Murw van schofferingen en geweld Vrije tijd is drukke tijd Agressie in de trein: achthonderd incidenten per maand Infrastructuur rond evenementen levert steeds meer problemen op ZATERDAG 6 JULI 2002 Ze worden bedreigd en bespuugd. Ze lopen klappen op van doorgedraaide zwartrijders. En bij vertraging worden ze niet zelden op scheldkannonades en opgestoken middelvingers getrakteerd. Conducteurs en machinisten lijden onder de agressie op het spoor. Het aantal incidenten is in twee jaar verdubbeld tot achthonderd per maand en vooral in de Randstad zit veel rijdend personeel ziek thuis. De NS willen notoire relschoppers van stations weren, maar dat is toekomstmuziek. Leerling-conducteurs leren sinds kort hoe ze zich weerbaar opstellen tegen de agressieve klant. door Dylan de Cruijl Schaftruimte NS, Hoog Catha- rijne 10.45 uur. „Wij zijn het pispaaltje ge worden", verzucht conducteur Flip Wildschut. „De laatste twee, drie jaar is de situatie verergerd. De agressie op de trein verknalt het werk. En dat is jammer, want het is echt een leuke job." Zijn collega's vallen hem bij. Ze zijn de bendes Marokkaanse zakkenrol lers op de beruchte Schiphollijn beu. De agressieve junks komen hun strot uit. En de door drank en pillen opge fokte jongeren kunnen ze niet veel langer verdragen. Hier, in de kleine schaftruimte bo ven de Utrechtse perrons, blazen ze stoom af als ze weer eens een beledi ging hebben moeten slikken. Ze schelden de frustratie van zich af, drinken een kop koffie en gaan daar na weer trouw aan het werk. Maar, waarschuwt ondememings- raadslid Wildschut, het rijdend per soneel is de agressie zat. Niet alleen voor zichzelf, ook voor de reizigers. „Wij kunnen de veiligheid van de reiziger ook niet meer garanderen." Hij kijkt op de wandklok en schrikt. 11.08 uur. „Shit, de trein naar Am sterdam vertrekt bijna. Kom op, we moeten gaan." Twee verdiepingen hoger op het Utrechtse station. In een splinter nieuwe lesruimte met een nage bouwde tweedeklas wagon worden acht toekomstige conducteurs weer baar gemaakt voor a-sociale reizi gers. De cursus is nieuw, ontworpen door de schrikbarend toegenomen agressie op het spoor. Docente Ilse Peeters waarschuwt de klas. „Een oud-leering van me heeft al een paar keer klappen gehad. En twee vrouwelijke collega's van hem zitten thuis vanwege agressie in de trein. Dit is een zware baan. De klas valt even stil. Agressie van klanten is nieuw voor timmerman Cor, winkelbediende Wietske en zweminstructrice Jolanda. Als leer- ling-hoofdconducteur - HC in het jargon - moeten ze zich harden, le ren omgaan met a-sociaal gedrag en boze reizigers. En eigenlijk vinden ze dat ook wel spannend. Maar meer nog kijken ze uit naar de vrijheid van het vak. „Dat trekt me in deze baan", zegt Vincent Bruin, ,,'s Ochtends drink je een kop koffie in de kantine en daama stap je op de trein om een stuk te reizen. Dat is toch heerlijk?" Hij werkte jaren met verstandelijk gehandicapten. Een fantastische baan, vindt hij nog steeds, maar het verdient slecht. Na een zijstap in de ICT solliciteerde hij 'als geintje' bij de NS. „Bij mijn eer ste gesprek in Alkmaar was de che mie gelijk daar. Ik werd helemaal en thousiast." En de agressie? Het is zwaar, weet hij. Hij kent de verhalen van con ducteurs die ziek thuis zitten, murw van de schofferingen en het geweld. „Mijn familie vond het maar niets dat ik HC word. Ze zijn bang voor de agressie op de trein." Amsterdam-Centraal, 11.50 uur. Conducteurs in opleiding krijgen agressietraining. Foto: GPD/Annette Vlug In de hal van Centraal Station Am sterdam is het druk. Wildschut snelt langs de dagjesmensen, de buiten landse toeristen, de zakenreizigers. De trein naar Almere-Buiten moet hij halen. „Daar", roept een man in eens. „Daar is net iemand beroofd." De man sleurt de conducteurs aan hun jasje mee naar de plek des on- heils waar slachtoffer en dader al zijn verdwenen. Wildschut kijkt moedeloos om zich heen. „Nou, dat gebeurt dus. Op klaarlichte dag." De leerlingen in de Utrechtse les ruimte maken zich op voor de span ningscontrole-oefening. Geen les in 'omgaan met beroving op klaarlichte dag', maar omgaan met een actrice die zich voordoet als asociale reizi ger. Getooid met basketbalpetje en kauwgomkauwend zoekt ze haar slachtoffers. „Hé, ik heb mijn trein gemist en dat vind ik niet leuk. Zit er later ook nog zo'n stinkende lui te genover me in de trein. En jij doet er niets aan. Zeg eens wat conducteur. Oh, niet? Dan krijg je nu een klap." Ze loopt verder naar de volgende leerling. Haar 'slachtoffers' geven geen kik. Ze verstijven. Bij elke belediging bonst hun hart harder en worden de handen klammer. Het is een spel, weten ze. Maar het voelt bedreigend echt. Docente Peeters slaat de handen voor haar ogen. „Ik heb het met af grijzen aangezien. Je moet een grens aangeven. Anders ga je niet met ple zier naar je werk en zit je na een paar maanden al thuis." Vincent Bruin vormt een positieve uitzondering. 'Stop', zegt hij afgeme ten als de belager hem in zijn rug port. Hij geeft zijn grens aan. .Aan raken", legt hij uit. „Dat is grens voor me. Of dat nu vriendschappe lijk of vijandig is bedoeld. Ik houd er niet van als onbekenden aan me zit ten." Amsterdam-Centraal - Almere-Bui- ten, 12.17 uur. Machinist Fred Bollema zit op de bok en tuurt naar de reizigers op het naderende perron. Ze wachten ge duldig. De trein is keurig op tijd. Maar Bollema kent ook de opgesto ken middelvingers die bij vertraging zijn deel zijn. Ze doen hem nauwe lijks nog iets. De agressie op het spoor heeft hem gehard, maar ook geestelijk gesloopt. Hij denkt nog elke dag aan dat trau matische gevecht van oktober vorig jaar. Kwart over acht 's avonds hoor de hij geschreeuw en gestommel uit de wagon van de dubbeldekker. Hij ging kijken. „De HC lag onder het bloed bij de trap. Hij leek wel dood. Zijn neus lag in puin. Later bleek dat ook zijn trommelvlies was ge scheurd. Hij had een zwartrijder be trapt die een paar vrienden bij zich had." De machinist stortte zich op de aan vallers, schopte en sloeg in blinde woede om zich heen. Flarden van het gevecht herinnert hij zich: een vuist die voor zijn ogen suisde, een schop die hij in een maag gaf. De reizigers stonden erbij te kijken. Nie mand greep in. Als door een wonder raakte Bollema niet gewond. „Niet lichamelijk, wel geestelijk. Op het werk heb ik ge zegd: 'Mij zien jullie voorlopig niet'. Negen weken heb ik thuis gezeten en nu werk ik nog steeds maar drie dagen per week. Het veilige gevoel dat ik had, is verdwenen." Nog steeds controleert Bollema nog elke avond of zijn woning herme tisch is afgegrendeld. Of zijn kinde ren veilig in bed liggen. „Maar ik vind het niet meer dwangmatig. Het gaat langzaam beter met me." Amsterdam-Sloterdijk nadert. Wild schut duikt op uit de wagons. Hij is klaar met zijn ronde en heeft geen probleem gehad. Bollema: „99,9 Procent van het werk is gelukkig wel leuk." In de lesruimte vindt het rollenspel plaats. Hier heeft de groep de hele dag naar toe gewerkt. De nagebouw de wagon is de arena waar hun soci ale vaardigheden en mensenkennis op de proef worden gesteld. De ac trice kruipt weer in de huid van de asociale reiziger. Met haar voeten op de bank en een brandende peuk zit ze in de niet-rokers coupé. Een kaartje heeft ze niet gekocht. Geld heeft ze ook niet op zak. „Maar ik heb wel iets anders", zegt ze zonder een spier te vertrekken tegen de leer- ling-HC. Het signaal is overduidelijk, legt Pee ters uit. Deze reiziger is gevaarlijk. „Bij deze agressor moet je wegwe zen. Ik kan het jullie niet stevig ge noeg op je hart drukken. Ik heb al te veel conducteurs meegemaakt die net iets te lang doorgingen." Almere Buiten - Schiphol, 13.05 uur „Vijf stuks", meldt de beambte van het NS-controleteam, een vliegende brigade die onaangekondigd de con ducteurs ondersteunt. Vijf zakken rollers zijn ingestapt. Zij vormen een van de bendes die op de beruchte Schiphollijn dagelijks reizigers be stelen, het liefst argeloze toeristen die net Nederland zijn binnengevlo gen. Een achtervolging van de criminelen in de trein is nutteloos. Op het vol gende station, Amsterdam-Lelylaan, rennen ze de trein al weer uit. Dit keer zonder buit. Wildschut foetert. „De Schiphollijn is toch een schande voor Nederland. Toeristen stappen in Nederland in de trein en worden beroofd. En dat is al jaren zo." Conducteur Henri Goeree luistert gelaten naar de uitbarsting van zijn collega. Het kat-en-muisspel met de bendes is dagelijkse koek voor hem. Reizigers waarschuwen via de inter com doet hij niet meer. Hij weigert zijn eigen veiligheid in de waag schaal te leggen, zeker sinds die laat ste bedreiging. „Ze zochten me, die gasten. 'De volgende keer als je ons bekend maakt, steek ik je overhoop', zei eentje tegen me. 'Je zit aan m'n vreten'." WÊKÈM en Recreatie, zijn van mening dat het beleid over te veel ministeries is verspreid, onder meer economische zaken en landbouw. „Deze versnip pering leidt tot afstemmings- en co ördinatieproblemen binnen de over heid en heeft negatieve effecten voor de sector", motiveerden woordvoer ders van het platform het verzoek aan Donner. Mommaas bepleit al jaren dat er be ter over vrije tijd moet worden nage dacht. Hij schreef ook het rapport 'De vrijetijdsindustrie in stad en land' voor de Wetenschappelijke raad voor het Regeringsbeleid (WRR) „Het gaat hier niet zomaar om ver maak. Het is werk. De overheid moet eindelijk eens in economische ter men gaan nadenken over de vrije tijd", meent de wetenschapper. Zijn universiteit berekende al een keer dat Nederlanders jaarlijks 35,8 mil jard euro uitgeven om hun vrije tijd in te vullen. In de toekomst zal dat alleen maar meer worden. „De over heid heeft zitten suffen. Ze zien niet hoeveel geld er te halen is en hoe be palend de leisure-sector inmiddels al is in het landschap", vindt de weten schapper. Van dit laatste geeft hij een praktisch voorbeeld. Steden staan over het al gemeen te juichen als een exploitant van een Megastore, themapark of festival zich meldt, maar de lokale en nationale overheid lopen volgens Mommaas achter de feiten aan. „Denk eens aan overdekte kinder speelplaatsen als Kidzcity die in een vacante loods op een bedrijventer rein worden neergezet, terwijl er te weinig parkeerplaatsen worden aan gelegd, er niet of nauwelijks een bus stopt of aandacht is besteed aan de veiligheid", legt Mommaas uit. Door de gebrekkige anticipatie van de overheid loopt het land volgens de onderzoeker ook flink geld mis. „De grote projecten in de vrijetijds- sector worden hoofdzakelijk gedre ven door grote, buitenlandse bedrij ven. De bioscoopcomplexen zijn van het Franse Pathé. Attractiepark Six Flags Holland is Amerikaans. Con certpromotor Mojo is voor tachtig procent in handen van een enter tainmentbedrijf uit de VS. We moe ten opletten dat we niet te afhanke lijk worden van buitenlandse onder nemers. Eigenlijk is het al te laat. Grootschalige projecten die vanuit dit land in Nederland worden opge zet, zijn over het algemeen mislukt. De buitenlanders zijn veel professio neler en grootschaliger bezig. Die achterstand halen we niet meer in." Valley in het recreatiegebied Spaarn- woude. Voor H. Mommaas, hoofd docent vrijetijdswetenschappen aan de Katholieke Universiteit Brabant (KUB) in Tilburg, was het allemaal geen verrassing. Hij voorzag al lan ger dat de infrastructuur rond grote evenementen steeds meer proble men oplevert en dat waarschijnlijk zal blijven veroorzaken. Nederlan ders rijden jaarlijks steeds meer kilo meters ter meerdere eer en glorie van hun ontspanning. Toch wordt er zelden over gespro ken dat al die atv-dagen, vakanties en weekeinden ongeveer veertig procent van de verstoppingen op het Nederlandse wegennet veroorzaken. „Deels is dat te verklaren uit het feit dat het forensenverkeer zich con centreert op vaste tijdstippen: de ochtend- en de avondspits. De con gestie is duidelijk zichtbaar. Maar wat we nu zien is dat het reisgedrag in onze vrije tijd zich ook gaat con centreren, vooral op de zondag avond. Iedereen wil op tijd terug zijn van de schoonouders of het bos, want de volgende dag moet er weer gewerkt worden", zegt Mommaas. Een vermindering van deze zogehe ten vrijetijdsmobiliteit zit er voorlo pig niet in volgens de Tilburgse on derzoeker. „Mensen oriënteren zich steeds breder. Dat komt omdat het aanbod van evenementen enorm is gestegen en omdat we iets niet meer zo snel als 'ver weg' ervaren. Ener zijds is dat omdat de media activitei ten dichter op het netvlies zetten en we, zeker in de toekomst, mensen sneller en eenvoudiger nóg verder weg transporteren. Denk maar aan de hogesnelheidslijn. Straks kunnen mensen uit Brussel ook snel even naar de Libelle-dag in Almere gaan." Daarom wordt het wordt hoog tijd dat er op professionele wijze geke ken wordt naar vrije tijd. Onlangs pleitte het bedrijfsleven daarvoor bij kabinetsinformateur Donner. Orga nisaties als Toerisme en Recreatie Nederland, ANWB, MKB-Nederland en de werkgeversclub VNO-NCW willen een staatssecretaris voor toe risme en recreatie. De organisaties, verenigd in het Platform Toerisme Het wordt hoog tijd dat er op professionele wijze wordt gekeken naar vrije tijd, vindt het bedrijfsleven. Foto: Hans van Weel Heerlijk, vrije tijd. Alleen jammer dat er verder niet zoveel vrolijke geluiden te melden zijn. We hebben steeds minder vrije tijd, voor onze ontspanning staan we almaar vaker in de file en het land verdient er lang niet zoveel aan als zou kunnen. Vrijetijdswetenschapper Mommaas vindt dat de overheid heeft zitten suffen. door Angelique Mulders Bijna weekeinde. De plannen zijn al gemaakt. Zaterdagmorgen bood schappen, rond de middag een uur fitnessen en 's middags naar dat multiculti-feest in het park. Zondag ochtend een beetje uitslapen, strij ken, even shoppen want de winkels zijn toch open, dan naar de schoon ouders in Brabant en aan het begin van de avond, tsja, dan staan we in de file op weg naar huis. Vrije tijd is drukke tijd. „We hebben een heel ambitieus vrije tijdspro gramma. Lummelen, niets moeten, staat onder druk in onze belevenis sen-maatschappij", zegt J. de Haan, senior-onderzoeker bij het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP) in Den Haag. Het SCP meldde vorig jaar dat de hoeveelheid vrije tijd vergeleken met 1995 met 2,5 uur was gedaald. Uit onderzoekscijfers van 2000 bleek dat Nederlanders gemiddeld 44,8 uur per week 'voor zichzelf hebben. Dat men door de bank genomen minder vrije tijd heeft, komt ondermeer om dat vanaf halverwege de jaren ne gentig steeds meer mensen, vrou wen vooral, een baan kregen en om dat we wat langer slapen. Buiten de baas zijn tijd proberen we ondertussen zoveel mogelijk span nende ervaringen op te doen. Orga nisatoren van evenementen spelen hier op in en strijden om de gunst van de bezoeker door telkens met spectaculairdere attracties te komen. Om dat allemaal te kunnen betalen is het simpelweg noodzaak om een enorme mensenmassa te trekken. En dan gaat het mis; verkeersop stoppingen op de wegen van en naar evenementen zijn inmiddels ge woon. Echt uit de hand liep het vorig jaar twee keer: Koninginnedag in Am sterdam en het housefeest Dance Massaal onderweg naar een evenement, zoals de Libelle-week in Almere. Archieffoto: Ton Kastermans

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 2002 | | pagina 38