T ourrenners
niet bang
de WW
k kan op dit moment echt niet zonder roeien'
SI
fooral de thuisblijvers moeten zich zorgen maken
LE TOUR
Geen WK voor Tristan Kramers, wel een medaille
SPORT
ZATERDAG 13 JULI 2002
Ad Pertijs en Edward Swier
(ON - Rijen dik staat het volk
Tour weer langs de kant De
sors niet Al dan niet vanwe-
ipingperikelen, dreigen veel
chieters af te haken. Veel
»rs weten nog niet of ze vol-
iseizoen nog ergens een
iet krijgen. Toch maakt bij-
imand zich grote zorgen
iet voortbestaan van de
Een situatieschets.
Jverbruggen, de voorzitter
ie wereldwielerbond UCI,
jt nog maar eens een keer.
leb geen zin in weer een ne-
Sf verhaal." Gaat het niet
loping,
Ijver het
wijnen
(vieler-
W Al
Jietvan-
fdo-
ires.
Sjurlijk is
ner
joegen
ijnen,
|in de
jeschie-
Ivande
sport is
loit an-
teweest.
n hl ama-
voorgesteld, is het trou-
niet. Jean Delatour zou
imii en, maar blijft nu het team
>lan iee mocht doen aan de
i vol
tge toppen van Mapei en de
emen bij Kelme hebben
ns de Nederlander weinig
ken met een crisis in de
rsport. „Welnee, de baas
lapei wil er na tien jaar ge-
mee stoppen. Dan zegt hij
og dat de wielersport hem
ank verschuldigd is. Ik
dat Mapei de wielersport
veel dank verschuldigd is. Ge
loof me, in de wielersport raken
we weinig sponsors kwijt."
Toch dreigt er werkloosheid. Rik
van Dongen is de zaakwaarne
mer van ongeveer 25 profcou
reurs. „Vorig jaar moesten ook
veel renners op het laatste mo
ment nog een ploeg vinden,
maar het probleem is veel groter
dan toen. Tel maar na. Ik schat
dat tussen de 100 en 125 profs
moeilijkheden krijgen met het
vinden van een ploeg."
Een groot aantal van hen is nu
in Belgische dienst. Het samen
gaan van Lotto en Domo kost
ongetwijfeld banen, zowel on
der de renners als bij het overige
personeel. Nog tijdens de Tom
zou er meer duidelijkheid moe
ten komen. Christophe Sercu,
manager van
Lotto, werkt
deze maand sa
men met Pa
trick Lefevere
van Domo de
fusieploeg Lot
to-Domo uit.
Beide teams
konden het niet
langer zelfstan
dig bolwerken.
„Het probleem
van de wieler
sport is het ge
brek aan stabi
liteit bij de
teams. Valt de
sponsor van
Ajaxweg, dan
blijft Ajax bestaan. Valt de spon
sor van een grote wielerploeg
weg, dan houdt het team op te
bestaan. Omdat we niet terug
kunnen vallen op zaken als ei
gen gebouwen, recettes of tv-
rechten. We bouwen daardoor
ook nooit iets op. We kunnen
nooit verder kijken dan de rela
tief korte periode, waarvoor de
sponsor een contract afsluit. Ik
denk dat het tijd is geworden
om na te denken over dat pro
bleem."
Het Tourpeloton piekert echter
niet hardop. Servais Knaven,
renner bij Domo-Farm Frites,
weet dat zijn ploeg opgaat in het
fusieteam, maar heeft nog geen
duidelijkheid over zijn eigen po
sitie. Net als veel van zijn ploeg
genoten. Ach, we maken ons er
niet zo druk om. Bijna iedere
renner heeft ervaring met deze
situatie. Je kunt er zelf weinig
aan doen en meestal komt het
wel weer goed."
Adri van Houwelingen, ploeglei
der bij Rabobank, bevestigt dat.
„Ik maakte me als renner daar
ook niet zo druk over. Er waren
altijd wel gemchten dat er iets
nieuws ging gebeuren. En soms
werden die geruchten ook waar
heid." Van Houwelingen denkt
niet dat de situatie kenmerkend
voor deze tijd is. „Er stoppen al
tijd sponsors. Die van ons stopt
ook een keer. Maar we hebben
nog een contract tot en met
2005. In de wielersport is dat bij
na een eeuwigheid."
Patrick Lefevere denkt wel dat er
sprake is van een verband met
de wereldeconomie. „Multina
tionals moeten pas op de plaats
maken. Het wielerpeloton is een
weerspiegeling van de maat
schappij. En daar wordt verteld
dat er even wat gas moet wor
den teruggenomen. Als er ba
nen moeten verdwijnen, dan is
dat zo. Snijden in de budgetten,
of het aantal ploegen, is onver
mijdelijk."
Walter Godefroot is teambaas
bij Telekom. Zijn sponsor is in
het nieuws met een beurscrisis,
reorganisatie en ontslaggolf.
„Het is toch kortzinnig om te
denken dat daarom ook het
team wordt opgedoekt. Zolang
het bedrijf bestaat zal het op een
of andére manier aan reclame
moeten doen. Dan is deze ploeg
een stuk goedkoper dan het uit
zenden van tv-commercials. En
nog eens sympathieker ook."
Van Dongen heeft de wieler
sport onlangs financieel in kaart
proberen te brengen. „De com
merciële waarde van de sport
Van de huidige 70 profteams in de divisies 1 en 2 blijven er maximaal 40 over, zegt Hein Verbruggen, voorzitter van de wereldwielerbond UCI. Foto: AP
kan oplopen tot in de miljarden.
Een topteam werkt daarentegen
met een budget van 10 miljoen
euro. Als je de DNA van de wie
lersport over die van het be
drijfsleven legt, valt op dat de
eerste toegankelijk en goedkoop
is." Walter Godefroot wijst naai
de honderdduizenden mensen
die iedere dag weer op de Tour
afkomen. „Zolang die er zijn,
zullen er ook sponsors zijn. Het
product en de uitstraling zijn
goed." Hij ziet echter ook dat de
sport financieel in een dip te
recht is gekomen.Al gaan de
budgetten met de helft naar be
neden, wat dan nog. Meer dan
een voetbalclub zijn wij onder
hevig aan de wetten van vrije
markteconomie. Minder budget,
betekent lagere salarissen en
door die lagere salarissen zullen
kleinere firma's de plaats van de
grotere kunnen innemen. Van
daaruit evolueert de sport dan
weer naar boven. Zelf heb ik dit
met Telekom ook meegemaakt.
Hoe klein zijn wij niet geweest."
Van Dongen weet wat hem te
wachten staat de komende con
tractbesprekingen. „Het budget
van een team gaat voor 85 pro
cent op aan salarissen. Logisch
dat daar gekort gaat worden. Ik
verwacht niet dat de toppers
gaan inleveren. En ook de jon
gens aan de onderkant niet. De
salarissen in het middenseg
ment zullen echter onder druk
komen te staan." Hij krijgt bijval
van Lefevere:Al krimpen de
budgetten, de goede jongens
blijven altijd goed betaald."
Rik van Dongen denkt dat er
voor de ploegen nog wel winst
te halen is op twee vlakken: de
imagorechten en de tv-gelden,
die nu nog bijna geheel ten goe
de komen aan de organisators
van wedstrijden. Voor Walter
Godefroot hoeven de tv-rechten
niet bij de organisatoren van
daan gehaald. „Hoe moeten zij
anders aan geld komen om
koersen te houden. Voor mij is
het belangrijker dat er wedstrij
den zijn die worden uitgezon
den. Direct en indirect is dat
goed voor mijn sponsors."
Christophe Sercu zou graag zien
dat de ploegen meedelen in de
tv-gelden. „Misschien wordt het
tijd voor een herziening van de
ze verdeling. Niet dat wij als
ploegen nu gezamenlijk dat geld
eisen, maar ik verwacht dat de
UCI inziet dat het anders moet.
De bond is onze regering en de
regering maakt wetten die goed
zijn voor het gehele land."
Lefevere kan zich niet voorstel
len dat er steun uit UCI-kringen
zal komen. „Het is al een paar
keer eerder geprobeerd de ploe
gen te laten profiteren van de tv-
gelden, maar dat is nooit gelukt.
Mocht het er toch van komen,
dan zullen wij graag ons stukje
van de koek krijgen."
UCI-president Hein Verbmggen
heeft wel degelijk oog voor de
problemen van de ploegen. „Ik
zie twee grote lijnen. Ten eerste
moeten we de teams een stabie
lere basis geven. En op de twee
de plaats zijn er simpelweg te
veel profploegen. Er moet on
herroepelijk gesaneerd worden.
Van de huidige 70 profteams in
de divisies 1 en 2 moeten er
maximaal 40 overblijven. We
gaan dat bereiken door de lat
hoger te leggen, zodat alleen de
teams met een goede structuur
en gezonde financiële huishou
ding overblijven. We werken nu
al met strikte licentievoorwaar-
den, maar er zit toch nog wat
kaf tussen het koren."
De UCI heeft onlangs de Rain
bow Foundation in het leven ge
roepen en die stichting heeft ten
doel de wielersport een stabiele
re basis'te geven. Verbruggen:
„We gaan koersen overnemen
en we gaan een fonds oprichten
waaruit we ploegen kunnen hel
pen. Dat geld komt onder meer
uit de tv-rechten en met de drie
grote organisators heb ik al afge
sproken dat ze een deel van hun
winst in dat fonds stoppen."
Verbruggen is geenszins van
plan de ploegen zo maar geld
toe te stoppen. „Nee, want dat
leidt alleen maar tot opbieden,
waardoor het geld in de zakken
van de grote renners vloeit. Het
geld is bedoeld om ploegen een
betere fundering te geven."
De voorzitter zei eerder beducht
te zijn voor de gevaren van het
'grote geld'. Hij is trots op de
structuur van de wielersport. „Ik
zou die niet graag inruilen voor
die van de voetbalsport. Bij ons
leeft geen enkele ploeg boven
zijn stand." Hooguit een aantal
renners. Een manager van een
ploeg zei ooit: „Het probleem
van wielrenners is dat ze betaald
willen worden naar gelang ze
gepresteerd hebben in het verle
den. De sponsor is echter alleen
geïnteresseerd in wat hij het ko
mende jaar van die renner mag
verwachten."
In de Tour schijnt ondertussen
nog bijna iedere dag de zon. De
renners zijn niet bang voor de
WW. Rabo-ploegleider Adri van
Houwelingen: „Er komt een sa
nering. Maar ik geloof niet dat
één renner die hier rijdt, zonder
ploeg komt te zitten. Ze hebben
een podium om zich te etaleren.
Het zijn meer de renners die nu
thuis zitten die zich zorgen
moeten maken."
)58
Maarten Dekker
- Een worldcupmedaille bungelt al om zijn nek voordat Tristan
irs een meter heeft gevaren. Dat is het vooruitzicht voor een
die meedoet aan een race waarin slechts drie boten in de baan
ijnen. De Rotseeregatta die dit weekeinde in Luzern wordt ge-
n, is in meer dan één opzicht een troostfinale voor Kramers. Een
voor het bloeden. De Leidenaar had zijn zinnen gezet op een
je in de lichte dubbelvier die aan het komende WK meedoet,
dat plan moest op het laatste moment de prullenbak in. Waar-
ramers heeft zo zijn vermoedens, maar hij zal die nooit hard
n maken.
:om wil de 24-jarige pedagogiekstudent eigenlijk niet te lang
tan bij wat drie weken geleden wellicht gebeurd is. Toen vond
finitieve selectie plaats voor het WK. Uit zes roeiers moest de
icoach een team van vier samenstellen. 'Onderdeel van de pro-
e was dat alle kandidaten een briefje moesten inleveren met
!p drie namen van de roeiers met wie zij in hun ogen het beste
zouden vormen. „Ik heb dat naar eer en geweten ingevuld, al
ik het heel moeilijk. Ik heb puur gekeken met wie de boot het
I it zou gaan. Ik betwijfel of iedereen dat gedaan heeft."
Ij 'k op het water ging het er niet eerlijk aan toe, vermoedt Kra-
i I Vrienden moesten hem erop wijzen, maar toen drong het ook
amers door dat het wel erg vreemd was dat de boot over een
ld van 1.500 meter vijf seconden sneller ging met zijn concur-
lan boord. Conclusie: één of meer andere roeiers zijn niet vol-
igaan toen Kramers aan de beurt was. Want uit onderlinge
tijdjes bleek dat de twee concurrenten nooit meer dan één tel
realii ;aar toegaven. Het valsspelen is niet te bewijzen en Kramers
dan ook niet te lang over doorzeuren. „Ik moet verder. Ik wil
1 het WK gewoon weer bewijzen en alsnog in die boot komen,
s het niet handig om dit soort dingen te spuien. Maar het is
lijk dat er geknutseld kan worden als je op deze manier selec-
sgem Het is ook gebeurd met de Holland Acht die naar Atlanta ging.
die won goud en dan hebben die jongens dus het gelijk aan
aan: mt."
ers heeft de tegenslag verwerkt en is al weer bezig met de toe-
Zijn karakter wordt bepaald door zelfbewustheid en nuch-
1 d, maar er is één punt waarop de roeier moeilijk keuzes
z'n studie. Hij begon aan de opleiding bodem, water en at-
ïer in Wageningen, maar daar haakte hij na twee jaar af. In
Jn is hij bezig aan zijn derde jaar pedagogiek, maar eigenlijk
ook dat niet helemaal wat hij wil. Gelukkig voor Kramers was
afstudeerrichting opleiding en voorlichting in organisaties,
^leeft als enige niets met kinderen te maken. Voor ik er aan be-
■chatte ik in dat pedogogiek een goeie mix zou zijn tussen de
I '^en de studie psychologie. Ik maak nooit echt bewuste keuzes,
ft om mijn studie gaat tenminste."
om zijn sport gaat, is dat wel anders. Kramers loopt onge
in jaar achter ten opzichte van zijn medestudenten. Dat is
Tristan Kramers: „Roeien heeft zo veel facetten, die allemaal geperfectioneerd moeten worden. Het zijn details die moeilijk uit zijn te leg
gen." Foto: Hielco Kuipers
niet vreemd, gegeven het feit dat hij vrijwel dagelijks op het water te
vinden is. De Leidenaar traint tien tot twaalf keer per week. 's Och
tends laat hij in alle vroegte zijn boot in de Rijn zakken voor een oe
fensessie van anderhalf uur. Aan het einde van de middag volgt een
tweede training; soms in de boot, soms op de ergometer in het
krachthonk van Njord. Hij begon met roeien bij buurvereniging Die
Leyte. Als 10-jarig jongetje trad hij in de voetsporen van zijn vader,
die een subtopper was in Nederland. Die eerste jaren bij Die Leyte
waren puur om plezier in de sport te vinden. „Je zit dan als klein lil-
liputtertje in zo'n boot, puur voor de lol. Ik heb in die jaren spelen
derwijs heel veel geleerd, bijvoorbeeld qua bootgevoel."
Sinds zijn veertiende vaart Kramers wedstrijden, maar nog steeds is
plezier een belangrijke drijfveer. Dat moet ook wel, want in de eer
ste jaren in het juniorenveld kwam hij steevast 'kansloos achteraan
te zeilen'. Pas daama kon hij met de besten mee.„Ik geniet gewoon
heel erg van roeien, van elke training, van elke baantje, van elke
slag. Ik vind het ook mooi om mezelf tot het uiterste te drijven. Ik
was in die begintijd nog vrij klein en wist dat er nog heel veel uit te
halen was. Als die rek er op een gegeven moment niet meer is en als
het gewoon niet hard meer gaat, dan zal ik waarschijnlijk stoppen.
Gewoon omdat ik een heel sterke drive heb om mezelf telkens te
verbeteren. Dat zorgt ervoor dat het altijd leuk blijft, ook al moet je
afzien en doet het wel eens ontzettend pijn. Het is nooit perfect."
Passie is een te zwakke uitdrukking voor de band die de Leidenaar
met zijn sport heeft. Zelf noemt hij het een verslaving. „Ik kan op dit
moment echt niet zonder roeien. Een puur fysiologische verklaring
daarvoor is dat je lichaam endorfine aanmaakt. Die stof zorgt ervoor
dat je je gewoon lekker voelt, ook al heb je slecht getraind. Je hebt
een voldaan gevoel, zo van 'dat heb ik toch maar weer even ge
daan'. Je zou het ook een psychische afwijking kunnen noemen.
Vanmorgen had ik bijvoorbeeld helemaal geen zin om te gaan roei
en, wat het is nu gewoon klotewater, met golfjes en de wind dan
weer van links en dan weer van rechts. Maar ik ben toch gegaan,
daar dwing ik mezelf toe. Je moet op zo'n moment de opportunity
pakken om met die omstandigheden om te gaan. Achteraf heb ik
dan toch weer iets bijgeleerd."
Op die manier is roeien beslist geen eenzijdige sport, meent Kra
mers. „Mensen zeggen vaak: je doet constant hetzelfde. En op zich
is dat ook het doel: telkens hetzelfde doen, op het allerhoogste ni
veau. Maar in werkelijkheid is geen haal hetzelfde. Roeien heeft zo
veel facetten, die allemaal geperfectioneerd moeten worden. Het
zijn details die moeilijk uit zijn te leggen. En dan is er nog het on
derscheid tussen steady roeien - puur voor de conditie - en echt
hard roeien. Als je het steady kunt, zegt dat niet dat je het ook hard
kan. Daar moet je een goede balans tussen zien te vinden."
Over het algemeen traint Kramers alleen, in zijn skiff. Zijn trainer
Chris Weterings begeleidt hem vanaf de wal. In de weekeinden wijkt
Kramers ook uit naar de Bosbaan in Amsterdam, om in een lichte
dubbeltwee te varen met Finn Borms, een studievriend uit Wage
ningen. In die discipline maakt hij kans om te worden uitgezonden
naar de Olympische Spelen in Athene, maar zelf acht hij die moge
lijkheid zeer gering. „Er is nu een boot geformeerd met twee jon
gens uit Amsterdam. Als die geen gekke dingen doen en progressie
blijven maken, gaan zij naar de Spelen. Ik zou in aanmerking kun
nen komen voor een rol als reserve, maar daar is nu nog geen zinnig
woord over te zeggen. Dat is wel een minpuntje in het roeien. Je
hebt heel weinig zekerheid."
Die onzekerheid vloeit voor een belangrijk deel #001! uit de penibe
le financiële situatie van de roeibond. De KNRB heeft al enige tijd
geen sponsor meer en is daardoor niet bepaald happig op het uit
zenden van ploegen naar grote evenementen in het buitenland. Als
de huidige dubbeltwee afvalt, is de kans klein dat Kramers alsnog
een kans krijgt in die boot. .Alleen de echt snelle boten mogen
meedoen. Als die er niet zijn, sturen ze liever niemand." Voor lea
rners is het soms behelpen, ook al omdat hij niet over een privé-
sponsor beschikt. Zijn boot en riemen zijn door oud-leden van
Njord beschikbaar gesteld, zijn collegegeld en boeken hoeft hij door
een speciale regeling van de universiteit niet te betalen en dankzij
zijn A-status krijgt de Leidenaar een maandelijkse toelage van NOC
*NSF. „Daar ben ik heel blij mee, maai" naai" de buitenwereld toe
vertekent het nogal. Ik weet dat ik goed bezig ben, maar het staat ik
geen verhouding tot bijvoorbeeld Kamiel Maase. Daar heb ik groot
respect voor. Hij levert op sportgebied gewoon een veel betere pres
tatie, omdat zijn sport op een hoger niveau en in meer landen
wordt beoefend. Als roeier heb je relatief snel een A-status."
Die raakt hij kwijt nu hij niet naar het WK gaat. Nog één keer kan
Kramers profiteren van de auto die hij tot zijn beschikking had via
NOC*NSF. Woensdag is hij met een paar vrienden naar Zwitserland
gereden, morgen varen ze in een lichte acht, samen met andere
roeiers die buiten de WK-boten zijn gevallen. Kramers verwacht er
weinig van, maar één ding staat vast Een podiumplaats, want naast
de Nederlandse ploeg doen er alleen teams uit Denemarken en
Duitsland mee.