Wedergeboorte van Leidse Bijlmer E De Slaaghwijk wordt langzaam een gewone buurt HDC931 Vijftien jaar geleden was de Slaaghwijk in Leiden-Noord de meest criminele buurt van Leiden. 'De Bijlmer van Lei den' werd de buurt ge noemd, en 'de afvalbak van de woningbouwverenigin gen'. Sinds 1990 hebben gemeente en rijk tientallen miljoenen euro's geïnvesteerd. De Slaaghwijk werd een 'aan- dachtswijk'. De buurt is erop vooruitgegaan, maar sommi ge problemen blijven onop gelost. Bewoners, buurtwer- kers, ambtenaren en politici over de aanpak van een Leid- se achterstandsbuurt. door Peter Groenendijk ZATERDAG 27 JULI 2002 Jongeren op het plein aan het Valkenpad. I en zonnige middag in Slaaghwijk. Uit een flat klinkt Turkse muziek, vogels kwette ren vrolijk mee. Verder heerst de stilte. De hoge flats zien er keurig uit: de meeste muren zijn vrij van graffiti. Op straat is het rustig. Een gesluierde vrouw sjouwt met haar boodschappen, de krantenjongen wordt hartelijk begroet. 'Geef maar hier, die krant. Bedankt, lieve,jongen.' Is dit het Leid se equivalent van de Amsterdamse Bijlmer? Samuele Zattini, een kleine dertiger met een vriendelijk gezicht, komt aangelopen. Als geen ander kent Samuele de wijk: hij loopt al vijftien jaar langs de hoge flats, om er folders van de Evangelische Tractaat Zending uit te delen. 'Hoop doet leven', staat erop. ,,De Bijlmer van Leiden? Wie dat nu nog zegt, spreekt onzin", zegt hij. „Vroeger was het hier inderdaad crimineel, onveilig. Maar nu is het anders. Het is een prettige wijk gewor den, een positieve wijk. De mensen zijn een stuk vrolijker dan vroeger." De Slaaghwijk, een buurt in Leiden-Noord tussen het Noorderpark en de Merenwijk, werd aangelegd in 1970. Flats van vier tot tien verdiepingen hoog, gescheiden door brede groenstroken, met hier en daar een speelplaatsje, moesten een 'ruim opgezette wijk met goede voorzieningen' vormen voor mensen met een kleine beurs. Maar de mooie verwachtingen kwamen niet uit. Veel flats werden al snel gebruikt als 'wisselwoningen' voor bewoners van reno vatiehuizen in de binnenstad. De tijdelijke bewoners onderhielden hun woningen slecht. De flats gingen snel achteruit en de politie moest nogal eens langskomen om hoog oplopende burenruzies te sussen. De Slaaghwijk kwam bekend te staan als de 'af valbak van de woningbouwverenigingen'. Gedurende de jaren tachtig groeide het aan tal incidenten in de wijk. Vechtpartijen tus sen jongeren, geweldsdelicten en overlast door zwervers waren maar enkele van de klachten van veel bewoners. Ook ontstond spanning tussen de verschillende etnische groeperingen in de wijk, waar steeds meer allochtonen kwamen wonen. In 1990 benoemde de gemeente Leiden de Slaaghwijk als een van de drie 'sociale ver- nieuwingswijken' in de stad, die speciale zorg behoeven om de leefbaarheid en veilig heid op een goed niveau te brengen. Er zijn sindsdien tientallen miljoenen euro's geïn vesteerd in projecten om de leefbaarheid te verbeteren, en ook in een facelift van de flats in de wijk. Er kwamen meer politiesurveil lanten, de gemeente legde een nieuwe speel tuin en een speciaal 'evenementenplein' aan en er werden instellingen opgezet die klaar moesten staan voor bewoners met proble men. Niets was te veel om de Slaaghwijk weer leefbaar te maken. Het resultaat mag er zijn, vinden de bewo ners. Mevrouw Kramer, 65 jaar, woont al ze ventien jaar in de zelfde vijfkamerflat aan de Havikshorst. „Ik woon hier met veel ple zier", zegt ze. „Ja, 's avonds durf ik niet over straat, maar dat is niet omdat er hier zoveel gebeurt. Ik ben gewoon bang, dat zou ik in andere wijken ook zijn. Sinds de renovatie ziet alles er beter uit. De liften, de buitenkant van de flats, alles." En daardoor zijn verve lende problemen in haar flat verdwenen, zegt ze. „Vroeger liepen hier zwervers rond. Wij hadden er in de flat ook een. Die sliep in de flat beneden, deed er zijn ontlasting, en zovoort. Brak ook regelmatig in bij mensen. Mijn man heeft een keer zijn bedje wegge haald, omdat we het zat waren. Toen stak hij onze fietsenkelder in brand. Sinds de reno vatie is er veel verbeterd, zulke mensen lo pen hier niet meer rond. Ik voel me echt een stuk prettiger dan tien jaar geleden." Bewoners reppen stuk voor stuk van een enorme vooruitgang in de Slaaghwijk. De veiligheid is sterk verbeterd, maar ook de sfeer tussen etnische groeperingen. Van de spanningen die in de jaren tachtig soms hoog opliepen in de buurt, is weinig meer te. merken. Mevrouw Youhre (37), getooid met een hoofddoek, heeft in de vijf jaar dat ze in de Slaaghwijk woont nog nooit iets van ra cisme gemerkt, zegt ze. „Ik hoorde wel dat de buurt een slechte naam had toen ik hier kwam wonen, maar ik weet nog steeds niet waarom. Ik heb geen last van criminaliteit. Ook niet van racisme. Nog nooit gehad, hier." De Ghanese vluchteling David Yiadom woont sinds drie jaar aan de Smelle- kenshorst. Hij roemt de gezelligheid in de wijk. „Ik woon hier sinds ik twee jaar gele den naar Nederland kwam. Het leven is hier mooi, man. Racisme? Nog nooit iets van ge merkt. De mensen in mijn flat zeggen me al tijd vriendelijk gedag." Hoe kan de slechtste buurt van Leiden uit groeien tot een modelwijk? Wijkagent Dirk Elissen, al sinds jaar en dag werkzaam in de buurt, heeft er wel een verklaring voor. „Ik begon twaalf jaar geleden als wijkagent in de Horsten. In m'n eentje! Inmiddels hebben we een flinke groep agenten die regelmatig door de wijk surveilleert. De Slaaghwijk is in die tijd vooruitgegaan, veiliger geworden. Mensen voelen zich veiliger dan vroeger om dat ze meer blauw op straat zien. En de re novatie van de flats heeft ook bijgedragen aan een beter leefklimaat. Mensen voelen zich domweg meer thuis in de wijk." Maar er is meer. Het verhaal achter de ver beteringen in de Slaaghwijk, zegt agent Elis sen, is de opkomst van het 'wijkgericht wer ken' in de stad. „Wat we hier hebben ge daan, is een soort poldermodel voor één wijk. Politie, woningbouwvereniging, ge meente en bewoners zitten samén in de wijkgroep en hebben regelmatig overleg. We weten daardoor heel snel wat de problemen zijn. En doordat de lijnen zo kort zijn, kun nen we die problemen ook snel oplossen. Er is een speciaal potje beschikbaar voor knel punten. De Turkse belangengroepering HTIB en de Stichting Surinamers Leiden zit ten ook in de groep, dus ook de allochtone gemeenschap heeft een eigen stem." Ook Jan Laurier, van 1993 tot begin dit jaar als wethouder verantwoordelijk voor wijkbe heer in Leiden, noemt het overleg tussen alle verschillende partijen in de wijk cruciaal. „De activiteiten van verschillende partijen zijn in de jaren negentig beter gecoördineerd dan daarvoor. Er zijn op dat vlak in Leiden hele belangrijke dingen gebeurd. Sterker nog: Leiden heeft daarin vooropgelopen in Nederland. Ik denk dat de Slaaghwijk daar wel bij heeft gevaren." Brommerraces Niet alle problemen in de buurt zijn opge lost. Een doordeweekse avond in de Slaaghwijk. Het is bijna middernacht. Op het plein aan het Valkenpad, het centrum van de wijk, hangen zo'n vijftien jongeren rond. Ze spe len wat met hun scooters. Het doel lijkt: zo veel mogelijk herrie produceren. Een onge veer vijftigjarige man loopt met zijn hondje met een grote boog om het groepje heen. Hij krijgt nare opmerkingen naar zijn hoofd. „Durf je niet? Of is je hondje bang?" De jon gens hebben het duidelijk naar hun zin. Als hun gevraagd wordt waarom ze hier rond hangen, halen ze hun schouders op. „Had je een beter idee?", vraagt een knaap van een „Geen last van racisme. Nooit gehad ook." „Het leven is hier mooi, man." Foto's: Henk Bouwman jaar of zestien. De rest lacht schaapachtig. Bewoners van de Slaaghwijk, vooral de men sen die in de flats vlakbij het plein wonen, zeggen last te hebben van de luidruchtige en vervelende jongeren in de buurt. „Het is een vast groepje", zegt een veertigjarige man (die niet met zijn naam in de krant wil). Hij woont nu zo'n vijf jaar aan de Reigerhorst. „Die gasten maken er een potje van. Ze hou den brommerraces, vooral 's avonds laat. Dat zorgt voor veel herrie. En het vandalis me: jongens van 16,17 jaar die de speeltuin - tjes vernie len. Een jeugdhonk zou goed zijn, want ze hangen hier maar rond. Er is geen flikker te doen voor die gasten.'" Volgens wijkagent Dirk Elissen zijn de jonge ren in de Slaaghwijk veel te lang het kind van de rekening geweest. „Het jongerenwerk bloeide hier ooit, maar is wegbezuinigd. Toen ik hier kwam, was er in Op Eigen Wie ken bijvoorbeeld nog regelmatig een disco. Dat verdween allemaal. Er is een tijdlang niets gedaan voor jongeren tussen 12 en 18 jaar. Daardoor ontstond verveling, en dus overlast." Sinds een jaar is die aandacht weer terug, constateert Elissen, maar het ja renlange negeren van het probleem heeft de wijk geen goed gedaan. „Ik vind dat nog steeds ontzettend jammer. Als ik een zak met geld had, zou ik hier een jeugdhonk op zetten. Een mooi onderkomen voor jonge ren, waar ze altijd - ook 's avonds - terecht kunnen en waar leuke dingen gedaan wor den voor ze. Ik hoop dat dat er van komt." Voormalig wethouder Laurier bevestigt dat aan jongeren veel te weinig is gedacht bij het ontwerpen van de Slaaghwijk. „Jongeren waren in het verleden vaak de sluitpost van de begroting als een wijk werd aangepakt. Men denkt wel aan kleine kinderen - daar wordt dan een wipkip voor neergezet - maar de opgroeiende jongeren worden vergeten. Dat is fout geweest." Of een jeugdhonk de oplossing is, weet Laurier niet. „Er moet met jongeren gepraat worden om iets te vinden. Je kunt niet zeggen: hier zetten we iets moois neer en dan gaan de jongeren er wel naartoe." De jongeren op het plein aan het Valkenpad halen hun schouders er over op. „Wie heeft er dan last van ons?", vraagt de jongen die net een passant liep te treiteren. „Ik doe toch niks strafbaars? Er is altijd wel een be jaarde die de politie belt. Een jeugdhonk? We staan hier best." Onkruid Nummer twee in de categorie niet-opgeloste problemen: het zwerfafval. Rob Overmeer (30) woont sinds 1999 aan de Havikshorst en verbaast zich sindsdien over het gemak waarmee sommige bewoners de afspraken over huisvuil negeren. „Mensen gooien al lerlei troep op straat, of de vuilniswagen nu die dag langskomt of niet. Dat is zonde, want verder is dit een lekkere wijk. De gemeente valt volgens mij niet veel te verwijten. Die komt wel-langs als er wat ligt." Uit de Leefbaarheidsmonitor 2000, een rap port van de gemeente Leiden, blijkt dat in de Slaaghwijk meer dan waar ook wordt ge klaagd over verloedering. Op de vraag 'Wat is het grootste probleem in uw wijk?' scoort het antwoord 'overlast door vuil' veruit het hoogst. Rondzwervend huisvuil blijkt de meeste buurtbewoners een doom in het oog. Sonja Korenhof, spil van de plaatselijke speeltuin en vrijwilliger op basisschool Me renwijk, baalt van het vele zwerfvuil. Dat sommige bewoners de gemeente de schuld geven, steekt haar. „Die mensen vergeten dat ze eens naar zichzelf moeten kijken", zegt zij. „We maken er zelf een potje van. De gemeente komt vaak genoeg langs. Maar als je het zelf niet bijhoudt, verloedert de boel weer. En vervolgens wijzen we naar de over heid als schuldige. Dat is lekker makkelijk." De gemeente Leiden constateert ook al dat de Slaaghwijkbewoners niet bereid zijn om de verloedering zelf aan te pakken. „Het is prima dat mensen klagen, maar ze moeten zelf ook iets doen", zegt Anoesjka Hilbrands van de dienst Milieu en Beheer. „In de afge lopen jaren hebben we veel tijd en geld geïn vesteerd om de buurt schoner te maken. Iedereen mag klagen, maar ik roep de bewoners op om zelf ook iets te doen. Neem je eigen verant woordelijkheid toch eens. Mevrouw Kramer, die aan de Havikshorst woont, is het daarmee eens. „Mensen moe ten wel meewerken. Een vrouw bij mij in de portiek zet haar vuilnis soms gewoon op de galerij, dan mag iemand anders het meene men. Dat doe je toch niet? Soms flikkeren ze hun zakken gewoon naar benaden. Er ligt re gelmatig hondenpoep in de lift, dat kunnen anderen dan weghalen. Ze bellen niet eens zelf naar de huismeester." Bewoners van be nedenwoningen, die ook een klein tuintje achter hun woning hebben, laten steeds va ker het onkruid woekeren. Een vrouw legt uit waarom. „Weet je wat je ziet als ik dat onkruid weghaal? Alleen maar rotzooi. Ze flikkeren het van alle verdiepingen naar be neden. Ik kijk liever naar brandnetels dan naar het afval van anderen." Wie die overlast veroorzaakt, is trouwens niet makkelijk te achterhalen. Niemand wil toegeven weieens afval op straat neer te gooien, hoewel sommigen een beetje lache rig op de vraag reageren. „Ben je gek", zegt een man met een schalks lachje. „Ik ben netjes, hoor. Nee, dat doen andere mensen dan blijkbaar." Een belangrijk doel van de aanpak van de Slaaghwijk was ook het oplossen van proble men achter de voordeur. Een speciale wijk groep en een Raad en Daadwinkel moesten toevluchtsoorden worden voor mensen die met onoverkomelijke financiële of sociale problemen zitten. Daarmee zijn veel mensen geholpen, zegt Jan Laurier. „Er zijn nieuwe kansen geschapen en daar is van geprofi teerd." Maar niet iedere Slaaghwijker heeft de weg naar genoemde instanties gevonden. De voordeur van een van de piepkleine tweeka merflats aan de Havikshorst wordt geopend* door een vermoeid ogende, 73-jarige vrouw. Na een paar minuten verdwijnen haar scep sis en haar norse blik, en wil ze wel iets meer over haar leven vertellen. „Ik woonde in het centrum, in een prachtige woning. Maar ik moest er weg. Toen hebben ze me hier weg gestopt." Haar kleine woonkamer staat volgestouwd met dozen en kapotte meubels, het vergeel de behang hangt op veel plaatsen los. Een tv ontbreekt, een wasmachine, een geiser of een gasstel heeft ze evenmin. „Ik heb een aow'tje, 771 euro, 230 euro gaat op aan huur. Ik heb ook nog wat andere kosten, van wat er overblijft eet ik. Sorry dat ik u hier moet binnenlaten. Maar ik heb niets meer dan dit." Naar geluk verlangt ze niet meer, zegt ze. „Ik ben afgestompt. Leven is op deze manier niet leuk meer, maar ik heb de hoop opgege ven dat er nog iets verandert. Mijn tijd is ge weest, ik zit het leven nog even uit." Zijn sommige mensen gewoon niet te hel pen door de overheid? Jan Laurier schudt het hoofd. „Ik hoop dat ook deze mensen ooit de weg vinden naar de instanties die er voor ze zijn. We moeten ons blijven inzetten voor deze groepen. Geen enkele wijk is ooit 'af. De Slaaghwijk dus ook niet."

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 2002 | | pagina 33