalde 23 zetels was
jn de oude PvdA-generatie in het parle
om door te gaan."
Zeker niet als fractiegenoot Wouter Bos hem
vervolgens bestempelt als ouderwets. „En
als Klaas de Vries me in een interview neer
zet als de bekeerling die alleen het vingertje
opheft en er niet meer toedoet. Door die
uitspraak hielp hij mij m'n besluit te nemen
als was dat niet meer nodig. Het waren im
mers mijn eigen collega's die dat zeiden. Ik
versta de tekenen."
Als hij nog aansporing nodig had gehad om
eigener beweging op te stappen, dan had de
fractievergadering daags na de verkiezingen
wel de doorslag gegeven. „Ik verwachtte dat
de fractie bij zichzelf te rade zou gaan wat
zij fout had gedaan. Maar nee. Geen zelfre
flectie, dat was de lijn. Ik schrok daar van. Al
stond mijn besluit al vast."
Een Partij van de Arbeid moet van hem een
visie geven op de ontwikkelingen in de we
reld: 11 september, de multiculturele sa
menleving. Antwoorden op een rechts rege
ringsbeleid. Discussie voeren.
„Dat heb ik van Den Uyi geleerd. Ik wil die
vrijheid hebben. Ook binnen de PvdA."
Maar zijn partij is - evenals het paarse kabi
net - regentesk geworden, vindt hij. „Mis
schien is dat het lot van het Binnenhof."
Vroeger konden grenzen worden verlegd,
nu veel minder. „Je kon in de jaren zeventig
vragen blijven stellen over de juistheid van
je eigen opstelling, je politiek intellectuele
twijfel uitdragen. Dat evenwicht is nu een
beetje kwijtgeraakt. En ik ben niet van plan
alleen een spreekbuis te zijn."
Hij was in de afgelopen decennia juist dege
ne die steeds zijn stem verhief, vooral als
minister voor ontwikkelingssamenwerking.
Hij ging vaak tegen de stroom in, voor het
arme deel der mensheid, in binnen- en bui
tenland. Terugkijkend beaamt hij dat er een
lijn zichtbaar is in zijn carrière: wat hij op
bouwde werd door opvolgers teniet gedaan.
Alleen de eerste keer niet, door Jan de Ko
ning. Die heeft veel van mijn plannen door
gezet. Eveline Herfkens zette de ontpron-
king in. Dat heeft me wel geraakt maar ik
kon me niet uiten. Ik heb me er in het kabi
net niet tegen verzet. Mijn opvolgers op
VROM, die moeten nog op hun daden wor
den beoordeeld."
Dat daar nu een staatssecretaris voor milieu
zit in plaats van een minister vindt hij jam
mer. Maar minder erg dan dat er geen mi
nister voor ontwikkelingssamenwerking
meer is. De stem van de milieubeweging
wordt toch wel gehoord. Pronk ziet ook de
nieuwe staatssecretaris van milieu Pieter
van Geel wel zitten.
Maar hij heeft er pijn van in de buik dat het
kabinet-Balkenende ontwikkelingssamen
werking toevertrouwt aan een staatssecreta
ris. Die zit niet elke vrijdag bij het kabinets
beraad. „Een minister wel en die is daarmee
de stem van de mensen die geen stem heb
ben. Een staatssecretaris kan opmerkingen
maken maar die wordt niet gehoord."
De nieuwe regering staat met de rug naar de
buitenwereld: „Nederland wordt provinci
aal, op zichzelf gericht Daar wordt in het
buitenland met grote verbazing naar geke
ken." Hij vindt het kenmerkend dat asiel
zoekers voortaan via de justitiële invalshoek
worden benaderd. „Een illegaal is straks cri
mineel. Landen die niet doen wat wij willen,
krijgen geen hulp meer. Schandelijk. Dat is
zo n beleidsommekeer van wat ik fatsoenlijk
vind."
Pronk blijft zich daar tegenaan bemoeien.
Ook van buiten het parlement. „Ik wil blij
ven meedenken, grenzen verleggen. Ik blijf
praten. In Nederland en internationaal."
Daarmee pareert hij ook de kritiek dat hij
aan het pluche gehecht was: altijd commen
taar maar niet opstappen. „Ik wil macht en
invloed uitoefenen, via het woord. Ik wil wel
iets bereiken. Na het Srebrenica-rapport zei
ik tegen Kok: 'Hier is mijn ontslagbrief. Die
heeft hij niet willen accepteren. Hij zei: 'Je
mag niet weg. Dan leg je een nog grotere
hypotheek op de meningsvorming in het
kabinet'."
Pronk vertrok pas een week later, met de
rest van Paars. „Ik ben zo loyaal mogelijk
geweest aan Kok. Tot het einde toe. Kok was
ook loyaal aan mij."
Hij glimlacht. „Ik heb het hem niet gemak
kelijk gemaakt. Nee, dat was niet om hem te
pesten. Vanwege de meningsvorming. Dat is
wat ik wil: discussie. En die blijf ik voeren. Ik
ben niet van plan te zwijgen. Maar ik wil
geen luis in de pels zijn, geen commentator
aan de zijlijn. Ik wil meedenken."
Heeft hij iets verwaarloosd, in al die jaren
van politiek? „Dingen om te lezen. Ro
mans."
ment teruggekomen. „Het was geen gemak
kelijk besluit. Ik heb dat 's morgens geno
men. Onder het hard lopen. Vervolgens heb
ik het de fractie verteld. Later thuis."
Zoiets bespreekt hij niet vooraf met zijn
vrouw of andere vertrouwelingen. Licht ver
wonderd over deze suggestie: „Dat deel ik
met niemand. Ik probeer rationeel te beslis
sen. Het is voor mij een puur politieke afwe
ging"
Hij valt stil. Schuift op zijn stoel, onder
streept met zijn handen. „Voor het eerst zeg
ik het nu publiekelijk: Ik voelde me alleen
staan in de PvdA. Ik voelde me gemarginali
seerd. Ik werd beschouwd als de generatie
die passé is."
Dat gevoel begon met de Joint Strike Fighter
(JSF). Het kabinet wilde de Nederlandse in
dustrie laten meebouwen aan deze Ameri
kaanse gevechtsvlieger. „Ik was daar echt te
gen. Daar stond ik totaal alleen in." Pronk
wilde liever met Europese vliegtuigbouwers
in zee. „Ik kon het JSF-besluit niet dragen, ik
wilde vertrekken.
Pronk vroeg tijdens het cruciale kabinetsbe
raad twee uur bedenktijd. Hij overlegde met
PvdA-ministers en met de collega's Brink
horst („Die ken ik al sinds we samen in het
kabinet-Den Uyl zaten") en Van Boxtel van
D66. „Ik kreeg te horen dat ik het de PvdA
niet aan kon doen en Kok ook niet. Dat zijn
argumenten die ik zelf ook zou hebben ge
bruikt tegen een collega."
De politieke loyaliteit won het van zijn ge
weten. Hij vroeg aantekening tegen het ka
binetsbesluit. Binnen de beslotenheid van
de Trêveszaal was hij tegen, naar buiten toe
verdedigde hij als minister het besluit. Het
kabinet wordt geacht met één mond te pra
ten.
„Daar overheen kwam Srebrenica", recon
strueert Pronk. Hij vond dat het kabinet
consequenties diende te trekken uit het on
derzoeksrapport dat het Nederlands Insti
tuut voor Oorlogsdocumentatie in april pu
bliceerde naar aanleiding van de val van de
moslimenclave Srebrenica. Dat kwam in de
openbaarheid. „Dat is mij zeer euvel ge
duid. Ik heb de indruk dat men mij de val
van het kabinet is gaan verwijten. Ook bin
nen de PvdA."
Hij voelde dat hij geen invloed meer kon
uitoefenen binnen de partij. „Ik stond al
door onze correspondent
Gert-Jan Broere
ti an j in - Een recent rapport van
het Pentagon vergeleek China
met de Sovjetunie van een paar
decennia geleden: in potentie
een macht die de veiligheid van
de VS kan bedreigen. Maar op de
militaire bases in Tianjin is het
ver zoeken naar die 'potentie'.
De straaljager scheert met een
oorverdovend geraas laag over
de luchtmachtbasis en klimt
vervolgens in een hoek van ze
ventig graden steil naar boven.
Het toestel zwenkt op een paar
honderd meter hoogte naar
links, maakt een halve cirkel en
herhaalt het kunstje nog een
keer.
Dan is het gedaan met de pret.
De piloot zet zijn toestel snel
aan de grond, paradeert nog
even langs de buitenlandse be
zoekers en parkeert de jager bij
het tankstation. Hij zit aan zijn
taks, want hij mag slechts hon
derd uur per jaar vliegen. „Dat
heeft economische redenen",
zegt Wang Wei, commandant
van de 24ste divisie van de Chi
nese luchtmacht. „En met ma
teriële. Uitbreiding is niet moge
lijk."
Het toestel van de demonstratie,
een Jian-8, is de trots van de
24ste divisie. Een toestel van
Chinese makelij waarvan de
houdbaarheidsdatum allang
verstreken is, maar dat bij ge
brek aan nieuwer materiaal nog
steeds de ruggengraat van de
luchtmacht vormt. China be
schikt inmiddels over de Russi
sche Sukhoi-27 en Sukhoi-30,
die de concurrentie met Ameri
kaanse straaljagers moeiteloos
aan kunnen. Maar in Tianjin
zijn die niet bewonderen. Ze
zijn gestationeerd in het zuiden,
tegenover Taiwan, dicht bij het
potentiële slagveld.
De 24ste divisie zorgt voor de
verdediging van het luchtruim
rond de havenstad Tianjin en de
honderd kilometer noordelijker
gelegen hoofdstad Peking. Geen
veeleisende taak; de laatste wa
penfeiten dateren al weer van
eind jaren zestig, toen met Chi
nese MiGs drie Taiwanese ver
kenningsvliegtuigen werden
neergehaald, zo wordt niet zon
der trots gemeld.'
Een paar honderd meter verder
op is de 196ste brigade van het
Volksbevrijdingsleger gelegerd.
Ook hier is China's modernise
ring grotendeels aan voorbij ge
gaan. De 196ste is teruggebracht
van een divisie naar een briga
de, en telt geen 12.000 man
schappen meer maar nog
slechts 2.500. De troepenreduc
tie was onderdeel van de opera
tie om het aantal soldaten onder
de wapenen terug te brengen
van 2,5 naar 2 miljoen. Het geld
dat daarmee werd bespaard,
was bedoeld om het wapenarse
naal op te waarderen, maar de
196ste brigade is hoofdzakelijk
aangewezen op ouder Chinees
materiaal. Zowel Hu Dongmin,
Ze zijn nog niet weg of een
Oost-Europese vrouw met viool
en man met trekharmonica ko
men aanlopen. Ze buigen met
een flauw glimlachje voor het
zelfde terras met nog steeds de
zelfde oude vrouwen. De eerste
tonen van de lambada klinken.
Op het terras klinkt nu geïrri
teerd gemompel: .Alweer?
Waarom komen ze allemaal op
ons af?"
Op het station van Utrecht ne
men twee Oost-Europeanen de
roltrap naar perron 7a. De ene,
met een accordeon op zijn rug,
draagt een geblokt 'houthak-
kershemd', wijd geplooide rib
broek en een verschoten col
bert. Zijn kleinere maat trou
wens ook, alleen heeft hij ook
nog een grijs hoedje.
In een nis op het perron wach
ten ze op de spitstrein naar Gro
ningen binnenkomt. Ze letten
goed op waar de conducteurs
van de trein instappen. De klei
ne met het hoedje vist een ver
frommeld koffiebekertje uit zijn
colbert. Zijn collega zet de trék-
harmonica op zijn bolle buik.
Ze schuiven de deur naar de
stampvolle coupé open. „Oh
nee!", kreunt de coupé collectief
zodra de eerste tonen klinken.
Geërgerd draaien studenten en
forensen hun hoofd af. Sommi
gen doen plotseling of ze slapen,
anderen stoppen zelfs de vin
gers in hun oren. Een enkeling
maakt het voor het eerst mee en
kijkt verwonderd en giechelend
naar het duo.
De muzikanten blijven onver
stoorbaar in de deuropening
doorspelen. Dan de kleine kof-
fiebekertjes onder de neus van
de reizigers en kijkt ze vragend
en knikkend aan. Een meisje
van een jaar of zeventien pakt
zuchtend haar portemonnee en
gooit een mun^e in het koffie
bekertje. Een oudere vrouw te
genover haar volgt het voor
beeld.
Als de muzikanten de coupé
door zijn, zit amper twee euro in
het bekertje. Het geld gaat in
een broekzak en de twee stap
pen weer een nieuwe coupé in.
Na een kwartiertje komt de trein
aan in Amersfoort. De accorde
on wordt weer op de rug geslin
gerd en het koffiebekertje ver
dwijnt in een afvalbak. Vrolijk
fluitend en dertig euro rijker
loopt het tweetal naar de sta
tionskiosk. Nieuw bekertje koffie
kopen.
commandant van de 196ste bri
gade als zijn collega Wang Wei
van de 24ste luchtmachtdivisie
zijn er van overtuigd dat hun ta
ken niet hebben geleden onder
de nivellering. Als de commu
nistische partij als hoogste or
gaan het leger opdraagt het va
derland te verdedigen, dan zul
len de militairen niet aarzelen,
zo verzekeren ze.
Maar of ze ook zullen zegevie
ren? De high tech-oorlogen in
Kosovo en Afghanistan hebben
de Chinezen de ogen geopend.
De Koreaanse Oorlog, waarin de
Chinese 'vrijwilligers' van de
196ste de Amerikanen terugdre
ven tot voorbij de 37ste breedte
graad, komt nooit meer terug.
„Ik zal eerlijk zijn. Er heerst tus
sen ons en andere landen nog
een groot gat in de technologi
sche oorlogvoering", zegt Hu
Dongmin.
Eerljkheid, valse bescheidenheid
of strategisch denken? Het Pen
tagon, het Amerikaanse ministe
rie van defensie, denkt het laat
ste, zo bleek uit een twee weken
gepubliceerd rapport. China
praat zichzelf graag in de under
dogpositie, vinden ze in Was
hington. Het Pentagon is er van
overtuigd dat Amerika op de
lange termijn meer te vrezen
heeft van de Chinezen dan van
de internationale terroristen die
nu met veel inzet van geld en
manschappen worden bestre
den. Koude-Oorlogsrethoriek,
roepen ze in Peking. Alleen het
woordje Sovjetunie is vervangen
door China.
Officieel besteedt Peking jaar
lijks 25 miljard dollar aan het
oplappen van zijn verouderde
strijdmacht, maar de opstellers
van het Pentagon-rapport ver
moeden dat het bedrag dichter
in de buurt ligt van de 65 mil
jard, zonder overigens duidelijk
te maken hoe ze dan precies
aan dat bedrag komen. Het is
hoe dan ook een peulenschil
vergeleken bij de bijna 400 mil
jard die de VS in defensie steekt.
Conservatief Amerika maakt
zich er vooral zorgen over dat
China zijn handelsoverschot
met de VS gebruikt voor de aan
schaf van de modernste wapen
systemen in Rusland en het be
dreigen van een democratie als
Taiwan. Bpvendien neemt Pe
king het volgens de haviken niet
zo nauw met het doorspelen
van wapentechnologieën aan
landen die het Witte Huis on
langs nog afschilderde als 'As
van het Kwaad'. Alleen in de
Amerikaanse minister van bui
tenlandse zaken Colin Powell
lijkt China een bondgenoot te
hebben. Hij merkte pas op het
niet vreemd te vinden dat een
land dat moderniseert ook zijn
leger wil opkalefateren.
Maar ondanks de harde toon
zetting van het rapport heeft het
Pentagon China nog niet opge
geven als mogelijke bondge
noot. Na het incident met het
spionagevliegtuig in april vorig
jaar op Hainan, werden de mili
taire contacten afgebroken.
Maar juist nu, onder druk van
de internationale strijd tegen het
terrorisme, willen de VS China
nog een nieuwe kans geven.
Niet dat de verwachtingen in
Washington hooggespannen
zijn. China laat gewoon nooit
het achterste van zijn tong zien,
zeggen ze daar. „Zijn ze bang
om te laten zien hoe slecht ze
werkelijk zijn?", vroeg een Ame
rikaanse officier zich af. De mili
taire contacten leverden vooral
de Chinezen een kijk in de keu
ken van het Amerikaanse leger
op. „Dat kan ook nuttig zijn,
want dan zien ze wat wij heb
ben en dat werkt ook afschrik
wekkend."
Van echte uitwisseling, een be
langrijke voorwaarde voor der
gelijke contacten, is nooit sprake
geweest. Amerikaanse militairen
werden beleefd afgescheept met
modelbrigades zoals de 196ste
in Tianjin. Maar daar is wapen
tuig met het label 'Made in Rus
sia' ver te zoeken.
De erewacht van de 196ste Chinese brigade in Tianjin. Foto: GPD/Gert-Jan Broere
leen, ik werd in de campagne niet meer ge
bruikt. Bk had het gevoel dat ik niets meer
kwijt kon. En ik wil geen backbencher zijp.
Het politiek correcte was zozeer gaan preva
leren het afgelopen half jaar, dat je je zowel
binnen het kabinet als binnen de PvdA
moest voegen. Naar de top. Ik hoorde daar
niet meer bij. Dan heeft het niet zoveel zin
spelen bij een Haags terras. Foto: GPD/Phil Nijhuis
Oud-minister Jan Pronk: „Ik ben niet van plan te zwijgen." Foto: GPD/Phil Nijhuis