VIERDAAGSE
'Vierdaagse is meditatie
voor ongedurige westerling'
1 MI\M
'Er gaat niets boven Lijden
^fSZi M
I'lplaim
DONDERDAG l8 JULI 2O0][j
Wilma van Velzen en Jan Seijsener zijn hun groep kwijt. Met tien col
lega's van zorgcentrum Mariënstaete in Warmond liepen ze dit jaar
mee onder het thema 'Hoe loopt de zorg morgen?'. Ja de zorg loopt
niet goed, te weinig mensen hè. Maar wij lopen gelukkig nu nog pri
ma."
Beter is het niet ongetraind te gaan lopen. Dat ondervinden Bert
Korter, Frans den Elzen en Frits Philipse. „Het viel vies tegen. Stijve
spieren, blaren. We gaan voor de 50 kilometer en we gaan door,
want we hebben teveel weddenschappen lopen." Wandelen is puur
overleven, vinden de Noordwijkerhouters. Je ziet alleen maar de
straat en de benen voor je. Hoewel: „We zagen ook een blinde mee
lopen."
Twintig man staan bij de finish te wachten op Susan Hallers, Helen Heuzen, Claudia en Jaques Witteman
uit Leiden. Die blijven op de been door het zingen van liederen als 'Berend Botje', 'Ik zag twee beren
broodjes smeren' of 'Was ik maar bij moeder thuis gebleven'. Je loopt deze Vierdaagse af en toe met
kippenvel. Als je de brug in Nijmegen overkomt, lijkt het wel of je de oorlog hebt gewonnen."
Uit Katwijk komt het drietal Jaap Hoonaard, Piet Barnhoorn en Piet
van Rhijn. Laatstgenoemde vindt het 'allemaal écht te lang duren'.
De anderen hebben Jaap overgehaald mee te doen, nadat hij had ge
zegd dat 'de vierdaagse allemaal tussen de oren zit'. „Nu mag hij het
dus zelf proberen", zeggen de anderen. Wat voor veel lopers geldt,
gaat ook op voor de beide Pietén. Elk jaar nemen ze zich voor dat dit
de laatste keer was, maar 'als je de entourage ziet, word je toch weer
gek'. Jaap heeft drie marathons gelopen. Maar de vierdaagselopers
vindt hij een socialer, gemoedelijker soort mensen.
Dchter en moeder Lilian en Thea Starrenburg uit Leiden en Voorscho
ten lopen samen voor de zevende keer de veertig kilometer. Ja, we
zijn nog maar broekkies", lacht Lilian. „Na de eerste keer krijg je elke
keer vlinders in je buik als de tocht eraan komt. Het is echt een soort
v|rus." Tijdens het lopen kijkt het duo naar konijnen en mensen.
„Waarom er zoveel Nederlanders rondlopen met een buitenlandse
vlag is mij compleet een raadsel."
Een broodmagere bejaarde op
paarse sokken klost op klompen
langs. Een Harley zigzagt knette
rend tussen de wandelaars door.
Een militair die eruit ziet of hij
van het front komt, roept in het
wildeweg: 'I'm totally ex
hausted!' Het is vooral 'vanwege
het grote aantal idioten onder
weg' dat Hans Loo uit Oegst-
geest meeloopt in de 86ste Vier
daagse van Nijmegen.
Rob Wiche uit Voorschoten
heeft het extra zwaar. Hij heeft
een onmenselijke prestatie in
de benen zitten. Afgelopen
weekend liep hij 48 uur achter
elkaar in Keulen. „De eerste 24
uur zonder slaap gingen nog
wel", vertelt hij of het niets is.
„Voor de tweede 24 uur moest
ik toch een uurtje aan de kant.
Ik was goed getraind, maar de
geest wil dan niet meer, hè. Je
hebt geen'macht meer. Het
brein geeft het signaal aft nu is
het genoeg." Maar na een uur
tje onder zeil liep Wiche 'weer
als een zonnetje'. In totaal
drukte hij 281 kilometer weg in
die vreselijke 48-uursloop. Ver
geleken met Keulen valt Nijme
gen mee voor Wiche. „Eigenlijk
is de vierdaagse een soort me
diteren voor westerlingen die
geen zin hebben om lang in
een bepaalde houding te zitten.
Het werkt relaxend.
Saai, vindt Jankees Faas uit Lis-
se de etappes na vier keer zelfs
geworden. „Je kent de route
nou wel. Elke keer zeg ik tegen
mezelf: dit was de laatste keer.
Maar ja, de sfeer in die dorpen,
hè." De Lissenaar is om vier
uur in de ochtend van start ge
gaan en klaagt over zijn ver
stoorde ritme. Je moet flink
doorpezen als je vroeg begint,
„anders kom je in de 40-kilo-
metergroep terecht en dat is
geen doen, want dan kom je
maar voetje voor voetje vooruit.
Als je moet stoppen, doet alles
pijn." De vierdaagse be
schouwt hij als een zowel ui
terst sociaal als egoïstisch ge
beuren. Vooral in de laatste
tien kilometer ben je volledig
op jezelf aangewezen. Het is
Faas tijdens het lopen vooral te
doen om de aanmaak van de
beroemde bèta-endorfine in de
hersenen. „Dat geeft een geluk
zalig gevoel. Wandelen is puur
mentaal."
Een heel andere reden om mee
te lopen heeft Joop Slobber uit
Lisse. Hij loopt voor de negen
de keer 'de 40'. De eerste liep
hij nadat zijn vrouw was over
leden. „Je verwerkt veel tijdens
het lopen", verklaart hij. „Het
geeft ontzettend veel rust."
Ook hij vindt op deze tweede
dag het stuk naar Beuningen
maar saai. Stijgen, dalen, dat is
zijn sterke punt. Uit zijn zak
komt een koperen gesp, met
een tank erop en het zwart-
roodgeel van de wapperende
Duitse vlag. Gekregen van een
van de talloze marcherende le-
gercolonnes. Verder moet hij
niet veel van ze hebben, want
ze duwen gewone wandelaars
aan de kant. Bovendien vesti
gen ze teveel de aandacht op
zich, als ze in groot tenue, waar
ze zich tien kilometer voor de
eindstreep in hijsen, de finish
over paraderen met hun vlag
vertoon. De gewone lopers val
len dan niet meer op, bromt
Slobber. „Ik zie veel van die
Amerikanen die stuk zitten. Ze
houden geen tempo, ik denk
dat ze allemaal aan de drank
zitten"
Paul van der Geest uit Oud-Ade
heft het biertje pas na de finish.
Hem gaat het meer om het
feesten dan het lopen. Nee,
dan Albert de Ridder uit Roe-
lofarendsveen. Hij is officieel
'Europees Wandelaar' van de
International Marching League
(INL). Hij mag zich met deze ti
tel tooien nu hij in acht Euro
pese landen dit soort tochten
heeft gelopen. Nederland is
niet het prettigste land om in te
wandelen, stelt hij. „Veel te
massaal." Streven is het beha
len van de titel Internationaal
Wandelaar. Hij is driftig op
zoek naar een sponsor om hem
in Japan te laten rondsjouwen.
Samen met zijn loopgenoot Jan
van den Berg ziet hij het lopen
als een manier om 'zichzelf te
kastijden' en 'te bewijzen'.
„Mijn vader deed ook altijd
zwaar lichamelijk werk in de
bollen." Met Jan voert Albert
tijdens het lopen een debat
over de vraag of wandelen wel
sport is. Jan vindt van niet en
daar is hij blij om, 'want dan
kan het ook niet verloederen'.
Ook andere filosofische ge
dachten kunnen tijdens het lo
pen wortel schieten. „Je gaat
diepzinnig nadenken, hè. Als je
al die militairen ziet, bijvoor
beeld. Denk eens hoeveel geld
dat leger kost. En denk eens
aan de vluchtelingen, die heb
ben geen EHBO-posten of ver-
zorgingsplekken onderweg, als
ze daar met miljoenen op de
loop zijn." Nee, tijdens het lo
pen leer je pas 'de waarde van
het leven kennen'.
Je ziet zoveel om je heen, wijst
Albert in het rond. „Bijzondere
dingen. Zie je daar die oude
man die genoeglijk een broodje
zit te eten of die moeder die
haar kind een klap onder de
kont geeft? Je haalt je boven
dien op aan de mensen om je
heen. Als ik een ouwe zie lo
pen, denk ik: dat moet ik ook
kunnen. En als ik een jongere
zie helemaal kapot zit, weet ile
aha, ik kan dat dus wél."
Tegen twee uur worden de ge
zichten inderdaad grimmiger.
Strompelend ploetert een
vrouw verder, haar wangen bol
van het wegpuffen van de pijn
scheuten. Bert Steenbeek uit
Katwijk daalt met een verdoof
de blik neer. „Ik ging vanacht
om half een slapen en stond
vanochtend om half drie weer
op."
Johan Masures uit Leiden
noemt zichzelf een laatbloeier.
Hij begon pas op zijn 65ste met
de vierdaagse. „Op die leeftijd
mag je ook voor de dertig kilo
meter meelopen, dat is goed te
doen. Toen hij begon, was hij
vergezeld van zijn neef. Die is
overleden en Johan loopt al
leen. „Ik denk tijdens het wan
delen heel veel aan hem. Dan
zie je plaatsen waar je samen
hebt gerust."
Joop en Trees van Klink lopen
elke dag in een ander shirt met
een andere tekst. De wande
laars uit Roelofarendsveen
worden op die manier gespon
sord door hun kinderen. Van
daag luidt het opschrift: 'we
zijn bijna op de helft'.
Kees Snijders woont in Katwijk,
maar haalt in zijn geboortestad
Nijmegen jeugdherinneringen
op. Zijn eerste vierdaagse liep
hij met de mariniers. Inmiddels
is dit zijn veertigste en kan hij
zijn eigen tempo aanhouden.
Het gaat nu anders dan vroe
ger, want, zegt hij, 'wat olie is
voor de machine, is Heineken
voor de marine'. Duizenden
contacten, doet hij hier op,
'want de Nijmegenaar praat
graag". „Een entourage zoals
hier vind je nergens", aldus
Gijs den Hertog, Kees Fokker
en Herman Veldt. Ze komen uit
Hazerswoude-dorp, Leiden en
Warmond. „Het kleinste dorpje
is hier in uitbundige stemming.
En 's avonds in de sporthal ko
men de sterke verhalen."
Foto's: Hans van Weel
Tekst: Ilse Keuenhof
en Silvan Schoonhoven
Een luidruchtige groep draagt gele T-shirts die pijn doen aan de ogen. Een man in het gras proba
dertussen mobiel te bellen. „Ze staan hier ontzettend te schreeuwen bij dat standje van die Leids m
krant", verontschuldigt hij zich met zijn afgepeigerde voeten omhoog tegen een boom. De groep
blijkt een onoverzichtelijk samenraapsel van collega's en familie. Door elkaar heen pratend, prob
duidelijk te maken dat een cruciaal persoon ontbreekt in de wandelgroep. Het gaat om ene Marj
een groot onheil is overkomen. Ze blijkt namelijk zondag haar been op meerdere plaatsen te het
broken 'tijdens het skeeleren tegen zinloos geweld'.
ir.I
Mandyva nti
ringen (dl .n.
daagsen) Bld
Warmerd t.I
komen aa >ljj
pen met e we
op hun h« «el
hun T-shi ior
'Kaas met
zijn de af|
digden
boerderijl M
dam in W
„Wij mak Ni
echte boe r S
se." Maai ivo
lijk zijn ze tatt
wijkverpt rig
dige. Paü >sc
de metdésp
boer. Hij i re t
daag niet me
'want hij ida
kaas mak Doi
vrouwen ia
veertig ki ïns
Een keer 145
la de vijft s, 2
en nooit 1 en
Mijn voet led
er echt ni
uit." 0t
Corrie en Carola Dekker uit Oude Wetering:
je voeten op. De één zweert bij tijgerbalsem,
Rob Wiche uit Voorschoten: „Het
brein geeft het signaal af: nu is
het genoeg."
De wandelaars uit de Leidse regio konden
gisteren een berichtje achterlaten voor de
achterblijvers op het thuisfront. Hieronder
een selectie. De overige berichten zijn te
vinden op onze internetsite:
www.leidschdagblad.nl.
Hallo thuisblijvers van de brandweer
Katwijk. Het is weer veel beter dan vorig
jaar. Jammer dat jullie niet durfden.
Maar de ouwe Brandmeester loopt wel
wat extra voor jullie.
Groeten Jaap van de Bent uit Katwijk
aan Zee
Ik wil heel graag weten hoe het met mijn
kleine Amber is. Ze is pas anderhalve
week oud en ik had bijna niet mee kun-
nen lopen. En mensen zeggen het vaak,
maar dit is écht de mooiste dochter van
de hele wereld.
Papa
Hoi Cent, Jammer dat je er niet bij bent.
Maar we weten dat je met ons meeleeft.
Hopelijk gaat het met je vrouw weer de
goede kant op zodat je snel weer met
ons meegaat
Namens Tom, Cees en Jan
vierdaagse liep. Bas is nu twaalf jaar.
Volgend jaar loopt hij zelf mee met opa.
Die loopt dan voor de 13e keer.
Er gaat niets boven Lijden!
Groetjes van Linda uit Leiden
Lieve schatten, nog maar tachtig kilome
ter en mama is alweer thuis. Dan gaat
het echte feest beginnen.
Manon
Opa Klaas van Duin uit Noordwijk felici- Iedereen heeft weddenschappen op ons
teert zijn kleinzoon Bas die vandaag jarig afgesloten dat we 't niet gaan halen,
is. Hij is geboren toen opa zijn eerste Maar voor al die ongelovigen:
we gaan
keigoed! Zeg dat maar tegen jullie doe-
koes.
Marieke en Linda uit Katwijk aan Zee
Shannon, ondanks dat Oma pijn aan d'r
teen heeft gaat het best. Maija, Hans al
les oké.
Liefs Oma
Ik ben fantastisch met drie pubers op
stap. Diana Ouwehans uit Voorhout, wil
je een kistje Magistraat Hoek halen?
Groet Mart
Lieve Leidse Fanclub, dit jaar niet uit de
boom gevallen, veilig gelopen en niet te
veel gezopen. Het gaat zeker lukken dit
jaar!
Willemijn Landhout uit Leiden
Je moet een tempo houden en kort rusten, anders
de ander bij zalf. De één zegt tapen, de ander juist
Jan Woordes (73) uit
aan den Rijn mag als
de laatste bezoekers
stand binnenkomen, en
hoort tot de meest ei nst
deelnemers. Voor de le{
keer loopt hij mee en
redelijk met hem. eej
„Ik heb astma en Ion (0
seem, dat maakt mij
heel onvoorspelbaar.
even moet inhaleren j
wel eens 'ik moet evi
gebruiken'. Moet je 2
ken!" Zijn gezondhei
dan zwak zijn, het lo |y
Alphenaar met de pa
gegoten. „In de oork - y
was het armoe troef, f
overal naartoe, ande eik
niet. Zo leerde je het is.
len." tré
Vite
an