De onstuimigheid van een econoom Minister Vermeend verlaat met gemengde gevoelens Haagse politiek illem Vermeend: „Ik heb niets met macht. Ik vind het niet interessant. Het gaat om overtuigen." Foto: GPD/Phil Nijhuis ZATERDAG 6 JULI 2002 Na achttien jaar verlaat Willem Vermeend (53) de Haagse politiek. Hij was kamerlid, staatssecretaris van Financiën en minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. „Ik kan best trots zijn, zoals een kleine jongen dat kan zijn." door Monique de Knegt I k ben de dag begonnen met een uurtje hardlopen. Straks ga ik, denk ik, nog even op de racefiets naar Hoek van Holland en'terug. Liefst trap ik tegen de wind in. Dan ben je helemaal leeg. Nou ja, niet helemaal. Op de weg terug kan ik het niet laten om plannetjes door te denken. Regelmatig kom ik terug met ideeën en dan ga ik onmiddel lijk medewerkers bellen en hebben we overleg. Zo werk ik. Ik ben impul sief. Zo ben ik ook met het nieuwe belastingstelsel begonnen. Het oude stelsel was een lappendeken van re paraties geworden. Op een dag ben ik bij Gerrit (minister Zalm van Fi nanciën, red.) binnengelopen en zei: Gerrit, we gaan een nieuw belasting stelsel maken. Hij zat achter de com puter een spelletje te spelen - dat de den wij soms - en zei: oké, heb je hoofdlijnen? Zet het concept maar op papier." Hij lacht met zijn hele gezicht. Sa mengeknepen oogjes boven volle lippen in een rond kalend hoofd dat hij ook zelf met de tondeuse scheert. Een olijke verschijning die binnen kort de doodernstige portrettengale rij sluit van ministers en staatssecre tarissen op het ministerie van Socia le Zaken en Werkgelegenheid. Het was even wennen aan Willem Ver meend. „Toen ik in augustus 1994 staatssecretaris werd van Financiën, kreeg ik een kamer en een bureau. Ik ging zitten en er gebeurde niets. Ik heb toen tot grote verbazing van an deren om een computer gevraagd. Het was gebruikelijk dat ambtenaren aan het bureau van de staatssecreta ris kwamen met een plan dat dan al of niet werd voorzien van een hand tekening van de staatssecretaris. Maar ik ga niet zitten afwachten tot er iemand komt. Ik heb toen zelf een stuk geschreven, gericht aan ambte naren. Die werkwijze werd met eni ge aarzeling ontvangen. Maar ik ge loof niet dat ze me een bemoeial vonden. Ik ben gewoon resultaatgericht. Ik kom uit een ondernemersgezin. Mijn vader was meestermodelmaker en had een houtbewerkingsfabriek. Ik zaagde en timmerde als jongen vliegtuigjes en boten en mocht mee helpen met schuren en lakken. Later ben ik ook de boekhouding gaan doen. Ik hou ervan om dingen te maken. Als kamerlid heb ik tien initi atiefwetsvoorstellen ingediend, het hoogste aantal ooit. De spaarloonre geling is de bekendste. Daarnaast heb ik in de tijd van de hoge werk loosheid een wet gemaakt om het voor bedrijven aantrekkelijker te ma ken om langdurig werklozen aan te nemen. Zeventigduizend mensen zijn mede daardoor aan de slag ge komen." Hij houdt van aanpakken en vertelt ongevraagd en graag over zijn da den. Niet uit grenzeloze ambitie of ongebreidelde geldingsdrang, meent hij. „Het heeft meer te maken met optimisme, enthousiasme en vrolijk heid." Voor de één werkt dat aanste kelijk en voor de ander is het dood vermoeiend. „Zo voetbal ik ook. Ik ben er wel eens voor van het veld ge stuurd. En ik weet nog dat er een aantekening op mijn schoolrapport stond: 'Willem is een beetje onstui mig'." Van zelfingenomenheid wil hij niets weten. „Als iets lukt, kan ik best trots zijn, zoals een kleine jon gen dat kan zijn. Als je als voetballer een prachtige goal maakt, wil je ook jujchen. Maar als ik een blunder maak, loop ik daar niet voor weg. Ik ben de eerste die zegt dat een rege ling moet verdwijnen als ze niet vol doende effectief is. Zo heb ik als staatssecretaris drie van mijn eigen tien initiatiefvoorstellen afgeschaft." Het viel hem zwaar toen hij als staatssecretaris al zijn andere func ties moest neerleggen. Vermeend was behalve kamerlid ook hoogle raar Europees belastingrecht aan de universiteiten Groningen en Maas tricht, schreef boeken en vervulde commissariaten bij Mars en de Alge mene Spaarbank Nederland. „Ik wil de niet alleen in die Haagse kaas stolp zitten, maar ook maatschappe lijk actief zijn. Ik vind het niet plezie rig als ik na een paar maanden tot de conclusie kom: ik heb alleen debat ten gevoerd. Ik moet kunnen benoe men wat ik heb gedaan en bereikt. Dat had mijn vader ook. Hij vond het niet leuk toen ik de Tweede Ka mer inging. 'Wat ga je nu doen?', zei hij, 'je hebt zo'n mooie opleiding'. Mijn vader vond het vreemd dat een zoon van een ondernemer de Kamer in gaat. Nu zijn mijn ouders inmid dels trots op mij." Met weinig slaap (aan vijf, zes uur heeft hij genoeg), sport en een strak ke tijdsindeling lukte het hem vele functies tegelijkertijd te vervullen. Zijn twee zoons (inmiddels 19 en 14 jaar) zagen pappa steeds minder. „Eigenlijk is dit werk niet te combi neren met het vaderschap. Maar ik heb geen spijt van mijn keuze. Dat achteraf gepraat vind ik te gemakke lijk. Bovendien was ik, toen de kin deren nog klein waren, veel thuis. Weinig mensen hebben dat. Of ik een goede vader ben moeten ande ren beoordelen." Hij praat niet graag over thuis. Vra gen die niet over beleid gaan, vindt hij ongemakkelijk. Of hij een moder ne man is. „Wat is dat?" Een geë mancipeerde man? „Wilt u nu weten hoe vaak ik boodschappen doe of zo?" Een antwoord over de taakver deling tussen man en vrouw vol staat, maar Vermeend weet zich geen raad met de vraag. Ongemak kelijk draait hij op z'n stoel. „Daar maak je afspraken over. Ik ben zoals ik ben." Vragen die niet over beleid gaan, vindt hij al gauw privé, en werk en privé houdt hij strikt ge scheiden. Toen de PvdA op de ver kiezingsavond in shocktoestand ver keerde door het dramatische verlies, treurde Vermeend samen met colle ga's in het Amsterdamse Paradiso. Thuis is politiek niet vaak aan de or de. „Ik neem ook nooit aktetassen mee naar huis. M'n werk is m'n werk en dat laat ik hier achter." Terugkijkend is hij vooral trots op de herziening van het belastingstelsel ('de grootste ooit'), de spaarloonre geling en het aanpakken van de bij stand. Het nieuwe kabinet zet nu ge nadeloos de bijl in de spaarloonre geling en andere fiscale subsidiere gelingen die uit het brein van de scheidende bewindsman kwamen. Hij blijft er nuchter onder. Uit zijn mond geen bevlogen betoog over de socialistische waarden van zijn rege lingen. „Ik ben niet boos of verdrie tig, ik breek m'n kamer niet af, ik vind het gewoon niet verstandig. De afschaffing van de spaarloonregeling is een loonkostenverzwaring voor bedrijven en dat werkt slecht voor de economie en de werkgelegenheid. Maar het nieuwe kabinet zoekt fi nanciële middelen om nieuw beleid te voeren. Zo werkt het in de poli tiek. Je weet dat wanneer je zo'n regeling maakt, hij kan sneuvelen. De verkie zingsuitslag doet me op zich veel meer dan het verdwijnen van die re gelingen. Als je zó wordt afgerekend, komt dat heel hafd aan. De PvdA heeft de problemen van mensen in de grote stad onvoldoende onder kend. Het vreemdelingenvraagstuk is door de partij lange tijd ten on rechte als een rechts onderwerp ge zien. Door de nieuwe Vreemdelin genwet is het aantal asielzoekers dit jaar fors gedaald, maar dat was te laat om invloed uit te oefenen.op de verkiezingen. Het nieuwe kabinet plukt straks de vruchten van het be leid dat wij hebben ingezet. Aan zo'n verkiezingsuitslag moet je consequenties verbinden. Ik ben een minister geweest met een gezichts bepalend beleid. Moet ik dan oppo sitie gaan voeren tegen m'n eigen beleid? Ik mag volgens een onge schreven kamerregel niet eens het woord voeren over mijn vroegere beleidsterrein financiën, economie, belastingen, werkgelegenheid en so ciale zaken, terwijl daar mijn sterke kanten liggen." Op zijn kamer rollen faxen binnen en lichten e-mailtjes op met aanbie dingen van headhunters. Maar Ver meend gaat nergens op in zolang hij minister is. Alleen de universiteit van Maastricht („de leukste stad van het land") heeft hij toegezegd om weer colleges te gaan geven. Daarnaast hoopt hij op een functie in de harde kem van de Nederlandse economie. „De internationale economie spreekt me aan, maar ook de finan ciële en industriële sector waar je echt dingen kunt doen. Ik vind som mige zaken hier in Den Haag toch te langzaam gaan. Veel procedures kosten jaren. Dat spreekt me niet zo aan. Ik ben ongeduldig. Als ik ideeën heb, wil ik ze ook meteen uitvoe ren." Hij verlaat Den Haag met gemengde gevoelens. Politiek is nooit echt een roeping geweest.Als jongen had ik twee passies. Voetballen en econo mie. Ik verslond economieboeken omdat ik wilde weten waarom de dingen gaan zoals ze gaan. Ik vond dat fascinerend. Waar worden de be slissingen genomen?, dacht ik ver volgens. In de.politiek. Ik kwam uit een KVP-gezin maar sloot me aan bij de PvdA. De KVP had niet zo'n actie ve jongerenorganisatie en bij de PvdA kreeg ik alle ruimte. Ik nam vaak een uitzonderingsstandpunt in, maar dat werd wel geaccepteerd." Eenmaal docent in Leiden werd hem gevraagd penningmeester te worden van de PvdA. Als lid van het landelij ke dagelijks bestuur was het een kleine stap naar een kamerlidschap. Daar bleek Vermeend vooral een doener en geen vurig pleitbezorger van het socialistische gedachten - goed. Pim Fortuyn liet via de pers weten hem en Zalm graag in zijn ka binet te hebben. Enthousiast haalt Vermeend er een interview bij met daarin het gemarkeerde citaat van Fortuyn. „Kijk hier staat het. Lees maar. Ik kende Pim persoonlijk en ik heb hem gezegd dat ik het niet zou doen. Je moet geloofwaardig blijven, vind ik, je stapt niet zomaar over. Maar ik had best nog wel minister van Volksgezondheid willen zijn. Daar valt veel aan te pakken." Hij is bijna minister af. Geen excel lentie meer met chauffeur. In zijn corduroybroek met bergschoenen lijkt hij niet te hangen aan macht. „Ik heb niets met macht. Ik vind het niet interessant. Het gaat om over tuigen." Hij leest boeken over John F. Kennedy, is begeesterd door de magie van Bill Clinton Als er acht honderd mensen in een zaal zitten en hij gaat spreken, denken alle achthonderd mensen dat-ie hen aankijkt"), maar wie hem vraagt of macht erotiseert, krijgt een ongelovi ge reactie. „Dat zegt me niets. Ik heb er nooit iets van gemerkt". Nooit mensen geïmponeerd met uw mi nisterschap? „Nee. Het komt niet in me op." In de Haagse wandelgangen heet Vermeend een wouwenman. „Hoe komt u erbij? Wat bedoelt u ermee: dat je samenwerkt met wouwen?" Nee, wouwenman als versierder. Hogelijk verbaasd: „Daar heb ik ab soluut niks mee. Bovendien ben ik voor negentig procent van de tijd bezig met mijn werk." Vermeend doet niet alleen het con crete werk van de econoom, hij geeft ook lucht aan zijn fantasie. „Dat is de andere kant van mij. Ik schrijf voor de aardigheid wel eens film scripts. Vanwege het schrijven, de dialogen en het plot. De scenario's zijn meestal een beetje science fic- tion-achtig. Ik heb altijd iets met de ruimte gehad. Als kind al las ik boe ken van Jules Verne, boeken over de opkomst van de raketten en vliegen de schotels. Ik heb zelf wel eens een schotel gebouwd van hout." Toen de productie van de film The Discovery of Heaven van Jeroen Krabbé om fiscale redenen leek te stranden, zou Vermeend volgens di verse media persoonlijk hebben in^. gegrepen. Onzin, zegt hij. „Ik heb me op geen enkele manier met die film bemoeid. Ik heb destijds met Hans Wijers de filmregeling bedacht en heb alleen bevorderd dat de uit voering van die regeling voor alle films werd bespoedigd." Als hij zichzelf een rol zou mogen toedichten, dan is het die van een professor. „Geen held als Rambo maar iemand die een reddende op lossing bedenkt en bijvoorbeeld een medicijn uitdoktert dat heel veel mensen helpt."

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 2002 | | pagina 39